Verslag van de vergadering op dinsdag 11 november 1975 van de afdeling I van de gemeenteraad ter
voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp—begrotingen voor 1976.
Aanwezig van de afdeling: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma en A. Willemsma-de Jong en de heren
H. ten Hoeve, J. Schaafsma en J.B. Sïngelsma (vanaf 19.40 uur).
Aanwezige overige raadsleden: de dames mr. E.N.J. Smit en A.J. de Vos en de heren J. de Beer (van
af 19.55 uur), J. ten Brug (weth.), G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef,
H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, J. de Jong, A. Klomp, W.S.P.P. de Leeuw, dr. W.A. de Pree,
A. Pronk, N. Sterk en P. van der Veen.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Voorts zijn aanwezig: de heren J. Bolluyt, ambtenaar van de afdeling Economische Zaken, Beleids
planning en Organisatie, W. Braaksma, plv. hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplan
ning en Organisatie, P.P. de Jong, secretaris, N. Kolenbrander, hoofd van de afdeling Personeels
zaken, mr. W.J.G. Reumer, loco-secretaris, mr. H.J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet en
Algemene Zaken, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen.
Te behandelen:
Par. 1. Beleidssector Algemeen Beheer.
Par. 2. Beleidssector Openbare Veiligheid.
De Voorzitter: Dames en heren, ik heet u van harte welkom op de vergadering van de eerste afde
ling van de raad. Van de leden van de afdeling ontbreekt de heer Singelsma nog, maar ik neem aan
dat hij nog zal komen want wij hebben geen bericht van verhindering ontvangen.
Ik dacht dat ik niet meer in hoefde te gaan op de procedure; die kennen wij allemaal van voor
gaande jaren. Ik heb alleen een dringend verzoek. Als er punten over blijven waarvan u meent dat ze
straks in de plenaire zitting aan de orde moeten komen dan wil ik graag dat u even heel duidelijk
formuleert wat u in de plenaire zitting wilt hebben en waarom. Dat kunnen wij dan opnemen in het
resumé dat wij na afloop van de afdelingsvergaderingen aan alle raadsleden toe moeten sturen.
PAR. 1. BELEIDSSECTOR ALGEMEEN BEHEER.
A. Openheid van Bestuur en Inspraak.
De heer De Greef: Uit de beantwoording van vraag 1 heb ik begrepen dat het college zich beraadt
op de vraag of er in Leeuwarden een inspraakprocedure in zijn totaliteit moet worden opgezet. Als
toelichting op de vraag zouden wij nog willen benadrukken dat volgens ons de tijd rijp is voor het op
tafel leggen van een duidelijke beleidsvisie. Steeds meer wordt duidelijk dat door de complexiteit
van de stedelijke samenleving het individu de greep op zijn dagelijks leven verliest. Wij worden in
toenemende mate afhankelijk van deskundigen, ingewikkelde procedures, algemene maatregelen van
bestuur en ga zo maar door. Het gevolg is dat steeds meer mensen het totaal niet meer overzien. Deze
capitulatie moet volgens ons gezien worden als een teken van onmacht, het niet beschikken over
voldoende kennis, het niet beschikken over voldoende vaardigheden om besluiten te accepteren
waarvan men niet begrijpt waarom ze genomen zijn. De veel gehoorde uitspraak dat mensen gewoon
niet gei'nteresseerd zijn in beleids- of bestuurszaken menen wij te moeten bestrijden. Het ontstaan
van wijkcomité's, actiegroepen e.d. is volgens ons een duidelijk teken dat mensen geïnteresseerd
zijn en op willen komen voor hun belangen. Naarmate de bedreiging sterker is zien wij dat mensen
zich harder en actiever gaan opstellen. Een goed voorbeeld hiervan is volgens ons de protestactie
rond de Kinderboerderij. Volgens ons zijn er genoeg aanwijzingen dat het gemeentelijk beleid