uitgangspunten uitgegaan, waardoor het onnodig duur maar ook niet mooi is geworden. Hoewel ik het liefst het Hoeksterbastion niet veranderd zou zien in een parkeerterrein, maar liever een parkeer terrein zou zien aan de overzijde bij de Oostersingel, door middel van een voetbrug over de gracht verbonden met de binnenstad, kan ik er toch mee instemmen dat er aan het Hoeksterend een parkeer terrein komt, dit vooral met het oog op de belangen van de Voorstreek, het einde van de winkel banaan. Maar een andere inrichting van dit terrein lijkt mij mogelijk. Mij staat voor ogen een groene wal aan de kant van de stadsgracht, mogelijk met daarbij een geringe verlaging van het terrein. In ieder geval zal er volgens mij maar één ingang tot het terrein moeten komen, dit in verband met de verkeersveiligheid; uw voorstel behelst drie toegangen, waaronder één vlak bij een kruispunt met verkeerslichten. Langs die groene wal zou een pad moeten komen tot aan de Kazerne. Het terug brengen van groen in de binnenstad is van groot belang; weth. Rijpma zal dat ongetwijfeld met mij eens zijn. Hier kan dat en op wat voor manier. Het groengebied, gevormd door Westerplantage, Noorderplantage, Prinsentuin, een deel van de Wissesdwinger en de Arendstuin, kan worden uit gebreid met een stuk groen, lopend van de Noorderweg over het Hoeksterbastion tot aan de Amelands dwinger. Het is op grond van wat ik net betoogd heb dat ik u vraag het voorstel betreffende het parkeer terrein Hoeksterend terug te nemen en opdracht te geven een nieuw plan te ontwerpen. Afhankelijk van het antwoord van de wethouder overweeg ik over dit punt een motie in te dienen. De heer Van der Wal: Ik kan na dit hartverwarmende betoog van de zijde van de P.v.d.A. - ik heb uit die hoek ook wel eens andere geluiden gehoord, maar dat was voor de heer Ten Hoeve zijn tijd - kort zijn. Ik kan instemmen met zijn voorstel dit plan terug te nemen en te komen met een plan zoals hij dat in grote lijnen geschetst heeft. Ik kan het eigenlijk niet laten iets te zeggen over punt 5, onderaan pagina 1 van de raadsbrief (verschillen tussen beide plannen). Er staat: "Van de zijde van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg bestaan geen bezwaren tegen het verbeteren en uitbreiden van de parkeergelegenheid op basis van plan-A; voor het uitvoeren van plan-B zal wegens een wezenlijke aantasting van een beschermd monument (omwallingen en bolwerken rond de binnenstad) een vergunning nodig zijn van de minister van C.R.M. Het is ons gebleken dat het zeer twijfelachtig is dat deze vergunning zal worden verleend. Ik meen te weten dat de gemeente Leeuwarden zich ook wel eens niets van die vergunningen heeft aangetrokken; ik moet er bij zeggen dat het niet dit college was dat zich daar niets van heeft aan getrokken. Ik kan echter niet nalaten om te zeggen dat ik het toch een beetje vreemd vind dat dit punt nu zo naar voren wordt gebracht, terwijl dat bij vorige gelegenheden volledig onder de tafel is geveegd; dat is nog niet eens zo lang geleden. (De Voorzitter: Er is niets onder de tafel geveegd.) Ik denk aan de Westerplantage waar de heer Ten Hoeve zo voor gestreden heeft. De heer C. de Jong: |n tegenstelling tot de vorige sprekers kan ik meedelen dat onze fractie wel akkoord kan gaan met het voorstel zoals u dat hebt geformuleerd, a. omdat het een tijdelijke oplos sing is, b. omdat het B-plan te duur is en c. omdat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bezwaar zou hebben tegen het verlagen van het terrein. Wel vragen wij u of het geen aanbeveling