18
De opmerking die de heer De Jong m.b.t. de Kin
derboerderij al of niet terecht maakt hoef ik niet te
beantwoorden, omdat dit een zaak is die op dit moment
niet aan de orde is.
De heer Heidinga doet de suggestie om alleen het
zwembad de Kleine Wielen in de tarivering te betrek
ken. Ik dacht dat dat alleen al om administratieve re
denen moeilijk te realiseren is. Wij hebben al een vrij
uitgebreid systeem van tarieven en wij proberen dat zo
uniform mogelijk te hanteren. Als wij nu voor het ene
zwembad andere tarieven hebben dan voor het andere
dan wordt het wel moeilijk. Bovendien is het zo dat de
abonnementen en de 10-badenkaarten voor beide baden
geldig zijn. Als wij nu onderscheid tussen deze beide
baden gaan maken dan komen wij met dat systeem ook
weer in moeilijkheden te zitten. Dan kan de zwemmer
door de bomen het bos niet meer zien. (De heer Bui
sing: Dat kan natuurlijk nooit als je zwemt.)
Ik dacht dat ik op dit moment de vragen voldoende
heb beantwoord. Het voorstel komt zeer sympathiek
over, maar ik heb toch een aantal argumenten aange
voerd die niet voor het voorstel zoals de heer Knol dat
heeft ingediend pleiten. (De Voorzitter: Er zijn niet
veel mensen omgepraat, dacht ik.)
De heer Knol: Wij zijn uiteraard blij met de sym
pathie van de wethouder voor dit voorstel, maar met
sympathie alleen zullen wij er, dacht ik, niet komen.
Daarom wil ik wel even nader ingaan op de argumenten
die hij gebruikt waarom dit niet kan. In de eerste plaats
stelt de wethouder dat er een belangrijke inkomsten
derving zal plaats vinden als mijn voorstel zal worden
ingevoerd. Dit is natuurlijk voor discussie vatbaar want
er kan wel een dusdanige stimulering van uitgaan dat
er zelfs meer opbrengsten uit voort kunnen vloeien. Ik
wil dan even aanhaken op hetgeen de heer Schaafsma
te berde heeft gebracht. Hij heeft gezegd dat de f 27,50
voor geen enkel gezin een beletsel hoeft te zijn om een
abonnement te kopen. Nu kan dat misschien voor de
achterban van de V.V.D. geen beletsel zijn, maar ik
dacht dat het voor ettelijke gezinnen een groot beletsel
was te meer in die gezinnen waar de inkomens aan de
lage kant zijn zodat die f27,50 er gewoon niet af kan.
Het gezinsabonnement wordt helemaal een bezwaar. Dit
argument spreekt mij dus helemaal niet aan. Een ander
argument is dat de verkoop van de abonnementen van
f 27,50 en de 10-badenkaarten ernstig zal worden aange
tast. Ik waag dat te betwijfelen want het abonnement
van f 27,50 levert buiten de schoolvakantie nog genoeg
voordeel op. Dat blijft gewoon recht overeind staan. De
kwestie van de 10-badenkaarten zal alleen spelen in
de schoolvakantie, maar buiten de schoolvakantie blijft
het resultaat hiervan precies gelijk.
De heer Heidinga heeft nog de suggestie gedaan de
tariefverlaging alleen in het zwembad de Kleine Wielen
in te voeren. Hier zou misschien wel wat voor te zeggen
zijn, maar ik dacht dat, hoe dierbaar de dorpen ons ook
zijn, de dorpen Hardegarijp en die hele hoek hier
het meeste voordeel van zouden hebben. Ik dacht niet
dat het de bedoeling van de gemeenteraad was om het
zo te spelen.
Een laatste punt is het volgende. Een paar jaar ge
leden hebben wij in Leeuwarden de „dubbel-op-vakantie"
gehad. Dat was de laatste jaren een geweldig succes;
het moest echter om financiële redenen worden afge
voerd. Het was echt iets voor kinderen die niet op
vakantie gingen en die toch in de vakantie nog een
kleine uitwijkmogelijkheid hadden. Die uitwijkmogelijk
heid is er niet meer en wij dachten dat ons voorstel
een klein beetje in de plaats daarvan zou kunnen die
nen. Wij zijn er ook van overtuigd dat er genoeg kin
deren zijn die het wel kunnen betalen, maar dat moeten
wij op de koop toe nemen.
Mevr. Visser-van den Bos: Zijn er zwembaden die
in de warme dagen eigenlijk te vol zijn zodat er toch
wat gevoeld zou moeten worden voor het aanwijzen van
een zwembad dat wat minder bezoekers krijgt? Dat
zou een reden kunnen zijn.
