„.i.
10
de naam structuurschets draagt, vergezeld van onver
mijdelijke bijlagen en nota's. Waar is deze structuur
schets op gebaseerd? Zijn er na discussies met de ge
meenteraad en belangstellende burgers harde uitspra
ken geformuleerd over hoe wij Leeuwarden willen in
richten, welke waarden of kwaliteiten versterkt moeten
worden om te proberen van Leeuwarden een stad te
maken waar het goed wonen, werken en ontspannen
is? Zijn er door de raad harde uitspraken gedaan over
waar wij bepaalde functies willen stimuleren en andere
terugdringen, zoals ten dele wel in het structuurplan
voor de binnenstad is gebeurd? Waar is de informatie
en de inspraakprocedure voor de bevolking gebleven
zoals die wel bij het structuurplan voor de binnenstad
is toegepast? Is een structuurplan voor de gehele ge
meente minder belangrijk dan dat voor de binnenstad?
Wij dachten dat deze z.g. structuurschets minstens zo
belangrijk is als een aanzet tot een nieuw structuur
plan. Waarom is dit allemaal achterwege gebleven?
Alleen omdat er zo nodig een rekenmodel voor een
wegenstructuur in de computer moet? Op deze manier
vervallen wij weer in dezelfde fouten die ook zijn ge
maakt bij de opstelling van het structuurplan 1971, n.l.
de totaal verkeerde uitgangspunten. Weer gaan de des
kundigen eerst een wegenstructuur bedenken die hun
het meest ideaal lijkt, waarna de vakjes tussen de
eventuele nieuwe wegen, kanalen en spoorlijnen met
de veelkleurige viltstiften worden opgevuld al naar
gelang het het best overeenstemt met de ontworpen
wegenstructuur. Wat er, gelukkig alleen nog maar op
papier, is gedaan met de wijk tussen Emmakade en
Willem Lodewijkstraat is een schandelijk voorbeeld van
deze werkwijze. Ook de omgeving van de Hollanderdijk
verschijnt plotseling met een totaal andere kleur, n.l.
die van de functie werken, zonder dat over dat gebied
dat geldt trouwens ook voor de Gysbert Japicxstraat
en omgeving overleg met de bewoners is geweest,
laat staan dat er uitspraken zijn gevraagd aan de
raad. Dit alles wordt ons nu gepresenteerd onder het
mom van een rekenmodel voor de heilige ,,koe"puter
die voor ons voor de som van f 100.000,per model
wel even zal uitrekenen wat de gevolgen zijn voor
het profiel van de aangewezen wegen en de constructie
van de kruispunten. U zult begrijpen dat wij niet ak
koord kunnen gaan met het vervallen in dezelfde fou
ten als bij het vorige structuurplan, n.l. eerst een mo
del voor de hoofdwegen aanvaarden en dan maar eens
zien wat dit voor aanpassingen van het doorsneden of
naastliggende gebied tot gevolg heeft, zoals gebeurt in
deze structuurschets. Ik wens niet door allerlei
technocratische en financieel-technische redenen ge
dwongen te worden tot overhaaste beslissingen waar
van niemand de consequenties kan overzien; ik kan
die in ieder geval niet overzien. Ik wil ook niet mee
werken aan het tot stand komen van een toekomstig
structuurplan als dat als eerste uitgangspunt een af
geleide functie, als het verkeer uiteindelijk is, heeft
en zeker niet als dan ook alleen nog maar het par
ticuliere autoverkeer behandeld wordt, zoals in dit plan
gebeurt. Met deze werkwijze geven wij als gemeente
bestuur volop de gelegenheid aan de technocraten
of zo u wilt de verkeersdeskundigen om zich op hun
vakgebied met behulp van allerlei duur speelgoed als
computers e.d. uit te leven in onze mooie stad en aldus
grote, zware en vooral vloeiend verlopende asfaltlinten
door onze stad en onze dorpen te projecteren zonder
dat de gemeenteraad dit voldoende kan beoordelen.
