6 4 staat, maar dan afbuigend naar de basisweg, daarop aansluitend ten westen van de Frieslandhal. Wij vinden de Oostergoweg een logische consequen tie van de basisweg. Deze weg ontlast de basisweg in het midden, hij heeft mogelijkheden tot ontlasting van de Schrans en hij heeft de mogelijkheid om een werk gebied dat er komt direct naar het zuiden te ontslui ten. Het systeem van de aansluitingen zoals u dat hier ontwikkeld heeft vinden wij juist. Als men naar de binnenstad wil moet er een keuze gemaakt worden; men wordt niet automatisch naar de binnenstad ge voerd. Wij vinden echter dat ook hier weer een alter natief moet worden ingevoerd, n.l. voor de aansluiting Groningerstraatweg waar toch wel grote bezwaren te gen bestaan i.v.m. het plan Kalverdijkje. Wij willen, ook weer in het kader van waar voor ons geld, een mogelijke afbuiging vanaf het noordtangent naar het punt ongeveer 300 a 350 m ten westen van de kruising noordtangent/oosttangent en dan naar het zuiden toe naar de Groningerstraatweg invoeren in het rekenmo del. Dan kunnen weer beide variaties toegepast wor den en kunnen weer de resultaten worden bekeken. Wij zijn het er mee eens dat u de rondweg twee- strooks invoert, al beseffen wij wel dat dit m.n. in het noorden op moeilijkheden kan stuiten indien wij het door u voorgestelde noordtangent en de weg om Lek- kum op capaciteit nul zouden invoeren. Maar dit blijkt dan wel uit de berekeningen; wij kunnen dan alsnog de consequenties daarvan bekijken. Wat betreft de aansluitingen van de rondweg naar de binnenstad, u hebt een logische vertaling gegeven van de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij de be handeling van het structuurplan voor de binnenstad. Wij zouden echter hier toch ook een wijziging voor willen stellen, hoewel wij beseffen dat wij wat dat be treft enigszins inconsequent zijn. U weet dat wij altijd hebben gepleit voor het principe van de lange banaan. Nu is het natuurlijk zo dat een weg die in het zuiden de binnenstad ontsluit toch wel invloed zal hebben op het bestaan van die lange banaan. Het accent van het gebeuren in de binnenstad zal, voor zover wij het kun nen bekijken, toch wel wat naar het zuiden verlegd worden. Daar willen wij tegenover stellen dat er in het noordoosten een zo optimaal mogelijke aansluiting is vanaf de rondweg. Dat zou bereikt kunnen worden door niet de Groningerstraatweg via de Azaleastraat op de rondweg te laten uitkomen, maar de Groninger straatweg direct op het Vrijheidsplein te trekken. Ook wat dat betreft hebben wij een motie klaar liggen. Voor het overige hebben wij met de ontsluiting van af de rondweg naar de binnenstad toch nog wel wat moeilijkheden; wij snappen dat nog niet precies. Er zijn een paar wegen voorgesteld. Je zou moeten aan nemen dat dat dan het model is, maar wij kunnen er eigenlijk niet helemaal bij dat een weg als de Harlin- gerstraatweg afgevoerd zal worden. Er zijn nog een aantal van dat soort wegen te bedenken, o.a. het Vliet, enfin, u weet ze zelf allemaal wel. Wij hebben er eigenlijk geen indruk van gekregen wat daarmee ge beurt in dit model. Kunt u daar met het invoeren in het model rekening mee houden of moet u die in het rekenmodel zelf opnemen? Ik zou graag van de wet houder hierop een antwoord hebben. Dan wil ik nog graag even ingaan op een aantal brieven die de raad hebben bereikt. Het zijn brieven van belanghebbenden in Lekkum, van het Leeuwarder Sportcentrum en van het Fries Rundvee Stamboek. In de brief van de belangengroepering in Lekkum worden een aantal zwaarwegende argumenten genoemd tegen de aanleg van het noordtangent. Zonder op dit moment in te willen gaan op de feitelijke inhoud van die brieven kan ik toch zeggen dat, wat de P.v.d.A.