.SE: die men wel genoemd heeft worden deze opritten aan gelegd of zijn ze al aangelegd. Wanneer er van deze organisatie het verzoek komt om ook daar wat te doen dan is er geen enkel principieel bezwaar om ook daar een invalidenoprit aan te leggen, maar het is niet gevraagd. (De heer Van der Wal: Het ligt midden in één van de allerdrukste wandelroutes.) Wij plegen goed overleg met degenen die belanghebbend zijn en zeker met deze groep. Ik zeg niet dat het daar niet hoeft, ik zeg alleen dat er een goed overleg is en ik dacht dat de heer Van der Wal daar erg op gesteld was. (De heer Van der Wal: Natuurlijk ben ik blij met dat overleg, maar ik verwonder mij er alleen over dat op één van de allerdrukste wandelroutes Iedereen staat wel eens in verwondering te kijken. (De Voorzitter: Praat u eens met die mensen, mijn heer Van der Wal.) Het rapport m.b.t. het jeugdtoerisme heb ik niet, ik ken het ook niet. Wij zijn erg belangstellend om het rapport te krijgen, misschien wordt het ons door een of andere instantie toegestuurd. Misschien staan wij niet op de verzendlijst, maar wij zijn erg benieuwd. Het is wel zo dat uit het oogpunt van verkeersveilig heid de politie niet verzot is op het remmen van auto's, op het stoppen van auto's en op het opnieuw optrek ken en invoegen van auto's. Op verschillende plaatsen is daar ook een nadrukkelijk verbod voor. De punten waar de mensen meestal staan te liften liggen over het algemeen aan de uitvalswegen van de stad. Men gaat niet op een plaats staan waar de auto's al snel heid hebben, men gaat staan op de plekken waar de auto's nog een betrekkelijk lage snelheid hebben. (De heer Van der Wal: Ja, bij het Vrijheidsplein e.d.) Ik geef antwoord op uw vraag. U kunt het er wel niet mee eens zijn, maar uit verkeerstechnisch oogpunt heeft de politie hier bezwaren tegen. Het is ook nog zo dat niet iedereen gelijk denkt over het feit dat wij 3 vormen van verkeer moeten hebben, n.l. openbaar vervoer, particulier vervoer en gespecialiseerd particu lier vervoer. Ik dacht dat ik er zo door was, met uitzondering van de vraag Van de heer Miedema. Ik moet zeggen dat ik persoonlijk schuldig ben aan het feit dat het plan m.b.t. de verbetering van de woonomgeving in de Matthias van Pellicomstraat niet op de lijst van civieltechnische werken staat. Dit moet n.l. uit de 3 miljoen komen en aangezien ik dekking zocht voor de post die een aantal van onze stadgenoten een be hoorlijke plaats in onze samenleving moest verzekeren is er geschoven; daarom is ondergetekende er de oor zaak van geweest dat een voorstel van de dienst zo danig gewijzigd is dat dc Matthias van Pellicomstraat e.o. er uit gevallen is. Misschien kunt u ons een hint geven voor een andere post; het is misschien mogelijk het plan m.b.t. de Tearnserdyk een jaar uit te stellen en het plan m.b.t. de Matthias Pellicomstraat naar voren te schuiven. Het gaat om een bedrag van f 75.000, misschien is het ook nog wel in te passen. (De Voor zitter: Mag ik voorstellen dat wij in het college zul len bespreken of wij dit plan er nog in kunnen passen Dit is wel wat een probleem. De heer Mie dema heeft gelijk dat er een bepaalde toezegging is gedaan en het is een beetje naar dat wij die zouden moeten herroepen. Wij kunnen in het college wel be kijken of dit er tussen geschoven kan worden.) Het is dus mijn schuld, de dienst had het voor 1975 ge pland. (De hear Miedema: In hiel soad biwenners fan üs stêd binne mei dizze f 75.000,tige holpen. Jimme skouwe wol ris faker, mar skou dit dan yn de goede rjochting.) Ik dacht dat ik nu alle vragen heb beantwoord. De heer Ten Hoeve: Geeft u nog antwoord op mijn vraag m.b.t. het Hoeksterend? De heer Rijpma (weth.): Het is niet zo dat wij van plan zijn dit terrein alleen van asfalt te voorzien. De bedoeling is het terrein geschikt te maken voor parkeren en het aan te kleden. Het is dus parkeerter rein, zo staat het ook op het binnenstadsplan. Kijkt u maar eens goed, er staat een duidelijke P in. (De heer Ten Hoeve: Het is open gelaten.) De bedoeling is u hebt daar op aangedrongen om lang-par- keerders uit de stad