gbi\ 9 ós in totael fan 45% fan de stiftingskosten fan in hüs, ynklusyf groun, as rintesubsydzje oer 10 jier opteld. Nou wol ik graech witte oft wy dêrmei konkurrearje kinne. Kinne wy ek sizze: Yn Ljouwert is dat ek 45 As it yn Ljouwert mar 25 is dan bouwe de minsken hjir net, dan geane hja' nei büten ta. Der soe just foar pleite wurde moatte dat wy yn in he- gere groep komme, dus in heger rintesubsydzje krije, oer 10 jier rekkene, fan it ryk. De heer Van Kats: Dat subsidie is afhankelijk van de bijdrage die de minister toekent. Als je alle bijdra gen die over een bepaalde periode gegeven worden bij elkaar telt meestal gaat het om 10 jaar dan kom je inderdaad op een bepaald percentage van de bouwsom. Of het in Leeuwarden precies 45% is durf ik niet te zeggen, maar het komt een aardig eind in de goede richting. De Foarsitter: Foldwaende ynformearre, mynhear Klomp? (De hear Klomp: Wy sille it ris neigean.) Goed. PAR. 6. BELEIDSSECTOR NUTSBEDRIJVEN. A. Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf. De heer C de Jong: Het antwoord op vraag 310 zal wel juist zijn, maar ik acht het toch ietwat onbillijk over een heel jaar vastrecht te heffen voor een voor ziening die aangebracht is voor het gebruik gedurende enkele weken. Ik dacht dat op deze manier weer een stuk Leeuwarden-promotion de vernieling in gaat; dit is misschien wat overdreven uitgedrukt. Ik vind dit echter verschrikkelijk jammer en ik vraag mij af wat wij aan het doen zijn. Wij missen al de Leeuwarder Gemeenschap, het fotoboekje, het fonds evenementen gaan wij drastisch verlagen, diverse evenementen gaan wij schrappen. Hier is nu iets dat mee zou kunnen helpen om voor Leeuwarden naar buiten uit propa ganda te maken; maar ook hierin zijn wij niet soepel en zeggen wij dat het vastrecht over het hele jaar ge heven moet worden. Ik ben bang dat wij op deze wijze de propaganda voor Leeuwarden op een zielig klein pitje gaan zetten. De heer De Beer: Punt 309 betreft de bezuiniging op straatverlichting. In het antwoord staat dat ge streefd zal worden naar een aanvaardbare bezuiniging. Wat betekent dat .aanvaardbare" Hoe moet ik dat vertalen De heer Eijgelaar (weth.): In antwoord op de op merkingen van de heer De Jong moet ik zeggen dat hier kennelijk een misverstand in het spel is. De heer De Jong vraagt zich af of het niet een beetje zot is dat je voor iets dat een paar weken brandt een heel jaar moet betalen. Maar dat hoeft helemaal niet. Dat blijkt m.i. ook wel duidelijk uit het antwoord. Als de heren middenstanders hun gevels verlichten met een recla meverlichting dan moeten zij daarvoor betalen, het hele jaar door. Dat wordt gerekend bij het vermogen dat zij aan stroom hebben. Als de lampjes verwijderd worden dan is er geen sprake van dat zij nog in reke ning gebracht worden. Het gebeurt alleen dan wan neer de verlichting het hele jaar blijft zitten. Maar dan is er ook geen sprake meer van een tijdelijke verlich ting of een tijdelijke versiering; dan is het gewoon een permanente voorziening en zal het als reclame verlichting moeten worden aangemerkt. Bovendien zijn er dan nog moeilijkheden met de Welstandsadvies commissie, maar daar zullen wij nu maar niet verder over praten. Het is dus niet zoals de heer De Jong zegt dat voor lampjes die maar een beperkte periode branden en dan weer verwijderd worden een heel jaar betaald moet worden. (De heer C. de Jong: Ik heb duidelijk gesteld dat ik meen dat het antwoord wel juist zal zijn. Ik vind het echter gewoon een beetje onbillijk dat voor lampjes die maar een paar weken branden over een heel jaar vastrecht geheven moet worden. Ik ben het wel met u eens dat u zegt dat ze dan maar verwijderd moeten worden, maar ik ben bang dat ze er dan nooit weer komen. En ik vind het gewoon jammer dat wij een stuk aantrekkelijkheid van onze binnenstad moeten missen omdat men bij de toe passing van de regeling niet soepel is.) Men is hierin