r~
6
betrokkenen zowel in Bilgaard als in het IJsbaankwartier enz. leven maken het voor mijn fractie wel
moeilijk verteerbaar als deze bestemmingsplannen nog lang op zich zouden laten wachten.
De heer Heidinga: Het is gelukkig dat ik vanavond niet veel hoef te zeggen. Ik geloof dat ik
verplicht ben het college eerst een woord van lof toe te zwaaien. U hebt met voortvarendheid
gewerkt in de afgelopen 3 weken om te bereiken wat de raad graag wil. Zoals het zich nu laat aan
zien lijkt u hierin te slagen en wij stellen het bijzonder op prijs dat deze kwestie naar hef lijkt in
een betrekkelijk korte tijd goed zijn beslag zal krijgen. Dat is eigenlijk het enige wat ik zou willen
zeggen. Ik wil er echter nog één opmerking bij maken. Zoals gewoonlijk willen wij er wel op aan
dringen dat deze zaak zo snel mogelijk in een bestemmingsplan wordt ondergebracht zodat de mensen
weten waar zij aan toe zijn; dat is bijzonder belangrijk.
De heer J. de Jong: Uit de mededeling van de wethouder is al gebleken dat het de beide vorige
sprekers gemakkelijk is gemaakt; datzelfde geldt ook voor ons.
In de afgelopen tijd hebben wij enige plannen voorgelegd gekregen en wij zijn van hef ene plan
naar het andere plan gegaan. Ik neem dat het college echt niet kwalijk; het staat u echter wel te
prijzen dat u ook uw oor te luisteren hebt gelegd naar de wensen van de bevolking. Dit betreft niet
alleen het gebied waar gebouwd zal moeten worden maar ook de omgeving. Hef enige wat ik nog zou
willen zeggen is dat ook wij graag zo snel mogelijk een bestemmingsplan willen hebben dat duide
lijkheid geeft aan bewoners en bedrijven. Ik neem aan dat wij hier aanstonds zullen gaan bouwen met
toepassing van artikel 19; dat is een begin. Wanneer het bestemmingsplan niet gauw komt dan zie ik
er van komen dat er intussen misschien nog eens een stuk grond gevraagd wordt en dan moet weer
artikel 19 worden toegepast. Wij zijn van mening dat de hier gevestigde bedrijven - er zijn misschien
bedrijven die willen uitbreiden - en de bewoners in de eerste plaats het recht hebben om te weten
waf er in de toekomst met dit gebied zal gebeuren. Dit is de raad, dacht ik, wel duidelijk; anderen
hebben hier ook al over gesproken. Nogmaals, wij zijn blij dat de mogelijkheid, zoals die nu wordt
geboden, er is. Wij dringen er echter nogmaals met klem op aan om met spoed te zorgen voor een
bestemmingsplan
De heer Van der Wal: Wij hebben zo langzamerhand de indruk gekregen dat bij het overleg voor
de door ons allen gewenste definitieve vestiging van de hoger onderwijsinstellingen in Leeuwarden
ongeveer alles is mis gegaan wat er mis te gaan viel. De eerste plaats van vestiging was de Bulle-
polder, daarna werd het IJsbaankwartier biervoor bestemd. Wij waren en zijn hef hier nog steeds
mee eens. Per brief van 1 8 november 1974 biedt hef college aan het Ministerie van Onderwijs een
terrein aan, groot plm. 3,5 ha, gelegen tussen de ijsbaan en de Spanjaardslaan, echter zonder een
tracé voor een verbindingsweg Dammelaan/Spanjaardslaan aan te geven. U schrijft in deze brief van
18 november hef volgende: "Wij wijzen er voorts op dat de verkrijgster er voor zal moeten zorgen
dat, zolang het terrein van de Koninklijke Vereniging De IJsclub niet beschikbaar is voor hoger
onderwijsdoeleinden, de ingang van dit terrein voor voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer
onbelemmerd toegankelijk is en blijft via een op het terrein van de verkrijgster aanwezige" - en dat
kan dan alleen maar de bestaande Bleekersfraaf zijn - "c.q. te maken weg. Het is ons op dit moment,
o .ain verband met de onzekerheid welke bestaat met betrekking tot het juiste tracé van de langs de
oostzijde van het terrein geplande verbindingsweg tussen de Dammelaan en de Sparijaardslaan, niet
mogelijk voor deze grond een volledige aanbieding (inhoudende alle aan de overdracht te verbinden
bedingen met daarbij een tekening, waarop de exacte begrenzing van het terrein is aangegeven) op
te stellen. Wij menen er echter goed aan te doen u, vooruitlopende op het nadere overleg over het
bedoelde wegtracé met uw architect, reeds thans van de hoogte van de grondprijs in kennis te stellen."
