6
4 staat, maar dan afbuigend naar de basisweg, daarop
aansluitend ten westen van de Frieslandhal.
Wij vinden de Oostergoweg een logische consequen
tie van de basisweg. Deze weg ontlast de basisweg in
het midden, hij heeft mogelijkheden tot ontlasting van
de Schrans en hij heeft de mogelijkheid om een werk
gebied dat er komt direct naar het zuiden te ontslui
ten.
Het systeem van de aansluitingen zoals u dat hier
ontwikkeld heeft vinden wij juist. Als men naar de
binnenstad wil moet er een keuze gemaakt worden;
men wordt niet automatisch naar de binnenstad ge
voerd. Wij vinden echter dat ook hier weer een alter
natief moet worden ingevoerd, n.l. voor de aansluiting
Groningerstraatweg waar toch wel grote bezwaren te
gen bestaan i.v.m. het plan Kalverdijkje. Wij willen,
ook weer in het kader van waar voor ons geld, een
mogelijke afbuiging vanaf het noordtangent naar het
punt ongeveer 300 a 350 m ten westen van de kruising
noordtangent/oosttangent en dan naar het zuiden toe
naar de Groningerstraatweg invoeren in het rekenmo
del. Dan kunnen weer beide variaties toegepast wor
den en kunnen weer de resultaten worden bekeken.
Wij zijn het er mee eens dat u de rondweg twee-
strooks invoert, al beseffen wij wel dat dit m.n. in het
noorden op moeilijkheden kan stuiten indien wij het
door u voorgestelde noordtangent en de weg om Lek-
kum op capaciteit nul zouden invoeren. Maar dit blijkt
dan wel uit de berekeningen; wij kunnen dan alsnog
de consequenties daarvan bekijken.
Wat betreft de aansluitingen van de rondweg naar
de binnenstad, u hebt een logische vertaling gegeven
van de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij de be
handeling van het structuurplan voor de binnenstad.
Wij zouden echter hier toch ook een wijziging voor
willen stellen, hoewel wij beseffen dat wij wat dat be
treft enigszins inconsequent zijn. U weet dat wij altijd
hebben gepleit voor het principe van de lange banaan.
Nu is het natuurlijk zo dat een weg die in het zuiden
de binnenstad ontsluit toch wel invloed zal hebben op
het bestaan van die lange banaan. Het accent van het
gebeuren in de binnenstad zal, voor zover wij het kun
nen bekijken, toch wel wat naar het zuiden verlegd
worden. Daar willen wij tegenover stellen dat er in
het noordoosten een zo optimaal mogelijke aansluiting
is vanaf de rondweg. Dat zou bereikt kunnen worden
door niet de Groningerstraatweg via de Azaleastraat
op de rondweg te laten uitkomen, maar de Groninger
straatweg direct op het Vrijheidsplein te trekken. Ook
wat dat betreft hebben wij een motie klaar liggen.
Voor het overige hebben wij met de ontsluiting van
af de rondweg naar de binnenstad toch nog wel wat
moeilijkheden; wij snappen dat nog niet precies. Er
zijn een paar wegen voorgesteld. Je zou moeten aan
nemen dat dat dan het model is, maar wij kunnen er
eigenlijk niet helemaal bij dat een weg als de Harlin-
gerstraatweg afgevoerd zal worden. Er zijn nog een
aantal van dat soort wegen te bedenken, o.a. het Vliet,
enfin, u weet ze zelf allemaal wel. Wij hebben er
eigenlijk geen indruk van gekregen wat daarmee ge
beurt in dit model. Kunt u daar met het invoeren in
het model rekening mee houden of moet u die in het
rekenmodel zelf opnemen? Ik zou graag van de wet
houder hierop een antwoord hebben.
Dan wil ik nog graag even ingaan op een aantal
brieven die de raad hebben bereikt. Het zijn brieven
van belanghebbenden in Lekkum, van het Leeuwarder
Sportcentrum en van het Fries Rundvee Stamboek.