te verwijderen en het kort-parke- ren in de binnenstad mogelijk te maken. In het struc tuurplan voor de binnenstad is het Hoeksterend aan gegeven als mogelijkheid daarvoor. Ik ben het echter volledig met de heer Ten Hoeve eens dat het geen vlakte moet worden met aaneengeschoven auto's. Dit plein ligt er wel zo dat het een aankleding verdient. Die opdracht is ook door het college aan de dienst gegeven. (De heer Ten Hoeve: Het is, dacht ik, niet zo dat het in de structuurnota is vastgelegd. Ik dacht dat uitdrukkelijk is bepaald dat er m.b.t. het punt bij het Hoeksterend nog een studie verricht zou worden.) Er wordt een studie verricht i.v.m. bebouwingen, hoogte van parkeergarage en aansluiting van de weg. De re serve die wij gemaakt hebben betreft m.n. de aansluit- punten van de weg. Er is n.l. een plan ik zeg dit even uit mijn hoofd om de weg langs de kade te leggen en er is een plan om de weg meer in de rich ting te leggen zoals hij nu ligt. Hoe de weg echter ook zal komen te liggen, het overblijvende terrein is aange wezen met een parkeerbestemming, zelfs met de mo gelijkheid er een parkeergarage te bouwen. In afwach ting van wat daar gaat gebeuren dacht ik dat de binnenstad uitzonderlijk geholpen zou zijn met het creëren, van een mogelijkheid voor lang-parkeren. Het terrein moet echter een goede aankleding krijgen, want een dergelijke voorziening kan wel eens langer blijven bestaan dan oorspronkelijk de bedoeling is. De Voorzitter: Nog even een opmerking aan het adres van de heer Ten Hoeve m.b.t. de discussie over het Hoeksterend bij de behandeling van het structuur plan; die discussie was nogal verward. Ik ben het met de wethouder eens dat die parkeerbestemming is blij ven bestaan. De P kan echter eigenlijk pas worden ingevuld nadat er een beslissing is genomen m.b.t. de andere principiële punten die de wethouder ook ge noemd heeft. In principe is de P blijven staan, maar wij kunnen deze parkeerbestemming pas definitief aan dit terrein geven nadat de raad hierover een beslissing heeft genomen. De wethouder stelt dat het terrein een goede aankleding moet krijgen. Het ligt er nu nogal slecht bij en het is niet zo gemakkelijk dat voor de overgangsfase een beetje aardig in te richten. (De heer Ten Hoeve: Ik wacht uw voorstel af.) Punten 194 1 .e.m. 199. De Voorzitter: Bij deze punten wil ik een kleine opmerking maken. U zult wellicht geconstateerd heb ben dat in de punten 196 en 199 hetzelfde probleem behandeld wordt. Ik zeg dit maar even zodat u hier over geen vragen hoeft te stellen. De hear Miedema: Yn fraech 195 freget de fraech- steller hwat jou stanpunt is m.b.t. it al as net öf- sluten fan de Murk. Ik soe de fraech leaver sa stelle wolle: As jimme in stanpunt bipale hwat foar yn- floed hat dat dan Ik tocht dat jimme net safolle greep hawwe op dit gehiel, mar ik soe graech witte wolle hwat foar wearde it hat as jimme in stanpunt bipale. Jimme hawwe lyfkwols in stanpunt ynnom- men en jimme geane der yn earsten fan üt dat it net winsklik is dat de Murk ófsluten wurdt. Myn fraech is ik mei it miskien wol net freegje, mar ik doch it al Hawwe jimme jim by it fêststellen fan dit stanpunt wol réalisearre hwat foar gefolgen it foar dit gebiet hawwe sil as dit wurklikheit wurdt? Der moatte hiel hwat wurken barre om dan de pro blemen op to lossen; dy hawwe, ek lanskiplik, ek in frij greate ynfloed op dit hiele gebiet. Binne dizze problemen earnstich tsjin elkoar ófwoegen Ik fyn dit in frij bilangrike bislissing en as dizze bislissing ynfloed hat en dér geane jimme fan üt nimt it kolleezje dy dan selsstannich of wurdt de ried dêroer rieplachte? Hoe stelt it kolleezje him dit foar? De heer Kjjpma (weth.): Wij hebben schriftelijk aan de ruilverkavelingscommissie Tietjerksteradeel en aan het waterschap De Walden te kennen gegeven dat het landschappelijk niet gewenst is om de Murk af te dammen. Het is landschappelijk niet gewenst dat staat niet zo breedvoerig in de brieven die wij hebben geschreven; dat is meer de achtergrond die een rol ge speeld heeft dat een aantal cultuurtechnische wer £1 -ÏVA, dP+èS* ken, die een