10 De heer Ten Hoeve: Ik heb nog een vraag gesteld over het catalogusapparaat. Die wil ik nog graag beantwoord hebben. Ik vind het essentieel dat deze instituutsbibliotheek met deze waardevolle collectie op een goede manier toegankelijk is. (De Voorzitter: Daar zijn wij het mee eens.) Ja, maar ik heb gevraagd of u opdracht wilt geven om zo'n catalogusapparaat op te zetten. De Voorzitter: Ik neem aan van wel, maar ik zou u toch willen voorstellen dat de commissie dit in zijn advies aan b. en w. tot uitdrukking brengt. Dan krijgt u stellig een beslissing die in de rich ting gaat die u verlangt. Ik vind het echter juist dat weth. Weide hier eerst mee geconfronteerd wordt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 19, 20 en 21 (bijlagen nos. 201 203 en 192). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 1 89). De heer Ten Hoeve: Mijn fractie is niet zo gelukkig met dit voorstel om de parkeertarieven te verhogen. Niet dat wij niet vinden dat sommige parkeerplaatsen in onze stad 2 kwartjes of meer mogen opbrengen. Ons bezwaar richt zich er tegen dat dit voorstel tot verhoging van de parkeer- gelden niet deel uitmaakt van een complex van maatregelen betreffende het parkeren. Er is ons een parkeernota toegezegd. In het raam van zo'n parkeernota en daaruit voortvloeiende besluiten door de raad is na te gaan of de nu voorgestelde verhogingen op hun plaats zijn. Nu is dat niet mogelijk. Van een genuanceerd parkeertarievenstelsel is nu geen sprake. Er ontstaan daardoor vreemde situaties. Ik hoef maar te doelen op het Raadhuisplein waar wij straks 2 kwartjes voor parkeren moeten betalen, terwijl een paar meter verderop in de Grote Kerkstraat de hele dag onbeperkt geparkeerd kan worden. Ik noem het WiIhelminaplein waar wij straks 2 kwartjes in het midden en 1 gulden aan de rand moeten betalen voor een uur parkeren, terwijl er achter de Mercuriusfontein nog steeds een terrein ligt waarvoor helemaal niets betaald hoeft te worden. De situatie op de Tweebaksmarkt en op de Oosterkade is identiek. Door een maatregel als vanavond wordt voorgesteld kunnen wij vreemde ver schuivingen in de stad krijgen, een belasting op verkeerde plaatsen, auto's die nu niet meer naar de parkeerplaatsen gaan die er geschikt voor zijn maar andere gaten in de binnenstad zoeken. Wij kun nen andere verkeersstromen krijgen. Wij vinden dit een verkeerde zaak. Het is daarom dat wij niet zonder meer met dit voorstel akkoord kunnen gaan. Eerst zou ik van de wethouder willen weten of de toegezegde parkeernota snel komt en of de nu voorgestelde tariefwijziging in de voor te stellen maat regelen past. De hear Jansma: Us fraksje hat ek wol hwat muoite mei it Otstel sa't it nou foar üs leit. Net yn it foarste plak yn de sin sa't de hear Ten Hoeve der oer sprutsen hat hoewol't dat miskien ek wol in bytsje in rol mei spilet. It giet us mei namme hjir om. Der wurdt foarsteld om it parkearen by in parkearmeter to bringen fan 1 kwartsje op 2 kwarfsjes yn de healure. Nou hawwe wy tocht: It komt sa faek foar dat men in lyts boadskipke hat op bipaelde adressen, ik neam bygelyks it postkantoor op de Twabaksmerk, de Amro Bank en sa. Men kin dér yn 10 menuten klear wêze. (De Foarsitter: Efkes de fyts pakke.) Dat hinget der fan of. As ik by wize fan sprekken fan Jirnsum of kom en ik moat nei hus fa dan gean ik earst net nei hus en pak dan de fyts om nei it postkantoor to gean, en sa si lie der mear wêze. (De hear Buising: Jirnsum hat ek in postkantoor.) Ik neamde mar in foarbyld. As men nei de Amro Bank moat - ik kom der seis net - of nei soksoarfe ynstel lingen; jo witte ek wol hwat ik bidoel. It giet om boadskipkes fan 5 ta 1 0 menuten. Wy tochten: Soe it nou net mooglik wêze om - wy witte net oft it technysk mooglik is, mar der moat nou dochs hwat oan de parkearmeters foroare wurde - in wei to finen dat men in kertier parkeare kin foar 1 kwartsje en in healure foar 2 kwartsjes. Dan soe oan dat biswier tomjitte kommen wêze. De fraech is dus: Kin dat? Us twadde fraech is: Hoe leit dit eins by oare plakken dy't mei Ljouwert forgelykber binne? Binne wy net hwat ekstra djur mei dizze parkearregeling? Of hawwe wy miskien hwat mear forlet fan sinten as oare gemeenten? Dat léste kin miskien in reden wêze. Dan noch hwat. Nou bin ik gjin "neerlandicus", mar ik tocht dat in bipaelde rigel fan it bislüt miskien hwat bitizing jaen kin. Der stiet under l.b.: "Het recht voor het parkeren van een motorvoertuig bedraagt op een weggedeelte als bedoeld in artikel 1 onder A bij een maximale 11 toegestane parkeertijd van een uur, per half uur of gedeelte daarvan 0,50." Soe it net sa moatte dat der efter "een uur" een dubele punt komt yn plak fan in komma? Dit moat ek noch in keninklike goedkarring hawwe en dan stekt it yn de regel aerdich nau. De forantwurdlike minister soe miskien ris biswier meitsje kinne. Dizze wiziging is dus in suggestje fan myn kant. De heer