In de brief van de belangengroepering in Lekkum
worden een aantal zwaarwegende argumenten genoemd
tegen de aanleg van het noordtangent. Zonder op dit
moment in te willen gaan op de feitelijke inhoud van
die brieven kan ik toch zeggen dat, wat de P.v.d.A.-
fractie betreft, men er van verzekerd kan zijn dat deze
argumenten mee zullen spelen bij de beslissingen die
t.z.t. nogmaals „t.z.t." zullen moeten worden
genomen op grond van de gegevens die wij uit dit
onderzoek zullen krijgen. Wij zullen bij de beoordeling
ook de belangen van derden ik bedoel dan m.n. de
mensen die langs de rondweg wonen betrekken;
die belangen moeten ook mee spelen. Om misverstan
den te vermijden wil ik u zeggen dat de P.v.d.A. niet
pleit voor de aanleg van het noordtangent. Wij willen
dit tracé alleen naast het tracé rond Lekkum in het
rekenmodel opgenomen zien, opdat de gevolgen van
een en ander in cijfers zijn uit te drukken, cijfers waar
wij later mede ons ooordeel op kunnen bouwen. Als
je nu die alternatieven weglaat dan heb je die cijfers
ook niet; dan weet je niet welke invloed dat op de
rondweg zal hebben.
Ik kan eigenlijk eenzelfde soort reactie geven op
de andere brieven. Wij stellen met nadruk dat wij en
kel en alleen pleiten voor een inhoud van een reken
model. Wij zullen later aan de hand van de gegevens
die daar uit komen zien of wij op die manier kunnen
beslissen.
Misschien wilt u mij toestaan ook iets te zeggen
over het door de V.V.D. ingediende plan. Dat plan is
door de V.V.D. toegestuurd aan de verschillende frac
ties, dus ik neem aan dat ik dat in de discussie mag
betrekken. (De Voorzitter: Ik ken dat plan niet,
maar ik neem aan dat het hierop betrekking heeft.)
Dat heeft het inderdaad. Ik wil u graag zeggen dat
wij niet enthousiast zijn over dit plan. Wij hebben het
idee dat de V.V.D. niet helemaal gesnapt heeft dat
het hier alleen om een rekenmodel gaat en niet om
een wegenstructuurplan. Bij een wegenstructuurplan
laat je natuurlijk alle wegen weg die je niet goed uit
komen, maar bij een rekenmodel waarbij je alterna
tieven laat uitrekenen neem je ook wegen mee die je
misschien niet wilt; die wegen kan je later om welke
reden dan ook nog weer los laten. Ik zeg nogmaals
met nadruk, niet alleen de cijfers die uit het reken
model komen zijn bepalend voor wat je wilt, ook de
algemene stedebouwkundige redenen spelen mee. Dat
de V.V.D. het niet zo erg goed gesnapt heeft blijkt
m.i. ook uit een uitlating van de wethouder van Sport
enz. Hij heeft het volgende gezegd: „De heren van de
ruimtelijke ordening trekken gemakkelijk lijntjes en
kijken niet naar een pandje, een veldje of een stukje
groen." Ik neem aan dat hij daar zijn eigen fractie
genoten mee op het oog heeft, want ik neem niet aan
dat hij hier de ambtenaren en de andere deskundigen
mee bedoelt die met nauwgezetheid en verantwoorde
lijkheidsgevoel bezig zijn geweest; ik mag dat haast
niet aannemen van een wethouder. Ik vind de uitlating
zeer ongenuanceerd. Wat wij op het V.V.D.-plan tegen
hebben is dat eigenlijk alles is weggelaten waar enige
obstructie tegen is gekomen. Dat is natuurlijk wel een
gemakkelijke manier, je moet daarbij alleen wel be
seffen dat je dan de lasten legt bij diegenen die niet
geprotesteerd hebben; dit is echter een werkwijze die
de V.V.D. wel eens vaker gebruikt.