zeer grote ingreep in het landschap be tekenen en die op een bepaald plan zijn aangegeven, uitgevoerd worden. Om maar eens een voorbeeld te noemen, die werken zijn volkomen in strijd met de nor male waterhuishouding dié in dat gebied bestaat. De Murk kan, wanneer hij een zekere afmeting en een zekere diepte heeft gekregen, recreatief een bepaalde rol vervullen. Dat hoeft niet te betekenen dat er speed boten op dit water moeten varen, maar het kan wel een vorm van recreatie betekenen die veel mensen die op het water willen vertoeven aanspreekt. De sugges tie van het college is geweest om wel de Murk te ge bruiken als een afwateringsloop en dit afwateringsge- bied in de winter te voorzien van keersluizen. Dat betekent dat het gebied in de winter wel afgesloten is. Het gebied is dus tijdelijk afgesloten, zodat de bemaling kan plaats vinden via de Murk. Al die ingrijpende land schappelijke werken zijn dan niet nodig. In de zomer is de Murk geschikt voor recreatieve doeleinden. Mocht het wel eens voorkomen dat de regenval in de zomer een aantal dagen zo overvloedig is dat men tijdelijk behoefte heeft aan afsluiting van een aantal grote oppervlakten die min of meer als boezem fungeren dan is dat mogelijk. Of deze suggesties zo waardevol en zo technisch doordacht zijn dat de Ruilverkavelings commissie hiermee het ei van Columbus gevonden heeft zou een overschatting betekenen van de deskundigheid die door verschillende mensen is ingebracht. De hear Miedema: Myn deskundichheit is perfoarst net greater as dy fan de opstellers fan dit brief. Ik haw der dochs wol bihoefte oan om to sizzen dat ik net lokkich bin mei dit brief. Dér woe ik it by litte. Punten 200 t.e.m. 204, De heer Van der Wal: Vraag 201 gaat over Leeu warden-hoog/laag. U antwoordt op deze vraag o.a. ,,Een eerste gedachtenwisseling met belanghebbende autoriteiten zal één dezer dagen plaats vinden." Mijn vraag is: Is „één dezer dagen" al voorbij? Zo ja, wat zijn dan de reacties? Op vraag 202 antwoordt u: „Een afdoende verbete ring zal optreden als de kruising ongelijkvloers wordt gemaakt. Dit zou betekenen dat moet worden gewacht op de realisering van het plan Leeuwarden-laag." Nou akkoord, dat begrijp ik wel. Uw antwoord gaat dan verder met: „Aanleg van de Oostergoweg, waarvoor de mogelijkheid tot subsidie is toegezegd, zou de Schrans tot een lokale weg maken" enz. Moet dan de kruising van de Oostergoweg met de spoorlijn ook niet wachten tot er een definitieve beslissing genomen is over Leeu warden-laag of Leeuwarden-hoog? Zitten wij dan niet met precies dezelfde moeilijkheid als met de overweg in de Schrans zoals die nu is Vraag 203 gaat over het speelveld in Lekkumerend- oost. U antwoordt dat alle benodigde grond nog niet aan de gemeente in eigendom toebehoort. Dit speelveld kan dus nog niet worden ingericht. Mijn vraag is: Wordt er een actief beleid gevoerd om dit stukje grond in eigendom te krijgen en er dan de bestemming op te leggen die het volgens het bestemmingsplan moet krij gen De heer C. de Jong: Vraag 202. Ik stel mij de situ atie voor als in Amersfoort. Ik zou dan op korte termijn een aansluiting willen maken op Leeuwarden-zuid. Zou dat niet mogelijk zijn Ik denk aan de mogelijkheid om op korte termijn de druk op de overweg in de Schrans te verlichten door vanaf het perron een hoog- hout te maken naar de Hollanderdijkdan zou men auto's kunnen parkeren aan de Wijnhornsterstraat of aan de Eekhoffstraat. Ik dacht dat deze oplossing in overleg met de Spoorwegen wel te realiseren zou zijn. De heer Geerts: M.b.t. vraag 201 (Leeuwarden-hoog/ laag) antwoordt u dat u al enige activiteiten verricht hebt. Ik wilde graag opmerken dat ik hoop dat die activiteiten niet zodanig zijn dat andere activiteiten geblokkeerd worden. Ik dacht dat dat in dit geval wel verspilde moeite was. (De Voorzitter: Er zijn er meer die er zo over denken.) De heer Heidinga: Ik neem aan dat de gedachten- wisseling waarover u in uw antwoord op vraag 201 spreekt inmiddels wel heeft plaats gevonden. Ik zou graag willen weten wat deze gedachtenwisseling heeft opgeleverd. Dan nog