f
25
24
extra uitkering, je die op voorhand je hebt hem nog
niet eens niet op moet souperen. Dit is een heel
merkwaardige politiek die uit een bepaalde hoek wel
vaker naar voren komt en waarvoor ik echt niet veel
waardering kan hebben. Zo kun je geen zaken doen.
Ik zou graag willen horen of er ook andere mogelijk
heden zijn om hiervoor dekking te vinden.
De heer Mejjerhof: Ik heb ook nog een aantal vra
gen waar de antwoorden van open staan. Dat zal mis
schien het gevolg zijn van de taakverdeling die wat
dit punt betreft in het college heeft plaats gevonden.
De eerste vraag waar ik geen duidelijk antwoord op
heb gekregen betreft de subsidies die wij verwachten.
Ik heb gevraagd: Is er op dit moment wat meer zicht
op wat wij totaal aan subsidies kunnen ontvangen
In de raadsbrief wordt gesproken over 95%, bij de be
rekeningen speelt een percentage van 85 mee. Dit wekt
enigszins de indruk dat men er toch wat meer zicht
op heeft dan de raadsbrief doet vermoeden.
Ik geloof dat mijn vraag over de extra uitkering
ook niet is beantwoord, het is mij tenminste niet hele
maal duidelijk geworden. De wethouder heeft een be
drag genoemd van f 5,per inwoner. Mijn vraag is
Hoe is dat voor de toekomst geregeld? Zijn daar al
bepaalde beslissingen over genomen?
Ben ander punt, waar de wethouder wel op geant
woord heeft maar waarvan ik verwacht had dat hij ook
wat bedragen zou hebben genoemd ik had nog veel
liever gezien dat dit ook in de raadsbrief was opgeno
men betreft de verhoogde exploitatielasten die de
nieuwe brandweerkazerne met zich mee zal brengen.
Om welk bedrag gaat het hier en hoe denkt u het ho
gere bedrag te dekken? Dit had m.i. ook in de raads
brief opgenomen kunnen worden; u bent ook in staat
geweest om dit in de gewijzigde beleidsnota tot uit
drukking te brengen.
Dan nog even een vraag over de tweede fase. Ik heb
in eerste instantie gevraagd: Welke zekerheden hebben
wij m.b.t. de realisering van de tweede fase? Komt die
direct achter de eerste fase aan of weten wij dat hele
maal nog niet? Ook i.v.m. de opmerking van de heer
De Jong over de wijze van aanbesteden zou ik hier
nog graag iets van willen zeggen. Ik zou mij voor kun
nen stellen dat de tweede fase een eind van de eerste
fase af ligt, zodat er een wijziging kan optreden op
de bouwmarkt; in een andere situatie zou misschien
het aanbesteden in fasen de voorkeur verdienen boven
het aanbesteden van het totaal. Dit is dus afhankelijk
van de vraag hoe snel de eerste en de tweede fase
achter elkaar aan komen.
De heer Heidinga: Mijn fractie heeft er geen be
zwaar tegen dat de dekking genomen wordt uit de uit
kering van f 5,per inwoner die daarvoor ter beschik
king gesteld is. Het lijkt ons vrij logisch dat dat geld
daarvoor wordt gebruikt, omdat het, als ik de wethou
der goed heb beluisterd, daar ook voor wordt gegeven.
Dan zie ik niet waarom daar een andere dekking voor
moet worden gezocht.
Wat betreft de aanbesteding van de tweede fase, dat
is eigenlijk wat een moeilijk punt. Op zichzelf zou ik
geneigd zijn om de heer De Jong van de vrijzinnig de
mocratische fractie gelijk te geven. (De heer Ten Brug
(weth.): Hij is al iets verder; hij is V.V.D. en al iets
naar rechts.) Ik word een dagje ouder. (De Voorzitter:
Het is bijna buiten de orde.) Ik zei al dat ik op zich
zelf genomen eigenlijk geneigd zou zijn om de heer
De Jong bij te vallen. De heer Meijerhof maakte hier
echter ook een paar zinnige opmerkingen over. Wij
weten n.l. helemaal niet hoe dit geval zich zal voor
doen. Je zou op dit moment de tweede fase als alter
natieve prijs kunnen krijgen en hem in het laadje kun
nen leggen. Komt hij t.z.t. in aanmerking, wel dan kun
je er mogelijk iets mee. Ik dacht eigenlijk dat je er
alleen maar wat mee kon als de beide fasen vrij vlot
op elkaar volgen. Als de tijd tussen de twee fasen te
groot wordt dan zie ik het niet meer zitten. Ik vraag
mij echter af en ik zou hier toch ook graag duide
lijkheid over willen hebben of het ons zelfs wel mo
gelijk is om op dit moment de tweede fase als alter
natief mee te nemen. Wij hebben bij onze dienst na
tuurlijk niet altijd de tekeningen en ontwerpen van alle
mogelijke werken die wij aanmelden besteksklaar ge
reed liggen. Dat kan nou eenmaal niet, zoveel man
kracht hebben wij bij onze dienst niet. Het zou dan ook
niet mogelijk zijn er voor te zorgen dat de zaak bij de
tijd is. Als wij b.v. 4 jaar geleden de bestekken en zo
van de brandweerkazerne hadden klaar gemaakt dan
waren ze nu op bepaalde punten al weer verouderd.