- fractie betreft, men er van verzekerd kan zijn dat deze argumenten mee zullen spelen bij de beslissingen die t.z.t. nogmaals „t.z.t." zullen moeten worden genomen op grond van de gegevens die wij uit dit onderzoek zullen krijgen. Wij zullen bij de beoordeling ook de belangen van derden ik bedoel dan m.n. de mensen die langs de rondweg wonen betrekken; die belangen moeten ook mee spelen. Om misverstan den te vermijden wil ik u zeggen dat de P.v.d.A. niet pleit voor de aanleg van het noordtangent. Wij willen dit tracé alleen naast het tracé rond Lekkum in het rekenmodel opgenomen zien, opdat de gevolgen van een en ander in cijfers zijn uit te drukken, cijfers waar wij later mede ons ooordeel op kunnen bouwen. Als je nu die alternatieven weglaat dan heb je die cijfers ook niet; dan weet je niet welke invloed dat op de rondweg zal hebben. Ik kan eigenlijk eenzelfde soort reactie geven op de andere brieven. Wij stellen met nadruk dat wij en kel en alleen pleiten voor een inhoud van een reken model. Wij zullen later aan de hand van de gegevens die daar uit komen zien of wij op die manier kunnen beslissen. Misschien wilt u mij toestaan ook iets te zeggen over het door de V.V.D. ingediende plan. Dat plan is door de V.V.D. toegestuurd aan de verschillende frac ties, dus ik neem aan dat ik dat in de discussie mag betrekken. (De Voorzitter: Ik ken dat plan niet, maar ik neem aan dat het hierop betrekking heeft.) Dat heeft het inderdaad. Ik wil u graag zeggen dat wij niet enthousiast zijn over dit plan. Wij hebben het idee dat de V.V.D. niet helemaal gesnapt heeft dat het hier alleen om een rekenmodel gaat en niet om een wegenstructuurplan. Bij een wegenstructuurplan laat je natuurlijk alle wegen weg die je niet goed uit komen, maar bij een rekenmodel waarbij je alterna tieven laat uitrekenen neem je ook wegen mee die je misschien niet wilt; die wegen kan je later om welke reden dan ook nog weer los laten. Ik zeg nogmaals met nadruk, niet alleen de cijfers die uit het reken model komen zijn bepalend voor wat je wilt, ook de algemene stedebouwkundige redenen spelen mee. Dat de V.V.D. het niet zo erg goed gesnapt heeft blijkt m.i. ook uit een uitlating van de wethouder van Sport enz. Hij heeft het volgende gezegd: „De heren van de ruimtelijke ordening trekken gemakkelijk lijntjes en kijken niet naar een pandje, een veldje of een stukje groen." Ik neem aan dat hij daar zijn eigen fractie genoten mee op het oog heeft, want ik neem niet aan dat hij hier de ambtenaren en de andere deskundigen mee bedoelt die met nauwgezetheid en verantwoorde lijkheidsgevoel bezig zijn geweest; ik mag dat haast niet aannemen van een wethouder. Ik vind de uitlating zeer ongenuanceerd. Wat wij op het V.V.D.-plan tegen hebben is dat eigenlijk alles is weggelaten waar enige obstructie tegen is gekomen. Dat is natuurlijk wel een gemakkelijke manier, je moet daarbij alleen wel be seffen dat je dan de lasten legt bij diegenen die niet geprotesteerd hebben; dit is echter een werkwijze die de V.V.D. wel eens vaker gebruikt. Ik wilde het nu nog even hebben over het C.D.A.- model. Het C.D.A. heeft 4 mogelijkheden aangegeven om de basisweg op het oosttangent aan te sluiten. Wij willen over de keuze ik heb dat al gezegd nu geen standpunt innemen. Wij hebben de argumentatie van de erffunctie van de De Merodestraat licht ge noemd en misschien zijn er toch mogelijkheden om de weg langs de De Merodestraat te leggen. Alvorens ons daarover uit te spreken willen wij echter toch graag dat er een onderzoek gepleegd wordt naar de eventuele mogelijkheden. Voor er een dergelijk onder zoek is geweest willen wij ons niet binden aan een uitspraak. Dat zult u ook al wel hebben begrepen uit de motie die wij overwegen. (De hear Sipgelsma: Frijbliuwend.) Dit is niet vrijblijvend. Als er geen onderzoek gepleegd is, moet je niet allerlei radicale uitspraken doen, want dan zou het wel eens zo kun nen zijn dat je een uitspraak doet die je niet kunt waar maken. De heer Heidinga: Het verheugt onze fractie dat het college thans met het voorstel komt zoals dat voor ons ligt. Ik weet het wel, belofte maakt schuld, en u hebt beloofd dat u, alvorens het verkeersmodel zou worden doorgerekend, de raad volledig zou in lichten over wat er in de computer gestopt zou worden, opdat de raad daar vrij over zou kunnen beraadslagen. Bij deze komt u die belofte na en daar zijn wij dank baar voor. Het is al weer een heel stuk werk geweest om dit de gemeenteraad duidelijk voor ogen te stellen. Het is ook bijzonder belangrijk. Het is immers een gevolg van de raadsbesluiten die genomen zijn bij de vaststelling van het structuurplan voor de binnenstad. Het is voor de raad wel goed reeds nu met de neus op de feiten gedrukt te worden en dat is het misschien voor het college ook wel. Wij zijn nu immers genood zaakt om deze hele zaak te zien in het verband waar in dat