Ik wilde het nu nog even hebben over het C.D.A.-
model. Het C.D.A. heeft 4 mogelijkheden aangegeven
om de basisweg op het oosttangent aan te sluiten. Wij
willen over de keuze ik heb dat al gezegd nu
geen standpunt innemen. Wij hebben de argumentatie
van de erffunctie van de De Merodestraat licht ge
noemd en misschien zijn er toch mogelijkheden om
de weg langs de De Merodestraat te leggen. Alvorens
ons daarover uit te spreken willen wij echter toch
graag dat er een onderzoek gepleegd wordt naar de
eventuele mogelijkheden. Voor er een dergelijk onder
zoek is geweest willen wij ons niet binden aan een
uitspraak. Dat zult u ook al wel hebben begrepen uit
de motie die wij overwegen. (De hear Sipgelsma:
Frijbliuwend.) Dit is niet vrijblijvend. Als er geen
onderzoek gepleegd is, moet je niet allerlei radicale
uitspraken doen, want dan zou het wel eens zo kun
nen zijn dat je een uitspraak doet die je niet kunt
waar maken.
De heer Heidinga: Het verheugt onze fractie dat
het college thans met het voorstel komt zoals dat
voor ons ligt. Ik weet het wel, belofte maakt schuld,
en u hebt beloofd dat u, alvorens het verkeersmodel
zou worden doorgerekend, de raad volledig zou in
lichten over wat er in de computer gestopt zou worden,
opdat de raad daar vrij over zou kunnen beraadslagen.
Bij deze komt u die belofte na en daar zijn wij dank
baar voor. Het is al weer een heel stuk werk geweest
om dit de gemeenteraad duidelijk voor ogen te stellen.
Het is ook bijzonder belangrijk. Het is immers een
gevolg van de raadsbesluiten die genomen zijn bij de
vaststelling van het structuurplan voor de binnenstad.
Het is voor de raad wel goed reeds nu met de neus
op de feiten gedrukt te worden en dat is het misschien
voor het college ook wel. Wij zijn nu immers genood
zaakt om deze hele zaak te zien in het verband waar
in dat behoort, n.l. dat van de hele gemeente. Wij heb
ben, dacht ik, in de afgelopen jaren al te vaak beslis
singen ad hoe genomen en deelplannen vastgesteld zon
der dat wij misschien het geheel helemaal konden over
zien. Van deze weg moeten wij natuurlijk definitief af,
want dit heeft de gemeente reeds enige miljoenen ge
kost die vrij zeker weggegooid zijn.
Nu heeft het voorstel zoals het hier ligt en m.n. de
schets die in de bladen is gepubliceerd bij de burgerij
nogal wat verontrusting teweeggebracht. Ik kan dat best
begrijpen. Eén van de oorzaken van deze verontrusting
is echter m.i. een gebrek aan goede voorlichting, een
gebrek aan begeleiding van dit voorstel. De burgerij
denkt n.l. dat dit het voorstel is en dat de raad hier
nu over zal beslissen. Maar dat is niet zo; u vraagt
dat ook niet van ons. Het is n.l. zo dat de raad van
avond niet beslist over de tracering van de wegen; de
raad beslist alleen maar over het inbrengen in het
rekenmodel. Op grond van de uitkomsten die wij daar
van voorgeschoteld krijgen de gegevens, de cijfers
kan de raad pas beslissen. Dat is zo niet overgekomen
bij de burgerij. Dit klemt te meer omdat, zoals ik al zei,
de raad al eerder beslissingen heeft moeten nemen
waarvan de raad de draagwijdte eigenlijk niet kon over
zien; dat bleek dan later pas. Daarom vinden wij dit
een goed voorstel. Het vraagt van ons alleen de toe
stemming om deze wegenstructuur, die logisch voort
vloeit uit de reeds genomen raadsbesluiten t.a.v. de
binnenstad, in te mogen brengen in het rekenmodel
en dat volledig door te rekenen. Daarna komt deze
zaak weer in de raad en dan kan de raad besluiten
wat er moet gebeuren. Wat dat betreft ben ik het
volledig met de heer Geerts eens. Maar dat had de
burgerij moeten worden meegedeeld naar mijn mening.
