willen een groot aantal nu nog bestaande panden afbreken en vervangen door nieuwbouw. De contact
groep meent daarentegen dat veel meer woningen, misschien op een andere manier en misschien met
aangepaste eisen, toch wel gerehabiliteerd kunnen worden; die vertalen dus die doelstelling anders,
ruimer. B. en w. sparen eigenlijk een beetje kool en geit en zeggen: Wij gaan van geval tot geval
bekijken. Op zich zeggen wij: O.k., dat is prachtig. Ik moet er nog even bij zeggen dat zowel de
projectgroep als de contactgroep een z.g. onrendabel tekort opnemen; dat zijn dus kosten die niet ge
dekt kunnen worden door de eventuele verhuur c.q. verkoop. B. en w. zeggen op blz. 4 van de raads-
brief: "Wij merken voorts op dat er voorshands van dient te worden uitgegaan dat voor de rehabilita
tie van de (gemeente)panden een sluitende exploitatie wordt verkregen. Mocht dit niet het geval zijn
dan zal in het algemeen niet tot rehabilitatie kunnen worden overgegaan." Als je dan stelt: Wij gaan
dat van geval tot geval bekijken, dan vraag ik mij af wie dat dan gaat bekijken. Ik neem aan dat dat
dan vooral de bouwkundige afdeling van de gemeente zal zijn, de bouwkundige afdeling die ook al
vertegenwoordigd is in de projectgroep die nu al, zonder dat die onderzoeken van geval tot geval
hebben plaats gevonden, zegt: een veel kleiner aantal is nog te rehabiliteren in het dorp. En dan
houden zij nog rekening met een onrendabel tekort, terwijl b. en w. - en dat is ook het voorstel aan
de raad - zeggen: Wij bekijken het van geval tot geval, maar het moet so wie so sluitend zijn. Dan
is mijn conclusie hieruit dat er, als wij op deze voorstellen ingaan, niet langer voldaan kan worden
- die vrees is tenminste bij mij zeer groot - aan de eerste doelstelling genoemd op blz. 36 van het
rapport. De contactgroep meent dus dat er veel meer panden dan naar de mening van de projectgroep
mogelijk is een kans maken op rehabilitatie, alleen met andere eisen; dat staat genoemd op blz. 25.
Daar staat: "De contactgroep is namelijk van mening dat de projectgroep van te hoge eisen is uitge
gaan en dat minder ingrijpende en minder kostbare voorzieningen ook een bewoonbare woning kunnen
doen ontstaan." Mijn vrees is dus dat, als wij besluiten dat er bij rehabilitatie moet worden uitgegaan
van een sluitende exploitatie en als wij dat in alle rehabilitatiegebieden gaan toepassen met de eisen
en de werkwijze zoals de projectgroep die demonstreert - dat is natuurlijk niet toevallig -, wij dan
in alle andere wijken eigenlijk de hele rehabilitatie wel op onze buik kunnen schrijven. Ik ben dus
erg bang voor deze ontwikkeling. Ik heb dan ook een voorstel gemaakt. Ik wil de contactgroep, en
via de contactgroep misschien de Stichting Behoud Huizum, gewoon de kans geven om waar te maken
dat er meer woningen gerehabiliteerd worden, dat zij daar plannen voor kunnen maken met een kos
tenberekening en dat de projectgroep - de afdeling bouwkunde van de gemeente - dat desnoods ook
gaat doen, zodat wij dan eens kunnen bekijken hoe dit uitwerkt. Want als wij het op de manier doen
die b. en w. nu in de raadsbrief voorstellen dan kunnen wij naar mijn mening - ik zie dat gevaar
levensgroot ontstaan - de hele rehabilitatie eigenlijk wel op onze buik schrijven, niet alleen de
rehabilitatie van Huizum-Dorp, maar ook die van Oldegalileën enz. enz. Mijn voorstel luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 17 november 1975, overwegende dat de contactgroep
Huizum-Dorp van mening is dat de projectgroep, bij de bepaling van het aantal te rehabiliteren
panden, is uitgegaan van te hoge eisen en dat minder ingrijpende en minder kostbare voorzieningen
ook een bewoonbare woning kunnen doen ontstaan (zie blz. 25 van het rapport), besluit b. en w. op
te dragen voor de z.g. "twijfelgevallen" - incl. Dorp 86 t.e.m. 91, 94, 95, 96 en 98 -, panden dus
waar de contactgroep nog wel rehabilitatiekansen ziet, de uitvoeringsplannen en kostenberekeningen
te laten opstellen door de Stichting Behoud Huizum-Dorp en zo nodig hiervoor een voorbereidings
krediet aan de raad voor te stellen."
