*11 amoveren." Nu, dat is dan de oplossing die de gemeente weet te bedenken. Ik vind dit ver en ver be neden de maat. Ik kan dit staven met een paar voorbeelden. Het pand waarin voorheen slagerij Adema gevestigd was naast de garage van Schuhmacher is sinds jaren bij de gemeente in bezit. Ik heb gehoord dat er drie keer een gegadigde voor is geweest; dat is niet doorgegaan. Ondertussen is dat pand, dat zeker niet afgebroken kan worden op korte termijn, één grote puinhoop. De jeugd is er in geweest, de gemeente heeft het verwaarloosd, heeft er niets aan gedaan. Ik hoor van ambtenaren: Wij zijn er een keer heen geweest en toen was het al zo slecht. Nou, en daar staat het. Dan de panden aan de Sneker- kade. Die panden staan in een gebied waarvan iedereen weet dat er ontwikkelingen gaande zijn tussen de Willemskade en de Lange Marktstraat. Die panden laten wij willens en wetens verkrotten. Zelfs het heel markante hoekpand is in een ontzettend slechte staat van onderhoud. Een eindje verderop hebben wij een pand dichtgespijkerd. Werken wij op zo'n manier misschien mee om daar inderdaad de kantoren te vestigen? Want wat krijgen wij straks? Wij moeten maar verkopen want de panden zijn ondertussen zo slecht, het zou kapitalen kosten om ze te herstellen! En niet te vergeten de exploitatieverliezen natuurlijk! Dan het pand aan de Vierhuisterweg waar wij het dinsdagavond even over gehad hebben. Ondertussen heb ik van de heer De Jong gehoord - ik wil daar graag even een opmerking over maken - dat er een brief bij het college schijnt te liggen van iemand die het pand wil kopen en het zelf wil op knappen. Is dat waar en hoe denkt het college daar op te reageren? Even doorgaand met een kort lijstje dat ik zo maar even voor de vuist weg opgesteld heb noem ik de panden aan het Zaailand achter de Harmonie, ooit eens i.v.m. een doorbraak aangekocht. Die panden stonden 4 jaar geleden al te lekken. Er is in de tussentijd niets aan gedaan, alleen de man die daar in een enorm groot woonpand één ate- liertje en voor de rest wat drankopslag heeft werkt met plastic het ergste lekwater wat weg. (De heer Knol: Het zijn panden die zijn aangeduid voor sanering en reconstructie. Er hoeft niemand in te wonen. Er is genoeg aanbod van andere woningen, goede woningen die leeg staan.) Goede woningen die leeg staan? Noemt u misschien de maisonnettes in Heechterp en de rotzooi die daar gebouwd is goede wo ningen? (De heer Knol: Dat weet ik niet, het is maar hoe je het bekijkt.) Ik noem dat geen goede wo ningen. (De heer Knol: De mensen die in de door u bedoelde panden wonen, wonen daar op vrijwillige basis.) Ik heb al vaker in de raad gemerkt dat er geen enkel begrip is voor de woningnood van jongere alleenstaanden. Die mensen wil men slijten in Heechterp; die wil men de woningen verhuren die men aan gezinnen niet meer kwijt kan en waar - alweer - zware exploitatieverliezen op rusten. Los daar van, de gemeente is als eigenaar van woningen volgens de Woningwet verplicht zijn woningen te onder houden. (De heer Knol: Niet de woningen die zijn aangewezen voor sanering en reconstructie.) Die zijn niet aangewezen voor reconstructie. Er zijn helemaal nog geen vaststaande plannen voor de meeste van die woningen. In Oldegalileën zijn wij panden aan gaan kopen voor sanering. Ondertussen wijzigen de plannen, Oldegalileën wordt rehabilitatiegebied en wij zitten met de puinhopen. Huizum-Dorp idem dito. Blijven wij nu maarzo doorgaan om wille van de heilige exploitatieverliezen? Ik wil in ieder ge val bereiken dat er wat dit soort panden betreft - kennelijk weet het college precies welke panden ik bedoel; het zijn er nogal wat - een inventarisatie komt; die wordt eigenlijk verderop ook min of meer toegezegd. Verder wil ik graag zien dat