verdient om bij de parkeergelegenheid het visgraatmodel te hanteren, waardoor het in- en uitrijden persé gemakkelijker is dan bij de haakse opstelling zoals die thans op de tekening is te zien. Verder vraag ik u wanneer dit plan gerealiseerd kan zijn. Wat betreft het betaald parkeren wil ik graag de nota die in voorbereiding is afwachten. De hear Singelsma: Ik kin de wurden fan de hear Ten Hoeve folslein underskriuwe. Ik hoopje dat hy mei in foorstel komt yn dizze rjochting. Ik miende ek al dat it gemeentebistjur wol fielt foar aksidentearre terrein sjoen syn plannen oan it Kealledykje; dy binne yntusken wer hwat forlitten fansels. It gemeentebistjur hat wol ienige erfaring yn it opsmiten fan heuvels en sa hwat, dat ik nim oan dat ek tsjin dit plan net al to folie biswier bistiet. Ik sil it foorstel fan de hear Ten Hoeve fan herte underskriuwe en der foar stimme. (De heer De Vries (weth.): U bent nog wat te vroeg.) Ik bin hwat to bitiid, mar ik tink: De P.v.d.A.-fraksje hat hwat goed to meitsjen nei it débakel fan it FIiet en sa(De heer Ten Brug (weth.): Dat was niet deze fractie.) Sil Ie wy der mar net fierder oer prate? (De heer Ten Brug (weth.): Nee, dat is ook beter.) (Mevr. Brandenburg*-Sjoerdsma. Bij deze fractie was het nog half om half, terwijl de overkant in zijn geheel voor was.) Ja, mar fan dy fraksje for- wachtsje ik hielendal net dat dy foar it foorstel fan de hear'Ten Hoeve wêze sil. De heer J. de Jong: Ik voel wel veel voor hetgeen de heer Ten Hoeve stelt, maar voor mij is het de vraag of het technisch uitvoerbaar is. Hierbij kom ik even terug op de besprekingen in de Commis 17 sie Openbare Werken waar deze zaak breedvoerig aan de orde is geweest en waar de deskundigen hebben gesteld dat de terreingesteldheid van dien aard is dat uitdiepen van het terrein enorm veel kosten met zich meel brengt. U stelt, ook met het oog op het doortrekken van de Noorderweg aan sluitend op de Oostersingel, dat dit een tijdelijke voorziening is en ik vraag mij af of wij hier op het ogenblik wel zoveel drukte om moeten maken. Ik geloof dat het belangrijker is dat wij mede uit economisch belang de middenstand in de binnenstad helpen door hier parkeergelegenheid te scheppen. De heer Rijpma (weth.): Ik zal niet ingaan op de inleiding die de heer Ten Hoeve heeft gehouden; ik geloof niet dat dat nodig is in het kader van dit voorstel. Ons voorstel heeft betrekking op een tijdelijke voorziening. In het structuurplan voor de binnen stad is het Hoeksterend nog steeds een object van studie gebleven; de verkeersvoorzieningen die daar getroffen moeten worden moeten nader bestudeerd worden. Op het ogenblik wordt er even gewacht tot er meer gegevens over het verkeersmodel bekend zijn, maar die studie zal gemaakt moeten worden. Afhankelijk van het resultaat van die studie zal het Hoeksterend definitief ingericht moeten worden. Dit is dus duidelijk een interim-plan dat o.a. moet voorkomen dat het er daar een aantal jaren - ik v/eet niet of het 3 of 5 of 7 jaren zullen zijn - bij ligt op een wijze die voor Leeuwarden een slechte voordeur van de binnenstad zou zijn. Om te voorkomen dat het daar een troep wordt en om te bereiken dat het terrein een nuttige bestemming krijgt is dit voorstel gedaan. Het gaat uit van het zeer opper vlakkig aanbrengen van een afdeklaag. Met opzet is in ons voorstel een zeer oppervlakkige afdeklaag aangegeven omdat er zich, wanneer ook maar op geringe wijze in dat bolwerk gegraven wordt, onvoorstelbaar grote problemen gaan voordoen. Er zit n.l. in dat bolwerk meer beton dan één