8 belang. Er blijven bij dit plan, dacht ik, wel een paar moeilijke vraagpunten over, speciaal wat betreft de spoorweg naar Groningen. Als wij ons daar echter al te veel van zouden aantrekken dan komen wij natuurlijk nooit met iets klaar, dan blijven wij altijd maar proberen om alles vooraf te regelen en vast te stellen. Als wij dus stappen in deze richting doen dan geloof ik wel dat het de goede richting is. Een aardigheid bij het vaststellen van dit plan is dat, nu de raad definitief een streep zet onder de geplande Schranstunnel, wij dat krediet ook niet besteden, want nu nemen wij definitief afscheid van dit plan. Het komt natuurlijk wel meer voor dat de tijd bepaalde dingen achter haalt. (De Voorzitter: Dan hoef ik dus ook niet meer precies te weten waar die ligt.) (Gelach) Dat weet u wel, dat was al een uitgemaakte zaak. Ik hoop alleen maar dat er door het vaststellen van dit plan geen slechtere oplossing uit de bus komt dan één van de vorige gemeenteraden al had vastgesteld. Ik heb nog één opmerking over het plan zelf. Er staan op het plan 3 bruggen over de Potmarge, één grote in de Oostergoweg, één voor het verlengde van de Sixmastraat en één helemaal in het noorden van het plan vlak tegen de spoorlijn aan die toegang geeft tot de Schrans via het weggetje dat naast het terrein van de Gemeentereiniging langs loopt. De aanleg van de meest noordelijke brug acht ik niet gewenst. Als wij die brug daar zouden maken dan wordt de mogelijkheid geschapen dat de mensen vanuit de Sixmastraat, van de kantorencomplexen daar en van de kantorencomplexen die eventueel op het Lijempfterrein zullen worden gebouwd, via die brug en die weg de Schrans kunnen bereiken. Dan bereiken ze de Schrans op een plaats die ik persoonlijk hoogst ongelukkig vind, n.l. vlak voor de spoorwegovergang. Die brug geeft b.v. ook de mogelijkheid om de stoplichten in de Schrans, bij de Huizumerlaan, te ontlopen; je kunt als het ware kortsluiten. Nu is het wel zo dat wij daar toch al verkeer op de Schrans zullen krijgen, want op de plaats waar vroeger het terrein van de Gemeentereiniging was, waar later de veiling was en waar nu Wiersma zit is ook een kantoor gepland. Dit is niet zo'n heel groot complex, het is 10 meter hoog, maar het geeft 100% bebouwing aan. De mensen die daar eventueel komen te werken zullen daar vandaan naar de Schrans moeten, dat is zo logisch als wat. Die mensen zullen daar ook hun auto's mogen parkeren en zo. Wat betreft de door gang vanaf de Sixmastraat en vanaf het hele grote Lijempfterrein - daar kan heel wat staan, er kun nen veel mensen komen te werken -, zou ik het betreuren dat er een brug kwam die daar toegang geeft tot de Schrans. Die brug is op het plan lOj meter breed, hij is dus ook echt als een verkeersbrug bedoeld. Als wij nu eens een verandering aanbrachten en het een brug zou worden voor fietsers en voetgangers, dan zou ik er volledig vrede mee hebben. Voor de mensen die in die kantorencomplexen komen te werken en via dat weggetje het spoor en het busstation kunnen bereiken vind ik dit wel een belangrijke zaak. Wij zouden dan de breedte van de brug terug kunnen brengen tot 4i meter, een paar meter voor de fietsers, een paar meter voor de voetgangers en aan beide kanten een leuning, dacht ik. Ik zou bijzonder graag willen dat het college deze suggestie overnam. Als dat niet gebeurt dan hangt het van het antwoord van de wethouder af of ik in tweede instantie daarover een voorstel zal indienen. De heer Janssen: Het volledig realiseren van dit bestemmingsplan hangt in grote mate af van de verwerving van het terrein van de Lijempf door de gemeente. Zoals u in de raadsbrief schrijft is het niet mogelijk tot een sluitende