Ik neem aan dat de tweede fase er niet direct bij kan;
ik zie dat niet zitten. Ik denk dat het zo moet dat, zo
dra wij bericht krijgen van de A.C.W. of van wie dan
ook dat er een stuk van de brandweerkazerne kan
worden aanbesteed, wij met een rotgang de stukken
klaar maken en de deur uitsturen. Daarom vraag ik:
Is het ons zelfs wel mogelijk om de tweede fase er
nu direct bij te doen? Ik denk n.l. dat dat niet het
geval is. Als dat zo is, wel, laten wij het dan maar
rechtuit en eerlijk zeggen.
De heer Eijgelaar (weth.): De heer De Jong vraagt:
Voeren wij nog wel een eigen beleid? Het is natuurlijk
zo dat wij t.a.v. een A.C.W.-werk aan bepaalde voor
waarden moeten voldoen. Als je dat „geen eigen be
leid voeren" noemt, nou ja, dan is dat zo. Je bent aan
voorwaarden gebonden en in zoverre kun je dus niet
maar doen wat je zelf wilt.
De heer Meijerhof vraagt: Hebben wij enige zeker
heid wanneer de tweede fase wordt uitgevoerd? Voor
zover mij bekend hebben wij die zekerheid bepaald niet.
Wij weten het niet, maar wij hopen wel dat de tweede
fase direct achter de eerste fase aan kan worden uit
gevoerd. Wij hopen dat dit lukt, maar die zekerheid is
er op dit moment bepaald niet.
De Voorzitter: Mag ik er even tussen komen, wet
houder? De kans is miniem. Wij hebben eigenlijk ge
weldig geboft, want u weet waarschijnlijk allemaal dat
dit plan in 3 fasen was gesplitst, la, lb en 2. Dit was
noodgedwongen gebeurd om voor A.C.W.-subsidie
in aanmerking te kunnen komen. Met geweldig veel
medewerking van het provinciaal bestuur dat mag
ook wel eens worden gezegd hebben wij rond ge
kregen dat fase lb direct op fase la kan aansluiten,
zelfs zodanig dat het één aanbesteding kan worden.
Dat is een geweldig winstpunt, want anders hadden
wij een gebouw gecreëerd waarin wij wel hadden kun
nen werken, maar waarin lang niet alles ondergebracht
zou kunnen worden, met als gevolg dat een geweldig
groot deel van het oude gebouw in gebruik had moe
ten blijven. Wij kunnen nu uit de voeten! Het is ellen
dig dat ik het moet zeggen, maar de situatie m.b.t.
de werkloosheid kan zo precair zijn dat in verband
daarmede zulke grote bedragen beschikbaar zullen
worden gesteld dat ook de tweede fase binnen redelijke
termijn kan worden gerealiseerd. Het is echter niet
realistisch om er van uit te gaan dat de tweede fase
direct kan aansluiten bij fase la lb.
De heer Eijgelaar (weth.)Wat de aanbesteding in
één keer betreft, ik heb al gezegd dat ik dit, na de
commissievergadering waar de heer De Jong dit aan
de orde heeft gesteld, heb doorgegeven. Er is mij ver
zekerd dat hierover contact zou worden opgenomen met
de A.C.W. In hoeverre de dienst de kans gezien heeft
om de stukken op tijd klaar te krijgen is mij niet be
kend, maar ik neem aan dat het wel zal lukken. Als
het niet zal lukken dan zou het daar op vast kunnen
zitten, maar dat is mij niet bekend.