Want de deskundigen zullen er altijd wel voor zorgen
een stap voor te blijven. Er valt te allen tijde wel weer
een computerberekening te produceren die „bewijst"
dat iets per se zo en zo moet omdat anders het ver
keerssysteem wordt aangetast en er opnieuw compu
terberekeningen gemaakt moeten worden die dan weer
extra geld kosten en de gemeente is al zo arm enz.
enz., dus het moet dan maar niet.
Over die computerkosten wil ik nog wel iets kwijt.
In de Commissie Ruimtelijke Ordening is door de wet
houder verklaard dat elk extra model dat vanwege de
raad doorgerekend zou moeten worden ongeveer een
ton kost, f 100.000,dus. Dat zijn extra kosten want
de basisgegevens zijn al geprogrammeerd en ingevoerd.
Dit zou dus betekenen dat in de toekomst op iedere
door een eventuele meerderheid van de raad voorge
stane verandering van de hoofdwegenstructuur een
boete staat van f 100.000,voor het opnieuw doorre
kenen van een nieuw model, waarna je maar moet af
wachten of die veranderingen door de computer wor
den goedgekeurd i.v.m. de gevolgen elders in het hoofd
wegennet. Ik vind dit een hoogst gevaarlijke ontwikke
ling omdat de mogelijkheden voor toekomstige beleids
wijzigingen vanwege de raad hierdoor drastisch worden
belemmerd en in ieder geval de technocraten een extra
wapen in handen wordt gespeeld.
Over de kosten van het doorrekenen van het reken
model wil ik ook nog wel wat opheldering. Het is bij
de behandeling van de extra kredieten zo voorgesteld
dat een aanzienlijk deel van de kosten van het totale
verkeers- en vervoersplan computerkosten zouden zijn,
althans dat heb ik er van begrepen. Ik heb eens na
vraag laten doen naar de kosten van het doorrekenen
van zo'n verkeers- en vervoersplan door een computer.
Wij zijn toen terecht gekomen bij iemand die dit werk
doet bij I.B.M. Nederland een concurrent van de
firma die het I.B.V. heeft die, meen ik, Siemens heeft;
als dat niet zo is hoor ik dat wel in zo'n positie dat
hij inzicht heeft in de hieraan verbonden kosten. Hij
vertelde dat voor het doorrekenen van een verkeers-
en vervoersplan van een iets grotere gemeente dan
Leeuwarden die gemeente verdeeld was in 315
zones. Voor zover ik heb kunnen nagaan is
Leeuwarden verdeeld in ongeveer 120 zones. De
kosten hiervan bedroegen over het eerste model,
inclusief het programmeren van de basisgegevens,
f 6.000,en voor een later model f 1.000,die be
dragen zijn dan ook nog naar boven afgerond. In het
geval de computer in het buitenland staat kan er
hoogstens een paar honderd gulden bij komen voor
telefoonlijnen. Deze bedragen liggen in een orde van
grootte zoveel lager als ik mij had voorgesteld dat ik
graag zou willen zien hoe die bedragen van f 100.000,
zijn opgebouwd. Nu ik weet in welke orde van grootte
de computerkosten liggen ben ik erg benieuwd hoe de
bedragen met 5 nullen worden verantwoord. Ik ver
wacht dan ook een nadere specificatie. Kan dat nu
niet, dan moet het maar binnen afzienbare tijd en
liefst schriftelijk.
Dan kom ik er, ondanks het voorgaande, toch niet
onder uit om, nu er toch door andere fracties wordt
gesleuteld aan dit model van b. en w., ons standpunt
te bepalen t.a.v. enkele knelpunten in het door b. en w.
voorgestelde model. Hierbij wil ik opmerken dat dit
standpunt niets afdoet van mijn ernstige bezwaren te
gen de uitgangspunten en de gevolgde procedures. Als
wij meestemmen met bepaalde wijzigingen of moties
doen wij dat alleen om de schade zoveel mogelijk te
beperken. Het liefst zouden wij dit hele gedoe op de
lange baan schuiven tot er meer duidelijkheid rond de
gewenste functiestructuur van de stad is. Hierover heb
ik dan ook een motie die als volgt luidt;
„De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 17 fe
bruari 1975, besluit de behandeling van de structuur
schets met inbegrip van het z.g. rekenmodel als be
doeld in bijlage 27 uit te stellen tot na een uitvoerige
discussie over de uitgangspunten van het toekomstige
structuurplan voor de gehele gemeente Leeuwarden
met de raad en de belangstellende inwoners."