De hear Klomp: Ik wol der noch efkes op wize dat
de arguminten dy't de hear Knol nei foaren brocht hat
allegearre foründerstellingen binne dy't neat biwize. De
arguminten dy't de wethdlder nei foaren brocht hat
binne ek allegearre yn de kommisje bipraet en op ien
of twa ütsünderingen nei wie de hiele kommisje ek
fan büten dizze ried akkoart mei it foarstel. De ar
guminten dy't doe oanfierd binne ik haw dy niis
herhelle, de hear Schaafsma hat dy herhelle en de wet-
halder hat dy herhelle sprekke üs folie mear oan as
itjinge de hear Knol seit. Foaral giet it der om, kin de
hear Knol ek dekking oanjaen foar de f25.000,dy't
der miskien minder ynkomt? Wy moatte mei elkoar
sjen dat wy hjir as gemeente safolle mooglik jild op
it kleed bringe; dan kinne wy ek noch hwat oars ta st&n
bringe. Dat is myn prinsipe en dêr gean ik fan üt.
De heer O. de Jong: Ik dacht dat de argumenten
die de wethouder heeft aangevoerd goede argumenten
zijn. Het verbaast mij dat onze financiële expert zo
heb ik hem altijd gezien deze argumenten niet over
neemt en alsnog pleit voor de jeugdkaarten. Ik hoor
m(jn buurman zeggen dat een 10-badenkaart voor kin
deren f 1,25 per keer kost; de heer Knol wil hier f 0,75
van maken. Het gaat dus in wezen om een verschil
van f 5,per abonnement. Men kan nu wel zeggen dat
er gezinnen zijn die dit niet kunnen betalen, maar dat
verbaast mij enorm. Het verbaast mij ook dat de finan
ciële expert van onze raad de argumenten van onze
wethouder niet wil overnemen.
De heer Ten Hoeve: Ik wil uitdrukkelijk bezwaar
aantekenen tegen hetgeen de heer Klomp zegt. Wij
stichten in onze stad geen zwembaden opdat „dy jild
opsmite soene". Het zijn voorzieningen te algemenen
nutte wij leggen er nu ook al geld op toe en daar
voor stichten wij ze. Wij vinden het uit bepaalde oog
punten noodzakelijk dat wij dit soort voorzieningen in
onze gemeenschap(De hear Mledema: Wy stiftsje
se net opdat se jild kostje sille, wy stiftsje se omdat
der swommen wurde moat.) Ja, dat zeg ik. Het gaat
er bij dit soort dingen niet in de eerste plaats om dat
ze geld op zullen brengen; wij proberen ze wel zo ren
dabel mogelijk te maken. Het gaat er om dat een aantal
burgers in onze gemeente van die voorzieningen kun
nen profiteren. Dat geldt voor zaken die wij op het
gebied van de sport realiseren, dat geldt ook voor de
zwembaden. Wat betreft de vraag m.b.t. de ervaringen,
misschien weet de wethouder hoe het in Groningen loopt.
Daar wordt 's zomers in de vakantie gezwommen voor
f 0,50. Misschien is de wethouder op de hoogte hos
het daar gaat en kunnen daar conclusies uit getrok
ken worden.
Ik wil nog een andere opmerking maken. Er wordt
voortdurend over bedragen gepraat, over rendement.
Natuurlijk moeten wij dat in het oog houden, maar
waar het hier om gaat is ik weet dat uit eigen
ervaring dat er een grote groep kinderen is die
zomers niet in het zwembad i.omt. Nog steeds moeten
ze öf f 1,40 öf f 12,50 betalen. Voor een heleboel ge
zinnen gaat het dan niet om die f 1,40, maar als het
mooi weer is dan staan er 4 kinderen die aan moeder
vragen of ze naar het zwembad mogen. Dat betekent
dat er op dat moment f 6,of meer op het kleed moet
komen. Dat is voor velen een bezwaar. Wanneer u met
da scholen meegaat naar de zwemlessen dan zult u
zien dat er bepaalde categorieën zijn die het zwemmen
al geleerd hebben omdat ze zomers naar het zwembad
kunnen gaan. Er is echter ook een grote groep kin
deren die het zwemmen niet heeft geleerd omdat ze
zomers niet in staat zijn om naar het zwembad toe
te gaan omdat het voor een gezin met zoveel kinderen
een onmogelijkheid is om dat bedrag op te brengen.
Op grond daarvan wil ik van harte nog een keer het
voorstel van de heer Knol aanbevelen.
