AT I If 3
7/^L,
al in advys utgien is nei b. en w. mar dat sil de wethalder miskien wol fortelle kinne.
De heer Pronk: In het antwoord op vraag 274 merkt u op dat u vindt dat het groen in de parken inten
sief gebruikt wordt. Dat kan misschien wel waar zijn maar mijn constatering is dat dat dan alleen maar
waar is wat betreft het gebruik door honden. Ik zou toch graag willen datu deze speelelementen inde par
ken tracht te plaatsen, want ik vind dat vaders en moeders met peuters en kleuters die gewoon even het
huis uit willen lopen de gelegenheid moeten hebben de kinderen even in die parken te laten spelen op
deze speelelementen. Misschien is er een mogelijkheid om dit voor elkaar te krijgen met behulp van de
Interimregeling voor Jeugdige Werklozen.
De hear Klomp: Ik woe in fraech stelle n.o.f. punt 297, mar dat kin ek like goed by dit underdiel.
It giet hjir om. Ik woe graech ris even ynformearje hwat de krekte bidoelingen binne mei it terrein fan
it ofbrutsen Hollanderhof. It wie oarspronklik de bidoeling der ek in soarte boartersplak fan to meitsjen.
De heer Weide (weth.): Alle vragen en opmerkingen komen er eigenlijk op neer dat er meer speel
plaatsen en meer speel werktuigen in de stad moeten komen. U weet dat wij daar incidentele posten voor
op de begroting hebben staan. Als ik het zo vluchtig even bekijk dan gaat het om een totaalbedrag van
9.000, Wij zijn er ons terdege van bewust dat dat niet voldoende is. Wij hebben dat intern ook al
meerdere malen besproken. De Raja is ook vrij intensief met deze aangelegenheid bezig. Wij overwegen
om, mits daar volgend jaar voldoende ruimte voor is, voor de begroting 1977 te proberen een vast be
drag in onze begroting op te nemen dat wij dan jaarlijks kunnen gebruiken - hopelijk kan dat hoger
zijn dan 9.000,- voor het inrichten van speelplaatsen en dan m.n. in de oudere stadswijken en
hier en daar in het openbaar groen. De heer Pronk weet dat in het openbaar groen in de nieuwe stads
wijken wel speelwerktuigen worden geplaatst; er is discussie mogelijk over de vraag of dat goede of
minder goede speelwerktuigen zijn. M.n. in de oude wijken laten de voorzieningen nog wel eens te
wensen over. Er is hier zeer intensief overleg over met de heer Van Reijendam, het nieuwe hoofd van
de Plantsoenendienst. Wij prijzen ons gelukkig dat ook de heer Van Reijendam zich bijzonder positief
opstelt t.o.v. het inrichten van dit soort terreintjes. Wij zijn in nauw overleg met de Raja bezig hier
voor financiële ruimte te creëren.
De heer Pronk: Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag of een en ander ook mogelijk is in het
kader van de Interimregeling Jeugdige Werklozen.
De heer Weide (weth.): Ik zal daar nog even op antwoorden, maar ik ben eerst nog een antwoord
schuldig aan de heer Klomp die heeft gevraagd naar de bestemming van het Hollanderhof. In de Com
missie Speelgelegenheden van de Jeugdraad is men bezig om in nauw overleg met de betreffende buurt
hiervoor een plannetje te ontwerpen. Hier spelen ook nog andere factoren een rol want het is nog niet
zeker wat er met dit hele gebied inclusief de terreinen van de N.S. gaat gebeuren. Dat moet allemaal
wel een beetje gecoördineerd worden.
De Interimregeling Jeugdige Werklozen is een regeling die wij zoveel mogelijk trachten te han
teren; de Jeugdraad adviseert ons hierbij. Deze regeling wordt hier en daar al gehanteerd en waar mo
gelijk zullen wij daar gebruik van maken. De regeling is bij ons voldoende bekend.
De heer Van der Wal: Mag ik nog even iets opmerken. Wij zijn bezig met de beleidssector Jeugd
werk en Samenlevingsopbouw, maar het onderdeel Samenlevingsopbouw komt in de onderverdeling van
deze paragraaf niet voor. Ik heb daar één vraag over en die zou ik nu graag willen stellen. (De Voor
zitter: Doet u dat maar.)
In het beleidsplan 1975-1979 is een subsidie opgenomen voor een aantal wijkcomité's. Die wijk-
comité's hebben daar echt al rekening mee gehouden, ze zouden geld krijgen en konden dan aan de
gang. Nu blijkt dat nog geen enkel wijkcomité ook maar één cent heeft gezien; dat zijn mijn gegevens
van vorige week. Mijn vraag is: Waar zit dat op vast? Ondertussen worden er wel behoorlijk zware
taken naar die wijkcomifé's toegeschoven. M.n. het wijkcomité Vegelin zit daar mee. Dat comité be
staat uit gewone mensen die dat als vrijwilligers doen naast hun werk; behalve de andere problemen
waar zij mee zitten krijgen zij geen cent van de gemeente, alleen maar rekeningen. Ik zou toch wel
graag weten hoe dit zit, waarom zij nog geen geld hebben gekregen. Hoe denkt u dat deze wijkcomi-
té's die ook vaak vertegenwoordigd zijn in contactgroepen en dergelijke het voor hen hoogst noodzake
lijke geld kunnen krijgen om hun activiteiten die ook de gemeente van hen verwacht waar te kunnen
maken?