Dit is zo'n belangrijke zaak, die grijpt zo diep in in
bepaalde verbanden, dat de mensen dat echt hadden
moeten weten. Nu is er natuurlijk nog wel een andere
factor in het spel en dat is haast altijd zo met zulke
ingrijpende en dure zaken; het is n.l. naar onze me
ning niet zinvol om dit allemaal in het rekenmodel in
te brengen als wij reeds nu zouden kunnen zeggen in
deze raad „dat en dat willen wij beslist niet"; dan heeft
het inbrengen in het rekenmodel o.i. geen enkele zin.
Want wat zal dit uitrekenen ons gaan kosten Ik
meen dat het ongeveer f 100.000,zal zijn. Als er
dingen zijn waarvan de raad unaniem zou zeggen „dat
willen wij per se niet" dan is het veel beter dat dat
nu gezegd wordt dan dat wij eerst als het ware die
f 100.000,er aan spenderen, terwijl het er dan toch
niet uit komt. Daarom vind ik dat, als dat zo is, de
raad dat nu moet zeggen. Dan moet de raad ook al
ternatieve oplossingen aangeven voor het rekenmodel.
Ik vraag mij af ik zou daar graag een antwoord
op willen hebben of het mogelijk is dat de raad nu
een aantal alternatieven aandraagt de heer Geerts
heeft dat al gedaan en of die allemaal mee kunnen
spelen in dat rekenmodel voor hetzelfde geld; het lijkt
mij belangrijk dat wij dat weten.
Omdat het belangrijk is dat u weet wat de raad er
van denkt, ga ik toch even op de hoofdpunten in. Dan
weet u tenminste hoe onze fractie er ongeveer over
denkt, in grote trekken dan.
In de eerste plaats dit. Wij werken van binnen uit
naar buiten. Wij hebben het structuurplan voor de
binnenstad vastgesteld. Het gevolg daarvan is dat wij
geheel zijn afgestapt van de z.g. radiaalwegen die van
buiten af doorlopen tot op het binnenstadswegenvier-
kant. In plaats daarvan denken wij de wegen die de
binnenstad binnenkomen nu zo dat zij nergens een
rechtstreekse verbinding geven doch een verkeersdrem
pel bevatten hetgeen, voor zover dat kan worden voor
zien, zeker zal leiden tot het door de raad gestelde
doel, n.l. dat alleen het verkeer dat er werkelijk moet
zijn de weg naar de binnenstad neemt. Wat dat be
treft vind ik het systeem dat er aan ten grondslag
ligt goed. Ik heb eerst wel even staan te kijken naar
de voorgestelde oplossing bij het Oud Tolhuis; het is
de bedoeling de weg die naar de stad loopt ongeveer
500 m zuidelijker op het oosttangent aan te sluiten.
Na overweging ben ik echter toch tot de conclusie ge
komen dat dit vrij zeker goed zal werken. Het brengt
de gewenste scheiding in het verkeer en vormt tevens
een zeer goede aansluiting van het bestemmingsplan
Camminghaburen naar de stad. Dat is ook voor het
oostelijke stuk van de winkelbanaan ik bedoel dus
het uiteinde van de Voorstreek van bijzonder groot
belang. Er zijn een aantal burgers die zeggen dat Cam
minghaburen toch nooit gebouwd zal worden, maar
dat is natuurlijk niet waar. Wij beginnen daar over
een paar jaar te bouwen en dan heeft Camminghabu
ren door dit tracé te kiezen een veel betere aansluiting
met de binnenstad, en speciaal met de oostkant van
die binnenstad, dan bij de eerder geplande oplossing.
Over de doortocht door de Azaleastraat ik zou haast
zeggen de doortocht door de Rode Zee, maar het is die
door de Azaleastraat kunnen wij m.i. later nog wel
spreken. Je kunt, dacht ik, net zo goed de Lekkumer-
weg er af halen en de Azaleastraat er weer aan enz.;
ik dacht dat er mogelijkheden genoeg waren om te
switchen.
