2%S£
al gezegd - het is ook duidelijk in de wijk gebleken - dat er erg sterk op wordt aangedrongen om nu
snel een daadwerkelijk begin te maken met de rehabilitatie. De panden die aan de westkant van
OldegaIileen staan zijn voor een zeer groot gedeelte gemeente-eigendom. Wij kunnen dus, als van
daag het gebied tot rehabiIitatiegebied wordt aangewezen, bij wijze van spreken morgen de plannen
gaan maken. Omdat wij eigenaar zijn hebben wij daartoe de mogelijkheid en ik vind dat wij dat
moeten gaan doen. U zegt dat het eerst nog onderzocht moet worden, maar u zet er niet bij wanneer.
Ik ben bang dat het dan op de lange baan komt en daarom heb ik ook hier een voorstel voor gemaakt.
Dat luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 17 november 1975, overwegende het belang van een
snelle daadwerkelijke aanvang van de rehabilitatie in het gebied Oldegalileè'n, besluit b. en w.
opdracht te geven op zeer korte termijn een onderzoek te starten naar de renovatiemogelijkheden
van de westelijke straatwand van de Oldegalileè'n, waarvan de raad hierbij uitspreekt dat uitgegaan
moet worden van de handhaving van deze historische en voor deze buurt karakteristieke straatwand."
Dan iets over de GemeentewerfOmdat de universiteit daar geen belangstelling meer voor heeft
omdat wij in lengte van jaren een kleine universiteit zullen houden is het natuurlijk vanzelfsprekend
dat dan het andere alternatief wordt uitgevoerd, n.l. woningbouw. Wij zijn het daar dan ook volle
dig mee eens; dat is verder eigenlijk geen punt van discussie meer. (De Voorzitter: Maar uw motive
ring is de onze niet.) Dat is misschien een kwestie van benaderen.
Dan de wegenstructuur. Wat meteen opvalt is dat zowel de wegenstructuur die is voorgesteld door
de wijk als die welke wordt voorgesteld door de projectgroep duidelijk afwijkt van ons befaamde
rekenmodel. Dat rekenmodel is een bedenksel van verkeersdeskundigen die van bovenaf meenden te
kunnen bedenken hoe het verkeer zich door Leeuwarden zou moeten bewegen. Bij het eerste de beste
plan dat na het rekenmodel in procedure komt - dat is dan het plan Oldegalileè'n - blijkt meteen
dat wij gewoon gedwongen zijn - de projectgroep dus ook - om van dat rekenmodel af te wijken en
wel vrij fors af te wijken. Het bevestigt alleen maar onze indruk dat je op deze manier geen ver-
keersstructuur voor een hele stad kunt maken. Je zult van onderen af aan moeten beginnen. U stelt
t.a.v. de verkeersstructuur een nader onderzoek voor. Ik wil wel zeggen dat mij de verkeersstructuur
volgens het voorstel van de wijk het meest logische voor komt, maar dan wel met afsluiting voor het
gemotoriseerde verkeer van de Willem Sprengerstraat. Voor de rest gaat mijn voorkeur uit naar het
voorstel van de wijk. Het doorgaand verkeer dat op de Goudenregenstraat nu ook is zou je kunnen
afremmen en belemmeren door b.v. de straat opnieuw te profileren en er slingers in te maken; je moet
daar niet zo'n groot asfaltlint neerleggen, want dan stimuleer je alleen maar het hard en gevaarlijk
rijden op zo'n weg. Je zou er bulten in kunnen maken, maar dan moet je wel oppassen bij wie je ze
voor de deur legt. (De hear Jansma: En de stedsbus dan?) Ik weet niet of die daar langs gaat.