De heer Weide (weth.)Wij kunnen natuurlijk ver
schrikkelijk lang over en weer gaan discussiëren en
de pro's en contra's gaan afwegen. Ik dacht dat wij
een goed tarievensysteem hadden m.b.t. de zwemba
den. Ons tarievenstelsel is er echt op gericht dat zo
veel mogelijk mensen naar het zwembad kunnen gaan.
De heer Knol zegt dat de prijs van het gezinsabonne
ment die wij nu willen instellen te hoog is. Op verzoek
van de raad hebben wij deze kwestie in de commissie
behandeld. Het geeft een besparing van minimaal
f 42,50. Elk kind dat er meer is binnen het gezin
scheelt f 15,—Wij geven dus al duidelijk een bespa
ring aan de grote gezinnen t.o.v. het huidige tarieven
19
stelsel van f42,50; dit blijkt ook uit het voorstel aan
de raad. De heer Ten Hoeve zegt dat er talloze ge
zinnen zijn die dit niet kunnen betalen. Natuurlijk
zullen er wel enkele gezinnen zijn waarvoor dit be
drag te hoog is. Ik wil er echter wel op wijzen dat
ook het reële inkomen jaarlijks stijgt. Onze kosten
zowel van onderhoud en materialen als van personeel
stijgen echter ook jaarlijks zienderogen en ik dacht
dat daarvoor een reële bijdrage van de gebruikers van
deze accommodaties mag worden gevraagd. De raad
heeft waarschijnlijk al een duidelijk standpunt ingeno
men. Ik wil er nogmaals duidelijk op wijzen dat het
voorstel van de heer Knol een ernstige aantasting be
tekent van de waarde van onze abonnementen en van
de 10-badenkaarten. Wij hebben hier al het kinder
tarief; kinderen tot 4 jaar zijn n.l. vrijgesteld van het
betalen van entree. Bovendien ik heb, dacht ik, met
cijfers aangetoond hoeveel mensen er jaarlijks in het
zomerseizoen gebruik maken van het zwembad be
tekent dit een belangrijke inkomstenderving voor de
gemeente. Ik sta dan ook afwijzend tegenover het voor
stel van de heer Knol.
De Voorzitter: Ik stel voor nu eerst enkele minu
ten te pauzeren om hier een kop koffie te drinken.
De Voorzitter schorst, om 22.55 uur, de vergadering
voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.00 uur, de vergade
ring.
De Voorzitter: Er ligt dus een motie. Ik zou aller
eerst willen vragen of de indieners deze motie hand
haven. (De heer Knol: Ja.) Ik zou de indieners wil
len voorstellen achter het woord kinderen de woorden
„van 4 t.e.m. 15 jaar" te voegen. Dan zit de motie op
dezelfde lijn als het voorstel. De motie luidt dan:
„De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering
bijeen op 1 april 1975, besluit om tijdens de zomerva
kantie van het basisonderwijs een zwemstimulerings-
tarief voor kinderen van 4 t.e.m. 15 jaar in te voeren
bjj de openluchtzwembaden. Voor 1975 wordt dit tarief
gesteld op f 0,75."
Ik breng de motie nu in stemming.
De mondeling door de voorzitter gewijzigde motie
van de heren Knol en Meijerhof wordt aangenomen
met 21 tegen 13 stemmen. Tegen stemmen de dames
E.N.J. Smit en A. Willemsma-de Jong en de heren J.
de Beer, G.P. Eijgelaar (weth.), O. Heidinga, H. Jans-
ma, C. de Jong, J. de Jong, A. Klomp, W.S.P.P, de
Leeuw, J. Schaafsma, L. Visser en K. Weide (weth.).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het monde
ling door de voorzitter gecorrigeerde voorstel van b.
en w., met inachtneming van de aangenomen motie.
De heren J.F. Janssen, J. de Jong en J.B. Singelsma
verlaten hierna de vergadering.
Punten 16, 17 en 18 (bijlagen nos. 77, 74 en 70).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van b. en w.
Punt 19 (bijlage no. 88).
Gemeentebegroting.
De heer C. de Jong: Ik wil graag iets zeggen over
punt 5: Elfstedentocht te water. In de raadsbrief
staat; „De kosten van verlichting van de Prinsentuin
langs de grachtzijde van f 2.000,kunnen worden ge
dekt ten laste van het bestaande krediet voor versie
ring en verlichting van openbare gebouwen." Volgen
de week hebben die openbare vermakelijkheden plaats.