iets over punt 202. In de tijd dat de heer Van der Meulen hier nog burgemeester was hebben wij een vrij uitgebreid voorstel in de raad gehad om onder de spoorlijn door een tunnel aan te leggen. Wat heeft het college hier sinds die tijd aan gedaan? De raad heeft er een krediet voor beschikbaar gesteld en het tracé is bekend. Wat is er nu eigenlijk met dat besluit gebeurd? (De heer Van der Wal: Is het kre diet goedgekeurd door de raad?) Ja. (De Foarsitter: Jo sitte ündertusken in moai stik yn de histoarje.) Ik zou ook kunnen stellen: Waarom worden raadsbeslui ten niet uitgevoerd? Dan zegt u allicht: Noem ze eens op. Nou, hier is er één. (De Voorzitter: Dan zeg ik: Raadsbesluiten worden altijd uitgevoerd, tenzij er iets gebeurt dat wij niet hebben kunnen voorzien.) De heer Rijpma (weth.): De vragen concentreren zich, dacht ik, in hoofdzaak op punt 201. Op de vraag of de gedachtenwisseling met belanghebbende autori teiten heeft plaats gehad kan ik antwoorden: Ja. Te gen degene die in de hoop en in de verwachting leeft dat wij binnenkort kans hebben op de eerste tranche van 200 miljoen zou ik willen zeggen: Laat die hoop in ieder geval voorlopig varen; ik zou er niet van willen zeggen wat sommigen gezegd hebben. Het is zo, hoe verder de mensen weg komen hoe minder be grip ze er voor hebben dat wij zo'n moeite hebben met die spoorlijn. Ze vragen doodgewoon: Hoe vaak komt er een trein langs? Als je dan zegt: 4 keer per uur, dan hebben ze de neiging om door het raam te kijken. Wat ze dan moeten verbergen weet ik niet (De heer Van der Wal: Misschien 200 miljoen.) (De Voorzitter: Dat is een goede opmerking.) (Gelach) De kans dat Leeuwarden-hoog of Leeuwarden-laag ge realiseerd zal worden is zeer gering; het percentage ligt naar mijn mening beneden de 1. Dit is de verta ling die ik op dit moment van de huidige situatie geef. Wij zullen heel snel tot een beslissing moeten komen of wij Leeuwarden-laag en Leeuwarden-hoog nog in onze beleidsvoornemens willen meenemen. Als wij zouden beslissen dit niet te doen dan zullen wij op heel korte termijn moeten beslissen op welke wijze wij o.a. de Oostergoweg op de stad willen aansluiten. (De heer Van der Wal: Niet alleen de Oostergoweg. Wij zitten met dat beroemde contract, want dat was de eerste aanleiding.) (De Voorzitter: De Spoorwiegen spreken ons daar binnenkort over aan; daar kunt u op rekenen.) Dat behoort btj het afronden van het gesprek. Wij zullen dan ook met de Spoorwegen moe ten spreken over de mogelijkheden die zij ons dan bieden m.b.t. een goede aansluiting op de binnenstad. De Voorzitter: Mag ik nog even een opmerking maken, wethouder? Ik moet u zeggen dat ik de mening van de wethouder volledig deel. U moet hier echter niet uit concluderen dat wij ons niet bezig hebben gehouden met de kwestie Leeuwarden-hoog/laag. Er zijn gesprekken gevoerd met een aantal hoge ambte naren uit Den Haag over het plan Leeuwarden-laag. De raad heeft t.a.v. deze kwestie een duidelijke uit spraak gedaan en wij doen werkelijk ons best om die uitspraak reëel te vertalen. Wij mogen echter niet ver bloemen dat de consequentie van de beslissing van de raad is dat er een vrij groot aantal jaren op dit terrein niets gebeurt. De raad heeft in feite Leeuwarden-hoog afgewezen door in grote meerderheid voor Leeuwarden- laag te kiezen. Dat impliceert dat er een vrij lange periode het zou irreëel zijn te zeggen „nooit" niets gebeurt op dit terrein. Als ik het over een vrij lange periode heb dan denk ik toch wel aan 10 a 15 jaar. Ondertussen zou men de ontwikkelingen af moe ten wachten. Het kan best zijn dat er, misschien in fasen, gewerkt wordt aan Leeuwarden-laag. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen ook mensen uit Den Haag niet Wat is dit voor onzin. Ik wil dit heel duidelijk stellen, want hier is geen sprake van. Ieder een die in deze problematiek duikt noemt dit op zich een „niet onaantrekkelijk" tot een „aantrekkelijk" plan; dit varieert dus. Er is nog nooit iemand geweest die gezegd heeft dat dit een dwaas plan zou zijn in de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 9