exploitatie te komen als de kosten van aankoop op het bestemmings plan blijven drukken. Het is echter nog geenszins zeker dat de Lijempf zal gaan verkopen en dat het rijk deze zaak gaat subsidiëren. Hiermee staat het plan nog voor de vaststelling al op losse schroeven. Bovendien heeft de Lijempf een bezwaarschrift ingediend en is voornemens oostelijk van het bestaande fabriekscomplex te bouwen. Ik heb ook nog een aantal opmerkingen over het bestemmingsplan zelf. In de raadsbrief schrijft u op pag. 3 bovenaan dat u, om een aanvaardbare overgang met de bebouwing aan de Schrans te krij gen, denkt aan een maximale bouwhoogte in de noordwestelijke hoek van 12 meter. De plankaart geeft een hoogte aan van 10 meter. Ik wil graag weten wat juist is. Op de ter inzage gelegde plan kaart staat een doorbraak van het parkeerterrein naar de Schrans aangegeven bij de percelen 4844 en 4848. Bent u al begonnen met de onderhandelingen daarover? Op de kaart die bij het plan hoort en die in het plan zit heb ik daarover niets kunnen vinden. Ten oosten van de geprojecteerde Oostergoweg staat op 30 meter afstand een lagere school. Blijft deze school hier gehandhaafd? Zo ja, dan is de afstand van 30 meter bij een drukke weg volgens mij te klein. Ik dacht dat men daar veel last kreeg van lawaai-overlast. Bij dit plan hebben wij te maken met een vlekkenplan waarvan de uitwerkingsbevoegdheid is gedelegeerd aan b. en w.; het is zelfs een uitwerkingsplicht". Mijn fractie zou het zeer op prijs stellen als wij deze uitwerkingsplicht, als bedoeld in artikel 11,1e lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, aanvulden met de bepaling dat het uitwerkingsplan niet anders wordt vastgesteld dan over eenkomstig de uitspraak van de raad. Wij hadden vanavond bij de mededelingen het plan Cammingha- buren. Daar zit precies dezelfde clausule in en die wilden wij ook graag op dit plan toepassen. Verder heb ik nog een aantal opmerkingen betreffende de voorschriften van het plan. Artikel 7 gaat uit van een winkelbestemming met maximaal één woonlaag. Er zijn echter aan de Schrans een aantal gebouwen die meer dan 2 bouwlagen hebben. Deze hogere bouwlagen komen nu ten onrechte onder het overgangsrecht. De bestemming is dus niet geheel op de werkelijke situatie afgestemd. Aan de Schrans wordt hier en daar ook nog op de begane grond gewoond; dat is dus ook niet in overeen stemming met het beschrevene. In artikel 10, lid 1, is het bouwen van een dienstwoning toegestaan. Er wordt echter geen oppervlakte of hoogte van de dienstwoning aangegeven. Dit is misschien wel wat een formeel punt, maar men zou hier onbeperkt kunnen gaan bouwen wat hoogte en oppervlakte betreft. Volgens artikel 19 kun je wel de bestemming verkeersdoeleinden wijzigen in kantoordoel einden, maar niet andersom. De woorden "en 17" in artikel 19, onder c, zijn dus niet relevant. Immers, artikel 17 is niet op de nieuwe bestemming kantoren van toepassing. Dan kom ik bij artikel 25, de strafbepaling. In die strafbepaling is ten onrechte niet de overtreding van het gebruiksverbod in artikel 23 strafbaar gesteld. De verwijzing naar artikel 23, lid 1moet dus nog in artikel 25 opgenomen worden. Gebeurt dit niet dan is het plan niet te handhaven, want dan kan men er van olies in vestigen. Met inachtneming van mijn opmerkingen zal mijn fractie overigens wel met het plan akkoord gaan. Wij wachten graag het antwoord van de wethouder af. De heer Van der Wal: In grote lijnen kunnen ook wij akkoord gaan met dit bestemmingsplan. Toch heb ik nog wel enkele opmerkingen. Op pag. 1 van de raadsbrief, ongeveer in het midden, schrijft u - ik citeer dit stukje even -: "Daarbij" - dit betreft het onderzoek - "zijn