De heer Ten Brug (weth.): De heer Meijerhof heeft,
als ik hem goed begrepen heb, gevraagd hoe het in de
toekomst met die f 5,zit. Ik dacht dat ik daar een
antwoord op heb gegeven in antwoord op de vraag van
de heer De Greef. De heer De Greef vroeg n.l.: Bete
kent dit dat je in dit bedrag meteen de dekking vindt
voor de tweede fase? In het bedrag van f235.000,
dat wij nu extra uittrekken zit die tweede fase uiteraard
niet, want dat zijn voorshands de jaarlijkse lasten voor
deze kapitaaluitgave voor de eerste fase. De gemeen
ten ik zeg met opzet gemeenten, meervoud dus -
rekenen er op dat deze f 5,een blijvend onderdeel
vormt van de uitkering uit het Gemeentefonds. Anders
hadden wij het lef niet kunnen hebben om met die
f 5,— dit werk te gaan uitvoeren, want dan zouden wij
maar voor één jaar dekking vinden. Het gaat er om
dat je alleen maar dit werk kunt uitvoeren als je-
dit is een afschrijving in 40 jaar voor 40 jaar dek
king kunt vinden. (De heer Meijerhof: U heeft het niet
zwart op wit, maar u rekent er wel op.) Het staat er
niet bij, maar het heeft geen enkele zin om kapitaal-
werken te laten uitvoeren als het niet zo is. Nu heeft
men over 1975 de gemeentefondsuitkering met f5,
verhoogd. Ik kan mij voorstellen dat die f 5,- in de
volgende jaren niet als een afzonderlijk bedrag terug
kom^ maar dat die dan in het totaal van de gemeen
tefondsuitkeringen zit. Op die manier hebben wij die
zekerheid wel.
Het tweede punt betreft de kwestie van de hogere
exploitatielasten. Wij hebben ook in ons beleidsplan
geraamd dat de brandweerkazerne er komt. Alleen, wij
hebben de jaarlijkse lasten f 235.000,lager geraamd
dan de werkelijkheid. U zult wel zeggen: Hoe komt u
nou aan zo'n dwaas bedrag van f 100.000,Er is van
uitgegaan dat er ook een A.C.W.-subsidie zou komen
op de grondkosten. Er is nu echter gebleken dat het
rijk de grondkosten niet wil meesubsidiëren en daar
ligt eigenlijk het verschil in. De nieuwe exploitatielas
ten behalve rente en aflossing, want die zitten nu
in het nieuwe bedrag die ontstaan ten gevolge van
nieuwbouw en waar wij aanvankelijk f 100.000,voor
uittrokken, zitten in het beleidsplan. Anders hadden wij
de zaak zelf niet los kunnen krijgen. Ik wil over de
kwestie van de grondkosten nog het volgende zeggen.
Je zou kunnen zeggen: Dat had je toch wel kunnen
weten, dat is een vrij dwaas plan. Dat is het echter
niet. Het is n.l. zo dat tenminste zo liggen op het
moment de kaarten wanneer dit werk zou kunnen
worden aangevat als er rijkssubsidie kwam en de aan
koop van de grond de bottleneck zou zijn met 95%
subsidie komen wij er niet, want wij moeten ook nog
de aankoop van de grond dekken er over de kwestie
van subsidiëring van de grondkosten te praten was.
In een enkel geval is dat ook gebeurd. Ik kan u wel
zeggen dat wij er nu mee rekenen dat wij f 235.000,
meer moeten betalen. Het overleg i.v.m. de bijdrage in
de grondkosten is echter nog niet helemaal afgesloten,
hoewel ik er niet veel hoop op heb. Ik vind dit wel de
meest safe manier van ramen.
De Voorzitter: Dat betekent de heer Meijerhof
vroeg dit ook nog dat het subsidie 95% van de sub
sidiabele kosten is. Daar zit niet datgene in wat weth.
Ten Brug net noemde. Het percentage dat wij hebben
gekregen is dus 95%.
De heer Meijerhof: In de berekening wordt op een
bepaald moment ik weet niet of het de inrichtings
kosten zijn met 85% gerekend. Ik dacht dat er een
misverstand is. De wethouder heeft in zijn eerste be
antwoording gezegd: Wij krijgen hogere exploitatielas
ten vanwege de ruimere opzet; in de gewijzigde be
leidsnota komt dat wel tot uitdrukking. Mijn vraag is
dan: Wat kunt u er op dit moment van zeggen? U
stelt in de radasbrief wel dat wij voor een hogere last
van f 235.000,komen te staan. Maar dat zijn alleen
de kapitaallasten die hoger zijn dan ze geraamd zijn.
Hoe zit het met de andere hogere lasten en waar vinden
wij daar de dekking voor? Daar kan ik geen antwoord
op vinden. Ik vraag dus niet naar de grondkosten.
De heer Ten Brug (weth.): Ik geloof dat wij inder
daad langs elkaar heen gepraat hebben. De hogere
exploitatielasten, zonder rente en aflossing, zitten er
in. Wij rekenen dan dat wij voor kapitaallasten
f 100.000,hadden. De rest betreft de eventuele meer
dere kosten van het nieuwe gebouw. Die zitten in het
beleidsplan. Het nieuwe dat er bij komt is die f 235.000,
en dat dekken wij uit die uitkering van f 5,per in
woner. Wij hebben een beetje langs elkaar heen ge
praat, omdat het in beide gevallen nieuwe lasten zijn
voor dit gebouw.