bij de Energiebedrijven juist wel soepel. Ik heb vorig jaar dit probleem zelf ook aan de orde gesteld in de raad. Wij hebben er toen vrij uitvoerig over gediscus sieerd. Ik dacht dat het helemaal niet onbillijk was dat deze regeling op deze wijze wordt toegepast, in tegendeel, ik dacht dat er juist de nodige soepelheid wordt betracht omdat er gewoon een kwartaal lang gebruik van gemaakt kan worden zonder dat er voor betaald hoeft te worden; natuurlijk moet de stroom wel worden betaald. Als de verlichting het hele jaar blijft zitten wordt het wel meegerekend; dan kan het ook gebruikt worden voor normale commerciële doel einden en voor normale gevelverlichting. Ik dacht dat het een heel redelijke zaak was dat het dan meegeno men werd en dat er voor betaald moet worden. De heer De Beer vraagt wat wij bedoelen met een aanvaardbare bezuiniging. Wij zeggen op pag. 71 van het beleidsplan dat het aanvaardbaar is dat de lampen iets langer blijven zitten, dus minder vaak verwisseld worden, dat er wat vroeger op de nachtverlichting overgeschakeld wordt en dat er bij het aanleggen van nieuwe wegen e.d. rekening gehouden wordt met een iets minder dicht op elkaar plaatsen van lichtmasten waardoor je met wat minder voorzieningen toe kunt. Dat 2ijn zo ongeveer de bezuinigingen die wij voor staan. Er is ook overleg over met de politie en de D.S.O., m.n. voor wat de verkeersproblemen betreft. B> N.V. Frigas. De heer Knol: Toen enige jaren terug door cle raad tot toetreding tot de N.V. Frigas werd besloten was ik een van de weinigen die daar bedenkingen tegen hadden op grond van de verwachte financiële vooruit zichten. Nu schrijft u in het antwoord op vraag 314 dat de indertijd gestelde prognose overeenkomt met de werkelijkheid van 1973. Ik wil daar toch wel even een kanttekening bij zetten, want ik dacht dat het zo was dat er in 1973 ik neem er dan het jaarverslag van de N.V. Frigas even bij voor wat betreft de gasopbrengsten een belangrijke margeverbetering is opgetreden; die was in 1972 bij het Gemeentelijk Gas bedrijf f 37,84 per 1.000 m3 en die was in 1973 bij de N.V. Frigas f 42,50 per 1.000 m3. Dat betekent dus een stijging van plm. 15%. Als ik deze cijfertjes even doortrek bij een eventueel voortbestaan van het Ge meentelijk Gasbedrijf dan zou daar een meer-opbrengst uit zijn gerold van 8 a 9 ton. Als ik dan de kosten ook wat extrapoleer met een stijging van 10% dan zou het betekenen dat de netto toename 4 a éy2 ton zou zijn geweest t.o.v. 1972. Als ik dan kijk naar de uitkering van de N.V. Frigas dan komen wij een paar ton lager. Ik meen wel te kunnen stellen dat het eerste jaar dat de N.V. Frigas heeft gedraaid ons een paar ton heeft gekost. Dit is dus nakaarten en ik wilde het hier dan ook bij laten. De heer Olthof: Ik weet niet of ik de cijfers die de heer Knol genoemd heeft goed heb verstaan, maar ik meen dat hij gezegd heeft dat er in 1972 een bruto opbrengst is geweest van f37,84 en dat dat in 1973 f42,50 was. Of was het omgekeerd? (De heer Knol: In 1973 was de marge belangrijk hoger.) In 1972 was de marge bij de Energiebedrijven f37,84 en in 1973 was die bij de N.V. Frigas f 42,50. U zegt dus dat de marge in 1973 nogal aanmerkelijk is teruggelopen. (De heer Knol: Nee, die is belangrijk toegenomen.) Bedoelt u dan dat de winstuitkering naar beneden is gegaan? (De heer Knol: Ik heb dit willen zeggen. Als wij niet waren toegetreden tot de N.V. Frigas dan was uit de margeverbetering voor de gemeente Leeuwarden bij de Energiebedrijven een meeropbrengst gerold van plm. 8 ton. Als je dat vergelijkt met de uitkering die wij nu van de N.V. Frigas krijgen dan betekent dat zonder meer dat wij daar een paar ton bij ingeschoten zijn.) U doelt op de bruto marge, dus het verschil tussen inkoop en verkoop. Ik kan uw vraag niet onmiddellijk beantwoorden, maar ik kan er in zijn algemeenheid op zeggen dat men om te be oordelen of de situatie van een