er in de contracten in ieder geval het buiten-onderhoud wordt opgenomen plus de grote technische gebreken; als er b.v. riolering verstopt of verzakt dan krijgt eeri huurder die bij het Woningbedrijf komt met zijn klacht te horen: U hebt een bijzonder huurcontract, mijnheer, u maakt het maar zelf. Om dan over electrische leidingen nog maar niet eens te praten. Bij lekkende daken is het: U maakt het maar zelf. Ondertussen verrotten de woningen, men zoekt een an der pand en de woning die verlaten wordt is weg. Ik wacht nu eerst het antwoord van de betreffende wethouder maar even af. De hear Jansma: It past net by ien fan de skriftlik stelde fragen, mar it hat wol bitrekking op it Wen- ningbidriuw. As it antwurd net bifredigjend is dan leit him dat yn dit gefal net oan it kolleezje mar oan myn fraech dy't ik mien dochs even stelle to moatten. It giet ntl. oer de oanpassïngen dy't oan de wenningwetwenningen barre moatte yn it ramt fan de sirkulaire fan steatssekretaris Van Dam. Hwannear't it om lytse oanpassingen giet dan moat de wenningeigner foar eigen rekken der foar soargje. En foar sa- fier dat dan it Wenningbidriuw fan us gemeente is haw ik heard dat dat wol ris in lyts bytsje op swier- richheden stuitsje kin, dat men ntl. dizze sirkulaire op mear as ien manier ynterpretearret. Myn fraech is: Is yntusken bikend hwat it stanpunt fan it kolleezje is? Hwannear't it om in lytse oanpassing giet oan in wenningwetwenning is de gemeente dan ré om foar rekken fan it Wenningbidriuw dizze lytse oanpassingen oan to bringen? De heer Eijgelaar (weth.): Ik zou willen beginnen met dat laatste. Bedoelt de heer Jansma misschien aanpassingen ten behoeve van een invalide? (De hear Jansma: Yndied.) Dat is geen probleem voor het Gemeentelijk Woningbedrijf want dat is tot nu toe steeds gebeurd. Als het kleine aanpassingen betreft dan doen wij het. (De hear Jansma. Foar rekken fan it Wenningbidriuw?) Ja, voor rekening van het Woningbedrijf - de heer Van der Knoop kan mij nog wel even aanvullen - waarbij wij wel proberen waar mogelijk dit eventueel te verhalen en als het nodig is ook in de huurprijs te betrekken. De heer Van der Knoop: Jn het verleden was het gebruikelijk dat vanwege de Gemeenschappelijke Medische Dienst subsidies beschikbaar werden gesteld voor aanpassing van bepaalde woningen. Later is van rijkswege op het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een subsidieregeling in het leven geroepen voor verbetering van naoorlogse woningen. Toen is van de kant van de G.M.D. ge zegd: Dan hoeven wij nu niets meer te doen. In de praktijk komt het er evenwel op neer dat het minis terie zegt: Onze subsidies zijn ook ergens begrensd, dus wanneer het een bepaald bedrag niet te boven gaat geven wij geen subsidie. Dan kom je natuurlijk een beetje in een vicieuze cirkel terecht. De G-M.D. zegt: Het Ministerie van V.R.O. heeft een subsidieregeling en het ministerie houdt de boot af. Dat betekent dus in deze dat de woningbouwcorporaties of het Gemeentelijk Woningbedrijf die kosten voor eigen rekening moeten nemen. Maar in de praktijk is het natuurlijk zo dat wij zo'n man niet laten zit ten; er wordt dus geholpen. Maar ergens zit de zaak dus een beetje scheef. (De heer Eijgelaar (weth.): Er wordt dus wel geholpenDat is ook wel gebleken, dacht ik.) (De hear Jansma: Miskien is it wol goed dat hjir nochris fierder oer praet wurdt. Dat hoecht lykwols hwat my oanbilanget hjir nou net.) De heer Eijgelaar (weth.): Dan even iets over de zaak waarover de heer De Jong zich verbaasde. Ik geloof dat deze zaak al eerder in de raad aan de orde is geweest. Het is dus zo dat dit pand destijds gewoon aan de bewoner verhuurd is en dat deze ook steeds zijn huurpenningen betaald heeft, maar dat hij aan de gemeente een