Deze motie is mede-ondertekend door mijn fractie
genoot De Greef.
Dan kom ik eerst op de z.g. basisweg. Door de weg
uit de richting Harlingen rechtstreeks op de Tessel-
schadestraat aan te sluiten dwingt men als het ware
het verkeer in de richting van het station en eventueel
verder in de richting van Camminghaburen. Verder
stelt u bij voorbaat al dat de weg een vloeiend verloop
zal moeten hebben en gezien de dikte van het aange
geven tracé op de kleurenplaat verwacht u minstens
een vierstrooks weg. Wel, dit is voor Axies een vol
komen onaanvaardbaar gegeven. Er wordt dan een
extra zware barrière gelegd tussen het station, met
daarachter Huizum, en de binnenstad. Er zal veel ge
sloopt moeten worden. Ondanks eerdere beloften wordt
ten gevolge van deze weg de Emmakade zeer ernstig
aangetast en het buurtschap Schilkampen zal helemaal
verdwijnen. Als Camminghaburen in deze omgeving
aangesloten moet worden dan pleiten wij voor een op
lossing in het verlengde van de Willem Lodewijkstraat,
langs de spoorlijn, zoals ook door de P.v.d.A., de V.V.D.
en het C.D.A. min of meer is gesuggereerd. De aan
11
sluiting via het terrein van de Frieslandhal lijkt ons
overbodig en ongewenst en kan gewoon op het Europa
plein blijven wat dan een T-kruising wordt. Daardoor
wordt voorkomen dat het verkeer automatisch op de
basisweg komt. Dat zou een veel te grote belasting
worden. Dan kunnen wij bij voorbaat al zeggen dat die
weg er in het rekenmodel als een vier-, zes- of acht-
strooks weg uitkomt.
Afgezien van de basisweg en de Oostergoweg kan
ik verder in grote lijnen wel instemmen met de ver-
keersoplossingen binnen de rondweg voor wat betreft
het aansluiten van de binnenstad op de rest van de
stad. De binnenstad blijft per auto bereikbaar, maar
daar is een bewuste keuze voor nodig. Ook het door
gaande verkeer wordt zo uit de stadskern geweerd.
Speciaal wil ik mijn vreugde uitspreken over het feit
dat niet langer de Oostergoweg rechtstreeks is aan
gesloten op de Oosterkade, een oplossing zoals ik al
tijd heb bepleit bij diverse discussies over de binnen
stad. Als wij nu ook nog de heer Muller en zijn man
nen met hun asfaltmachines in toom kunnen houden
is een uniek stukje binnenstad gered.
Dan kom ik op het buitennoordtangent. Ik zie daar
eigenlijk vier alternatieven, vier mogelijkheden. Over
het door u voorgestelde tracé tussen Lekkum en Snak-
kerburen is al omstandig gepraat; wij hebben ook al
lerlei brieven gekregen van inwoners en groeperingen.