Het woord "twijfelgevallen" wordt ook gebruikt op blz. 1 van de raadsbrief. Ik wil dus de panden
Dorp 86 t/m 9194, 95, 96 en 98 niet uitsluiten, dit in tegenstelling tot wat b. en w. hebben ge
daan. Het gaat daarbij dus om panden die b. en w. op voorhand al uitsluiten; daar zitten ook de Pas
veer-panden bij. Wij zouden dit toch allicht eens kunnen proberen. Plannen en kostenberekeningen
moeten er toch gemaakt worden. Juist voor de twijfelgevallen, waarvoor de contactgroep en het dorp
wel mogelijkheden zien, zouden wij hen een kans moeten geven het waar te maken en zouden wij
niet bij voorbaat moeten zeggen: Dat doen wij niet, het moet aan die en die eisen voldoen en er
moet een sluitende exploitatie zijn. Als wij dat doen komt er m.i. niets van terecht. Bij deze dien ik
de motie in die mee-ondertekend is door de heer De Greef. Dit zou bovendien een waarborg zijn dat
de bewoners betrokken blijven bij de ontwikkeling van het hele plan. Dat is natuurlijk ook een punt.
Het is natuurlijk prachtig dat de bewoners er nu bij betrokken zijn, maar hoe gaat dat bij het vervolg
hierop. Hoe krijgen contactgroep en bewoners invloed op al die kleine uitwerkingsplannen, uitwer
kingsplannen die voor zo'n klein dorp verschrikkelijk belangrijk zijn. Het ging bij dit punt dus om
het grootste verschilpunt tussen contactgroep, projectgroep en het voorstel van b. en w., met niet al
leen consequenties voor Huizum-Dorp; het heeft veel ruimere consequenties voor de hele rehabilita
tie.
Dan heb ik nog een aantal kleinere punten. Eerst iets over villa Vaartzicht en de Wirdumervaart.
*9 Lft?
De omlegging van de Wirdumervaart heb ik nooit zien zitten, vanaf het eerste begin niet, dus ben ik
blij dat ook b. en w. dat niet door willen laten gaan en dat villa Vaartzicht wat dat betreft in ieder
geval de zin van zijn naam behoudt. Voorts stelt u voor om villa Vaartzicht te laten voortbestaan via
de overgangsregeling. Dat lijkt mij een redelijke oplossing. Wanneer de bewoners niet verkopen dan
gebeurt het nooit niet, willen zij wel verkopen dan kunnen wij het niet eens stoppen. Maar ik wil
toch wel, in navolging van mevr. Brandenburg, dat er bij de uitwerking van het bestemmingsplan dat
hierna komt wordt nagegaan of het niet beter is om voor villa Vaartzicht toch de woonbestemming
op te nemen.
Dan de uitbreiding van de veiling. De grond ten oosten van de Wirdumervaart en ten noorden van
het dorp is al eigendom van de veiling; zij hebben daar ook al vergevorderde plannen voor. Over het
algemeen vind ik dat - dit in tegenstelling tot geluiden die ik hier en daar in de raad gehoord heb -
je het werken en het wonen niet uit elkaar moet halen, maar zoveel en zo dicht mogelijk bij elkaar
moet laten; Van Wieren is daar b.v. een goed voorbeeld van. De veiling is zo grootschalig - ik heb
het plattegrondje gezien dat ter inzage lag -, er wordt zo'n grote loods gebouwd dat ik ernstige
twijfel heb of dat niet het aanzicht van het dorp erg zal schaden. Maar goed, dat gaan b. en w. bij
de bouwvergunning bekijken en ik hoop dat ook het advies van de Welstandscommissie in deze "beter"
is. In ieder geval moet een brug aangelegd worden op 1 .95 meter hoogte en dat is volgens mij een
goed ding.
