/8 35
zijn een reeks voorschriften waaraan voldaan moet worden. Dat zal gecheckt moeten worden.) Elk
nieuw gebouw dat op 20 meter afstand komt van(De Voorzitter: Wat zou de Commissie Ruim
telijke Ordening eraan kunnen doen? Als men daar straks wil bouwen zal men aan de voorschriften
moeten voldoen die daarvoor staan b.v. in de Hinderwet. Dat zal gecheckt moeten worden. Nagegaan
zal moeten worden of het een verantwoorde zaak is daar inderdaad iets neer te zetten.) Zoals ik het
nu bekijk is het, met wat ik nu weet, geen verantwoorde zaak. Ik zal om die reden gedwongen zijn
tegen dit voorbereidingsbesluit te stemmen, hoewel dat u waarschijnlijk niet zo erg zal verontrusten.
De hear Singelsma: Ik fyn it dochs wol in hwat riskante undernimming. Doe't de wethalder my for-
telde hoe fier dy tanks of lizze fan dat kantoargebou bin ik der fan skrokken. Sjoch, de D.S.M.-fa-
briken leine miskien ek op bipaelde ofstan fan de bibouwing en dochs hat dêr ek in ramp pleats hawn;
der binne gjin slachtoffers fallen yn de omlizzende huzen, mar dochs is it sa dat der greate skea oan-
rjochte is yn de omjowing fan dizze fabriken. Ik leau eins dochs dat wy hjir net sa'n situaesje skeppe
moatte al kin miskien oan de eask fan in bipaelde ofstan foldien wurde. Ik hie dit yn de Kommisje
Romtlike Oardering sizze moatten, mar doe koe ik de situaesje net. Doe't ik der by lans fytst bin
tocht ik: Jonge, jonge, dit is dochs wol in bytsje oan de krappe kant.
De heer Rijpma (weth.): De afstand bedraagt inderdaad 15 tot 20 meter. Ten aanzien daarvan zullen
nadere eisen door de Brandweer worden gesteld. Wanneer het gevaar onoverkomenlijk is zal het bouw
plan gewijzigd moeten worden t.o.v. de gevarenzone. Dat zal op dat moment moeten worden bekeken.
Wanneer niet aan de eisen kan worden voldaan met het voorgenomen bouwplan - er is n.l. nog geen
bouwplan - dan zal er een ander project moeten komen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heren De
Greef en Van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punten 10 en 11 (bijlagen nos. 320 en 332).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 12 (bijlage no. 326).
De heer Janssen: Ten tweede male spreken wij hier over het parkeerterrein Hoeksterend. Er is nu
een gewijzigd plan en ik wil in de eerste plaats de D.S.O. dank brengen voor de vlotte wijze waarop
zij dit plan uitgewerkt hebben. U komt dus nu met een gewijzigd plan en mijn fractie gaat in grote
lijnen wel akkoord met dit plan; wij vinden dit een sterke verbetering vergeleken bij het vorige plan.
Enkele leden van mijn fractie hebben echter twijfels over de verkeersbeweging die op dat terrein
kan ontstaan. Ik zal het u even proberen te schetsen. Het parkeerterrein wordt doorsneden door wat ik
dan maar een middenweg noem; daar staan auto's aan, maar daar komen ook zijstraatjes op uit. Die
zijstraatjes lopen dood op de groene wal. Er kunnen zich situaties voordoen dat iemand niet ziet of er
nog een open plaats is, hij rijdt zo'n zijstraatje in, er blijkt geen open plaats te zijn, hij rijdt terug
en dan heb je de opstopping. Zou het niet mogelijk zijn er bij de indeling van dit terrein rekening
mee te houden dat er lussen gedraaid kunnen worden, dat de auto's die er in rijden er aan de andere
kant bij de wal langs weer uit kunnen komen? Dit kan, dacht ik, moeilijkheden voorkomen. Mis
schien moet de Verkeerscommissie daar nog eens naar kijken; ik weet niet wat de beste oplossing is.
Misschien is het ook mogelijk dat, zoals bij de vorige bespreking van dit punt door de heer De Jong
gesuggereerd is, een visgraatopstelling gemaakt wordt, dat het dan overzichtelijker is, dat er dan
gemakkelijker in en uit te komen is. Ik kan u de oplossing dus niet aan de hand doen, maar zou dat
graag aan de deskundigen over willen laten.
De heer Spoelstra: Als u toch aan het wijzigen bent in dit plan zou ik willen voorstellen
(De Voorzitter: Zo ver zijn wij nog niet.) Nee, maar als wij dan straks wel zo ver zijn, dan zou u
ook het volgende nog eens kunnen bekijken. Het gaat mij om de in- en uitgang aan het Hoeksterend.
Het Hoeksterend is een vrij drukke straat waaraan ook een busstop is. Wij zouden die in- en uitgang
misschien kunnen laten vervallen en beide in- en uitgangen aan het Hoeksterpad maken; dat komt
misschien ook beter uit met die rondrit over het parkeerterrein.
