34 zoals aanvankelijk op de lijsten die vorig jaar zijn vastgesteld was aangegeven. Toen is de onderhan deling met het ministerie met spoed aangevangen. Er moest een plan besteksklaar worden gemaakt. Er is contact geweest met het ministerie i.v.m. de 12 miljoen en de 9 miljoen. Wij hebben toegezegd op een vraag van die kant dat wij omstreeks half oktober met de benodigde stukken in Den Haag zouden zijn. Het wordt wat later maar daar is al overeenstemming over; a.s. woensdag hopen wij een gesprek te hebben op het ministerie om er dan als het enigszins kan uit te komen om dan een tijdlang - ik hoop niet zo lang - in de hoop te leven dat wij aanmerkelijk eerder kunnen bouwen dan aanvanke lijk in de bedoeling lag. De vragen over de financiële affaire m.b.t. het verband tussen dit complex en het zwembad/ sporthalcomplex aan het Kalverdijkje kunnen beter door collega Weide worden beantwoord. De heer Weide (weth.): Ik heb er niet zoveel aan toe te voegen. Wij hebben goede hoop dat, nu wij de eerste palen geheid hebben voor het zwembad, wij ook zeer spoedig zullen kunnen beginnen met de sporthal. De exploitatie van deze sporthal heeft dus geen invloed op de exploitatie van de sporthal die wij nu aan u voorstellen. De heer Schaafsma: Het is kostelijk te horen hoe de heer Ten Brug om de hete brij heen draait, maar hij heeft één ding gezegd dat mij niet aanstaat. Er zijn m.n. bij deze 3 scholen 2 krepeergeval- len, dat zijn de Wopke Eekhoff-mavo en de stedelijke scholengemeenschap; die laatste school heeft met zijn dislokatie lang genoeg in de puree gezeten. Eén van de opmerkingen van de wethouder was dat de noodlokalen van Achter de Hoven eventueel nog zouden kunnen worden gebruikt. Dat vind ik eerlijk gezegd een beetje vreemd want de stedelijke scholengemeenschap heeft lang genoeg gewacht op het nieuwe gebouw. Moet die nu nog een keer in de dislokatie geslingerd worden? Dat zie ik niet. Ik dacht dat u met de prognoses van de scholengemeenschap en de mavo al ver boven de 1.200 leer lingen uit komt binnen 2 jaar. Ik ben van mening dat dan een van de 3 scholen domweg geen plaats heeft in deze formatie. Als u zelf zegt dat er in de verste verte geen mogelijkheid is om deze nieuwe school uit te breiden dan lijkt het mij beter de feiten onder ogen te zien en te zeggen dat wij wel een scholengemeenschap bouwen, maar dat daarin voor een van deze 3 scholen echt geen plaats zal zijn. Wij kunnen maar beter nu de hete aardappel door midden snijden dan dat wij daar nog een paar jaar mee wachten. De heer Buising: Om even aan te sluiten op wat de heer Schaafsma zei, ik laaf op dit moment even in mijn gedachten omgaan of het misschien nog mogelijk is om het stedelijk gymnasium voor lopig te laten ziften waar het zit. Dat geeft in elk geval enig soelaas. Mijn tweede opmerking is deze. De wethouder heeft mijn bomenverhaal helemaal niet beant woord. De heer Ten Brug (wethIk heb niet het gevoel dat ik om de hete brij heen draai, maar kenne lijk is het zo over gekomen. Ik heb ronduit gezegd dat ze er zoals de zaken nu liggen niet in kunnen. Welke oplossing is er voor dit probleem? Ik heb gezegd dat wij eventueel - ik heb niet gezegd dat dat de oplossing is - een oplossing moeten zoeken in die noodlokalen. Ik kan u verder alleen zeggen dat de directies op het ogenblik met elkaar in bespreking zijn op welke wijze dit probleem zou moe ten worden opgelost. Ik geloof dat het onjuist zou zijn wanneer ik nu al zou zeggen - ik weet niet of dat de beste oplossing is - dat één van de scholen, b.v. het gymnasium, er maar niet in moet. Ik geef toe dat de Wopke Eekhoff-mavo duidelijk een krepeergeval is en dat de 3 lokaties van de stedelijke scholengemeenschap ook een moeilijke situatie is. In de brief van 1970 stond al dat deze 2 scholen moeilijker zaten dan hef gymnasium. Ik vind het echter op dit moment moeilijk om al op voorhand te zeggen dat het gymnasium er niet in moet; dat zal n.l. ook een aantal consequenties hebben, want dan komt niet tot zijn recht wat wij in feite bedoelden. Wij wilden komen tot een ge meenschap van scholen - niet tot een scholengemeenschap - en wilden daarmee bevorderen dat wij een aantal voorzieningen zouden krijgen op behoorlijk niveau waarvan alle scholen gebruik zouden kunnen maken. Als wij het gymnasium er buiten zouden laten dan zou dat betekenen dat het hogere voorzieningenniveau dat hier duidelijk in zit aan het gymnasium voorbij zou gaan. Ik dacht dat wij dit soort dingen allemaal nog eens tot ons zouden moeten nemen om ze te bekijken. Men is op het ogenblik bezig en ik heb nu gevraagd om eens te bekijken hoe je met deze leerlingen de lesroosters op het ogenblik kunt inpassen in de bestaande gebouwen en wat de problemen daarbij dan nog zouden zijn. De kwestie van de