Tegen die oplossing zijn, o.i. zeer terecht, vele bezwa
ren ingediend zodat die mogelijkheid voor ons niet ac
ceptabel is. Ik heb in het dorp iemand horen zeggen
dat die weg dan nog beter tussen Snakkerburen en
Leeuwarden kan komen. Wij hebben dat bekeken; die
weg zou dan vlak ten noorden van Bilgaard en langs
de Bonke moeten lopen. Maar ook dan zou die zo dicht
langs de kern van Snakkerburen lopen je zult je
ook wel niet een te lichte voorstelling van die weg
moeten maken dat hij pal langs het Kasteleinshuis
komt. Dat lijkt mij ook te bezwaarlijk. Die weg zou
trouwens ook veel overlast geven voor Bilgaard en
Lekkumerend. Deze oplossing zou m.i. voor Snakker
buren even schadelijk zijn als een weg tussen Lekkum
en Snakkerburen. Dan een tracé ten noorden van Lek
kum. De omweg wordt hierdoor m.i., met mijn boeren
verstand op verkeersgebied bekeken, te groot. Dat
wordt bij wijze van spreken van Marssum via Dokkum
naar Hardegarijp. Dat tracé lijkt mij ook onmogelijk
vanwege het feit dat wij dan een groot vogelgebied
moeten doorkruisen; daarover hebben wij ook een brief
gekregen. Blijft over het niet-aanleggen en het verkeer
in hoofdzaak afwikkelen over de bestaande rondweg
waardoor meteen de weg door het plan Kalverdijkje
overbodig wordt, want dan zou de weg uit de richting
Groningen gewoon via het oude tracé op het Vrijheids
plein uit kunnen komen. Natuurlijk realiseer ik mij
ook wel dat de Dammelaan, de Valeriusstraat en de
Gerbrandyweg dan zwaar belast blijven. Een reden te
meer om nu maar eens ernst te maken met de bouw
van tunneltjes voor het langzame verkeer onder de
rondweg door om de achterliggende wegen veilig te
kunnen ontsluiten. Ook nog een mogelijkheid om dit
stuk rondweg te ontlasten van doorgaand verkeer is
het verkeer met bestemming Groningen via Drachten
te leiden, dus uit de richting Harlingen via Drachten.
Dat is op het ogenblik toch al een route die door de
mensen die hier goed bekend zijn wordt gevolgd, ter
wijl de weg nog niet eens klaar is. In dat verband zou ik
wel het voorstel willen steunen om dat tracé in het
rekenmodel op te nemen.
Dan de weg ten zuiden van het Van Harinxmaka-
naal. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan voor
het buitengebied hebben wij ons al tegen de aanleg van
deze weg verklaard vanwege de scheidende werking
die die weg vooral heeft tussen Goutum en het Van
Harinxmakanaal. Er zitten nog wel meer bezwaren
aan, maar daar zal ik nu niet verder op ingaan. Tegen
het bestemmingsplan voor het buitengebied loopt ook
nog een procedure bij de Kroon vanwege die weg.
De hear Singalsma: It is it lot fan de lytse partijen
blykber dat se altyd oan it lést fan de diskusje op-
drave meije. Dat is fansels net neffens de wet hwant
dy skriuwt foar dat de sprekkers oan bar komme nei
gelang hja harren oanmelde. (De heer Ten Brug
(weth.): Welke wet?) De Gemeentewet. (De Voor
zitter: Welk artikel?)Ik mien de gemeenteforoarde-
ning. (De Voorzitter: Welk artikel van de gemeente
verordening?) Dat sil ik wol ris even neisykje. Ik
merk faker dat de foarsitter, as it nou in kommissaris
is of in boargemaster, earst sjocht nei de greate par
tijen en dan pas nei de lytse partijen; dy falie blykber
net op. (De Foarsitter: Earst nei it reglemint en
dan nei de partijen.) Dér sille wy noch wol ris oer
diskussiearje. (De heer Schaafsina: Artikel 15.)
Moai sa, artikel 15. (De Foarsitter: De hear Schaaf-
sma wit neat fan wetten öf.) As jimme it dan mar
wol witte en it tapasse.
Ik sjoch ta myn freugde dat wy in folie bak hawwe.
Dat leit ek yn de reden, hwant it klapstik fan dizze
wurklist, it takomstige wegenforrin om Ljouwert hin-
ne, grypt net allinne yn yn it wezen fan Ljouwert
mar ek yn dat fan Lekkum en Snakkerbuorren en
dat fan de griene romte dêr omhinne. Dêrmei rekket
dit plan it libben fan minsken en mienskippen. En
hwa't dat libben bidriget moat der rekken mei halde
dat de minske de léste skans dêr't hy eltse jcun him
op werom lukt en fan hwerüt hy dielnimt oan it
libben om him hinne fordigenje sil as in lulke houn
syn jongen. De oerheit moat dêrom hoeden wêze mei
it trochsetten fan plannen dy't blykber greate oan-
tallen minsken tsjin it hier yn strike. En dizze arge-
waesje jildt net allinne foar de direkt bilanghawwen-
den, men kin rêstich sizze dat men oars net heart
as krityk op it plan yn syn gehiel.
