24
niet op terug komen. Het is echter een feit dat dit geval het einde is van een triest avontuur waarvan
wij er misschien nog wel meer zullen krijgen. Wij hebben inmiddels voor een 40 miljoen aan garanties
afgegeven. Daar zit natuurlijk wat risico aan. Dit is dus één van die zaken met dat risico. Wat nu het
vreemde is met het verstrekken van die gemeentegarantie is dat dit een verplichting is die wordt op
gelegd door het rijk aan de gemeente, maar v/aarbij bepaald is dat de gemeente 50% van de stroppen
moet dragen, terwijl de normen vastgesteld worden door het rijk. Het rijk zal in het algemeen geen
stroppen lijden, omdat de rijksbijdrage die op de nieuwe woningen zit, de stroppen van het rijk zal
opheffen omdat dan de rijksbijdrage niet wordt uitgekeerd. Ik zou het college willen vragen om
voortaan bij het verstrekken van gemeentegaranties de nodige voorzichtigheid in acht te nemen en
m.n. streng de normen te hanteren die hiervoor gelden, dit niet alleen voor de gemeente zelf maar
ook voor de betrokken mensen, want ik dacht dat die er ook bij gebaat waren dat de gemeente in dit
geval als een soort objectieve raadgever aan het werk gaat; ik neem aan dat bouwers, makelaars en
financiers over hef algemeen niet zo objectief zullen zijn en tevreden zijn met het verstrekken van
een gemeentegarantie.
De heer Heidinga: Ik ben het wel een beetje met de heer Knol eens, maar ik zou toch nog een
opmerking willen maken en wel deze. Wij hebben in de jaren die voorbij gegaan zijn een hele partij
van deze garanties afgegeven, dat waren er een hele massa. Dit is de eerste of de tweede waarbij het
mis loopt. En dan meen ik toch te mogen constateren dat de vorige colleges die deze zaken behandeld
hebben dat heel knap gedaan hebben als ik zie dat dit bij al die garanties nog maar de tweede mis
kleun is.
Mevr. Smit: Ik dacht dat de gemeente op dit punt geen eigen richtlijnen kan vaststellen. De
gemeente is gebonden aan de richtlijnen die door hef Centraal Bemiddelings Orgaan worden vastge
steld. Die richtlijnen zijn onlangs nogal versoepeld en daardoor zal het risico in de toekomst mis
schien nog wel wat groter worden.
De heer Eijgelaar (weth.): Ik kan de heer Knol verzekeren dat wij bijzonder voorzichtig zijn met
het verstrekken van garanties. Wij krijgen natuurlijk de adviezen binnen van hef bemiddelend orgaan,
maar die zijn niet bindend. Wij kunnen daar beperkingen op aanbrengen en dat doen wij ook regel
matig. Het is niet zo dat wij verplicht zijn om deze garanties zo te verstrekken als door het bemidde
lend orgaan wordt geadviseerd. Bij herhaling weigeren wij garanties die door het bemiddelend orgaan
goedgekeurd zijn. Dat is dan de zekerheid die wij inbouwen. Ik kan u verzekeren dat wij nog steeds
bezig zijn naar middelen te zoeken om meer zekerheid te krijgen opdat wij in de toekomst niet voor
nog meer van dit soort "verrassingen" komen te staan. Natuurlijk loopt hef wel eens mis zoals ook in
dit trieste geval gebeurd is. Maar ik ben het met de heer Heidinga eens dat er op een aantal van ruim
400 - zoveel lopen er ongeveer op dit moment - toch maar een betrekkelijk laag percentage
mislukkingen voorgekomen zijn. Daar komt nog iets bij. Wanneer wij onze normen veel strenger maken
dan de rijksoverheid dat doet dan betekent dat dat de geldgevers ook kritischer gaan worden, met
alle gevolgen van dien. Wij proberen zoveel mogelijk zekerheid te krijgen, maar wij willen daarbij
ook zoveel mogelijk de normen van de rijksoverheid volgen.
6. Verbeteren en uitbreiden van de parkeergelegenheid aan het Hoeksterend.
De heer Knol: Ik neem aan dat dit punt nog even aangehouden wordt.
De Voorzitter: Ja, dat is zo. U dacht dat u anders straks niets meer zou mogen zeggen. Punt 6
blijft nog even buiten de stemming tot een beslissing is genomen over punt 15.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de door de
voorzitter mondeling aangebrachte wijziging en met dien verstande dat over punt 6, Gemeente
begroting, nog geen beslissing wordt genomen.
De Voorzitter schorst, om 22.30 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 22.45 uur, de vergadering.
Punt 15 (vervolg).
De Voorzitter: Wij hadden de discussies over dit punt al afgesloten. Wij hoeven alleen nog maar
te stemmen. Ik neem aan dat de heren Ten Hoeve en Buising hun motie handhaven.
De heer Ten Hoeve: Ik zou nog graag een korte toelichting willen geven. Deze motie houdt
beslist niet in dat er op dit moment een keuze gedaan wordt. Er wordt gevraagd om een nieuw plan,
noem het maar plan-C, te ontwerpen. Dat plan gaat uit van een wal aan de grachtzijde en niet van
verdieping van het geheel. Ook gaaf de motie uit - dat sluit aan bij het verhaal dat ik gehouden heb -
van een tijdelijke oplossing van dit geheel. De motie wordt ingediend namens de hele fractie van de
P.v.d.A.
De motie van de heren Ten Hoeve en Buising wordt aangenomen met 21 tegen 16 stemmen. Tegen
stemmen de dames E.N.J. Smit, M.M.Th. Visser-van den Bos en A. Willemsma-de Jong en de heren
J. de Beer, G.F. Eijgelaar (weth.), O. Heidinga, H. Jansma, C. de Jong, J. de Jong, A. Klomp,
W.S.P.P. de Leeuw, W. Miedema, C.L. Rijpma (weth.), N. Sterk, L. Visser en K. Weide (weth.).
De Voorzitter: Dit betekent dat hef voorstel van b. en w. niet meer in stemming komt en dat deze
post ook geschrapt wordt bij punt 21 (Gemeentebegroting, punt 6).
De Voorzitter sluit, om 22.50 uur, de vergadering.