Ik ben nu bij mijn laatste punt gekomen; de heer Geerts heeft daar ook even over gesproken. Dat
is het advies van de Raad voor de Volkshuisvesting. Ik heb dit advies al eerder gebruikt als een symp
toom dat geïnstitutionaliseerde volkshuisvesters eigenlijk niets van vernieuwing en rehabilitatie wil
len weten. De heer Geerts heeft gesproken over het voorbije denken; ik ben het daar volledig mee
eens. Zij willen drie complexjes handhaven(De Voorzitter: Daar is dus geen meningsverschil
over.) en voor het overige moet alles zoveel mogelijk worden afgebroken. Ik vind dat dit soort ad
viezen de status van m.n. de Raad voor de Volkshuisvesting enorm devalueert; ik hoop dat zij zich
deze algemene kritiek van de raad ook zullen aantrekken en dat zij zich in het vervolg bij dit soort
plannen die van onderen op komen beter oriënteren. Als zij dat niet kunnen dan moeten wij maar een
andere raad hebben. (De Voorzitter: Zij zijn vrij om advies te geven. Wat u daarmee wilt doen is uw
zaak.) Ja, maar ik mag mijn mening zeggen, want het heeft te maken met mijn verhaal.
De heer De Beer: Ik zal het vanwege de tijd vrij kort maken. Er is al veel gezegd dat ik had willen
zeggen. Wij zijn het eens met de samenvattingen die staan op pagina 6 van de raadsbrief. Alleen
hebben wij één verschilpunt met de standpunten van het college en dat betreft de brug. Wij zien daar
de noodzaak niet zo erg van in om de redenen die reeds door de heer Geerts zijn genoemd. Wel wil
len wij graag de wens van de bewoners ondersteunen om nu ook zo spoedig mogelijk te komen tot een
bestemmingsplan.
De hear Singelsma: Hwannear't ik myn stanpunt formulearje dan kom ik hiel ticht by it stanpunt fan
de P.v.d.A.-fraksje. Ik kin my dêr yn mannich opsicht yn fine. It is sa dat der in kentering kommen is
yn it tinken. Nou haw ik dat tinken al folie earder frochmakke, dat mei bikend wêze(De
hear Ten Brug(weth.): De kentering net?) (Laitsjen) Ja, dy ek. It is merkwaerdich, mar hwat nou eins
as de heechste wierheit nei foaren komt wie my jierren lyn al bikend. Mar der binne fansels folksstammen
dy't dêr folie langer fiid foar nedich hawwe. Ik gean altyd üt fan if stanpunt dat wy de lytsskaIichheit
29S-&.
fan al dizze aide wiken bifoarderje moatte en dat de huzen dy't dêr steane safolle mooglik sparre
bliuwe moatte. Dus ik tink eins hwat mear yn de rjochting fan de hear Van der Wal en ik fyn ek dat
wy de gebieten dêr't hjir forskil fan miening oer is eins mar opnimme moasten yn it rehabilitaesjeplan.
Dat bringt ek noch al hwat jild yn it laedtsje, sa'tal sein is, en ik leau dat der yn dizze goede stêd
forlef is fan ek dit soarte huzen dy't geskikt binne foar minsken, ienlingen, mei in lytse beurs; ik
tocht dat dêr tige forlet fan is.
Ja, hwat wykt sa'n plan dat nou foar us leif óf fan it plan dat fiif jier lyn hjir op tafel lei - de
greafskalichheit, de greafe kantoorflats - mar gelokkich binne wy wol ris hwat stadich yn Fryslan en
Ljouwert; dat hat ek syn foardielen. Ik bin mar bliid dat it sa lang yn de mole west hat en dat wy nou
aensen ta in folie better plan komme kinne as eartiids hjir as heechste wiisheit op tafel lei.
Ik haw it noch net hawn oer de brêge. Ik bin ek mei de hear Geerts fan miening dat dy brêge der
eins mar net komme moast. It jowt hiel hwat unrêst yn de wyk.