Hwat is it gefal. It giet hjir om in saneamd rek-
kenmodel, dat is to sizzen, der moatte allerhanne
dingen dy't wy al witte yn it rekkenreau stoppe wurde
om gewaer to wurden hoe't it forkear yn 1990 wêze
sil en hokfoar foarsjenningen dêrfoar nedich binne.
Men moat yn it foarste plak al tige kritysk stean
foar datjinge oer hwat der ütkomt. It leit yn de reden
dat dat yn hege mjitte öfhinget fan datjinge hwat men
der yn stoppet. En soe met in oar buro ynskeakelje
dan soe men grif oare ütkomsten krije. It giet hjir
om de fraech Hoefolle forkear sil der wêze oer 20
jier? In folsleine foarspelberheit bistiet ienfaldich net,
dy bistiet allinnich by it ütsluten fan de minsklike
frijheit. In relative foarspelberheit docht him foar yn
forban mei it gedrachspatroan fan greate oantallen
minsken dy't normale dingen dogge, routinchanne-
lingen. Nou, dêr hawwe wy it hjir mei to dwaen. It
is it wurkforkear dat rjochte is op de stêd. Men krijt
dan it byld fan in rivierenstelsel; dat bigjint by lytse
beekjes, hwat bredere sydrivieren en dat einet yn in
brede stream. Sa is it ek mei de forkearsstream dy't
him op de stêd rjochtet. It trochgeande forkear is fan
dy stream mar in lyts persintaezjedat leit tusken
de 10% en de 20% en tichter by de 10 as by de 20.
Oer it toeristeforkear swij ik mar hwant dat is fol-
slein ünfoarspelber. Dat binne yndividuele bislissingen
fan de minsken en dêr is gjin peil op to trekken. Sjoch,
dat kin elts by himsels neigean. Dat oerkaem my
fan 'e wike doe't myn wiif tsjin my sei: Nim even
hwat gistkerlen foar my mei üt 'e stêd. Nou hawwe
wy yn it doarp noch wol in protte winkeltsjes hwer't
men allerhanne dingen krije kin, mar net sokke pro-
dukten as gistkerlen. Ik rjochte myn stappen nei de
Oasjestrjitte(De hear Ten Brug (weth.)Né,
de Oasjestraat ik haw jo dat al faker sein.) en it
die my bliken dat de man yn de winkel sei: Né, jo
moatte wêze by in greate sack op de Nijestêd ik sil
de namme fan dy saek net forklapje, buorman. (Lait-
sjen) Doe't ik dêr yn de kelder kaem en mei sa'n
bernewein dêr fuortskoude mei ien pakje gistkerlen
der yn doe tocht ik, ik genear my, en ik haw my
troch de deskundige keapers in pear leverwoarsten,
in edammer en noch hwat bölleguod oanprate litten.
(Laitsjen) Ik moat der by sizze: Doe't ik mei de
fracht üt de greate winkel kaem doe tocht ik: Hwat
dochst dy seis al hwat oan. Sjoch, sokke dingen binne
ünfoarspelber. (Laitsjen) (De Foarsitter: Nou geane
wy nei it rekkenmodel ta.) As dat my past. (Laitsjen)
(De Foarsitter: It stiet yn it reglemint!) It is de
ynlieding ta it rekkenmodel.
Haw ik myn twifels oer de foarspelberheit, ik haw
dat ek oer it wurk fan it buro dat it wurk ütfiert.
Sjoch, it is in bikend forskynsel yn Fry si an, dêr't de
manlju noch lange Onderbroeken drage, dat hwat fier
der it advys wei komt hwat mear wearde it hat. En