22 <73
len van de nieuwe elementen in het dorp. Ik hoop met de heer Singelsma dat wij dan elementen krij
gen die het dorp ook in de toekomst sieren. Daar zullen wij onze vindingrijke architecten zeker bij
nodig hebben en ik hoop dat wij ze kunnen vinden. Mevr. Brandenburg heeft gesproken over rehabi
litatie nadat het pand aan de burger is overgedragen; de rehabilitatie zou dan aan de burger worden
overgelaten. Op zichzelf is daar geen principieel bezwaar tegen. Alleen, ook die burger krijgt waar
schijnlijk van de rijksoverheid niet de gelegenheid om het provisorisch te doen, ook de burger zal het
subsidie gekoppeld krijgen aan een einddoel en de overheid zal dus ook de zekerheid willen hebben
dat dat einddoel bereikt wordt. Hoe dat moet weet ik ook niet. Ik dacht dat er geen twijfelpunt was
t.a.v. verkoop en erfpacht. Iedere burger kan in Leeuwarden kiezen tussen erfpacht en koop. Ook voor
dit dorp zal die zelfde regeling van kracht zijn. Als hij de grond in erfpacht wil hebben dan kan dat,
wil hij de grond kopen dan kan dat in Leeuwarden ook.
Mevr. Brandenburg heeft gesproken over de moeilijkheden van pand 99. Ik dacht dat wij verplicht
waren om, als wij moeilijkheden veroorzaken, daar ook aan tegemoet te komen.
ledereen is het er over eens dat de brug behouden moet worden. Dat betekent dus dat wij nadruk
kelijk een onderzoek in zullen stellen of dat ook inderdaad mogelijk is. U krijgt het voorstel op tafel
met de kosten er bij; als de raad het aanneemt en de middelen ter beschikking zijn dan gebeurt het.
Over het terrein van de kermisexploitanten zijn al enkele gesprekken met het dorp en met de ker
misexploitanten geweest. Het contact met de kermisexploitanten heeft ongeveer een halfjaar stil ge
staan omdat zij hun beroep buiten Leeuwarden uitoefenden. Ik neem aan dat ze inmiddels terug ge
keerd zijn. Met het dorp is al een afspraak gemaakt en met de kermisexploitanten zal dezer dagen
ook een afspraak gemaakt worden. Dat gebeurt op basis van de afspraak die in de raad destijds is ge
maakt. Dat sluit hetgeen mevr. Brandenburg hierover gezegd heeft dus nog eens in.
Dan iets over de bestaande bedrijven in het gebied. Ik dacht dat het rapport er van kon getuigen
dat er met zorgvuldigheid met de bedrijven is omgesprongen. Die bedrijven hebben een functie in het
dorp, sommige bedrijven zijn uitgegroeid tot een functie ten aanzien waarvan wij onze twijfel heb
ben of die eigenlijk nog wel in zo'n gemeenschap thuis horen, maar zoals wij over de historie van
het dorp spreken, zo zullen wij ook over de historische rechten van de veiling moeten praten. Of door
fusiebesprekingen de veiling weg zal gaan van die plaats betwijfel ik, ik heb eerder de indruk dat,
als die fusiebesprekingen slagen, de elementen die op dit terrein al aan vernieuwing onderhevig zijn
geweest wel eens aanleiding kunnen zijn om na de fusiebesprekingen eerder de functie van deze
veiling te versterken dan die te verplaatsen naar een andere gemeente in Friesland. Dat zijn echter
speculaties, maar ik dacht dat die kans er eerder in zat dan dat fusie het wegebben van dit bedrijf
tot gevolg zou hebben.
Met het niet-verleggen van de Wirdumervaart is iedereen het eens. Dat villa Vaartzicht zijn
woonbestemming behoudt aanvaardt ook iedereen. Of dat via de overgangsregeling of via de defini
tieve regeling moet kunt u bij het bestemmingsplan duidelijk beoordelen.
