18 moeten komen in de stad, dat, wanneer dit terrein er eenmaal ligt, het een kwestie van jaren wordt en dat het niet een oplossing is voor 5 jaar. Bovendien zou dan ook de vraag gesteld kunnen worden of het verantwoord is om voor een tijdelijke voorziening wel 200.000,uit te geven en niet b.v. 400.000, maar dat laatste bedrag moet ik eigenlijk niet eens noemen want ik geloof dat het lager kan zijn. Tot slot nog twee opmerkingen. Vanavond luisterde ik naar de Rono en daar viel ook de opmerking' Ze vernielen alles, Leeuwarden gaat er aan. Wie kennis genomen heeft van het rapport Om het gezicht van Friesland leest daarin ook een alinea over Leeuwarden. Wat dat betreft kunnen wij een kleur krijgen. Ik zou er sterk op aan willen dringen dat wij met dit soort beslissingen niet doorgaan en dat wij oplossingen zoeken die ons stadsbeeld recht doen. Het is daarom dat ik toch maar de door mij aangekondigde motie indien. (De hear Miedema: Hwat stiet der yn dy moty?) De Voorzitter: Ik zal de motie van de heren Ten Hoeve en Buising even voorlezen. Die luidt: ,,De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 september 1975, besluit: de beslissing over het aanleggen van een parkeerterrein op het Hoeksterbastion uit te stellen en het college van b. en w. op te dragen een alternatief plan te doen ontwikkelen, gebaseerd op de in de raad gevoerde discussie en dit plan aan de raad voor te leggen." De heer Van der Wal: Ik wil nog even ingaan op hetgeen Henk ten Hoeve net gezegd heeft n.a.v. mijn woorden; dit ook weer via u, mijnheer de voorzitter. Het komt er eigenlijk op neer dat hij zegt: Bemoei je met je eigen zaken. Nou, ik zal niet ontkennen dat wij de nodige moeite doen om een eigen standpunt te bepalen; dat kost ons soms ook genoeg moeite. Maar ik kan er niet onder uit dat ik soms wel eens beslissingen die toch ook mede door de P.v.d.A.-fractie zijn genomen achteraf verschrikkelijk betreur. Ik hoop alleen maar dat de stellingname zoals Henk ten Hoeve die n.a.v. dit punt naar voren heeft gebracht door de hele partij wordt gedeeld, dus ook door de hele fractie; als dat zo is zal ik daar alleen maar blij om wezen. Ik heb verder geen andere pretenties in die richting. Dan iets over de motie. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat wij akkoord gaan met deze motie. Wij zullen ons daar van harte achter stellen. Als deze motie het niet haalt dan komen wij automa tisch terecht op het b. en w.-voorstel; dat behelst dus plan-A. Nu heb ik één bemerking bij plan-A. Henk ten Hoeve heeft zopas al even gesproken over de nieuwe functie van het groen. Plan-A wordt omgeven door groen. Op de tekening van plan-A - die is overigens op dit punt slecht te lezen; hij is niet ingekleurd in tegenstelling tot de tekening van plan-B - ontbreekt volgens mij een stuk groen-omzoming, n.l. van de plaats waar op het ogenblik de patat- of vistent staat tot aan de hoek Hoeksterend/Hoeksterpad. Op de tekening staan alleen trottoir en 8 parkeerplaatsen. Ik zou eigen lijk willen vragen wat de reden is dat dat stuk niet mee is genomen; het is juist een stuk dat erg in het oog loopt. Als ook daar groen zou komen zou het 8 parkeerplaatsen schelen. Wilt u dat alsnog eens bekijken en in de tekening wijzigen als u dat geen bezwaar vindt? De heer Heidinga: Ik heb de indruk dat er een beetje - ik bedoel dat goed - overdreven wordt gedaan over deze zaak. Vernielen wij als wij daar een parkeerterrein aanleggen dat bastion? Ik zie het niet, want het is er niet. Het zal er misschien eens een keer weer moeten komen. Ik zou er, geloof ik, wel voor zijn om dat daar weer te maken, maar het is er niet, het is daar op het ogenblik een bende, een troep. Ik kan dat uit de eerste hand weten, want mijn bedrijf heeft een deel van dat terrein een paar jaar in huur gehad. (De heer Ten Brug(weth-) O!) (Gelach) Ik weet daar echt wel wat van. Dat is toch een eerlijke zaak dat wij dat huurden? Wij hebben daar voor betaald. (Mevr. Visser—van den Bos: Om er een troep van te maken?) Nee, mijn bedrijf heeft daar in de buurt een rusthuis gebouwd en daar was helemaal geen grond bij, dus hadden wij een stuk van het terrein waar wij nu over praten in huur. Wij hebben dat gebruikt voor opslag van materialen. Ik moet het met de wethouder eens zijn dat er zich daar vreselijk grote stukken beton in de grond bevinden. Daar heeft n.l. de oude gasfabriek gestaan; u weet dat natuurlijk net zo goed als ik. Bij de oude manier van gas produceren stookte men steenkolen en die zette men om in cokes. Door die cokesbewerking komt er teer en carbolineum vrij en daar had men voorraadbunkers voor en die zitten daar nog; dat zijn enorme dingen. Bovendien zitten de fundamenten van de oude klapbrug daar nog; u hebt misschien wel gezien dat zelfs ook de bedieningsruimfe van die oude klapbrug, waar de motoren in gezeten hebben, er nog zit. Dat zijn knotsen beton van heb ik jou daar. Ik moet dus de wethouder volledig gelijk geven als hij zegt dat wij dat niet te licht moeten achten. Als wij die hele zaak zo beschou w/en dan vraag ik: Is het parkeerterrein dat er nu is storender dan de troep die er verder op dat terrein is? Ik vind dat dat niet zo is. (De heer Ten Hoeve: Maar vindt u de troep