van ons zich kan voorstellen. Wat er precies in zit weet ik niet, maar er is mij gemeld dat er o.a. teervaten inzitten; dat schijnen betonnen constructies te zijn van aanzienlijke dikte en aanzienlijke diepte. Wanneer er hier en daar 50 cm geschraapt zou moeten worden, als ik het zo mag noemen, dan bete kent het dat de pneumatische hamer er aan te pas moet komen en dat de kosten van die pneumatische hamer, inclusief de bediening, betaald zullen moeten worden. Er zitten blokken beton in die niet afgeschraapt kunnen worden, maar die volledig uit de grond verwijderd zouden moeten worden met mechanische hulpmiddelen. Dat betekent dat, wanneer plan 2, waar is gerekend met verwijderen van alle obstakels tot een diepte van 1 ,50 meter en het daarna egaliseren van het terrein, herzien wordt in die zin dat het terrein maar 50 cm verdiept zou worden, de kosten door alle bezwaren die er in de terreingesteldheid zijn op zijn hoogst terug lopen met 50.000,inclusief de geringere bestrafing die op de taluds aangebracht zou behoeven te worden. Dat betekent dat een afgraven van het terrein tot geringe diepte toch een bedrag vergt van meer dan 4 ton om dit terrein tijdelijk in te richten. Hef college heeft er bezwaar tegen om voor het inrichten van deze tijdelijke voorziening zo'n groot bedrag uit te trekken en geeft er de voorkeur aan om de tijdelijke voorziening wel zo netjes mogelijk temaken, maar het te besteden bedrag binnen redelijke perken te houden. De opmerking die wij gemaakt hebben over de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is, dacht ik, terecht. Alle plannen die op de binnenstad betrekking hebben passeren op het ogenblik een commissie waarin C.R.M. vertegenwoordigd is. Wij zouden u tekort doen wanneer wij de opmerking van C.R.M. niet te uwer kennis zouden brengen. (De heer Van der Wal: Dat is een hele vooruitgang.) Ik meen dat wij het voorstel dat wij gedaan hebben moeten handhaven in de vorm waarin wij het voorge'egd hebben. De heer Ten Hoeve: Voor ik op de eigenlijke zaak inga wil ik nog even een paar andere opmer kingen maken. De heer Van der Wal heeft al eens vaker gemeend opmerkingen in de richting van de P.v.d.A.-fractie te moeten maken. Ik dacht dat hij met de standpuntbepaling van zijn eigen fractie genoeg werk had. Ik zou hem aan willen bevelen - uiteraard via u, mijnheer de voorzitter - zich daar maar bij te houden. De heer Singelsma spreekt over "iets goed maken". In deze tijd met de mogelijkheden en de moeilijkheden die wij nu hebben bepalen wij nu ons standpunt. Om op de zaak van het Hoeksterend terug te komen, er wordt door de wethouder nogal uitvoerig ingegaan op de technische aspecten en m.n. op het afschrapen. In mijn verhaal heb ik gevraagd - dat is het uitgangspunt van het geheel - of het mogelijk is om een wal aan te leggen met eventueel, als dat nodig is, afschrapen daarbij. Is dat technisch mogelijk? Ik heb gezien dat men in plaatsen als Zwolle, Sloten en zelfs in een kleine plaats als Boertange in staat is om een wal op straathoogte aan te leggen zonder dat die wegzakt of wat dan ook. Die mogelijkheid zou ook hier te bekijken zijn. Ik ben er van overtuigd dat met wat inventiviteit de mogelijkheden te vinden zijn. Over het tijdelijke van de voorziening heb ik zopas ook al iets gezegd. Veel dingen die wij in de stad hebben, hebben een tijdelijke bestemming gekregen, maar ze liggen er lang. Ik heb per soonlijk - ik weef dat dat subjectief is - grote vrees, gezien alle plannen die ook tot uitvoering

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 9