26 S2> oude stadswijken op te treden, landelijk zowel als in Leeuwarden. Men begon genuanceerder te den ken over de waarde die de oude wijken zowel sociaal als uit het oogpunt van het functioneren van de oude stad als geheel hadden. Men begon te onderscheiden dat hier sprake was van zwakke functies die het snel konden afleggen tegen de vaak economisch bepaalde tegenkrachten. Ook de bewoners zagen dat in en in 1971 werd de wijkkern Willem Sprengerstraat e.o. opgericht en deze wijkkern heeft zijn ernstige ongerustheid uitgesproken over de toen gedachte ontwikkeling en heeft gepleit voor handhaving van het wonen als belangrijkste functie van deze wijk. Ook in het vervolg bleef deze wijkkern zeer constructief mee denken en ik geloof dan ook dat wij de bewoners een compliment moe ten maken voor de wijze waarop zij het woord inspraak inhoud hebben gegeven. Overigens, ook amb telijk is heel hard gewerkt en het resultaat is dan ook het rapport dat vanavond ter bespreking voor ons ligt. Ik kan u meedelen dat onze fractie de gehele gang van zaken als erg positief beoordeelt en hoopt dat wij in dit gebied zo snel mogelijk aan het werk kunnen gaan, dit niet dan nadat over een aantal in uw raadsbrief naar voren gehaalde discussiepunten een oordeel is gegeven. In de eerste plaats is er de vraag of het gebied Hoeksterplein e.o. al dan niet onder het te rehabi literen gebied moet vallen. Zoals u weet geldt voor dit gebied een instandhoudingsregeling hetgeen inhoudt dat binnen 10 jaar een beslissing genomen moet worden over de vraag of gesaneerd dan wel gerehabiliteerd moet worden. Als wij rehabiliteren dan doen wij dat omdat oude woningen voor lange re tijd voor bewoning geschikt moeten worden gemaakt. In onze fractie wordt genuanceerd gedacht over de vraag of deze woningen gezien de grootte, de omgeving enz. wel voor langere tijd in een behoefte zullen voorzien. Wij kunnen ons dan ook vinden in uw conclusie dat het onderzoek naar de bouw- en woningtechnische en stedebouwkundige kwaliteiten zo spoedig mogelijk zal plaats vinden en dat daarna een definitief standpunt over het al dan niet opnemen in het rehabilitatieplan zal vol gen. Het tweede punt behelst de vraag of ten behoeve van de verbetering van de woonomgeving afbraak van woningen zou mogen plaats vinden, zoals de projectgroep dat voorstelt of dat, zoals de wijk het voorstelt, zoveel mogelijk woningen gespaard zouden moeten worden. Omdat wij van mening zijn dat op de langere duur toch ook door de bewoners steeds hogere eisen aan de woonomgeving gesteld zul len worden staan wij achter het standpunt van de projectgroep; afbraak van woningen ten behoeve van verbetering van de woonomgeving moet mogelijk zijn, mits dit op zeer doordachte wijze geschiedt. Onze fractie vindt dat de westwand van OldegaIileën zoveel mogelijk als zodanig moet blijven bestaan öf door herstel van de aanwezige woningen 6f door nieuwbouw waarbij de huidige rooilijnen zoveel mogelijk moeten worden aangehouden. Deze straat immers is zeer karakteristiek voor dit ge bied en een essentieel onderdeel er van vormend. Het terrein van de Gemeentewerf zal zoveel mogelijk benut moeten worden voor woningbouw. Hier ligt een gebied waarop het potentieel zeer geschikt is een aantrekkelijke woonomgeving te creëren. Het kan het totale gebied als woonomgeving meer body geven. Wat betreft het verkeer stelt u dat dit een nieuwe studie vereist. De grote meerderheid van onze fractie is het hiermee eens, mits als uitgangspunt genomen wordt het feit dat geen brug over de Dok kumer Ee wordt gelegd. De redenen hiervoor zijn een viertal: le de