2 16. Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van lesgeld voor het volgen van onderwijs aan de afdeling amateuropleiding van het Gemeentelijk Muziekinstituut (bijlage no. 280). 17. Verlenen van medewerking bij het tot stand komen van een drietal clubhuizen (bijlage no. 276). 18. Goedkeuren jaarrekening 1974 Stichting Théskinkerij Prinsetdn (bijlage no. 258). 19. Brieven van de heer P. Aarnout, Valeriusstraat 101b inzake klachten over de onderhoudstoestand van o.m. zijn woning en tuin, alsmede brief van de huurdersvereniging Het Westen over onder houdstoestand woningen (bijlage no. 271). 20. Financiële medewerking door de gemeente aan de Stichting Centrale Ontvangst Televisie en Radio te Leeuwarden voor de aanleg van een stadsnet (bijlage no. 270). 21 Schade aan elektriciteitskabels Snekertrekweg (bijlage no. 272). 22. Wijzigen Uitkerings- en pensioenverordening wethouders (bijlage no. 266). 23. Wijzigen salarissen gemeentesecretarissen en -ontvangers per 1 augustus 1975 (bijlage no. 267). 24. Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten (bijlage no. 275). 25. Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van veemarktrechten (bijlage no. 111). 26. Nieuwbouw van het politiebureau (bijlage no. 274). 27. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van diverse takken van dienst voor het dienstjaar 1975 (bijlage no. 279). 28. Benoemen van een lid van de Commissie voor de Straatnaamgeving (bijlage no. 263). De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad. Ik stel voor dat wij met onze werkzaamheden beginnen. Punt 1. De Voorzitter: In de kop van het verslag van de eerste vergadering van afdeling VI staat dat die gehouden is op 23 maart 1975. Dat moet 25 maart 1975 zijn. De notulen worden vastgesteld met inachtneming van de mondeling door de voorzitter aangebrachte wijziging. Punt 2. De heer Reumer (secr.): De heer Van der Veen heeft meegedeeld vanavond de vergadering niet te kunnen bijwonen en de heer Spoelstra komt iets later. Rondgezonden mededelingen. Sub A, B en C. De berichten en de brieven worden voor kennisgeving aangenomen. Sub D. De verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub E en F. Besloten wordt overeenkomstig het door b. en w. voorgestelde. Punt 3 (bijlage no. 278). De heer Geerts: Voor de reorganisatie van het binnenlands bestuur is uitgegaan van een drietal doeleinden, n.l. dat taken die door maatschappelijke en technische ontwikkelingen te zwaar zijn geworden voor de gemeente overgeheveld zullen worden van de gemeente naar de provincie, dat gedecentraliseerd zal moeten worden op het punt van de financiën - dat zou dan inhouden dat een deel van de taken op het gebied van de financiën van het rijk naar de provincie overgeheveld zou worden - en dat er een kader geschapen zou moeten worden waarin op regionaal niveau voorzienin- gen op velerlei gebied volgens plan en gecoördineerd worden voorbereid en waarin regionale besturen met eigen bevoegdheden kunnen optreden als gesprekspartner voor de rijksoverheid. Bij de presentatie is gesproken over het begrip complementair bestuur, d.w.z. besturen op verschillende bestuurslagen zouden dan gezamenlijk geroepen zijn tot het volbrengen van de bestuurstaak met de gezamenlijke beleidsconceptie. Wat zien wij van al deze fraaie volzinnen en fraaie uitgangsgegevens in de praktijk. Als wij kijken naar het punt van decentralisatie dan zien wij dat eigenlijk van de decentralisatie van het rijk naar de provincie niets concreet is uitgewerkt. Daar tegenover staat dat een zeer aanzienlijk deel van het takenpakket van de gemeente naar de provincie zal worden overgeheveld. Het genoemde punt van het complementair bestuur is ook niet uitgewerkt. Weliswaar staat in de memorie van toelichting op de begroting van Binnenlandse Zaken een verwijzing naar de Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening, waarin sprake is van hei z.g. basis-akkoord, waarbij dan vermeld wordt dat aan dat akkoord door een interdepartementale werkgroep gewerkt wordt. Dat is dan alles. Over de hele