bedrijf gunstiger of ongunstiger is geworden niet alleen moet kijken naar het verschil tussen inkoop en verkoop in twee opeen volgende jaren, maar dat daarbij ook de kosten be trokken moeten worden. Het kan zijn dat dc bruto marge in een bepaald jaar is verbeterd, maar dat houdt helemaal niet in dat de kosten in dezelfde ver houding zijn gebleven als in het voorgaande jaar. Het kan heel goed zijn dat die kosten(De heer Knol: Ik heb ook gezegd dat ik uitga van 10% kostenstij ging; dat is, dacht ik, wel normaal voor 1973. Die heb ik in mijn berekening verdisconteerd.) Ik weet niet of 10% voldoende is. Ik meen dat alleen de personeels lasten al met 13% zijn gestegen; de materiaalkosten zijn natuurlijk ook gestegen. In welke verhouding dat nu staat tot de twee bedragen die nu genoemd worden kan ik niet onmiddellijk uit de doeken doen. Ik zou wel willen zeggen dat ik vermoed dat de kosten sneller zijn gestegen dan de bruto opbrengst verbeterd is in 1973. O. Diversen. De hear Miedema: Punt 315 giet oer de tariven fan ü.o. it Elektrisiteitsbidriuw. Ik haw sterk it idé dat dizze tariven de léste tiid noclial ris in kea.r op 'e helling binne; der komme folie wizigingen yn foar. Ik haw net sa'n greate wurdearring foar dy wizigingen. Ik tocht dat it troch it iderkear wizigjen fan de ta riven ek foar it bidriuwslibben net sa maklk is him op de tariven yn to stellen. Wy hawwe in jier as hwat lyn hawn dat der oeral reklame makke waerd mei de slachsin: ,,Doe meer met elektriciteit". It waerd bot bifoardere om mear elektrisiteit to brüken. Dêr is troch de boargerij en it bidriuwslibben op yn spile. Dêr komt noch by dat in diel fan üs gemeente en üs provinsje net in oansluting hat op it ierdgasnet hwer- troch de minsken foar in hiel soad dingen oanwezen binne op elektrisiteit hwerfoar oare minsken ierdgas brüke. De tariven fan de léste tiden ik tink even oan it forminderjen fan it nachttaryf binne düdlik yn it neidiel fan de gebrükers. It sil wol syn oarsaek hawwe dat de nachttariven werom brocht binne; it sil wol sa wêze dat de tariven oars tofolle omheech moasten. Ut dat eachpunt kin ik der ek noch wol bi- gryp foar hawwe, mar ik leau dochs dat dit foar in part fan üs boargers wol hwat ünrjochtfeardich is. Nou hat men forline jier, tocht ik, in ynventarisaesje makke om it fêstrjocht fêst to stellen oan de han fan it opstelde formogen. Men hat alle motors, ljocht- punten ensfh. opnommen en op basis dêrfan soe it fêstrjocht dan yn de takomst fêststeld wurde. Ik haw heard dat men dêr nou ek wer öfstapt en dat men nou wol nei de heechste pyk yn it gebrük. Dat haldt yn dat per perseel in pykmeter oanbrocht wurde moat. Ik haw earne lézen dat sa'n ynstrumint sa'n f 300, kostje moat. Dit is wer in nij systeem en nou is myn fraech: Wurde dizze meters bitelle troch it bidriuw of moatte de gebrükers dy bitelje? De heer Eijgelaar (weth.): Het is mij niet bekend dat er per perceel, per bedrijf een meter geplaatst wordt en dat de tariefvaststelling zal plaats vinden op basis van de hoogste belasting. Ik weet wel dat er momenteel metingen gedaan worden bij grote be drijven maar of dat in de toekomst tot tariefbereke ning moet leiden weet ik niet. Dat zcu bij de net- verzwarinjg voor agrarische bedrijven een rol kun nen spelen. (De hear Miedema: Ek by net-agraryske bidriuwen giet dit feest, tocht ik, oan.) Dat is mij echt niet bekend. De heer Olthof: Ik kan er wel iets van zeggen. Het is inderdaad juist dat het bij agrarische bedrijven niet in ons gebied maar in dat van het P.E.B. voorkomt dat men de belasting van het bedrijf wil me ten. Het gaat om die bedrijven die niet meedoen aan de netverzwaring van 5 kW naar 25 kW; die worden dan bevroren op een vermogen van 5 kW. Om te con troleren of die bedrijven inderdaad niet boven die 5 kW komen plaatst het P.E.B. wij doen dat helemaal nog niet meters om de belasting te meten. Men overweegt zelfs om, als het werkelijk