De heer C. de Jong: Ik zou wil len beginnen met waardering uit te spreken voor de snel Ie wijze
waarop dit nieuwe voorstel thans ter tafel ligt. Wij hebben dit in de Commissie Ruimtelijke Ordening
ook bekeken en inhakende op de woorden van de heer Janssen, die ook de parkeersituatie daar even
in ogenschouw nam, zou ik willen opmerken dat er een dusdanige tekening ter tafel heeft gelegen
waarbij de insteken zodanig zijn dat er geen doorstroming kan plaats hebben. Wij hebben in de Com
missie Ruimtelijke Ordening ook duidelijk voorgesteld - dat voorstel wil ik nu graag doen aan het
college - om het visgraatmodel toe te passen, dat er dus een diagonale streep getrokken wordt; dat
kennen wij al in Leeuwarden, want ik zag het vanmorgen op het Jacob Catsplein waar hetzelfde
model parkeerruimte is. Daardoor zou bereikt worden dat je gemakkelijker insteekt en daardoor min
der schadekansen hebt t.a.v. reeds geparkeerde wagens; ook ontstaat hierdoor een betere, ruimere en
snellere in- en uitstapmogelijkheid. Het betekent wel dat dan éénrichtingsverkeer toegepast zou moe
ten worden en dat het visgraatmodel in de rijrichting gelegd zou moeten worden. Het betekent ook
dat er een aantal parkeerplaatsen minder zouden komen om de rondrit, vooral aan de walkant, moge
lijk te maken. Ik ben echter van mening dat daardoor de parkeersituatie op dit terrein veel beter zou
kunnen zijn wat betreft het in- en uitrijden. Daarom wil ik graag dit voorstel aan het college voor
leggen. Ik heb uit de vorige stukken gelezen dat dit een terrein wordt voor langparkeren. Ik zou
graag het college in ov:rweging willen geven om, als blijkt dat dit terrein door de langparkeerfunc-
tie voor de winkelfunctie geen enkele betekenis heeft, dit nog eens nader in ogenschouw te nemen.
De heer Rijpma (weth.): Een aantal van de opmerkingen die hier gemaakt zijn had ik gelukkig al op
andere plaatsen gehoord. Dat betekent dus dat aan de dienst gevraagd is om de indeling van het plan
nog eens te bekijken. Er is sterk gepleit voor een visgraatsysteem, zoals dat op het Jacob Catsplein
ook is. De dienst rapporteert mij dat op het Jacob Catsplein de situatie juist onbevredigend is omdat
men zich niet aan het éénrichtingssysteem houdt en tegen elkaar in duwt. Dat betekent dat er nogal
wat stoornissen van meer en minder ernstige aard optreden. Men stelt op dit moment voor - het is
echter nog steeds voor discussie vatbaar, want wij kunnen in de Commissie Openbare Werken de vol
gende keer nog wel eens naar die parkeervakjes kijken - om een wat opener indeling te creëren.
Zij hebben dus een andere indeling gemaakt waarbij het mogelijk is om de parkeervakken heen te
rijden; men kan er in twee richtingen omheen rijden dus hoeft het geen éénrichtingsverkeer te zijn.
Er komen hierbij 174 parkeerplaatsen die van alle kanten overzichtelijk gerangschikt zijn. De dienst
stelt dus voor niet tot het visgraatsysteem over te gaan, zonder dat men daar nadrukkelijk nee tegen
zegt. Gezien de ervaringen op het Jacob Catsplein adviseert de dienst echter om niet het visgraat
systeem toe te passen, maar wel de parkeerindeling anders te maken, zodat het hele gebied, van
welke kant men het ook bereikt, overzichtelijk is. Men weet waar parkeerplaatsen vrij zijn. Er zijn
twee ingangen, één aan de kant van het Hoeksterend en één aan de kant van het Hoeksterpad. De
bedoeling is, dacht ik, dat aan de ene kant ingereden wordt en dat aan de andere kant uitgereden
wordt. Vanaf de kant van het Hoeksterend kan men er in en bij het Hoeksterpad kan men er weer uit.
Het inrijden hoeft op zichzelf geen problemen op te leveren en het er uit rijden hoeft dan in ieder
geval niet verkeersstorend te werken. Dat is in eerste instantie mijn reactie. Het terrein is hetzelfde
gebleven alleen de indeling heeft op deze prent een wat andere vorm dan in de commissies is getoond.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij nu niet verder over de indeling praten. Wij zouden moeten af
spreken dat de wethouder daarover nog een keer de Commissie Openbare Werken raadpleegt. Ik ge
loof dat een discussie daar meer op zijn plaats is dan hier.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging dat de Commissie Openbare Werken nog geraadpleegd zal worden m.b.t. de indeling van het
parkeerterrein.
Punt 13 (bijlage no. 340).
De Voorzitter: Voordat ik dit punt in discussie geef wil ik graag het woord geven aan de wethouder;
die wil nog graag even een kleine correctie aanbrengen.
De heer Rijpma (weth.): In de raadsbrief staat dat het bedrag dat dit aan kapitaaIlasten oplevert
gedekt kan worden ten laste van de op de post Nog functioneel toe te rekenen uitgaven gereserveerde
ruimte voor civieltechnische werken (volgno. 648/2). Bij nader inzien is men op de afdeling Finan
ciën tot de conclusie gekomen dat het beter is om, net zoals dat gebeurd is bij het Hoeksterend, het
toe te rekenen aan de reserve openbare werken.