hoge kosten van zowel de aanleg als het beheer van een vaste brug; omdat er immers geen sprake kan zijn van een vaste brug zullen deze kosten erg hoog liggen; 2e de onrust die een doorgaande verbinding door de wijk kan scheppen; 3e de ruimte die de opritten naar de brug zullen innemen en 4e de overbodigheid - en dat is, dacht ik, een heel belangrijk punt -, daar o.i. dit gebied naar drie kanten goed te ontsluiten valt. Dan het punt openbaar groen. Ons lijkt het voorstel van de projectgroep wegens zijn mogelijkhe den te prefereren boven dat van de wijk. Voor de bedrijven in het plan moet het mogelijk zijn verplaatst te worden naar het gedeelte dat u als zodanig in uw plan hebt opgenomen. Dat lijkt ons voor het ontlasten van de woonomgeving een goede oplossing. Ook in dat opzicht zijn wij het dus niet eens met het advies van de Raad voor de Volkshuisvesting dat een voorbeeld is van het door mij in het voorgaande gesignaleerde voorbije den ken. Dat is dan: doe niet teveel moeite, gooi maar plat, bouw maar nieuw en geef het in handen van een projectontwikkelaar. Het moet voor de bewoners een vervelende zaak zijn dat hun goede bedoe lingen blijkbaar zo slecht overgekomen zijn. Ik wil het punt van de erfpacht dat mevr. Brandenburg zonet genoemd heeft toch nogmaals noemen. Als wij gemeentepanden uit zouden geven dan zou het misschien aanbeveling kunnen verdienen om dit te doen in erfpacht. Het is n.l. de kwestie dat er een stuk subsidie van de overheid in deze pan den wordt gestopt en mogelijk zou het een goede zaak zijn als de waardevermeerdering die daarna ontstaat gedeeltelijk ook ten goede van die overheid zal kunnen komen. Dat zou misschien te berei ken zijn door een canon die periodiek aangepast zou worden naar de waardestijging. Ik wil niet zeg gen dat ik hier meteen voor ben, maar ik dacht dat u op zijn minst deze zaak eens zou kunnen onder zoeken. 27-SVy Dan nog een praktische opmerking. De leden van mijn fractie, niet zijnde leden van de Commissie R.O. klaagden over het feit dat de stukken over dit onderwerp en ook de stukken over Huizum pas op een zo laat tijdstip bij hen gekomen zijn. Ik neem aan dat hier sprake is van een overmachtsituatie waarvan ik hoop dat die in het vervolg vermeden zal kunnen worden. Indien u in mijn verhaal bepaalde zaken onbesproken vindt dan mag u aannemen dat onze fractie het op die punten eens is met de door u geformuleerde standpunten. Omdat hier sprake is van het aanwijzen als rehabilitatiegebied en hierna op basis van de ver schillende standpunten een bestemmingsplan ontwikkeld zal worden meende ik nu te kunnen volstaan met het noemen van in mijn fractie levende standpunten. Wij verwachten hierna van uw zijde defini tieve voorstellen. Wij hopen dat deze voorstellen snel zullen komen. De heer Van der Wal: Er lopen - de heer Heidinga is ook al zo begonnen - een hoop parallellen met het vorige punt. Ook voor dit punt hebben wij grote waardering, misschien zelfs nog wel een grotere waardering dan voor het vorige punt gezien de enorm lange tijd dat de bewoners het maar hebben moeten volhouden. In vergelijking tot Huizum is het in Oldegalileën veel en veel langzamer gegaan; Oldegalileën is eerder gestart en misschien was het denken in die tijd nog niet zo ver gevor derd dat het zo snel kon gaan als bij Huizum. Des te meer waardering hebben wij eigenlijk voor het feit dat de bewoners het zo lang hebben volgehouden. Er zijn nog wel meer parallellen te trekken. Ook hier was in het verleden een grote weg gepland dwars door de wijk; dat is eigenlijk het punt ge weest waarom de wijkbewoners zich georganiseerd