Doelstelling 3 op blz. 36 van het rapport luidt: "Rekening dient te worden gehouden met de land
schappelijke gegevens. Waterlopen dienen waar nodig en mogelijk hersteld te worden; bevaarbaarheid
met kleine bootjes moet mogelijk zijn." Dat is over het algemeen goed gebeurd, behalve bij de Oude
Potmarge. En juist voor het ontstaan van het dorp Huizum is de Oude Potmarge het belangrijkste ge
weest, want het dorp Huizum is ontstaan op de plaats waar de Oude Potmarge samenkomt met de
Wirdumervaart. Uit historische c.q. emotionele overwegingen zou ik er toch wel voor willen pleiten
zoveel mogelijk toch de waterloop van de Oude Potmarge te herstellen; bevaarbaar maken lijkt mij
vrijwel onmogelijk, want dan zouden wij nog een brug in de rondweg moeten maken.
De kwestie van de naam Huizum gaat - dat is eigenlijk dezelfde kwestie als met Snakkerburen -
terug naar de Commissie voor de Straatnaamgeving. Als die commissie hetzelfde beleid aanhoudt als
bij Snakkerburen dan wordt de naam Huizum weer in ere hersteld.
Met het handhaven van de brug is iedereen het eens, wij natuurlijk ook. Ik vind het bedrijf van
Van Wieren - je kunt hem wel de dorpstimmerman noemen - erg belangrijk voor het dorp en ook
voor de beleving van het dorp. De suggestie die mevr. Brandenburg heeft gedaan lijkt mij het over
wegen zeker waard. In ieder geval moet er voor gezorgd worden dat dit bedrijf in het dorp kan blij
ven bestaan.
Ook wij hebben algemene waardering voor het rapport en voor de werkwijze, hoewel er wel enige
strubbelingen zijn geweest. Dat hier het systeem van projectgroep/contactgroep redelijk en misschien
zelfs zeer goed heeft gefunctioneerd is ook te danken aan het feit dat er a I een bewonersorganisatie be
stond. Er was al een vrij grote mate van deskundigheid en van betrokkenheid in het dorp en er was al
veel informatie aanwezig. Die contactgroep kwam niet uit de lucht vallen. De mensen voor de con
tactgroep kon je eigenlijk zo aanwijzen. Bij andere wijken - ik denk dan b.v. even aan Huizum-
west, maar er zijn nog een groot aantal andere voorbeelden aan te wijzen - kan dat veel en veel
moeilijker zijn. Ik geloof ook wel dat het hier erg goed is gegaan maar ik wil er voor waarschuwen
dat dat geen garantie is dat dat in andere gevallen ook zo zal gaan.
De hear Singelsma: Nou't safolle bitoefte sprekkers harren Ijocht net under de boarnamer set hawwe
mar it fol|op skine litten hawwe oer it Onderwerp Huzum-Doarp kin ik eins net folie oars dwaen as
hwat sturtswylje, om it mar ris yn in greidboersterm to sizzen. lerleze, om de bouboer net to diskri-
minearjen, soe men it ek neame kinne. Ik hie my eins ek wol stil halde kinnen en siz (De hear
Ten Brug (weth.): Ja, dat hie best kinnen.) (Laitsjen) Dat tink ik ek wol ris, mar dan rinne jo it risiko:
Dy man haldt de hiele joun syn mule ticht. Dat kin my oars fierder net safolle skele, mar men is nou
ienkear emosioneel bitrutsen by dit Onderwerp. Ik kin net by elts underwerp emosioneel bitrutsen weze,
mar by it doarp Huzum bin ik dat wol, hwant der is myn libben bigoun, der binne de rounten lutsen,
der wurde se aenst ek wer lytser en der sil de ein ek wol weze. (De Foarsitter: Mar dat is nou net oan
de oarder, hear.) (De hear Van der Wal: Mar it is wol bilangryk.) Nou underskatte jo, mynhear de
foarsitter, eins de bitrutsenens fan de minsken fan it doarp - dit is myn oanrin -, fan de Huzumers
sa11 dy harren best dien hawwe om hjir in sinnich plan mei de tsjinst ta stan to bringen. It is in foar-
byld hoe't it moat, hoe't gemeentlike tsjinsten en wykkomité's of doarpskomité's mei mekoar om de
tafel sitte en ta in resultaet komme dat bisjen lije kin. En wy sitte hjir faek om it gemeentlik bistjur
to bikritisearjen of leaver om it kolleezje to bikritisearjen, mar der meije ek wol ris wurden fan lof fan