De westkant fan de Aldegaleijen is in karakteristike muorre fansels fan Aldega lei jen. Dy bipaelt
eins it gesicht fan dizze wyk. In undersyk fan hoe't dat aensen wurde moat moat basearre wurde op
hwat der stiet. Ik leau, dat moat it utgongspunt wêze. Der moat safolle mooglik sparre wurde, mei in
great forskaet - "diversiteit" hjit dat yn wenningboukringen tsjintwurdich - fan typen wenten en sa
hwertroch it in minsklik oansjoch haldt. De forfeling fan de nijbouwiken mei strak by de nijbou yn
dizze wyk net op üs óf komme.
Ik leau dat ik yn forban mei de tiid hjir net folie dingen oan ta to foegjen hoech. Ik kin my oer't
gehiel nommen fine yn it foarkarsmodel sa'f de projektgroep dat hjir foarlein hat, mei utsundering
fan de opmerkingen dy't fan dizze en fan de oare kant makke binne.
De Voorzitter: Ik stel voor nu een korte tweede pauze te houden. Ik doe een klemmend beroep op
u om vanavond niet te stemmen voor het om 12 uur stoppen, want wij hebben geen keus voor een
volgende avond en er staan nog een aantal punten op de agenda die afgehandeld moeten worden. Als
er wel gevraagd wordt om 12 uur op te houden hoop ik dat er niet teveel voorstemmers zijn; ik wil
graag dat u zich daar nog even op beraadt.
De Voorzitter schorst, om 22.50 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.05 uur, de vergadering.
De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat het misschien verstandig was om niet elk punt waarover ge
sproken is te behandelen. Er zijn verschillende punten waarmee de raad min of meer zijn instemming
heeft betuigd. T.a.v. bepaalde punten zijn er nuanceverschillen, maar ik dacht niet dat het, gezien
het tijdstip, zinvol was om daar nog nadrukkelijk op in te gaan. U hebt uit de behandeling van het
vorige punt wel begrepen dat van beslissing tot beslissing steeds wordt voortgegaan en dat die beslis
singen niet in stilte worden genomen. Die beslissingen worden door de raad genomen en voor die tijd
wordt overleg gepleegd met de betrokkenen nadat hen inzicht in de plannen en in de motieven is
gegeven. U krijgt naast het voorstel ook de motivering van anderen als die het er niet mee eens zijn.
Het is dus een voortgaand proces mede van individuele beoordeling van de diverse objecten. Ik zou
haast zeggen: Er ontgaat u straks werkelijk niets.
Er zitten een aantal cruciale punten in. Allereerst is dat het Hoeksterplein e.o. De projectgroep
stelt voor dat gebied er voorlopig buiten te laten; ik stel u voor zich bij die beslissing aan te sluiten
onder de toezegging dezerzijds dat wij zeer snel met nadere voorstellen zullen komen, dus niet op
een termijn van een jaar maar op een termijn van weken; binnen 3 weken zal het niet mogelijk zijn;
ik noem met opzet weken om niet de indruk te wekken dat het nog maanden zal duren, maar er is
natuurlijk enige voorbereiding nodig en die voorbereiding zal ook weer gebeuren in samenhang met
de belanghebbenden. Hetzelfde zou ik willen zeggen van de westelijke straatwand van Oldegalileè'n.
Er wordt niet gebroken voordat wij een duidelijke analyse van de percelen hebben en duidelijk we
ten wat de mogelijkheden zijn die door de analyse voor de diverse percelen naar boven komen.
Het volgende punt betreft de brug. Ik dacht dat u maar moest zeggen wat er moet gebeuren met de
brug over de Dokkumer Ee; als u die uitspraak nu doet dan weten wij waar wij aan toe zijn.
Ik dacht dat wij geen behoefte hadden aan de voorstellen van de heer Van der Wal. Ik meen dat
het proces van voortgaande behandeling zoveel garanties in zich houdt dat de beide moties - laat
ik het maar kras uitdrukken - volkomen overbodig zijn. Het hele contact dat er is opgebouwd maakt
het onnodig de voorstellen van de heer Van der Wal er tussen te schuiven. Wij komen er zonder die
moties wel uit.
Ik dacht dat ik het om wille van de tijd en gezien de instelling van het college t.o.v. deze zaak
hier wel bij kon laten.