wij" - b. en w. - "tot de conclusie gekomen dat langs de zuidelijke begrenzing van de binnenstad een zone kan worden gecreëerd, die voor de voorziening in de bovengeschetste behoefte" - kantoorbehoefte - "uitermate geschikt moet worden geacht. In deze zone kunnen naar onze mening bijvoorbeeld worden opgenomen de Klanderijbuurt, Tulpenburg en het gebied ten zuiden van de Potmarge. Ook het terrein van de B.V. Lijempf dat is gelegen tussen de Potmarge en het gebied Tulpenburg past o.i. in de gedachte stedebouwkundige opzet." Even verder staat er dan op dezelfde pagina: "Wij streven er dan ook naar de bestemming van deze zone in het kader van de ruimtelijke ordening zo spoedig mogelijk vast te leggen." Hoewel wij er begrip voor hebben dat in de nota de noodzaak is aangetoond om te komen tot een realisering van ongeveer 6,7 ha voor de dienstensector gaat het ons veel te ver om nu alvast, m.n. wat de wijken Tulpenburg en Klanderijbuurt betreft, die wijken te bestempelen als toekomstig gebied voor kantoren. Wij hebben hier wat betreft het Lijempfgebied geen bezwaar tegen. In de raadsbrief wordt echter naar aanleiding van dit bestemmingsplan duidelijk gesuggereerd dat Tulpen burg en Klanderijbuurt samen met het Li jempfgebied, samen met de omgeving Sixmastraat en even tueel ook nog samen met het gebied waar de Parkstraten afgebroken zijn, als één grote kantoren zone zal worden bestempeld, met daarin de nodige wegen, groen enz. Bij onze fractie ontmoet dat grote bezwaren. Wij hebben grote bezwaren tegen het creëren van een monocultuur in zo'n groot gebied. Wij hebben op zich geen bezwaren tegen kantorenbouw - liefst aangepast maar het kan des noods ook grootschalige kantorenbouw zijn -, maar wij hebben wel bezwaren tegen de bouw van alleen kantoren in die gebieden. Wij gaan er wel mee akkoord om het Lijempfgebied voor kantoren bouw te bestemmen, maar wij vinden het niet juist om zonder meer de Hollanderdijk - die wordt in de discussie ook wel meegenomen -, de Klanderijbuurt, de wijk Tulpenburg, het Lijempfgebied, de Sixmastraat en de Parkstraten als kantorengebied te bestemmen. U schrijft in de raadsbrief: "Wij streven er dan ook naar de bestemming van deze zone in het kader van de ruimtelijke ordening zo spoedig mogelijk vast te leggen." Nu dacht ik eigenlijk dat wij in 1974 een structuurplan hadden aangenomen voor de hele gemeente, tenminste de raad heeft in meerderheid het structuurplan in 1974 aangenomen; Axies was alleen tegen, maar dat is in dit verband natuurlijk niet zo belangrijk. Ik heb dit vrij recente structuurplan er eens op nageslagen en onder hoofdstuk 7, Werkgebieden, punt 3, het benodigde terreinoppervlak voor de dienstensector - ik ga dan even voorbij aan de kwantita tieve gegevens die er in staan want ik kan mij best voorstellen dat er in de tussentijd wei iets veranderd is -, staat helemaal niet vermeld waar de uitbreiding voor de dienstensector zal moeten plaats vinden. Ik heb toen het kaartje dat bij het structuurplan zat eens bekeken en als ik dan kijk naar de gebieden die u nu in de raadsbrief, die zegge en schrijve een jaar na het structuurplan komt, noemt dan zie ik niets van een kantorengebied rond Tulpenburg, rond de Klanderijbuurt, op de plaats van de Lijempf enz. Daar staat gewoon industrie en nog wat. Er staat helemaal niets van kantorenbouw. Ik vraag mij dan ook af - ik heb mij dat toen ook al afgevraagd, vandaar dat wij toen tegen het structuurplan hebben gestemd - wat ons hele structuurplan eigenlijk voorstelt. Als wij zulke toch eigenlijk ver gaande beslissingen, waar dit een eerste stap van is, helemaal niet terug kunnen vinden en als die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 5