De kwestie Van Wieren hoort ook bij de bedrijven thuis. Ik dacht dat het onzindelijk zou zijn als
je het bedrijf van Van Wieren onbereikbaar zou maken voor diegenen die daar hun materialen moe
ten brengen. Het is natuurlijk wel zo dat - de heer Heidinga zegt dat wij dat bedrijf nietmoeten be
knotten als er een bestemmingsplan is, de plaats waar Van Wieren zijn bedrijf kan uitoefenen dui-
delijk wordt aangegeven. Dat betekent dat de mogelijkheid die hij op het ogenblik heeft om omlig
gende pandjes aan te kopen en bij zijn bedrijf te voegen op dat moment afgesneden is. Aan het be
drijf worden op de wijze zoals het nu functioneert en kan functioneren wel duidelijk remmen opge
legd. Zoals het bedrijf nu functioneert en in de vorm zoals het nu functioneert kan je zeggen dat dit
een van de ambachtelijke bedrijven is die wij nog hebben, een van de schaarse ambachtelijke be
drijven die aan zo'n dorp nog een kleur kunnen geven waar de heer Singelsma met zoveel waardering
over heeft gesproken. Ik zie dit bedrijf nog niet in het gezelschap van hoekwinkeltjes enz. want
de ontwikkeling die wij op het ogenblik zien is dat hoekwinkeltjes en buurtwinkeltjes het zo moei
lijk hebben dat ze eerder verdwijnen dan komen. Maar er is van de kant van het college natuurlijk
geen enkel bezwaar tegen als er iemand zich wil vestigen in het dorp en het wil opfleuren met zijn
bezigheden.
Dan de financiële moeilijkheden. Wij zullen de 20.000,duidelijk over de bouwplannen moe
ten verdelen. Ik veins niet de gedachte dat wij voor alle bouwpercelen de prijs kunnen terug drukken
tot 10.000,zoals die voor de sociale woningbouw aanvaardbaar is. Ik dacht dat de maximale
lokatiesubsidies die tot dusverre verstrekt zijn eerder in de buurt van de helft zitten dan in de buurt
van de 10.000, Dat betekent dat wij wel een zekere differentiatie in de bouwplannen zullen
moeten aanbrengen waardoor de totale opbrengst van het gebied in ieder geval niet te ver af is van
wat wij als gemeente nodig hebben.
Wat de grenzen van het gebied betreft, ik geef mevr. Brandenburg direct toe dat de tweede keer
dat er in punt II van het besluit Potmarge staat dat Oude Potmarge moet zijn.
23" SO
Er is nog gevraagd waar het geld voor de parkaanleg vandaan moet komen en of dat niet op een
groter gebied moet drukken. U hebt gezien dat wij dat onderzoeken en dat wij proberen daar uit te
komen.
Bij de opmerking dat wij nu snel en stug door moeten zetten kunnen wij ons van harte aansluiten.
De samenhang met de omliggende wijken is in dit geval natuurlijk niet zo'n gemakkelijk punt. De
heer Singelsma trekt daar niet zo zwaar aan, maar aan de andere kant kan ik mij toch voorstellen
dat het gaan naar school, het betrokken zijn bij andere activiteiten e.d. toch een zekere verbonden
heid met andere wijken wenselijk zal maken. Wij zullen eens moeten zien hoe de verbindingen kunnen
zijn over de Potmarge heen; daar is ook een buurt. Aan de andere kant moet u zich realiseren dat de rond
weg er nu eenmaal is. Die rondweg is op één plaats toegankelijk, maar er zijn verkeerslichten; op de
plaats waar de Henri Dunantweg komt zullen gelijk met de weg ook verkeerslichten komen. Dat bete
kent dat in ieder geval de oversteek van kinderen redelijkerwijze veilig gewaarborgd is. Maar het is
niet de mooiste verbinding met een andere woonwijk; ik geloof dat wij dat moeten accepteren en dat
wij dat in wezeri ook geaccepteerd hebben op het moment dat wij over rehabilitatie van het dorp
dachten.