institutionalisering van dat complementair bestuur wordt niet gesproken. In schrille tegenstelling tot dit weinig uitgewerkte geheel staat dan de uitwerking van het ver plaatsen van gemeentelijke taken naar de provinciale overheid. Heel expliciet zijn een aantal taken beschreven die overgedragen zouden moeten worden van de gemeente naar de provincie. Er is ook sprake van een minimum lijst van de gemeente en als je die lijst bekijkt is het aantal taken dat voor de gemeente over blijft zeer gering. Ik kan u zeggen dat wij tegen de voorstellen zoals die zijn uitgewerkt in het wetsontwerp grote bezwaren hebben. In de eerste plaats hebben wij het idee dat de democratie het heeft moeten ver liezen van de technocratie. Het is duidelijk dat de rijksoverheid een dikke vinger in de pap wil hebben - zij wil de procedure stroomlijnen - en men heeft ook gemeend een aantal gemeentelijke taken naar een „hoger" niveau te moeten brengen en dat hoger wil ik dan persoonlijk nadrukkelijk tussen aanhalingstekens zetten omdat ik vind dat het uitgangspunt van de overheid moet zijn dat elk bestuursniveau op zijn minst gelijkwaardig is. Zij hebben alleen een verschillende functie en dat is dan ook het enige verschil tussen de drie niveaus. Ik wil toch wel even uitdiepen wat ik bedoel met de constatering dat de democratie het verliest van de technocratie. Als u ziet dat in de voorstellen sprake is van een provinciaal bestemmingsplan dan kunt u daar meteen uit afleiden dat het aantal bestuurlijke taken van de provinciale overheid enorm zal uitbreiden. Toch zullen dezelfde bestuurders die dat nu doen dat moeten bewerken en het is een duidelijk punt dat het accent van de bestuurders naar de technocraten verschoven zal worden. Het zal ook aanleiding geven tot een stuk verbrokkeling in het beleid. Als ik alleen mag noemen dat in de voorstellen sprake is van een gemeentelijk structuurplan waar tegenover dan een provinciaal structuurplan staat, een gemeentelijk bestemmingsplan waar tegenover dan een provinciaal bestem mingsplan staat en afhankelijk daarvan aanlegvergunningen die gegeven worden óf door de provincie bf door de gemeente, bouwvergunningen die gegeven worden óf door de provincie óf door de gemeente. Zo kan ik nog een hele lijst van dingen opnoemen waarvan de burger echt niet weet bij wie zij thuis horen. U zult daar een lappendeken van plannen en voorschriften vinden en dat op hetzelfde gemeen- telijkegebied. Het zal een erg ondoorzichtig geheel worden en bij de burger zal daardoor zeker een stuk rechtsonzekerheid ontstaan. Vervolgens kan ik constateren dat er toch een stuk vermenging van verantwoordelijkheden zal optreden daar waar de provincie zowel als controlerend apparaat optreedt als als uitvoerend apparaat. Het is een duidelijke zaak dat op deze wijze geen integrale beleidsplan ning mogelijk is op het lokale niveau voor de volle breedte van het takenpakket. Het is hier duide lijk dat ten behoeve van de efficiency de lokale democratie toch wel geweld wordt aangedaan. Wij vinden als fractie dat een open systeem noodzakelijk is waarbij ieder bestuursniveau alle verant woordelijkheden moet hebben en dat er alleen een scheiding is in de uitvoering van taken daar waar sprake is van een verschillende functie van de verschillende overheidsapparaten. Een negatieve lijst van taken wijzen wij daarom ook af. Wij wensen de volle verantwoordelijkheden voor alle zaken waar de overheid mee annex is. Wij hebben de indruk dat dit wetsontwerp in haast geboren is. Men had gezien dat de vierde bestuurslaag af te raden is en onder het motto "nu moet er maar eens wat gebeuren" heeft men dit wetsontwerp in elkaar gestampt. Wij kunnen u zeggen dat wij het een niet erg bevredigend wetsont werp vinden en kunnen u dan ook meedelen dat wij ten volle staan achter het concept-ontwerp dat boorde commissie uit onze raad gemaakt is. Wij verzoeken u dan ook te bewerkstelligen dat in de toekomst een ieder die daarmee te maken heeft dit ontwerp ten sterkste zal verdedigen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 2