c 21 RAADSVERGADERING 20 U trekt die motie dus in? (De heer J. de Jong: Als die gelijk is aan die van de P.v.d.A. wel.) Als die motie zo geïnterpreteerd kan worden dat u bedoelt dat deze route ook moet worden opgenomen in het rekenmodel dan zijn die twee moties gelijk. (De heer J. de Jong: Ik trek de motie niet in.) Goed, dan stemmen wij er over. De vierde motie van de heren De Jong en Schaaf- sma wordt verworpen met 33 tegen 4 stemmen. De Voorzitter: De vijfde motie van de V.V.D. luidt: „De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975, behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en vervoersplan, besluit: de toekomstige wijk Cammingha- buren te ontsluiten via de De Merodestraat." De vijfde motie van de heren De Jong en Sehaaf- sma wordt verworpen met 34 tegen 3 stemmen. De Voorzitter: Dan komen wij nu bij de zesde mo tie. Die luidt: „De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975, behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en vervoersplan, besluit: de verbinding tussen het Oud Tolhuis en de weg naar Stiens niet op te nemen." De zesde motie van de heren De Jong en Schaafsma wordt verworpen met 32 tegen 5 stemmen. De Voorzitter: Dan zijn wij nu toe aan de zevende en laatste motie van de V.V.D. Die luidt: „De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975, behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en vervoersplan, besluit: een ongelijkvloerse kruising op te nemen bij het punt Dammelaan-Jelsumerstraat- Wollegaast ter betere ontsluiting van de wijk Bilgaard." De zevende motie van de heren De Jong en Schaaf sma wordt verworpen met 31 tegen 6 stemmen. De Voorzitter: Ik vraag nu stemming over het voorstel dat wij aan de raad hebben gedaan, met in achtneming van de moties die door het college zijn overgenomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het door de voorzitter mondeling aangevulde voorstel van b. en w. met aantekening dat de heren De Greef en Van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. De Voorzitter: Er is één punt dat eigenlijk van avond nog behandeld zou moeten worden; daar moet n.l. morgen een publikatie over komen. Dat betreft het aanvullende agendapunt 11a over de parkeergesehie- denis. U weet dat wij daar een beetje mee in de nesten zijn geraakt. Ik vraag u dus met klem dit punt nog vanavond te behandelen. Wij hebben u hebt dat al in de kranten kunnen lezen regelingen getroffen die op dit moment niet rechtsgeldig zijn. Die zaak kan morgen in orde gemaakt worden; wij hebben al een publikatie klaar liggen die wij morgen door zouden willen geven, maar dan zou de raad vanavond een besluit moeten nemen. Gaat u er mee akkoord dat wij dit punt nu nog behandelen De Raad stemt hiermee in. Punt 11a (bijlage no. 50). De heer Van der Wal: Ik heb op zich helemaal geen bezwaar tegen het vaststellen van beide veror deningen betreffende het parkeren, maar wel tegen het delegeren van de bevoegdheid tot het aanwijzen van parkeerplaatsen en het vaststellen van de par- keerduur aan b. en w. U schrijft in de raadsbrief: „Daar het aanwijzen van de parkeerplaatsen en het vaststellen van de parkeerduur naar ons oordeel maat regelen zijn van uitvoerende aard stellen wij u om praktische redenen voor de bevoegdheid daartoe aan het college te delegeren." Ik betwijfel of dat uitslui tend beslissingen van uitvoerende aard zijn. Ik vind dat je wel degelijk, vooral wat betreft de binnenstad maar ook wel elders, met de parkeerplaatsen en de tarie ven, ook incidenteel, een beleid kunt voeren. Nog maals, ik heb geen bezwaar tegen de andere voorstel len die worden gedaan in de raadsbrief, maar wel tegen de delegatie van die bevoegdheid aan b. en w. Mevr. Smit: Ik heb een verzoek betreffende een tekstwijziging. In artikel 5 van raadsbesluit no. 2086A staat de zinsnede: „voor zover dit terrein is ingericht voor parkeren tegen betaling door middel van een of meer parkeerautomaten". Betalen doe je natuurlijk niet door middel van, maar via parkeerautomaten. Dat is niet helemaal hetzelfde. Ik stel daarom voor „door middel van" te vervangen door „door gebruikmaking van", want zoals het er nu staat is het geen Neder lands. De Voorzitter: Dat is goed, die wijziging zullen wij aanbrengen. Dan nog even de opmerking van de heer Van der Wal. Ik zal u zeggen waarom wij hebben gemeend dit te kunnen