Het meest essentiële van het hele plan is de weg die
getekend staat vanaf de nieuwe weg ten noordwesten
van het bestemmingsplan Westeinde die de thans be
staande Harlingerstraatweg kruist en dan voor de kop
van de Tesselschadestraat de stad binnenkomt. Dat
lijkt een geweldig verkeersaantrekkende weg. Bij na
dere overweging ontdek ik een aantal factoren
die dat verkeersaantrekkende toch weer tegengaan.
Dat is ten eerste dat de weg hoog in het noorden, nog
boven de Noorderbegraafplaats, begint. Daar takt hij
af van de doorgaande verkeersweg. Daardoor ontstaat
al een behoorlijk selecterende werking, want dan heeft
het verkeer de neiging om gewoon door te gaan. Al
leen het verkeer dat speciaal naar de stad wil gaat
die weg langs en dat willen wij. Wij willen plaats ma
ken voor het verkeer dat werkelijk naar de stad wil.
In de tweede plaats vind ik het een goede bijkomstige
omstandigheid dat de weg niet vloeiend doorloopt naar
de Groningerstraatweg en evenmin vloeiend doorloopt
naar de Overijsselsestraatweg. Dan heeft die weg dus
niet zo zeer de functie van een doorgaande weg. In
de derde plaats verandert het verkeersaanbod op de
weg vanuit Harlingen door de aanleg van de weg van
af Bolsward die volgens dit plan een aansluiting krijgt
aan de zuidkant van Leeuwarden. Ik geloof dat dat
vast niet zal uitblijven. Als je vanuit de zuidwesthoek,
vanuit Bolsward en ik denk zelfs vanuit Sneek, op die
vrij rechtdoorgaande weg kunt komen zonder 1000
bochten e.d. dan is er veel verkeer vanuit het zuidwes
ten dat op een andere plaats de stad binnenkomt dan
nu het geval is; dat verkeer komt nu b.v. vanaf de
Afsluitdijk via Harlingen op Leeuwarden af en dat
kan dan over Bolsward de nieuwe weg nemen naar de
stad. Dat is een factor die zeker een rol zal spelen.
Daarbij krijg je ook weer dat daardoor te verwachten
valt dat het verkeer dat afslaat naar de stad daar ook
werkelijk moet zijn. Je kan het wenden of keren, maar
als wij een levende stad willen houden waar gewerkt,
gewinkeld en gerecreëerd wordt, dan moeten wij die
stad toch ook goed bereikbaar houden.
Mijn fractie is niet zo erg ingenomen met dat ge
deelte van het tracé dat door de Emmastraat, de Em-
makade en de Kanaalweg loopt. Wij zouden heel graag
de toezegging van de wethouder of liever van het
college willen hebben dat nog eens zorgvuldig zal
worden bezien of die weg niet langs de De Merode
straat kan. Kan er overleg gepleegd worden met de
bedrijven die aan die straat gevestigd zijn? Als de
wethouder ons dat wil beloven dan hebben wij er
geen behoefte aan daarover een motie in te dienen
anders denken wij er wel sterk over. Wij gaan er dus
voorshands wel mee akkoord dat deze weg, zoals die
getekend staat, gebruikt wordt in het rekenmodel.
De fractie van de V.V.D. is zo welwillend geweest
ons een alternatief plan ter inzage te geven. Ik vind
dat wij de ontwerper daarvan daarvoor wel dank ver
schuldigd zijn, zeker niet in de laatste plaats i.v.m.
het vele werk dat hij in het belang van de gemeente
heeft gedaan. Maar mijn fractie is van mening dat
dit plan als rekenmodel dus in plaats van het
door het college voorgestelde rekenmodel toch niet
in aanmerking kan komen. Het tast naar onze mening
volledig terug op hetgeen reeds door de raad is ver
worpen, n.l. het verkeer door middel van radiaalwegen
naar de binnenstad brengen, ook nog zelfs zonder dat
dit verkeer de kans heeft zich doelgericht te verdelen.