J4- /Of de andere kant door de normwinst die in het beleidsplan zit voor de komende 4 a 5 jaar. Die twee uit gangspunten moet u, dacht ik, hanteren. Als nu blijkt dat de scheidslieden een dusdanige uitspraak doen dat de normwinst in gevaar komt dan neem ik aan dat u niet boven de tarieven van het P.E.B. gaat zitten, want die tarieven zijn landelijk gezien al aan de zeer hoge kant, maar dat u genoegen neemt met een lagere normwinst. Dan komt er dus een gat in de begroting. Nu was ik eigenlijk wel be nieuwd hoe u dat gat zou willen gaan opvullen. Denkt u dan aan een verhoging van de onroerend goed- belasting of hebt u andere mogelijkheden om die dekking te vinden? (De heer Rijpma (weth.): De In standhoudingsregeling.) De hear Miedema: Punt 215 giet oer it L.E.F. Der binne 3 fragen steld. Oer it earste blok is oerien- stimming mei de bitrutsen minsken. Ik soe graech witte wol Ie hwannear't de oare twa blokken yn bihan- neling komme hwat de plannen oangiet. Ik soe graech wolle dat dat gau komt sadat de minsken ek witte hokker mooglikheden der binne en rekken halde kinne mei de datum hwerop dit réaliteit wêze kin. Yn punt c. fan it antwurd wurdt steld dat de wurken yn prinsipe troch Frigas dtfierd wurde kinne. Dat komt foar my hwat as in forrassing. Frigas skynt dus in oantal minsken yn tsjinst to hawwen dy't oars gjin wurk hiene, oars koe dit net. It soe dus wêze kinne dat, trochdat de bisetting foar dit wurk hwat minimael is, de ütfieringstiid langer wurdt en as dy kans der yn sit dan soe ik dochs biswier meitsje wolle hwant ik tocht dat de bitrutsen minsken bilang hiene by in sa fluch mooglike ötfiering as de oerienkomst der ien- kear is. De heer Schaafsma: Ook even iets n.a.v. punt 214. Als dat gat inderdaad gaat ontstaan dan zijn er, dacht ik, nog andere mogelijkheden dan de heer Knol noemde. De onroerend goedbelasting is bij zijn fractie kennelijk het middel voor alle kwalen, maar wij kunnen natuurlijk ook(De heer Knol: Dat is ook bij de V.V.D. zo als je tenminste sommige kamerleden hoort.) Wij kunnen natuurlijk ook de andere overheidsfinanciering toepassen, het ene gat met het andere stoppen. Er zijn echter binnen deze gemeente natuurlijk ook nog wel andere mogelijkheden. (De Voorzitter: U geeft een alternatief en dan kunnen wij kiezen.) U lief mij niet uitspreken. Ik heb nog een derde mogelijkheid, n.l. de huisvuil- rechten De heer Eijgelaar (weth.): Als er inderdaad een gaf ontstaat in de begroting dan zullen wij ons er op moeten beraden hoe dat gedekt moet worden. Wij hebben daar op dit moment echt nog geen mening over. Hef is ook nog niet aan de orde, maar als hef aan de orde komt zullen wij u daar(De heer Knol: Regeren is vooruit zien!) Ja, dat ben ik met u eens. Wij zullen u ongetwijfeld, als er inderdaad een gat ontstaat, een voorstel doen dat er toe zal leiden dit gat te dichten. De heer Rijpma wil hef via de Instandhoudingsregeling doen, maar ik weet niet of dat wel kan. Misschien zijn er nog wel meer moge lijkheden te vinden. U hoort dat echt nog wel van ons. De heer Miedema vraagt wanneer de andere beide subblokken in behandeling komen. Het ligt in de bedoeling dat hef eerste deel - zuidwest, rond Wijtgaard dus - in uitvoering genomen wordt begin 1976 en dat dan ook gestart zal worden - dat moet door het L.E.F. gebeuren - met het inventariseren en met hef raadplegen van de mensen in de beide andere subblokken, dus zuidoost en noord. Er wordt op gerekend dat direct na het gereed komen van het eerste blok doorgegaan kan worden met of zuidoost of noord, zodat het geheel in 1977, dus binnen 2 jaar, afgerond kan worden. Dat kan gebeuren - de heer Miedema verbaast zich daarover - door eigen mensen van Frigas. Dat kan gebeuren door revisie en sanering van kabels zoals dat altijd gebeurt en nog andere werkzaamheden op te schuiven. Daardoor zijn er voldoende mensen vrij om dit werk binnen een paar jaar te realiseren. De heer Schaafsma is, dacht ik, wel tevreden met het antwoord dat ik gegeven heb aan de heer Knol. PAR. 7. BELEIDSSECTOR REINIGING EN BRANDWEER. De heer C. de Jong. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk zult nemen dat ik een vraag stel die niet on der een van deze punten valt; de vraag valt wel onder deze paragraaf. Wij hebben de reinigingstarie ven goedgekeurd; die zijn weer vastgesteld op 57%. Ik zou willen vragen of wij in de komende begro ting niet een ander percentage zouden moeten hanteren. (De Voorzitter: U bedoelt niet deze maar de volgende begroting.) Ja, voor deze begroting hebben wij de tarieven, dacht ik, al vastgesteld. (De Voorzitter: Ik zei het alleen maar even voor de goede orde.) Ik zou dit punt graag nog eens met de wet houder in de commissie willen bekijken. Dat percentage van 57 lijkt mij gewoon te laag. Als wij milieu bewust willen zijn - wij hebben er zelfs een ministerie voor - moet dat percentage gewoon hoger kun nen; het kan ook wel gezien het inkomen van onze Leeuwarder bevolking. (De Voorzitter: Als wij milieu bewust zijn zou het percentage nul moeten zijn.) Het lijkt mij sterk dat wij zo milieubewust kunnen zijn dat wij geen vuil hebben. Ik vind dat wij er duidelijk met elkaar voor moeten willen betalen. Wij V5708 hebben de cijfers van diverse vergelijkbare steden onder ogen gehad en daaruit blijkt dat in verschillen de steden alleenstaanden een ander tarief hebben dan gezinnen. Hoewel hef een moeilijke materie is lijkt het mij wel reëel. Ik zou graag eens in de commissie willen bekijken of ook hier een dusdanige tariefstelling gehanteerd zou kunnen worden. De heer Pronk: M.b.t. punt 216 wil ik zeggen dat het mij verheugt dat u van plan bent een lozings verordening in te stellen. Ik dacht dat, als je een lozingsverordening instelt, je ook zult moeten inven tariseren wat er geloosd wordt, dat je te weten dient te komen wie waf waar loost. Bent u ook van plan in deze een beleid te gaan voeren en deze inventarisatie te maken? In het antwoord op vraag 217 zegt u dat de olie in de grond in Leeuwarden geen invloed heeft op het drinkwater. Dat zal best zo kunnen zijn. Ik vraag mij alleen af of olie in de grond zich iets zal aan trekken van gemeentegrenzen of grenzen van waterwingebieden. Ik denk daarbij dan aan een bepaalde opmerking in de onfwerp-structuurschets van Friesland. Daarin staat de naar mijn mening goede opmer king dat je de vervuiling bij de bron moet aanpakken. Ik dacht dat dit ook wel een bron was. De tanks waarin de olie zit roesten natuurlijk toch door en dan komt de olie in de grond. Dan kan je stankover last krijgen, eventueel kan er brandgevaar ontstaan en bovendien wordt hef grondwater bedorven. Wat dat betreft is het natuurlijk wel relevant om dit toch te bekijken. Een vraag die ik hieraan koppelen wil is: Worden momenteel ondergrondse olie- en benzine-opslagtanks ook periodiek gecontroleerd op lekkage enz.? Ik denk dat u de intentie van vraag 218 niet helemaal begrepen hebt. Ik kan hef nu nog wel even uitleggen. Het punt waar het om gaat is dat materieel. Mijn vraag is: Wordt bij de aanschaf van rijdend materieel wel afgewogen welke soort verbrandingsmotor milieutechnisch het meest verantwoord is? Hef is natuurlijk de vraag of je inderdaad bereid bent dit af te wegen. Het antwoord