.1*(/t
De heer Pronk heeft gevraagd of er niet op bepaalde plaatsen in de stad borden geplaatst kunnen
worden waarop iedereen zijn leuzen kan kalken of zijn publikaties kan plakken en dergelijke. Het zou
natuurlijk wel kunnen, maar ik weet niet of het een goede oplossing zou zijn. (De heer Rijpma (weth.):
Wij hebben toch een publiciteitsmogelijkheid?) Nee, die zuilen hebben wij verpacht; daar kunnen wij
dus niets mee doen. (De Voorzitter: Nee, wij niet, maar zij kunnen toch wel naar die pachter gaan.)
Ja, je kan natuurlijk met de man die de openbare aanplakborden van ons pacht een contract sluiten.
Maar dat is niet nieuw, dat doet iedere politieke partij bij de verkiezingen wel eens. (De Voorzitter:
Die doen het ook wel eens anders.) Daar wil ik toch wel even op ingaan. (Gelach) Ik vind dit wel een
interessant onderwerp. Het is volstrekt legitiem wat daar gebeurt(De Voorzitter: Spreekt u nu
als wethouder?) Ja, dat wel. De meeste politieke partijen doen het op een keurige manier; ik heb dat
ook in het verleden wel ervaren. Dat geeft ook weinig problemen. Er zijn inderdaad wel eens actie
groepen en politieke partijen die milieubewustheid in hun vaandel schrijven maar helaas andermans
eigendom op een afschuwelijke wijze bekladden; daar erger ik mij ook wel eens aan. Er zijn echter ook
politieke partijen die het werkelijk netjes doen met een metalen draadje dat zo doorgeknipt kan wor
den en verwijderd kan worden; dat geeft niet zoveel problemen. (Gelach) Om daarnaast nog permanent
aparte borden te plaatsen lijkt mij niet nodig. Er zou misschien nog eens over gepraat kunnen worden,
een mededelingenbord op de Lange Pijp of zo. Ik ben er persoonlijk niet zo erg voor maar dat is een
punt waar wij echt nog wel eens serieus ovër zouden kunnen praten. Ik zou echter in deze geen toe
zegging willen doen. (De Voorzitter: In de verkiezingstijd staan wij het toe, dat weet u.)
De heer C. de Jong: De kwestie die de heer Pronk aansneed zou ik toch wel in uw aandacht willen
aanbevelen. De binnenstad zou dan misschien gespaard kunnen worden van het beplakken van etalage
ruiten en dergelijke. (De Voorzitter: Als dat inderdaad waar was zouden wij er ernstig over moeten pie
keren (De heer Eijgelaar (weth.): Het is de vraag of het zou functioneren.)
De Voorzitter: Goed, wij kunnen ons nog wel eens op deze zaak beraden; ik ben het met de wethou
der eens dat het de vraag is of het zou functioneren.
Wij zijn hiermee aan het einde van deze vergadering gekomen. Ik dank u hartelijk voor uw mede
werking.
De Voorzitter sluit, om 22.00 uur, de vergadering.
Verslag van de vergadering op dinsdag, 25 november 1975 van de afdeling V van de Gemeenteraad ter
voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp—begrotingen voor 1976.
Aanwezig van de afdeling: de dames A.J. de Vos en M.M.Th. Visser-van den Bos en de heren S. Bouma,
H. Jansma, G. de Vries (weth.) en P.D. van der Wal (vanaf 20.05 uur).
Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma (tot 22.55 uur), mr. E.N.J. Smit
(vanaf 19.45 uur), G. Visscher-Bouwer (tot 22.50 uur) en A. Willemsma-de Jong (tot 21 .40 uur) en de
heren J. ten Brug (weth.) (vanaf 20.20 uur), G. Buising (van 19.40 uur tot 21.40 uur), drs. M.H.G. de
Greef, J.F. Janssen, A. Klomp, J. Knol (tot 21.40 uur), dr. W.A. de Pree, A. Pronk, N. Sterk (tot
22.30 uur) en P. van der Veen (tot 21.50 uur).
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Voorts zijn aanwezig: de heren mr. W.A.A. Aarts, directeur Gemeentelijke Sociale Dienst, P. Bonnema,
directeur Dienst voor de Gezondheidszorg (tot de pauze), J. Bol lui jt, ambtenaar van de afdeling Eco
nomische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie, J. Dekker, economisch directeur Dienst voor de
Gezondheidszorg, S. Kas, directeur Dienst Sociale Werkvoorziening, M.F. Koopmans, hoofd van de
afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, mr. W.J.G. Reumer, loco-secretaris, A.J.F.
Smeets, ambtenaar van de afdeling Sociale Zaken en Welzi jnsaangelegenheden, D.J. Smit, directeur
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (tot de pauze), mr. H.J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet
en Algemene Zaken, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen.
Te behandelen:
Par. 10. Beleidssector Volksgezondheid.
Par. 11. Beleidssector Maatschappelijke Aangelegenheden.
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering. Ik stel voor dat wij meteen
met onze werkzaamheden beginnen.
PAR. 10. BELEIDSSECTOR VOLKSGEZONDHEID.
A. Algemeen.
De heer Bouma: Punt 233 gaat over groepspraktijken. Ik zou alleen nog even in overweging willen
geven aandacht te schenken en eventueel medewerking te verlenen aan de vestiging van een apotheek
inhetAldlan, evenals in Bilgaard is geschied.
De hear Jansma: Even eat oer punt 230. Dokter Meinsma üt Amsterdam hat him ek mei de diskusje yn
Os gemeenteried bimuoid. Hy skriuwt yn in ynstjurd stik yn augustus dat hy tinkt dat der yn Ljouwert in
20.000 froulju binne fan 30 jier en alder en dat dizze groep foarlopich ien kear yn it jier undersocht
wurde moat. De kosten dêrfan komme neffens him op sa'n 600.000,yn it jier. Him tinkt dat der yn
it jier yn it earstoan 5 oant 10 positive gefallen signalearre wurde sille. De organisaesje fan hüsdokters
blykt neffens jou antwurd op it stanpunt to stean dat earst mar ris de resultaten fan de 3 proefundersiken
Sfwachte wurde moatte. Der sil mei bidoeld wurde de proefundersiken yn Ede, Utert, Leiden en Nim-
wegen, tink ik, der binne tominsten in stik as hwat fan dy undersiken geande. Mar hwerom wol men
dêr eins op wachtsje? Is itjinge der oant nou ta bikend is noch net foldwaende? Neffens dokter Mein
sma dy't dochs wol in spesialist is op dit mêd is it wol foldwaende. De hüsdokters dogge nou de sugges-
tje om by wize fan previnsje oan alle froulju fan 20 oant 55 jier in ynformaesjebulletin to stjuren en de
froulju de ried to jaen de hüsdokter to rieplachtsjen. Hwat docht it kolleezje mei dizze suggestje?
Fierder soe ik ek dit noch witte wol Ie. Der is koartlyn troch it lansregear ek hwat oankundige op it mêd
fan dit undersyk. Hokker konsekwinsjes kin dat eventueel foar üs gemeente hawwe? Is dêr hwat fan
bikend?
Punt 233 giet oer de groepspraktiken hwer't de hüsdokters noch net oan ta binne. Steatssekretaris
Hendriks hat lesten in oantal gebieten oanwiisd dêr't bipaelde eksperiminten pleats fine sille yn it
ramt fan de folkssounens en Fryslan is derby oanwiisd as it gebiet hwer't ek eksperimintearre wurde sil