lijk is. Er zijn metingen verricht en uit die metingen is volgens mededelingen van het bureau Jelgersma gebleken dat de beste plaats voor een antenne één van de flats aan de oostkant van de stad zou zijn. De heer Miedema heeft gewezen op de zin in de raadsbrief waarin staat dat de stichting de hele zaak dusdanig dient te onderhouden dat die in een goede staat van onderhoud blijft, zulks ten genoege van b.enlw. De heer Miedema vraagt dan hoe b. en w. dat denken te doen, of zij zelf metingen kunnen laten verrichten en of dat niet kostbaar zal zijn; hij wil weten of de kosten hierin begrepen zijn. Het is natuurlijk zo dat de kabels niet zo nu en dan eens opgegraven en gecontroleerd kunnen worden; dat hoeft m.i. ook niet. De stichting heeft er zelf natuurlijk ook erg veel belang bij dat alles in een goede staat van onderhoud verkeert en dat er weinig of geen storingen en klachten voorkomen. Daarom is besloten - aat gebeurde al in een eerder stadium - dat periodiek meetrapporten gemaakt zullen worden in opdracht van de stichting en dat deze rapporten ook ter inzage bij b. en w. komen; als die dan de zaak niet vertrouwen dan kunnen zij deskundigen raadplegen om deze rapporten te beoordelen. De heer Van der Wal heeft een aantal opmerkingen gemaakt over het gevaar dat de aanleg van kabeltelevisie met zich mee brengt. Hij is van mening dat je gedwongen wordt om hieraan mee te doen en dat dat de nodige gevaren heeft voor de privacy. Misschien zou de commissie ad hoc die over het toekomstig gebruik zal gaan studeren ook nog eens in deze zaak kunnen duiken om te proberen wat dit betreft de nodige beveiliging aan te brengen. De heer Schaafsma heeft opgemerkt dat je er niet aan mee hoeft te doen als je dat niet wilt. Hij heeft hier, dacht ik, verder geen problemen mee. Ik dacht dat ik hiermee voldoende ben ingegaan op de 3 weken geleden gestelde vragen en gemaakte opmerkingen. De heer Singelsma is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Knol: Het is mij een genoegen om nu tegen een wat liberaler college te mogen aan praten; ik zie dat er ter rechter zijde een nieuwe liberale wethouder bij gekomen is. Ik zou willen beginnen met een opmerking te maken n.a.v. hetgeen de voorzitter de vorige keer heeft gezegd; ik neem aan dat de huidige voorzitter deze opmerking wel wil overbrengen. De voor zitter vroeg zich 3 weken geleden af waar wij eigen I ijk over praatten, omdat al les toch al uitge breid bediscussieerd was in de raad. Ik heb de notulen er nog eens op nageslagen en ik moet zeggen dat er nog nooit over gepraat is in de raad. Ik heb eenmaal met weth. De Jong verschil van mening gehad - dat kwam wel eens vaker voor in die tijd - over de procedure die werd gevolgd m.b.t. de Commissie Woningbedrijf. Dus ik voel het feitelijk - zo kwam het tenminste bij mij over - als een poging om de zaak te forceren, maar misschien ben ik daar mis mee. Dan nu nog een paar opmerkingen n.a.v. hetgeen de wethouder heeft gezegd in antwoord op de vragen die ik de vorige keer heb gesteld. Allereerst het miljoen van de D.S.O. Dat weegt in onze fractie nogal zwaar. Ik heb de vorige keer al gezegd dat het niet de eerste keer is dat dit probleem speelt. Ik zou eigenlijk de volgende suggestie willen doen. Ik zou willen dat de Commissie Openbare Werken zich eens buigt over de tariefopbouw bij de D.S.O. en dat daarover eens een verhaaltje in de raad komt zodat wij voor eens en altijd weten hoe daar de vork in de steel zit. Mijn volgende opmerking gaat over de afschrijvingstermijn. Ik heb gezegd dat de afschrijving wel over een wat langere periode kon worden uitgesmeerd. Daar sta ik niet alleen in, want ik heb hier een boekwerkje van de werkgroep S ja loom en dat gaat over stad- en wi jktelevisie. Daarin wordt verwezen naar de nota van de ministers Van Doorn en Westerterp waarin wordt gesteld dat een kabel net over het algemeen zo'n 20 jaar mee gaat. Vandaar mijn vraag: Is die 10 jaar niet te snel? Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat hij voor deze hele problematiek een commis sie in het leven wil roepen die een aantal aspecten kan gaan bekijken waar ik de vorige keer al over heb gesproken. In dit geval volgt het college dus een suggestie van de heer Vonhoff, de burgemeester van Utrecht; die heeft in dezelfde geest voor dezelfde materie een commissie ingesteld. Hier begint dus de liberale geest al te werken. (Gelach) Ik zou mij kunnen voorstellen dat niet alleen de punten die de wethouder heeft genoemd in de commissie behandeld worden; ik zou dat wat meer uitgebreid will en zien in die zin datalle opmerkingen die in de raad geplaatst zijn in de commissie worden besproken. Op die manier kunnen wij de problemen die aangestipt zijn toch nog eens in de raad terug krijgen. Ik zeg dit omdat ik wel gevoelig ben voor hetgeen de wethouder heeft gezegd over de garantiemogelijkheden die er nu wel en over een jaar misschien niet meer zijn. 7 De heer J. de Jong: Ik heb met belangstelling geluisterd naar hetgeen de wethouder n.a.v. de door de raad gemaakte opmerkingen te berde heeft gebracht. Ik heb toch nog wel een paar opmerkin gen en vragen. Allereerst iets over de afschrijvingstermijn van de kabelnetten. De heer Knol noemt een termijn van 20 jaar terwijl in het voorstel wordt gesproken over een termijn van 10 jaar. Ik ben van mening dat het er helemaal van afhangt waar de kabelnetten gelegd zijn. In de eerste plaats zijn deze kabel netten erg kwetsbaar - daar moeten wij goed rekening mee houden - en zij worden gelegd parallel met alle andere openbare voorzieningen. Er hoeft dus maar iets te gebeuren of die netten worden be schadigd; er kan een keer een las in worden gelegd en misschien kan dat daarna nog een keer, maar dan geeft dat zoveel dempingen dat je grote stukken zult moeten vervangen en dat brengt kosten met zich mee. Een ander punt dat hiermee samenhangt is de vraag hoe agressief de grond is. Als je dan eens naar Rotterdam kijkt - wij zitten hier niet in Rotterdam, maar het is hier op veel punten ook niet zo lekker - dan komt het daar voor dat kabelnetten binnen een termijn van 5 jaar moeten worden vervangen zelfs tot aan de hoogspanningsnetten toe, omdat ze totaal aangevreten zijn. Ik vind een ge middelde van 10 jaar zoals hier aangegeven wordt redelijk. Misschien is het wel wat aan de krappe kant, maar ik vind dat je je hierin beter veilig kunt stellen, vooral omdat deze netten zo kwetsbaar zijn. Dan mijn volgende punt. Toen men in het verleden na alle wetenswaardigheden en probeersels met de radio aan de markt kwam begon men ook met een radiodistributienet. Dat radiodistributienet kwam eerst van de grond door particulieren, met hier en daar een stukje overheidshulp. Daarna werd het totaal overheid. De P.T.T. heeft daar vermogens in geïnvesteerd die eigenlijk huis aan huis aansluitingen mogelijk maakten. Die zaak is uitgegaan als een nachtkaars. Waar die investeringen zijn gebleven is niet bekend; die zullen afgeschreven zijn. Als ik nu eens bekijk hoe deze zaak op het ogenblik