behoort, n.l. dat van de hele gemeente. Wij heb ben, dacht ik, in de afgelopen jaren al te vaak beslis singen ad hoe genomen en deelplannen vastgesteld zon der dat wij misschien het geheel helemaal konden over zien. Van deze weg moeten wij natuurlijk definitief af, want dit heeft de gemeente reeds enige miljoenen ge kost die vrij zeker weggegooid zijn. Nu heeft het voorstel zoals het hier ligt en m.n. de schets die in de bladen is gepubliceerd bij de burgerij nogal wat verontrusting teweeggebracht. Ik kan dat best begrijpen. Eén van de oorzaken van deze verontrusting is echter m.i. een gebrek aan goede voorlichting, een gebrek aan begeleiding van dit voorstel. De burgerij denkt n.l. dat dit het voorstel is en dat de raad hier nu over zal beslissen. Maar dat is niet zo; u vraagt dat ook niet van ons. Het is n.l. zo dat de raad van avond niet beslist over de tracering van de wegen; de raad beslist alleen maar over het inbrengen in het rekenmodel. Op grond van de uitkomsten die wij daar van voorgeschoteld krijgen de gegevens, de cijfers kan de raad pas beslissen. Dat is zo niet overgekomen bij de burgerij. Dit klemt te meer omdat, zoals ik al zei, de raad al eerder beslissingen heeft moeten nemen waarvan de raad de draagwijdte eigenlijk niet kon over zien; dat bleek dan later pas. Daarom vinden wij dit een goed voorstel. Het vraagt van ons alleen de toe stemming om deze wegenstructuur, die logisch voort vloeit uit de reeds genomen raadsbesluiten t.a.v. de binnenstad, in te mogen brengen in het rekenmodel en dat volledig door te rekenen. Daarna komt deze zaak weer in de raad en dan kan de raad besluiten wat er moet gebeuren. Wat dat betreft ben ik het volledig met de heer Geerts eens. Maar dat had de burgerij moeten worden meegedeeld naar mijn mening. Dit is zo'n belangrijke zaak, die grijpt zo diep in in bepaalde verbanden, dat de mensen dat echt hadden moeten weten. Nu is er natuurlijk nog wel een andere factor in het spel en dat is haast altijd zo met zulke ingrijpende en dure zaken; het is n.l. naar onze me ning niet zinvol om dit allemaal in het rekenmodel in te brengen als wij reeds nu zouden kunnen zeggen in deze raad „dat en dat willen wij beslist niet"; dan heeft het inbrengen in het rekenmodel o.i. geen enkele zin. Want wat zal dit uitrekenen ons gaan kosten Ik meen dat het ongeveer f 100.000,zal zijn. Als er dingen zijn waarvan de raad unaniem zou zeggen „dat willen wij per se niet" dan is het veel beter dat dat nu gezegd wordt dan dat wij eerst als het ware die f 100.000,er aan spenderen, terwijl het er dan toch niet uit komt. Daarom vind ik dat, als dat zo is, de raad dat nu moet zeggen. Dan moet de raad ook al ternatieve oplossingen aangeven voor het rekenmodel. Ik vraag mij af ik zou daar graag een antwoord op willen hebben of het mogelijk is dat de raad nu een aantal alternatieven aandraagt de heer Geerts heeft dat al gedaan en of die allemaal mee kunnen spelen in dat rekenmodel voor hetzelfde geld; het lijkt mij belangrijk dat wij dat weten. Omdat het belangrijk is dat u weet wat de raad er van denkt, ga ik toch even op de hoofdpunten in. Dan weet u tenminste hoe onze fractie er ongeveer over denkt, in grote trekken dan. In de eerste plaats dit. Wij werken van binnen uit naar buiten. Wij hebben het structuurplan voor de binnenstad vastgesteld. Het gevolg daarvan is dat wij geheel zijn afgestapt van de z.g. radiaalwegen die van buiten af doorlopen tot op het binnenstadswegenvier- kant. In plaats daarvan denken wij de wegen die de binnenstad binnenkomen nu zo dat zij nergens een rechtstreekse verbinding geven doch een verkeersdrem pel bevatten hetgeen, voor zover dat kan worden voor zien, zeker zal leiden tot het door de raad gestelde doel, n.l. dat alleen het verkeer dat er werkelijk moet zijn de weg naar de binnenstad neemt. Wat dat be treft vind ik het systeem dat er aan ten grondslag ligt goed. Ik heb eerst wel even staan te kijken naar de voorgestelde oplossing bij het Oud Tolhuis; het is de bedoeling de weg die naar de stad loopt ongeveer 500 m zuidelijker op het oosttangent aan te sluiten. Na overweging ben ik echter toch tot de conclusie ge komen dat dit vrij zeker goed zal werken. Het brengt de gewenste scheiding in het verkeer en vormt tevens een zeer goede aansluiting van het bestemmingsplan