voorstel gedaan heeft om dit pand over te nemen van de gemeente omdat dat voorde gemeente wat voordeliger zou kunnen zijn; voor hem trouwens waarschijnlijk ook. (De heer Knol: Anders deed hij het vast niet.) Goed, daar is toen een gesprek over geweest. Het gesprek is nog steeds gaande. Wij hebben nu een overeenkomst met deze huurder gesloten die in de Commissie Woning bedrijf aan de orde komt en eventueel, als dat nodig blijkt te zijn, ook in de raad. Dan de opmerkingen van de heer Van der Wal. Wij praten hier natuurlijk over gemeentelijke wonin gen die verhuurd worden op bijzonder contract. Als de heer Van der Wal stelt dat het gemeentelijk wo- ningbezit steeds minder wordt en eigenlijk suggereert dat dat woningbezit niet goed wordt onderhouden dan wil ik dat ten stelligste bestrijden. Dat is bepaald niet waar. Dit heeft niets te maken met normale woningen in het gemeentelijk woningbestand. Dit heeft te maken met woningen die aangekocht zijn - de heer Knol heeft dat ook al gezegd bij interruptie - in het kader van sanering en reconstructie. Het is natuurlijk onzin om aan dit soort panden waarvan je niet weet hoe lang ze nog mee kunnen of waar van je het stellige vermoeden hebt dat ze binnen afzienbare tijd moeten verdwijnen veel kosten te be steden. Het is natuurlijk niet verantwoord om daarvoor gemeenschapsgeld te gaan gebruiken. Als dat gebeurde zou de heer Van der Wal waarschijnlijk - en terecht - zeggen dat er op een onverantwoorde wijze met het geld van de gemeenschap werd omgesprongen. (De heer Van der Wal: Bekijkt u het nu eens vanuit het standpunt van de bewoners, vanuit het standpunt van iemand die zo'n woning nodig heeft en die met enorme huisvestingsproblemen bij het Woningbedrijf komt en nul op het rekest krijgt.) (De heer Knol: Dat weten ze van te voren.) Ik zou zeggen dat er bijna niemand in Leeuwarden zonder een be hoorlijke woning hoeft te zitten. De mensen die bij ons komen vragen zelf of zij in deze woninkjes of woningen mogen wonen. Wij wijzen hen dan op de consequenties. Die aanvaarden ze. Dat hoeven ze niet te doen, ze zijn vrij want ze kunnen wel een andere woning krijgen. (De heer Van der Wal: Nee.) Jawel, daar hoeven wij niet verder over te praten. (De heer Van der Wal: Ik stel mijn vragen omdat ik weet dat het niet zo is.) Klets toch niet, man. Als ik zeg dat het zo is dan is het zo. De mensen kunnen hier woningen krijgen, allemaal! (De heer Van der Wal: Ja, in die achterbuurtentroep die wij daarXóO jaar geleden hebben neergezet.) Ik zit hier niet te liegen, dit is de waarheid; als u mij niet gelooft dan wens ik er niet verder over te spreken. Ik kan u in dit verband zeggen dat wij in dit kader wat be treft woningen voor reconstructie en sanering kapitaal lasten van meer dan 1 miljoen hebben en dat er een huuropbrengst is van 348.000,wij hebben hier dus een tekort van meer dan 7 ton gemeen schapsgeld. En ondertussen laten wij niemand verrekken. (De heer Van der Wal: De gemeente laat die panden verrotten, zelfs woningen die niet bestemd zijn voor sanering en reconstructie.) Voor het pand van slagerij Adema zijn geen huurders. (De heer Van der Wal: Nu niet meer.) Nu kan ik wel zeggen dat dat logisch is in verband met de toestand van het pand. Het pand aan de Snekerkade is op advies van de D.S.O. dichtgespijkerd. De Schoolstraat zit bij het Grondbedrijf en niet bij het Woningbedrijf. De heer Van der Wal: Ik claim dit punt. Ik heb overigens nog geen antwoord gekregen op mijn vragen over het pand Vierhuisterweg. De heer Eijgelaar (weth.): Er is bij mij geen brief binnengekomen. (De heer Van der Wal: Maar als die brief wel zou komen?) De Commissie Woningbedrijf heeft besloten om b. en w. te adviseren dit pand

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 4