hebben, zij moesten wel om tegenwicht te leveren tegen die plannen. Dat is hun gelukt en dat vind ik een hele prestatie. (De heer Heidinqa: Anders had de raad er wel mee gered, hoor.) Dat betwijfel ik. Gelukkig hadden wij in die tijd(De heer Heidinga: Lees de notulen er maar eens op na van de vergadering dat zij die weg aanboden.) Die weg heeft nog tot in lengte van jaren in allerlei plannen mee gedraaid, zelfs nog in de eerste discussies over de binnenstad. (De heer Heidinga: Lees maar eens wat de raad er toen in het begin van gezegd heeft.) Gelukkig hadden wij toen geen geld. Om het wat overzichtelijk te houden ga ik nu even het standpunt van het college puntsgewijze langs. Dan kom ik a I lereerst bij een punt dat ook voor Huizum-Dorp speelde, n.lhet aantal te rehabili teren panden. De heer Heidinga heeft er ook even iets over gezegd, maar die sprak er over pan den uit het rehabilitatiegebied te halen, n.l. Goudenregenstraat en Groningerstraatweg. Het is na tuurlijk wel zo dat die panden, als ze wel meetellen, bij de 2.250,voor de verbetering van de straatomgeving meedoen. Die panden tellen dan ook mee terwijl daar niet zoveel te verbeteren valt. Nu geldt datzelfde punt ook voor Hoeksterplein en omgeving. Als je Hoeksterplein en omgeving n.l. wel aanmeldt als rehabilitatiegebied dan krijg je 124 maal 2.250,ik heb uitgerekend dat dat 279.000,is. Dat is mooi meegenomen in een wijk waar veel op te knappen valt. Het is uitgere kend het Hoeksterplein dat er op het ogenblik qua aanzicht heel redelijk bij ligt. Dus wat dit punt betreft zouden wij met het Hoeksterplein wat bij kunnen verdienen voor het omliggende gebied dat het erg hard nodig heeft. Bovendien - dat is ook al eerder genoemd - is op het Hoeksterplein de instandhoudingsregeling van toepassing geweest of nog van toepassing; in die regeling wordt gesteld dat er binnen 10 jaar m.b.t. het gebied een beslissing moet worden genomen over het rehabiliteren of saneren van de panden. De heer Geerts heeft gezegd dat zijn fractie genuanceerd denkt over deze kwestie; je kan natuurlijk ook "verdeeld" zeggen, dat is dan hetzelfde. Men twijfelt in die fractie m.n. aan de behoefte aan dit soort woningen; dat heb ik er tenminste van begrepen. Nu heb ik door mijn werk nogal veel te maken met jongeren in min of meer crisissituaties en heel vaak is het zo dat zij in de erbarmelijkste omstandigheden hier wonen en leven. De heer Van Kats kan waarschijnlijk wel beamen dat beneden hem op kantoor soms knokpartijen plaats vinden om kleine panden; daar wil len jonge mensen in. Daar is wel degelijk behoefte aan. Bovendien kan je voor dit soort rug-aan-rug woningen of zij-aan-zij woningen best een rehabilitatieplan maken waarbij je van twee woningen één maakt; dat staat ook met name genoemd in de rehabilitatieregeling. Dus wij zouden er, met de wijk, erg voor zijn dat wij nu beslissen dat het gebied Hoeksterplein wel gerehabiliteerd wordt en dus uit het besluit wordt gehaald zoals dat bij de raadsbrief is gevoegd. Ik heb daartoe een klein voorstelletje gemaakt dat luidt: "De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 17 november, besluit, in afwijking van het BESLUIT gevoegd bij raadsbrief no. 339, het z.g. gebied A. het Hoeksterplein en omgeving wel aan te wijzen als rehabilitatiegebied." Zoals gezegd, wij hebben daar ook nog een financieel voordeel bij van dik een kwart miljoen. Dat kunnen wij wel gebruiken, dacht ik, bij deze rehabilitatie. Dan kom ik op de westwand van Oldegalileën. Ik heb ook in de Commissie Ruimtelijke Ordening

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 14