Wij kunnen het betreuren dat Monumentenzorg het niet als beschermd dorpsgezicht wil erkennen,
wij zullen ook begrip moeten hebben voor het standpunt van Monumentenzorg dat niet elk dorp in die
rij opgenomen kan worden, dat men een zekere selectie toepast en dat er dorpen in Friesland zijn
die minder geschonden zijn dan dit dorp en er daarom eerder voor in aanmerking komen. Het is niet
anders, het dorp is geschonden; dat is op dit moment niet ongedaan te maken, er zullen elementen in
het dorp ingevoegd moeten worden waardoor het weer een dorp wordt, waardoor het weer een aange
naam dorp wordt. Dat betekent echter niet dat het op dat moment voor Monumentenzorg interessant is
om het onder de betreffende regeling te brengen.
Van het voortgezet overleg heb ik gezegd dat de burgers er bij zullen worden betrokken. De heer
Van der Wal heeft daar wat kritische notities bij gemaakt. Ik ben eerder vervuld met enige hoop dat
het goed zal gaan, terwijl uit zijn betoog grotere argwaan spreekt t.o.v. het voortzetten van dat
overleg dan ik op grond van de ervaringen die wij op het ogenblik hebben eigenlijk meen dat verant
woord is. Maar goed, dat is de waardering van ieder afzonderlijk. Ik heb duidelijk vertrouwen in het
voortgaan van deze samenwerking.
De Voorzitter: Los van de motie die hier nog op tafel ligt meen ik toch wel te mogen constateren
dat er niet alleen een grote mate van overeenstemming is over de procedure die gevolgd is - dat is
moedgevend voor de toekomst voor andere plannen die wij nog aan moeten pakken - maar dat er ook
materieel een grote mate van overeenstemming is. Ik zou u dan ook met klem willen vragen indien
enigszins mogelijk de discussie hiermee te besluiten, want u hoeft vandaag niets anders te beslissen
dan dat wij op basis van structuurschets B aan het bestemmingsplan gaan werken. De wethouder heeft
enkele keren gezegd dat er nog een reeks van uitvoeringsbeslissingen in de raad zal komen. Verder
herhaalt zich deze discussie, maar dan meer over de uitwerking, bij de behandeling van het bestem
mingsplan. Wij hebben nog een zware agenda voor de boeg. Wij kunnen de besprekingen morgen niet
voortzetten want dan hebben wij een afdelingsvergadering. Ik zou u dus met klem willen vragen om
het indien enigszins mogelijk bij deze eerste instantie te laten, want over de principes zijn geen
problemen meer. Op de motie kom ik dan nog even afzonderlijk terug. Kunt u er mee instemmen dat
wij het op dit moment zo doen? U hoeft niets anders te beslissen dan in het besluit staat. Nogmaals,
uit de discussie is duidelijk gebleken dat er in grote mate overeenstemming is en dat wij voldoende
kunnen starten met de uitvoeringsplannen en het bestemmingsplan.
Mevr. Brandenburg— Sjoerdsma: Op pagina 5 van de raadsbrief wordt een samenvatting gegeven en
daar blijkt uit wat er zal gebeuren. Is dat allemaal vastgelegd als wij nu van dit punt afstappen?
De Voorzitter: Als wij er nu afstappen is er niets anders beslist dan dat het bestemmingsplan zal
worden uitgewerkt op basis van de bijgaande structuurschets B en dat wij dit plan aanmelden bij de
minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als rehabilitatiegebied; dat zijn de twee be
slissingen die u neemt. De uitwerking zal dan verder plaats vinden gelet op het gestelde in de raad;
dat zou ik duidelijk willen concluderen. U besluit overeenkomstig het voorstel van b. en w. met in
achtneming van de discussie die in de raad is gevoerd, want ook dat wordt vastgelegd. Dat komt in
de werkgroepen en daar kunt u zelf later ook weer naar terug grijpen. Als u er behoefte aan hebt
praten wij door, maar ik waag te betwijfelen of dat een zinvolle zaak is. De zaak is goed uitgepraat
enwij hebben voldoende richtlijnen om verder te werken; en dat is de bedoeling van deze nota, het
is ook een winstpunt. Als je meteen met een bestemmingsplan zit dan moet direct alles worden beslist.