op vraag 219 stelt mij eigenlijk een beetje teleur. U stelt dat continue levering van warmte niet mogelijk is. Nu is het mogelijk om warmte op te slaan, dus wat dat betreft zou je het wel op kunnen lossen. Verder in het antwoord staat dat de installatie vermoedelijk te klein is. Moet ik uit dat "vermoedelijk" lezen dat u het niet zeker weet en hier geen onderzoek of navraag naar gedaan hebt? De hear Miedema: Yn punt 222 stiet dat der foar 1978 noch 500 privaettonnen fordwine moatte. Ik bin bliid dat if kolleezje dizze datum steld hat en ik bin dér ek tofreden oer. Mar ik haw noch wol in fraech. Fan dy 500 sit in part yn kompleksen wenningen dy't foar amovearring op'e list steane; dy wen ningen binne op't heden noch biwenne. Dat jowt problemen. Wolle wy dit réalisearje dan is foar al dizze wenten de fatale datum 1 jannewaris 1978. Is men ek yn oare sektoren fan if gemeentlik bilied klear foar dizze operaesje? Wy krije der dan dus kealslachgebieten by en wy moatte dan ek witte hwat wy dér wolle. Koartom, wy moatte net yn de situaesje komme dat der sein wurdt: Der is in bipaelde of- dieling net klear foar dus dy datum fan 1 jannewaris 1978 moaf forskouwe. Dit kin konsekwinsjes hawwe. Ik bin bliid dat dy datum fan 1 jannewaris 1978 steld is en ik soe ek graech sjen dat dér konsekwint oan fêst halden wurdt, mar dan moaf wol op fiid under eagen sjoen wurde hwat der dan barre moat. De heer Eijgelaar (weth.): Aan het adres van de heer De Jong kan ik zeggen dat het punt dat hij aangesneden heeft best weer eens in de commissie aan de orde gesteld kan worden voor de begroting 1977; daar is natuurlijk alle ruimte voor. leder lid van die commissie kan daar ieder punt dat hij belang rijk vindt aan de orde stellen. Dat is dus verder geen probleem. Wat de vragen van de heer Pronk betreft m.b.t. de ontwerp-lozingsverordening moet ik zeggen dat het hier gaat om een model-lozingsverordening; dat model is een paar dagen geleden bij ons binnenge komen. Wij zullen dat model - het komt van de V.N.G. - bestuderen. Wij hopen dat wij daar op korte termijn een gemeentelijke lozingsverordening op kunnen baseren. Dat wij dan zullen moeten weten wie wat waar loost is een duidelijke zaak. Ik dacht dat wij daarvoor wel heel wat informatie zouden kunnen krijgen van de provincie omdat daar al een inventarisatie is gemaakt. Voor zover dat onvoldoende blijkt te zijn zullen wij er natuurlijk ook wat Leeuwarden betreft zelf werk van maken dat wij die ge gevens tijdig in ons bezit hebben, want anders zou dit niet functioneren. Dan heeft de heer Pronk gevraagd hoe het zit met die opslagtanks in de grond. Ons is meegedeeld dat dit geen enkele invloed zal hebben op de kwaliteit van het water of op andere dingen die de volks gezondheid betreffen en dat er dus ook geen maatregelen nodig zijn hier iets aan te doen. Wel is het zo dat door de leveranciers van dit soort tanks aan de maatschappijen die ze gebruiken geadviseerd wordt om, als die dingen niet meer gebruikt worden, ze vol te laten lopen met water om de corrosie, het doorroesten tegen te gaan; dan gaan ze kennelijk langer mee. Uiteindelijk zullen ze wel eens door roesten. Ons is verzekerd dat dat dan echt geen schadelijke gevolgen zal hebben. Of tanks die in de grond ziften en gebruikt worden - benzine- en olietanks - regelmatig op lekkage worden gecontro leerd weet ik niet. Ik dacht dat dat een zaak was van de eigenaar van de tanks. Als hef maatschappij tanks zijn dan heeft de maatschappij er zelf, dacht ik, ook belang bij na te gaan of er controle plaats

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 8