die er ligt een uitgangs punt om over een plan te gaan praten? Als je een plan gaat maken ga je toch niet uit van: Er ligt een 19 verrotte situatie en die kunnen wij misschien iets beter maken. Dan ga je zoeken naar een mogelijk heid om er het beste van te maken.) Dat ben ik volledig met de heer Ten Hoeve eens. Maar ik dacht dat wij als raadsleden toch in onze overwegingen zouden moeten betrekken dat wij te eniger tijd daar een bepaalde verkeersvoorziening zullen moeten treffen, hoe dan ook maar; wij gaan daar straks iets doen. De plannen zijn vorig jaar door de raad afgewezen, maar wij zullen daar iets moeten doen. Het zou daarom naar mijn mening niet verantwoord zijn om nu op het terrein waarvan wij weten dat wij er bepaalde dingen moeten doen een voorziening te leggen die haast een blijvend karakter krijgt. Dan zou ik die voorziening heel anders willen hebben. Dan zou ik, als wij weten hoe de verkeersoplossing er uit komt te zien, in verband daarmee willen bepalen: Nu komt het bastion er zo uit te zien en wij proberen het zoveel mogelijk in ere te herstellen. Dan is de enige vraag die over blijft: Hoe tijdelijk is die zaak? Ik moet de heer Ten Hoeve gelijk geven dat het in onze gemeente heel vaak zo is dat tijde lijke dingen verschrikkelijk lang duren. Dat is het beroerde van dit geval, dat is het enige waar ik moeite mee heb: Hoelang zal dat daar nu liggen? Maar ik dacht dat wij daar als raad met elkaar wel wat aan konden doen. Wij kunnen er wel achteraan zitten dat het totale plan voor die hoek van de stad boven water komt. Dan kunnen wij meteen dat terrein zijn definitieve bestemming geven. Nu acht ik het een zeer aanvaardbare oplossing dat er wallen met groen er omheen komen en dat de auto's daar tussenin komen. Bovendien is het nog één van de doelstellingen van het binnenstadsplan dat de winkelbanaan opgepept moet worden en dat doen wij absoluut door daar een beetje parkeer gelegenheid te scheppen. Daarom hebben wij met dit tijdelijke plan ook echt geen moeite; wij vinden dat wij er verstandig aan doen en ook dat het goed is voor deze leefgemeenschap dat wij dit nu doen. De heer Rijpma (weth.): Nogmaals, er is mij verzekerd dat het technisch onmogelijk is om het materiaal weg te halen. Ik zeg niet dat het onmogelijk is om op de hoogte die het terrein nu heeft een aarden wal of walletje aan te brengen om enigermate tegemoet te komen aan de bezwaren; die wal plus de beplanting die daarop aangebracht zou kunnen worden zou dan een enigszins camouflerend karakter hebben. Ik zou nog eens heel nadrukkelijk willen zeggen dat wij voor dit gebied geen definitief plan hebben. Wij hebben het Hoeksterend nog steeds als een object van studie. Wij zijn bezig voor de binnenstad verdere plannen te ontwikkelen. Dat betekent dat wij te gelegener tijd, wanneer de binnenstad - ik weet niet of dat 5 of 8 jaar zal zijn - in zijn totaliteit onder bestem mingsplannen gelegd wordt, o.a. terug komen op die hoek; de raad kan natuurlijk ook beslissen dat het eerder gebeurt. Wij komen dan terug op die hoek, inclusief de bebouwing. Wij zullen voor het gebied van Leeuwarder Courant, Bonifatiuskerk, Tuinen e.d. een bestemmingsplan, een rehabilitatie plan, een veranderingsplan moeten vaststellen en daar hoort het Hoeksterend bij. Ik heb uit de op merkingen uit de raad gemerkt dat er heel wat sympathie is voor een reconstructie die de stad weer iets terug brengt van zijn oude glorie, zijn oude aanzien toen dat gebied nog grotendeels buitenkant van de stad was. Op het moment dat wij over een plan voor dat gebied gaan praten is m.i. de tijd gekomen dat wij weloverwogen moeten kiezen wat wij daar willen. Ik pleit er dus nogmaals voor om op dit moment niet meer te doen dan een oppervlakkige laag aan te brengen; en of dat nu met een visgraat of met een andere betekening moet gebeuren, of het met één uitgang moet of met twee of drie uitgangen is een zaak die nog eens in de Commissie Openbare Werken zou kunnen worden bekeken. Wij hebben hier wel vaker een beslissing genomen waarvan wij gezegd hebben dat er nog een acntal dingen nader in de Commissie Openbare Werken bekeken zouden moeten worden. Dat zouden wij ook op dit moment kunnen doen. Dat geldt voor mij ook t.a.v. het aanbrengen van een verhoging; hier en daar ligt al een verhoginkje om het terrein heen dat er van nature is blijven liggen en dat zou eventueel aangepast kunnen worden. Maar dat gaat uit van de bestemming die het plan op dit moment heeft, dus van het aanbrengen van eenvoudige voorzieningen d niveau voor een richt bedrag van ruim 2 ton. De Voorzitter: Handhaven de indieners de motie? De heer Geerts: Ik zou graag een voorstel van orde willen doen. Ik zou het op prijs stellen dat u ons i.v.m. de standpuntbepaling in onze fractie enige minuten schorsing zou willen toestaan. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij eerst de agenda verder afwerken en daarna even schorsen. Dan kan na de schorsing dit punt in stemming komen. De discussies zijn nu afgesloten, maar stand puntbepaling en stemming kunnen wel aan het eind van de vergadering plaats vinden. Kunt u daar mee akkoord gaan? De Raad gaat hiermee akkoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 10