Hef vaststellen van het wegtracé werd dus overgelaten aan een nader overleg tussen de Dienst Stads
ontwikkeling en de architect van de hoger onderwijsinstellingen, de heer Bonnema. Kennelijk is dit
overleg onbevredigend verlopen, want bij brief van 1 1 april 1975 schrijft het Ministerie van Onder
wijs het volgende: "Op grond van deze vooruitzichten menen wij dat de eerste behoefte aan grond
overeenkomt met uw voorlopige aanbieding van 18 november 1 974, n J op 3,5 haEven verder
staat er: "Het door u voorlopig aangeboden terrein van 3,5 ha voldoet in velerlei opzicht aan de
door ons gestelde en te stellen eisen. De ligging ten opzichte van de stad is gunstig, evenals de
eventuele uitbreidingsmogelijkheden. Voor het rijk is slechts onaanvaardbaar de afkalving van delen
van het perceel ten behoeve van een verbindingsweg." De conclusie van het college hierop was dat
het in eerste instantie aangeboden terrein niet meer in aanmerking kon komen. Toen is hals over kop
besloten een terrein aan te bieden dat gedeeltelijk verpacht was aan de Kinderboerderij; op dit
terrein zijn de speeltuinen van de Kinderboerderij. Voor de raad en voor de burgerij was dit kenne
lijk onaanvaardbaar en hef college moest wederom naar Den Haag om te komen tot grondruil, waarbij
het terrein bestemd voor de rijksscholengemeenschap alsnog kon worden benut voor de vestiging van
de hoger onderwijsinstellingen. Uit dit overleg met de staatssecretaris is het voorstel gekomen zoals
dat nu ter discussie staat. Hierbij vallen een aantal punten op: in de eerste plaats het in feite laten
vallen van de doorgaande verbinding Spanjaardslaan/Dammelaan; op de ter inzage gelegde tekening
staat deze weg slechts indicatief aangegeven en wordt de inpassing van de onfsluitingsweg van het
gebied overgelaten aan de architect. Hiermee is dan ook het enige bezwaar uit de brief van het
ministerie van 1 1 april tegen hef gebied aan de Spanjaardslaan vervallen; in deze brief stond n.l
"Voor het rijk is slechts onaanvaardbaar de afkalving van delen van het perceel ten behoeve van een
verbindingsweg." Dat er een onfsluitingsweg door dit terrein moet komen is vanzelfsprekend, evenals
hef feit dat de ijsbaan goed bereikbaar moet blijven. Uit een vergadering van de bouwcommissie van
de participerende instellingen, de z.g. projectgroep-Bouhof, die vorige week donderdag in Utrecht
werd gehouden - de wethouder heeft hier zonet ook al op gedoeld -, is gebleken dat men, nu de
harde eis van gemeentewege voor een verbindingsweg - dat is dus iets anders dan een onfsluitingsweg
feitelijk is vervallen, veel liever op hef oorspronkelijk aangeboden terrein aan de Spanjaardslaan wil
starten vanwege de gunstige ligging ten opzichte van de binnenstad. Dat is trouwens ook de hoofd
reden van het afzien van de Bullepolder t.g.v. het IJsbaankwartier, omdat dat terrein veel te ver van
de binnenstad af lag. Wij lopen dus het risico - de heer Buising heeft hier ook al op gedoeld - dat
het antwoord van het rijk zal zijn: Nu de eis van een verbindingsweg feitelijk is vervallen willen wij
gebruik maken van uw aanbieding van 1 8 november 1 974 en willen wij dus starten aan de Spanjaards
laan. Daarom geef ik u in overweging alsnog ook het terrein tussen de ijsbaan en de Spanjaardslaan
aan te bieden, maar dan zonder de verbindingsweg; u zou hoogstens de onfsluitingsweg indicatief