herhaaldelijk voorkomt en er beduidende overschrijdingen van die 5 kW zijn, een apparaat te plaatsen dat de stroom eventueel zou kunnen afsluiten. Dat zijn ontwikkelingen die zich in het gebied van het P.E.B. voordoen, maar in ons verzorgingsgebied nog helemaal niet. Wij zijn nog niet bezig met de netverzwaring voor agrarische bedrijven, althans niet met het verhogen van het ver mogen van 5 kW tot 25 kW. De hear Miedeima: Offisieei binne wy der net mei dwaende, mar wy hawwe de oanfraech om mei dwaen to meijen nou't der subsydzje komt wol yn- levere. Wy sille dus mei weromwurkjende kréft mei- dwaen moatte om fan it subsydzje gebrük meitsje to kinnen. Hwat dy pykmeters oangiet, foar safier 't myn ynformaesjes geane jilde dy net allinne foar agraryske bidriuwen dy't net meidogge oan de net- forswiering neffens myn ynformaesjes is it sa dat men oan de hichte fan de heechste bilêsting op ien momint yn de takomst it fêstrjocht fêststelle wol en net mear oan de han fan it totael fan it opstelde for mogen. Dat is in wiziging yn it bilied en myn bi- swier is dat it by in iderkear wizigjen fan it systeem fan taryfbirekkening foar it bidriuwslibben ünmoog- lik is dêrop yn to spyljen; dat is bisünder hinderlik. De heer Olthof: Dat is inderdaad hinderlijk. Het kan zijn dat men deze verandering bij het P.E.B. over weegt, maar wij hebben daar nog geen mededelingen over ontvangen. Ik kan nog wel dit zeggen. Toen dit tarief zou worden ingesteld zijn er wel gesprekken ge weest tussen het P.E.B. en de Energiebedrijven Leeu warden. Toen is van de zijde van ons bedrijf ingebracht dat het wellicht een beter systeem zou zijn om op een goedkope manier, niet exact maar toch bij benadering, de belasting te berekenen dan bij alle verbruikers langs te gaan en door een controleur de belasting te laten meten en aan de hand daarvan het vastrecht te bere kenen. Die gedachte is wel geponeerd, maar die is niet uitgevoerd. Men is op het systeem overgegaan Wij gaan bij de verbruikers langs, wij nemen het elek trisch vermogen op en bekijken aan de hand van de mate waarin dit vermogen vermoedelijk deelneemt in de hoogste belasting van ons bedrijf welk vastrecht geheven moet worden. Het kan zijn dat bij het P.E.B. nu wat sterker de gedachte leeft om toch op de een of andere wijze dat vermogen te gaan meten die meters zijn duurder dan de huidige meters maar men kiest natuurlijk niet zulke dure meters dat het eenvoudig niet haalbaar is. Men zal ongetwijfeld een niet al te dure meter nemen. De vraag wie de meter moet betalen kan ik niet exact beantwoorden. Ik ver moed dat de kosten, gezien de uitkomsten van het P.E.B., niet voor rekening van het P.E.B. zullen ko men. Maar hoe het ook zij, bij het elektriciteitsbedrijf van de gemeente Leeuwarden is dit op het ogenblik helemaal niet aan de orde. De Voorzitter: De kwestie van de netverzwaring voor agrarische bedrijven zal zeer binnenkort in de raad worden behandeld. De hear Miedema: Ja, dy sil wol foar maeije yn de ried komme; dan hawwe wy noch alle gelegenheit hjir fierder op yn to gean. (De Foarsitter: Op dat punt wol.) De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergade ring. PAK. 8 BELEIDSSECTOR MARKTEN, HAVENS EN SLACHTHUIS. De heer C. de Jong: In vraag 341 wordt gesteld dat de markten in Leeuwarden steeds slechter worden bezocht. Mijn vraag is nu of dat niet mede een gevolg is van de voorzieningen die er voor de marktonderne- mers zijn. Ik wil er nog bij zeggen dat het mij erg ver baast dat deze hele dienst een enorm nadelig saldo heeft en dat de vervuiler hiervoor niet hoeft bij te dra gen. Het verbaast mij dat deze dienst zo'n groot tekort oplevert. Ik zou u het idee aan de hand willen doen de mensen te laten betalen voor het opruimen van het vuil dat er door hen ontstaat. Dat zou kunnen door de tarieven op te trekken of misschien op andere wijze.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 5