noodlokalen had ik misschien beter achter kunnen houden, want dat heeft een bepaalde indruk gewekt en hef is niet zo dat ik nu al vast in die richting zou willen koersen. De vraag van de heer Buising over de bomen kan ik niet beantwoorden; ik ben echter graag 35 bereid om deze kwestie woensdag in de auto - wij moeten dan naar Den Haag - mede te bekijken. |k kan op de kaart kijkend niet zo zeggen of ze gespaard kunnen worden gezien de sporfvoorzieningen die men nodig heeft. (De heer Buising: Wij hebben op die dag ook een vergadering van de Commissie Onderwijs. Bent u op tijd terug? Dan kunnen wij er dan mooi even over praten.) Ja. (De Voorzitter: Als de wethouder niet op tijd terug is kan de plaatsvervangend voorzitter wel vast beginnen.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25 (bijlage no. 295). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt26 (bijlage no. 298). De heer Bouma.- Mijn fractie heeft met belangstelling kennis genomen van dit initiatief en kan wel instemming met het resultaat betonen. Het takenpakket dat ten grondslag ligt aan de bedrijfs geneeskundige dienst en wat eigenlijk het doel is van deze dienst bevat een aantal elementen die ons wel aanspreken. Ik wil er een paar noemen, b.v. het bestrijden van schadelijke invloeden van de aard van het werk, de werktijden en het werktempo die de werknemer kan ondervinden, revalida tie binnen het bedrijf, hef medewerken aan hef beperken van ziekteverzuim; er zijn nog een aantal van dit soort dingen. Dit zijn allemaal zaken die wel van belang zijn in het takenpakket van deze dienst. Er staat ook een onderwerp in dat misschien nog eens bekeken zou kunnen worden, n.l. de op leiding voor e.h.b.o. Ik vraag mij af of dit niet een doublure is van de reeds bestaande e.h.b.o.-op- leiding. Mogelijk dat men dat nog eens nader onder ogen kan zien. Dat in deze bedrijfsgeneeskundige dienst meerdere artsen zullen gaan werken kan ook een betere scholing van deze artsen in de bedrijfsgeneeskunde tot gevolg hebben; het kan ook een betere conti nuïteit van deze dienst bevorderen. Toch hebben wij een aantal opmerkingen die u misschien nog eens zou willen bekijken. Het lijkt ons wel noodzakelijk, te meer ook waar deze dienst gehuisvest zal worden in het gebouw van de G.G.D., om met de G.G.D. tot goede afspraken te komen zodat men niet op eikaars terrein gaat werken; een samenspraak tussen de G.G.D. en deze bedrijfsgeneeskundige dienst zou wel gunstig kunnen werken. Het tweede punt is dat wij hebben kunnen lezen dat er aan deze dienst een aantal artsen, ad ministratief personeel en een doktersassistente verbonden worden, maar het bedrijfsmaatschappelijk werk wordt helemaal niet genoemd. Heeft men daar niet aan gedacht of heeft men dat er bewust buiten gehouden? Een derde punt is dat aan deze dienst wordt deelgenomen door de provincie, de gemeente Leeu warden en een aantal bedrijven. Heeft men bij de opzet niet gedacht aan de omliggende gemeenten en de bedrijven van die gemeenten? Ik vraag dit mede met het oog op de regiogedachfe. Of was daar geen mogelijkheid voor? Als vierde punt zou ik willen noemen dat de D.S.W. is uitgezonderd. Heeft dit een speciale bedoeling gehad? Was hef niet mogelijk geweest om misschien de hele Federatie Noord van de W.S.W. hierbij te betrekken? Een vijfde punt is - daar is ook in de Commissie G.O. nogal uitvoerig bij stil gestaan; uiteinde lijk blijkt het niet helemaal rond te kunnen komen en dat betreur ik toch wel - dat het dagelijks bestuur in tegenstelling tot hef algemeen bestuur niet paritair is samengesteld. Ik betreur dit te meer omdat de voorzitter, de secretaris en de penningmeester werkgeversvertegenwoordigers zullen zijn en alleen de vice-voorzitter een werknemersvertegenwoordiger zal zijn. Mij dunkt dat het beter was geweest om de twee leden die hef zestal zullen moeten completeren werknemersvertegenwoordigers te doen zijn. Als wij niet vastleggen dat het dagelijks bestuur paritair samengesteld zou moeten zijn zou hef kunnen gebeuren dat bij de stemming de stemmen steeds gaan staken omdat het aantal be stuursleden van het dagelijks bestuur 6 is. Ik zou in overweging willen geven om dit nog een keer onder ogen te zien. Een ander punt dat in dit verband nog eens onder ogen zou moeten worden ge zien is dat de voorzitter en de vice-voorzitter wisselen, het ene jaar een werkgeversvoorzitter en het andere jaar een werknemersvoorzitter. Mijn laatste opmerking betreft de financiën. De begroting is moeilijk te bekijken. Als je het zo leest dan zeg je; Zou dit wel goed zitten en zou dat niet anders kunnen? Maar ik geloof dat wij uiteindelijk t.a.v. zo'n eerste begroting voor zo'n dienst maar gewoon moeten aannemen dat de be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 18