Wij lopen nu vooruit op het besluit dat in de begro
tingszitting moet worden genomen, n.l. om de post
voor het fonds voor bijzondere evenementen te verla
gen van f 10.000,naar f3.000,(volgno. 572). Ik
stel daarom voor deze f 2.000,te halen uit de post
onvoorzien. Of is dat een gek voorstel? (De heer Ten
Brug (weth.)Ja.) (De Voorzitter: Als u er zelf al
aan twijfelt dan zijn wij gauw klaar.) De heer Ten
Brug zat mij heel kwaad aan te kijken, hij dacht
waarschijnlijk aan de opruiming, maar zover zijn wij
nog niet. (De Voorzitter: Hij kijkt nooit kwaad. Het
is dus een voorstel; of het acceptabel is dat zult u
straks wel horen; dat is een andere kwestie. Zo be
doelt u het toch ook?) Ja.
De heer Weide (weth.)Wij hebben van harte in
gestemd met het verzoek van De Friesche Elfsteden
Commissie. Wij hebben aan alle punten die zij ons
hebben gevraagd willen voldoen. Het kost ons natuur
lijk wel een paar centen. Ik dacht echter dat het een
zaak van financiën was of deze kosten uit dat bijzon
dere potje moeten komen. Ik heb hierover vorige week
een vrij uitvoerige discussie gehad met de heer De
Jong in verband met het subsidie aan de V.V.V. Ik wil
er nogmaals op wijzen dat wij, door het schrappen
Van het subsidie aan de provinciale V.V.V. gezien
onze positie m.b.t. het verkeersbureau en door het
opnemen van een post in de begroting van f 18.000,-
voor de zomeractiviteiten in de Prinsentuin, gegronde
redenen hadden om die andere post enigszins te ver
lagen. Het lijkt mij niet juist om deze kosten nu over
te hevelen vanuit het fonds voor bijzondere evene
menten naar de post onvoorzien. Ik dacht dat wij in
de loop van het jaar nog veel verzoeken krijgen om
zaken op de post onvoorzien die wel enigszins verhoogd
is te plaatsen. (De heer C. de Jong: U hebt voor dit
soort activiteiten maar f3.000,U gaat er nu al
f2.000,af halen; dan blijft er dus maar f 1.000,
over.) Dat is zo klaar als een klontje; er blijft f 1.000,
over. (De heer C. de Jong: Er is gezegd dat wij nog
een hele grote post onvoorzien hebben en dat wij daar
een heleboel vandaan kunnen halen. Vandaar mijn
voorstel om dit zo te doen. Wij kunnen dan bekijken
wanneer wij die f3.000,nodig hebben.)
De heer Ten Brug (weth.): Het kan wel, maar het
is op dit moment niet reëel. Onder de post waar het
over gaat vallen ook de verlichtingskosten van de
tuin en daar kunnen wij het van doen. Hooguit zou de
heer De Jong in een volgende vergadering kunnen
voorstellen de post waar hij het over heeft te ver
hogen met een bepaald bedrag. En dan zou het van
de post onvoorzien moeten. De heer De Jong gaat nu
een beetje appels en peren optellen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 20 (bijlage no. 75).
De heer Heidinga: Het gaat bij dit voorstel om het
aanvaarden van een schenking. Wie heeft dit beeld ge
zien, wie heeft beoordeeld of het van niveau is? Er
staat niets over in de stukken. Ik zou dit graag willen
weten. Krijgen wij een beeld dat er wat op lijkt? Dat
horen wij als raad, dacht ik, toch wel te weten. Wie
beoordeelt zulke dingen? (De heer Ten Brug (weth.):
Een gegeven paard!)
De heer Weide (weth.)Het college van b. en w.
heeft het beeld gezien en ik acht dit college wel ter
zake kundig. B. en w. vonden het een prachtig kunst
werk. Maar nu even in alle ernst. De Commissie Mo
numentale Kunst heeft ons hierover geadviseerd en
wel zeer positief. (De Voorzitter: Die heeft ons ge
adviseerd. Zodoende hebben b. en w. het op papier
gezien.)
De heer Ten Hoeve: Ik heb het ook gezien. Het
lijkt bijzonder goed, het is een mooi ding.
De Voorzitter: Op gezag van de Commissie Monu
mentale Kunst hebben wij gemeend dit aan de raad
te kunnen voorstellen. Dit is het concrete antwoord.
De heer Heidinga: Dan zou ik u het volgende wil
len verzoeken. Het is gewoon een formaliteit, maar
als het weer eens voorkomt zou u dat dan in het stuk
willen vermelden? Dan hoef ik mij daar niet druk over
te maken.
Verder zou ik als nestor van de raad de milde gever
hartelijk willen danken. Dat de burgerij dergelijke
dingen voor de gemeenschap over heeft stelt de raad
bijzonder op prijs. Nu wij zeker weten dat het een
beeld is van een bepaald niveau zijn wij als raad deze
burger van harte dankbaar; wij hopen dat het beeld
een goede plaats zal krijgen in het Dr. Zamenhofpark.