De Voorzitter: Zijn de vragen in voldoende mate
beantwoord? (De heer J. de Jong: Ik wil u nog
graag bedanken voor de correcte behandeling.) Dank
u wel.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 16 (bijlage no. 34).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 17 (bijlage no. 30).
De heer J. de Jong: Het is al jaren geleden dat wij
het Kalverdijkje hebben aangewezen voor het storten
van puin. Er is toen een prijs voor vastgesteld en die
is door de raad goed bevonden. Nu blijkt dat te weinig
gebruik van deze stortplaats wordt gemaakt. Als wij
cte raadsbrief lezen dan zien wij dat er een deal is ge
sloten met het Grondbedrijf. De prijs wordt daardoor
aanmerkelijk verlaagd. Merkwaardig voor deze tijd,
maar het staat er. Op voorhand wordt verondersteld
dat de particulier er ook gebruik van zal maken. Men
is dit onderling overeengekomen en het is „klein" wan
neer je er nu de vinger op gaat leggen. Bovendien zal
dat mij in deze raad ook wel niet lukken. Ik ben ech
ter wel van mening dat wij dit uiterlijk voor één jaar
eens moeten bekijken. Blijkt dan dat na dat jaar de
lasten niet worden gedekt dan zou ik willen voorstellen
dat wij eens bekijken of wij dit niet kunnen overheve
len naar het particulier initiatief, waarbij de gemeente
dan gevrijwaard is van de lasten. Het heeft mij uiter
mate verwonderd dat in de commissie door een van de
heren van de dienst werd gesteld: Dat kunnen wij toch
niet doen; wij kunnen als gemeente toch niet de mo
gelijkheid aan de burger onthouden om althans dit af
val ergens te brengen; de gemeente kan zich toch niet
veroorloven dat niet in haar taak te verwerken. Ik
vind dit een dwaze zaak. Ik ben van mening dat als
de Condens, of weet ik veel wie, ergens zijn materialen
aantrekt, hij dit niet allemaal weer in de stad onder
brengt. Ik vind het een gewone zakelijke benadering
dat, wanneer de mogelijkheid er voor ons niet in zit
om deze zaak kostendekkend te maken en wij wel een
mogelijkheid hebben om het vuil kwijt te raken en het
kostendekkend te doen zijn, wij deze lasten niet tot ons
moeten trekken. Mijn voorstel is dat wij er uitdrukke
lijk aan vasthouden dat wij dit eens voor een jaar pro
beren en dat wij er na dat jaar nog eens over praten.
Als het er dan niet in zit dan kunnen wij het afstoten.
De heer Eygelaar (weth.): Het kon niet meer in
de raadsbrief gezet worden omdat wij de commissie
vergadering vrij laat moesten houden, maar er is geen
enkel bezwaar onzerzijds om deze kwestie na een jaar
nogmaals te bekijken. Overigens is het, geloof ik, be
paald minder dwaas dan de heer De Jong veronderstelt
om een eigen stortplaats voor puin en stobben te heb
ben, tenminste als dat kostendekkend zou kunnen zijn,
althans bijna kostendekkend. Ik geloof dat wij aan
onze eigen burgers toch wel enige verplichting hebben
en het is niet zo dat het voor iedereen even gemakke
lijk is om naar een andere plaats te gaan als hij of zij
puin en stobben kwijt moet. Ik vind het op zich hele
maal niet zo'n dwaze zaak, maar ik ben het er mee
eens dat wij ook hiervoor naar een kostendekking moe
ten streven. (De heer J. de Jong: Wij wachten wel af.)
De hear Singelsma: Ik wol hjir noch wol even op
réagearje hwant oars soe it krekt wêze oft ik it iens
bin mei de wurden fan de hear De Jong. Ik fyn dat it
wol deeglik heart ta it tsjinstenpakket fan de gemeen
te sa waerd dat hjir even formulearre om de
boargers de gelegenheit to jaen harren rommel dy't hja
net oan de Reinigingstsjinst mei jaen kinne kwyt to
wurden; dér moat plak foar wêze. Dat is it beste mid
del om it milieu in bytsje skjin to hÉilden. Oars wurdt
dat spul hjir en dêr yn de sleatten smiten. It hoecht
om my net iens kostendekkend to wêzen; dêr mei bést
troch de gemeente in bytsje op talein wurde. Sa sjoch
ik dat. (De hear Eijgelaar: Jo binne it dus folslein
mei my iens.) Ja.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punten 18, 19 en 20 (bijlagen nos. 28, 43 en 45).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van b. en w.