rangschikken onder maatregelen van uit voerende aard. Parkeerkwesties komen altijd eerst in de raad aan de orde, want wij hebben tot nu toe nog nooit zoiets kunnen doen voordat wij een krediet hadden gekregen. Ook de gevallen waar wij het nu over heb ben zijn allemaal door de raad besloten. Daarom is het een kwestie van uitvoering om het in de voor schriften op te nemen. Wij doen ook elke keer weer verslag. Wij kunnen niet iets doen voor wij een kre diet van de raad hebben. De raad kan dus altijd eerst zeggen of hij al dan niet akkoord gaat. Dat is de reden dat wij menen dat het puur uitvoering is. Ak koord? (De heer Van der Wal: Ja, ik vind dat een zinnige reden.) Dank u wel. In het voorstel moet nog één wijziging worden aan gebracht i.v.m. de afkondiging. In besluit no. 2086A staat onder II: „te bepalen, dat deze verordening on middellijk in werking treedt". Dat moet zijn: „te be palen, dat deze verordening onmiddellijk zal worden afgekondigd en 18 februari 1975 in werking treedt". Dat is dus een formaliteit. Verder zal de door mevr. Smit voorgestelde tekstwijziging worden aangebracht. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het monde ling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 24.00 uur, de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 18 februari 1975 van maandag 18 februari 1975 voortzetting van de raadsvergadering van maandag 17 februari 1975 Aanwezig 33 leden de dames E. Brandenburg- Sjoerdsma, G. Visscher-Bouwer, M.M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma-de Jong en de heren J. de Beer (vanaf 19.45 uur), J. ten Brug (weth.), G. Buising, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef, O. Heidinga, H. ten Hoeve, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, J. de Jong (vanaf 19.45 uur), A. Klomp, J. Knol, W.S.P.P. de Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree, A. Pronk, ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaafsma, J.B. Singelsma, K. Spoelstra, N. Sterk, L. Visser, G. de Vries (weth.), P.D. van der Wal en K. Weide (weth.). Afwezig: mevr. mr. E.N.J. Smit en de heren S. Bou- ma, J. Hoekstra en P. van der Veen. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer P.P. de Jong. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering. Ik stel voor dat wij de bespreking die wij gisteravond hebben moeten afbreken voortzet ten. Er zijn nog niet 37 raadsleden, maar er zijn wel zoveel dat wij beslissingen kunnen nemen die rechts kracht hebben. Punt 11 (bijlage no. 31). De heer Heidinga: Het verblijdt ons dat wij dit be sluit nu kunnen nemen. Het is van belang voor de binnenstad en ook voor de zuivering van het milieu. Dat is wat ons betreft allemaal dik in orde. Het is ons bekend dat het bij onze gemeente gewoon te is om, voordat wij met dergelijke ingrijpende pro jecten beginnen, overleg te plegen met de bewoners. Toch wil ik daar nog even de aandacht op vestigen. In dit geval moet dit tijdig en goed worden gedaan, omdat de binnenstad en de bewoners daarvan ver moedelijk vrij veel hinder zullen ondervinden van de aanleg van de centrale riolering. Ik wil u graag op het hart drukken dat mijn fractie er bijzonder veel prijs op stelt dat dit overleg tijdig en goed gevoerd wordt. In de Commissie Openbare Werken heeft de heer De Jong, lid van de fractie van de V.V.D., de vraag aan de orde gesteld of het mogelijk zal zijn om bepaalde werkzaamheden in ploegendienst uit te voe ren. Tijdens dat overleg zijn wij wel tot de conclusie gekomen dat dat toch wel bepaalde moeilijkheden zal opleveren. Ik zou er echter wel aan hechten dat door onze dienst zorgvuldig wordt bekeken of er op dat ge bied toch nog niet iets mogelijk is, opdat vooral de werkzaamheden die bepaalde knelpunten zullen vor men bij drukke kruispunten en zo zo snel mo gelijk zullen zijn uitgevoerd; desnoods zou het alleen voor die punten kunnen gelden. Voor punten als b.v. de kruising Zaailand/Wirdumerdijk/Nieuweweg is het van het grootste belang dat de werkzaamheden zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De heer Janssen: Ik wil mij graag aansluiten bij de waarderende woorden die de heer Heidinga heeft gesproken. Mijn fractie gaat ook volledig met deze plannen akkoord. Ik zou u echter nog even op enkele punten willen wijzen die bij de uitvoering mogelijk ook nog wel aan de orde komen. Het is