Camminghaburen naar de stad. Dat is ook voor het oostelijke stuk van de winkelbanaan ik bedoel dus het uiteinde van de Voorstreek van bijzonder groot belang. Er zijn een aantal burgers die zeggen dat Cam minghaburen toch nooit gebouwd zal worden, maar dat is natuurlijk niet waar. Wij beginnen daar over een paar jaar te bouwen en dan heeft Camminghabu ren door dit tracé te kiezen een veel betere aansluiting met de binnenstad, en speciaal met de oostkant van die binnenstad, dan bij de eerder geplande oplossing. Over de doortocht door de Azaleastraat ik zou haast zeggen de doortocht door de Rode Zee, maar het is die door de Azaleastraat kunnen wij m.i. later nog wel spreken. Je kunt, dacht ik, net zo goed de Lekkumer- weg er af halen en de Azaleastraat er weer aan enz.; ik dacht dat er mogelijkheden genoeg waren om te switchen. Het meest essentiële van het hele plan is de weg die getekend staat vanaf de nieuwe weg ten noordwesten van het bestemmingsplan Westeinde die de thans be staande Harlingerstraatweg kruist en dan voor de kop van de Tesselschadestraat de stad binnenkomt. Dat lijkt een geweldig verkeersaantrekkende weg. Bij na dere overweging ontdek ik een aantal factoren die dat verkeersaantrekkende toch weer tegengaan. Dat is ten eerste dat de weg hoog in het noorden, nog boven de Noorderbegraafplaats, begint. Daar takt hij af van de doorgaande verkeersweg. Daardoor ontstaat al een behoorlijk selecterende werking, want dan heeft het verkeer de neiging om gewoon door te gaan. Al leen het verkeer dat speciaal naar de stad wil gaat die weg langs en dat willen wij. Wij willen plaats ma ken voor het verkeer dat werkelijk naar de stad wil. In de tweede plaats vind ik het een goede bijkomstige omstandigheid dat de weg niet vloeiend doorloopt naar de Groningerstraatweg en evenmin vloeiend doorloopt naar de Overijsselsestraatweg. Dan heeft die weg dus niet zo zeer de functie van een doorgaande weg. In de derde plaats verandert het verkeersaanbod op de weg vanuit Harlingen door de aanleg van de weg van af Bolsward die volgens dit plan een aansluiting krijgt aan de zuidkant van Leeuwarden. Ik geloof dat dat vast niet zal uitblijven. Als je vanuit de zuidwesthoek, vanuit Bolsward en ik denk zelfs vanuit Sneek, op die vrij rechtdoorgaande weg kunt komen zonder 1000 bochten e.d. dan is er veel verkeer vanuit het zuidwes ten dat op een andere plaats de stad binnenkomt dan nu het geval is; dat verkeer komt nu b.v. vanaf de Afsluitdijk via Harlingen op Leeuwarden af en dat kan dan over Bolsward de nieuwe weg nemen naar de stad. Dat is een factor die zeker een rol zal spelen. Daarbij krijg je ook weer dat daardoor te verwachten valt dat het verkeer dat afslaat naar de stad daar ook werkelijk moet zijn. Je kan het wenden of keren, maar als wij een levende stad willen houden waar gewerkt, gewinkeld en gerecreëerd wordt, dan moeten wij die stad toch ook goed bereikbaar houden. Mijn fractie is niet zo erg ingenomen met dat ge deelte van het tracé dat door de Emmastraat, de Em- makade en de Kanaalweg loopt. Wij zouden heel graag de toezegging van de wethouder of liever van het college willen hebben dat nog eens zorgvuldig zal worden bezien of die weg niet langs de De Merode straat kan. Kan er overleg gepleegd worden met de bedrijven die aan die straat gevestigd zijn? Als de wethouder ons dat wil beloven dan hebben wij er geen behoefte aan daarover een motie in te dienen anders denken wij er wel sterk over. Wij gaan er dus voorshands wel mee akkoord dat deze weg, zoals die getekend staat, gebruikt wordt in het rekenmodel. De fractie van de V.V.D. is zo welwillend geweest ons een alternatief plan ter inzage te geven. Ik vind dat wij de ontwerper daarvan daarvoor wel dank ver schuldigd zijn, zeker niet in de laatste plaats i.v.m. het vele werk dat hij in het belang van de gemeente heeft gedaan. Maar mijn fractie is van mening dat dit plan als rekenmodel dus in plaats van het door het college voorgestelde rekenmodel toch niet in aanmerking kan komen. Het tast naar onze mening volledig terug op hetgeen reeds door de raad is ver worpen, n.l. het verkeer door middel van radiaalwegen naar de binnenstad brengen, ook nog zelfs zonder dat dit verkeer de kans heeft zich doelgericht te verdelen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 4