kunnen aangeven. Het tweede punt dat ik zou noemen is ondertussen door de mededeling van de
wethouder achterhaald en daar hoef ik dus verder niet op terug te komen. Het derde punt is dat bij
de grondaanbieding als ondergrond gebruik gemaakt is van een, voor mij althans, onbekende
bestemmingsplankaart. Op deze kaart zijn bestemmingen aangegeven, o.a. ook een bestemming
bijzondere doeleinden op het huidige speelterrein van de Kinderboerderij. Mijn vraag is: Wat is dit
voor een kaart en waarom staat hier nog steeds een gedeelte van de Kinderboerderij op bestemd als
gebied voor bijzondere doeleinden aaneengesloten met hef gebied dat nu aan de hoger onderwijs
instellingen wordt aangeboden? Dit is nu misschien achterhaald, dat weet ik niet; ik heb de tekening
ook niet bij de hand, maar ik bedoel de ter inzage gelegde tekening.
Ook ik wil aandringen op een snelle totstandkoming van een bestemmingsplan met daaraan
gekoppeld de inspraakprocedures en eventueel zelfs de beroepsprocedures.
Om te komen tot de onderhavige grondruil was het nodig een ander geschikt terrein voor de
rijksscholengemeenschap aan te bieden. Dat meent u gevonden te hebben in het bestemmingsplan
Westeinde. Op zich kunnen wij hier wel mee instemmen. Dat dit echter tof gevolg heeft dat de
huidige eigenaar van hef terrein naast de grondprijs ook nog de bouw krijgt toegewezen van het
politiebureau plus de toezegging voor nog meer bouwopdrachten van de gemeente gaat ons te ver.
Uit zakelijk oogpunt van de eigenaar gezien is deze voorwaarde misschien wel begrijpelijk, maar ik
vind dat wij als gemeentebestuur, dat de algemene belangen heeft te behartigen, niet op deze
volgens mij wat naar chantage riekende voorwaarde kunnen ingaan. De nieuwbouw van het politie
bureau waarvan tof voor enkele maanden nog geen sprake was - hoogstens droomde een enkeling
hiervan - is in recordtempo door de raad gejaagd, er is via een vreemde procedure een architect
aangetrokken en nu zal ook nog de aannemer op deze voor ons verwerpelijke manier worden aan
gewezen. Wij vinden dit een onverkwikkelijke gang van zaken waar wij dan ook niet aan zullen
meewerken.
Naar aanleiding van het raadsvoorstel hebt u o.a. een brief gekregen van de wijkvereniging
Bilgaard waarin gesist wordt dat er een voetgangers/fietstunnel zal worden aangelegd tussen Bilgaard
en de Kinderboerderij, dus onder de Dammelaan door. Ook Axies heeft altijd gepleit voor fiets- en
wandelroutes met ongelijkvloerse kruisingen, speciaal tussen Bilgaard en de binnenstad. Wij willen
die eis dan ook ondersteunen. Hef verheugt ons dat op het voorlopig investeringslijstje 1976 van de
Dienst Stadsontwikkeling deze route plus tunneltje is opgenomen. Het is alleen jammer dat er nog
van dit lijstje geschrapt moet worden, maar ik hoop en ik verwacht dat deze investering wel gehand
haafd blijft.
De heer Rijpma (wethDe heer Buising vroeg of uit de mededel ing die ik gedaan heb moest
blijken dat de begrenzingen van Rengerspark en Kinderboerderij zonder meer veilig zijn gesteld.
Het is inderdaad zo dat het Rengerspark en de Kinderboerderij in de huidige situatie zoals de kaart
er ligt niet worden aangetast. De heer Buising voegde hier aan toe dat het rijk dus 3,5 ha nodig
heeft, maar dat is niet juist. Wij hebben op verzoek van het rijk 5,5 ha aangeboden; daar was hef