van belang dat het werk goed gecoördineerd wordt en dat u overleg heeft met alle diensten en instanties die kabels of gasleidingen of waterleidingen moeten leggen. Het moet niet zo dat een straat twee keer open moet. Wij hebben hier in het verleden ook al eens op gewezen. Omdat de aanleg van de centrale riolering nogal in grijpend is in de stad de heer Heidinga merkte dit ook al op moet het werk niet langer duren dan nodig is. Ook zou ik graag willen dat u de mensen die met de uitvoering en het toezicht zijn belast er op wijst dat zij voorzichtig te werk moeten gaan. Het kan mogelijk zijn dat er, vooral in het oude deel van de stad b.v. bij het Blokhuisplein, historische dingen naar boven ko men die voor de stad van belang zijn. Deze dingen moe ten niet zonder meer vernietigd worden door een graaf machine of iets dergelijks; zo'n opgraving moet eerst behoorlijk vastgelegd worden. Ergens in de raadsbrief staat dat de definitieve her bestrating van ae Oude Lombardsteeg een sierbestra ting zal zijn. Ik neem zonder meer aan dat wij intus sen nog wel eens tijd hebben om in de Commissie Open bare Werken te spreken over de soort sierbestrating die daar gedacht is. De hear Singelsma: De hear Janssen hat der al even op wiisd dat wy hjir troch in hiel aid, histoarysk diel fan de stêd geane. Hy hat der ek op wiisd dat uter- ste foarsichtigheit bean is. Myn fraech is: Is der ek oerliz mei it Frysk Museum? Dat museum is tige yn- teressearre yn hwat der aensen mooglik foar it ljocht komt. Is der oerliz hwat de wurken oanbilanget en al de dingen dy't dér mei anneks binne? De heer Rijpma (weth.)Ik hoop dat er niet een lange tijd meer zal liggen tussen dit voorstel en de uitvoering van het werk. Helemaal zeker ben ik daar natuurlijk niet van, omdat wij proberen ook voor dit werk een A.C.W.-subsidie te krijgen. Dat zou de lasten voor de gemeente aanzienlijk verlichten. Ik zeg gaarne toe dat, wanneer wij spoedig of min der spoedig ik hoop spoedig aan de uitvoering toe zijn, wij met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te werk zullen gaan. Ik ben het met de sprekers eens dat het een ingreep is in onze binnenstad waar veel mensen hinder van zullen ondervinden. Wij zullen met alle middelen die ons ter beschikking staan moeten proberen om de hinder zo gering mogelijk te maken. Daar hoort natuurlijk ook een goed overleg bij met degenen die er vooral in engere zin bij betrokken zijn. Wij zijn er vrijwel allemaal bij betrokken, omdat wij in en uit de stad gaan, maar met name met degenen die er in engere zin bij betrokken zijn zullen wij een goed overleg tot stand moeten brengen. Ook de opmerking dat er op bepaalde punten sneller gewelkt moet worden dan op andere punten noodzake lijk is neem ik graag tot mij. Ik weet niet in hoeverre deze kwestie nog weer bij de raad terug moet komen. Het kan zijn dat het krediet aangevuld moet worden en er kunnen verder ook nog wel dingen zijn waardoor de raad bij de verdere uitvoering van dit plan te pas moet komen. In ieder geval hopen wij er in goed over leg met de commissie van advies en bijstand voor te zorgen dat alles een goed verloop heeft. De coördinatie speelt hierbij uiteraard ook een rol. Wat de historische zaken betreft de heren Janssen en Singelsma hebben hierover gesproken er is een bijzonder goed overleg tot stand gebracht met de heer Elzinga van het Fries Museum. Het punt van de op gravingen m.b.t. de diepteriolen is reeds met de heer Elzinga besproken. Het overleg zal op de juiste wijze met hem worden voortgezet. Dan de Oude Lombardsteeg. Ik dacht dat deze kwes tie nog wel eens aan de orde zal komen, want er is, geloof ik, nog geen krediet voor gevraagd. De opzet en de uitvoering van dit plannetje moet de raad nog be reiken. Misschien kunnen er wel meer dingen met deze werkzaamheden gecombineerd worden. Dit wordt een vrij diepe ingreep en als wij bij die diepe ingreep rekening kunnen houden met de uitspra ken die de raad gedaan heeft t.a.v. het toekomstig functioneren van de binnenstad, dan zou het plezierig zijn als wij ook een aantal elementen ik ben niet zo optimistisch dat ik op dit moment durf te zeggen „alle elementen" die de raad beslist heeft t.a.v. dit plan zouden kunnen meenemen. Ik dacht dat ik hiermee de vragen die er gesteld zijn heb beantwoord. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 11