Rijpma (weth.): Het verschijnen van deze wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van parkeergelden is een gevolg van het in het beleidsplan uitgesproken voornemen. In het beleidsplan dat u hebt goedgekeurd is aangekondigd dat per 1 juni - het is inmiddels 1 juli geweest - de tarieven, zoals die nu in dit besluit worden aangegeven, verhoogd zullen worden zoals in dit voorstel staat. Ik weet niet of er een oorzakelijk verband is tussen de tarieven en het min of meer verwarrende parkeergedrag van automobilisten zoals de heer Ten Hoeve het schetste. Er zal wel verband zijn maar hoe dat verband precies is, daar durf ik geen uitspraak over te doen op dit moment. Wat de parkeernota betreft, ik weet dat er voor de vakantie met de technici van de dienst een keer een gesprek is geweest over een concept of liever gezegd over de uitgangspunten voor een concept. Zover is het met de aanwijzingen voor het parkeerplan gevorderd. Of de nota nog in augustus zal verschijnen of dat het september zal worden weet ik niet. Ik moet er wel bij zeggen dat ik er al een paar keer met grote klem op heb aangedrongen dal er een ondergrond komt voor het beleid dat wij t.a.v. het parkeren moeten gaan voeren. Die ondergrond moet er komen en het spijt mij buitengewoon dat die er op dit moment nog niet is. Ik had het juister gevonden wanneer wij met het verhogen van de parkeertarieven hadden kunnen wachten tot wij over alle gegevens beschikten die wij te weten kun nen komen over het parkeergedrag in een stad als Leeuwarden. Gezien de uitspraak in het beleidsplan is het niet mogelijk om daarop te wachten en het lijkt mij dus zinvol om, gevolg gevende aan dat beleidsvoornemen, deze wijziging van de verordening vast te stellen. De heer Jansma heeft gevraagd of er een technische wijziging kan worden aangebracht op sommige plaatsen waardoor een aantal meters op een kwartier parkeren worden afgesteld. Ik heb van daag wel af kunnen checken of hef technisch mogelijk is om de parkeermeters die wij in Leeuwarden hebben om te bouwen op 2 perioden van 15 minuten. Technisch is dat mogelijk, maar niet zonder kosten. Die kosten belopen al gauw 50,extra per parkeermeter. (De hear Miedema: Dat fait ta.) Wij zullen ook nog wel eens parkeermeters moeten plaatsen op andere plekken en of er dan een ruiling mogelijk is met parkeermeters die die mogelijkheid wel hebben weet ik niet, maar technisch is het dus wel mogelijk om parkeermeters in te richten voor kwartieren en voor een kwartier parkeren 1 kwartje te laten betalen en voor een half uur 2 kwartjes. Ik moet er bij zeggen dat ik niet heb kunnen afchecken - niet bij de Verkeerscommissie, ook niet bij anderen - of dat op dit moment een zinvolle zaak zou zijn. Ik dacht dat het niet in tegenspraak hoefde te zijn met hef besluit dat wij hier nemen; als wij de parkeertarieven per half uur vaststellen op 0,50 dan zou ik mij kunnen voor stellen - maar wie ben ik - dat wij als een differentiatie hiervan misschien voor bepaalde plekken in de stad een periode van 2 maal een kwartier zouden kunnen nemen. U wilt mij wel ten goede houden dat ik daar op dit moment vanuit het beleid gezien geen uitspraak over kan doen. Ik wil het wel af checken en bekijken of het zinvol is op uw suggestie in te gaan. De heer Ten Hoeve: Eerst even iets over het beleidsplan. Ik weet dat daarin gesproken wordt over een verhoging van de tarieven. Ik vind dat dat voor de duidelijkheid nog wel even in deze raadsbrief genoemd had kunnen worden. Ik kan mij vergissen, maar ik meen dat het zo was dat bij dat voorstel in het beleidsplan niet is gezegd dat hef tarief van b.v. 1 kwartje op 2 kwartjes zou komen maar dat er met totaal-bedragen is gewerkt. Die totaal-bedragen kunnen natuurlijk ook op een andere manier tot stand komen. Het kan ook best zijn dat je voor de ene plaats 1 kwartje vraagt en voorde andere plaats 3 kwartjes; zo kan je toch op hef tofaal-bedrag komen. Dan kom je meer in de buurt van wat ik zopas geschetst heb als een genuanceerd parkeerbeleid. Eerder vanavond heeft de wethouder bij de behandeling van het voorstel betreffende de Lekkumerweg gezegd: Ze zijn op de dienst bezig, ik denk dat het er wel zo uit komt. Nu zegt hij: Er is een concepf-parkeernotaik weet niet wanneer de nota komt. Maar wanneer hij het niet weet, dan weten wij het helemaal niet. Boven dien vind ik ook dat het tenslotte niet de ambtenaren zijn die bepalen wanneer die parkeernota er wel komt of wat er uit komt, maar dat het de opdracht van het college is, nadat het de raad gehoord heeft, om te zeggen wat er uit moet komen. Ik stel er prijs op nu toch een toezegging te krijgen - en dat bedoel ik niet op een paar weken nauwkeurig - wanneer wij kunnen rekenen op die parkeernota waar, dacht ik, ook een halfjaar geleden al over gesproken is. De nu gedane toezeggingen zijn mij gewoon te vaag.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 6