in de nieuwe wijken wordt gemaakt dan zeg ik: Dit is zonder meer een juiste zaak. Maar wanneer je dan naar de oudere wijken gaat, naar de binnenstad b.v., dan is het bekend - er zijn berekeningen gemaakt door deskundigen; die zijn u zeker bekend - dat dat bedragen vraagt van 600,a 800,per aansluiting; de bedragen zijn voor de wijken tegen de binnenstad aan even hoog of nog hoger. Ik lees in de stukken dat in de exploitatie-opzet, uitgaande van een rente van 9% bij een 85% bezettingsgraad, gerekend wordt op een vergoeding per verbruiker van 8,65 per maand. De wethouder heeft in zijn antwoord gezegd dat waar de netten wat duurder uit vallen dat collectief opgevangen moet worden. Ik ben bang dat, als wij deze zaak verhoudingsgewijs bekijken in onze stad - de buitenwijken t.o.v. de binnenstad en de schil -, de buitenwijken heel wat op zullen moe ten brengen voor de oudere wijken. Ik heb het zo eens globaal berekend en ik meen dat het gemiddel de van 8,65 waar u op uitkomt misschien wel 14, a 15, zou moeten zijnEn hoe zou het dan zitten met de animo om aangesloten te worden? Zouden er dan niet veel mensen zijn die maar liever "stout" zijn, om het zo maar eens te zeggen, en toch een spriet op het dak zetten? Ik weet niet hoe groot dan de belangstelling nog is voor de Duitse netten, want de ontvangstmogelijkheid van Duitse netten is één van de belangrijkste punten in deze. Het is zo dat je, wanneer je een goed toe stel hebt, wanneer je een beetje gunstig zit en niet teveel pretenties hebt, zelfs met een binnen- antenne vandaag de dag al een heel eind komt. Het is een heel goede zaak te coördineren, maar ik ben bang dat de berekening t.a.v. de totaliteit van buitenwijken, schil en binnenstad verkeerd uit komt en dat het gemiddelde van 8,65 te laag zal blijken te zijn. Ik zal graag van u beluisteren of ik hef mis heb. Ik wil ook graag weten wat de consequenties zullen zijn als die berekening fout zal blijken te zijn. De hear Miedema: De wethdlder seit dat der oer tocht wurdt de sanearringswiken net oan to sluten. Ik hie leaver hawn dat hy sein hie dat dy wiken net oansluten wurde; dan wisten wy hwer't wy oan ta wiene. Dat is ek sa mei in hiel soad oare saken, bygelyks mei it miljoen dêr't de hear Knol oer praet hat. De wethalder seit dat hy it noch net krekt wit. Der si lie wy bigryp foar hawwe moafte, mar myn fraech is wol hoe't de ried dêr nou straks op yn spilet. Hwer fait dy bislissing? Delegearje wy dat nou oan b. en w. of komme jimme dêr noch in kear mei yn de ried werom, hwat is de bidoeling? Sa binne der wol mear dingen dy't troch de wethalder mar nei de kommisje skoud wurde; dêr haw ik wol bigryp foar, hwant dit is in nochal yngewikkelde matearje. De wethalder seit ek oer de feilichheit en de oflustermooglikheit dat de kommisje him dêr noch mar ris oer büge moat. Dat isallegearre fa jou tsjinst, mar as wy op dit momint it kredyt biskikber stelle dan hawwe wy net folie mear to sizzen as dy kommisje strak hwat wol; dan is it kredyt der ommers al. Ik bin safier hinne, ik wol earst wol ris witte hwer't ik oan fa bin. Ik tocht lykwols dat dit net mear troch de kommisje bisjoen hoegde to wurden; ik nim dat tominsten oan. As jo in goed kolleezje hawwe dan docht dat goede foorstellen; dan nim ik oan dat it op dit momint ek in konkreet antwurd jaen kin hoe't if mei dy feilichheit sif. Dan witte wy hwer't wy oan ta binne en dan kinne wy mei folie mear plesier dat kredyt biskikber stelle.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 4