De heer Weide (weth.): Doelt de heer Van der Wal specifiek op het wijkcomité Vegelin of stelt
hij zijn vraag meer in het algemeen? (De heer Van der Wal: Het gaat om alle wijkcomité's.) Deze zaak
is nogal uitvoerig in de raad behandeld in juni 1975. Wij hebben er in augustus 1975 goedkeuring van
ged. staten op gekregen. In de raadsvoorstellen stond duidelijk dat wij bezig zijn om hiervoor een bij
zonder rijkssubsidie te krijgen om dit werk extra inhoud te kunnen geven. Dat bijzondere rijkssubsidie
is bestemd voor gemeenten die financieel nogal moeilijk zitten; het gaat hierbij om B.R.W.-subsidie.
Daar is op dit moment het wachten op; deze zaak gaat via de plancommissie en dat is niet zo'n eenvou
dige zaak. Inmiddels hebben wij wel bericht gekregen van het ministerie dat zij deze zaak willen be-
voorschottenWij hebben het C.O.L. bericht dat zij al vast op voorhand, dus voordat het rijk een defi
nitieve beslissing neemt, tot de aanstellingsprocedures m.b.t. de opbouwwerkers, zowel voor Vegelin
als voor Huizum-Borniaover kunnen gaan. (De heer Van der Wal: Daar gaat het niet om. Het gaat om
het geld voor de wijkcomité's zelf, om groenvoorzieningen aan te leggen, om hun informatie te kunnen
verspreiden, lokalen te huren voor bijeenkomsten, spreekruimte te huren enz. Het gaat dus niet om de
opbouwwerkers; die komen, meen ik, per 1 januari.) Dat is één geheel. Wij hebben in augustus de goed
keuring van ged. staten gekregen. Het wachten is dus op de 40% B.R.W.-subsidie die boven het subsidie
van 50% van het rijk zal worden gegeven. Binnen afzienbare tijd kunnen wij dat verwachten. Het over
grote deel van het subsidie - 90% - komt van het rijk, de rest komt van de gemeente. (De heer Van
der Wal: Komt die bevoorschotting op korte termijn?) Wij hebben hierover contact met de plancommissie
en zij doen het uiterste om dit zo snel mogelijk gerealiseerd te krijgen. Het ligt dus niet bij de gemeen
te, het ligt bij het rijk.
De Voorzitter: Wij hopen dat het zo snel mogelijk zal gebeuren; wij kunnen er kort of lang over
praten, maar wij moeten daar op wachten. Voor zover wij het kunnen bekijken ligt het binnen het be
reik; dat is de situatie.
PAR. 13. BELEIDSSECTOR CULTUUR.
A. Algemeen.
De heer De Leeuw: Mijn opmerkingen sluiten niet direct aan op de onder dit onderdeel opgenomen
vraag, maar ik wil graag een algemene opmerking maken. Wij hebben in een van de eerste accommoda
tierapporten een duidelijke deling gemaakt m.b.t. Zalen Schaaf en Harmonie. U zult zich herinneren
dat wij toen hebben gezegd dat Zalen Schaaf heel duidelijk in de amateuristische kunstbeoefening een
eigen plaats en een heel duidelijk herkenbare functie zou kunnen hebben. M.b.t. de Harmonie is toen
gezegd dat daar de professionele kunstbeoefening in al zijn sectoren en vormen in de toekomst een
plaats zou moeten vinden. Nu zijn er mensen die de laatste tijd zeggen: Zou het tóch niet verstandig
kunnen zijn dat wij eens opnieuw over die typische functiebepaling nadenken. Ik bedoel die opmerking
zeker niet te maken ten nadele van een van de beide instellingen, ik vind m.n. dat wat in Zalen
Schaaf gebeurt bijzonder voortreffelijk werkt met heel plezierige mensen. Van de andere kant is het
natuurlijk zo dat, als straks de Harmonie klaar is - dat feest is nakende -, dan ook vastgesteld moet
worden dat wat er in de afgelopen jaren al was nogal wat dagdelen ongebruikt laat. Mijn vraag in het
algemeen is: a. Zou het toch niet verstandig zijn dat wij nog eens opnieuw gaan denken over die posi
tiebepalingen? en b. Zou het in dat kader niet verstandig kunnen zijn tot bepaalde overhevelingen te
komen? Ik bedoel dus nadrukkelijk niet een gebouw leeg te laten staan of te ontkrachten, maar wel
of wij toch over die typische functiedeling waarop de gemeenteraad zich ook heeft vastgelegd nog
niet eens moeten nadenken. Ik had van de wethouder graag willen horen of dat op zich een erg domme
overweging is van mijn kant.
De hear Van der Veen: Ik soe hjir wol even op ynheakje wol Ie. Ik kin my fan in foarsitter en fan de
minsken dy't sa anneks binne mei de Harmony best foarstelle dat hja der alles hinne luke wolle. (De
heer De Leeuw: Als zodanig spreek ik niet.) Oan de oare kant fyn ik dat krekt Sealen Skaef binammen
mei de forienigingen dy't dér gebruk fan meitsje sa'n greate bining hat dat it wol ris wêze koe dat de
minsken it hielendal net op priis stelle soene as hja min ofte mear forplichte wurde soene nei de Har
mony to gean omt it iene gebou dan miskien hwat rendabeler draeije soe en it oare dêrtroch miskien
wer minder. Ik tocht dat yn Ljouwert Sealen Skaef echt de funksje hat dêr't wy him eins ek foar bistemd
hawwe. Ik twifelje dochs wol oft it wenstich wêze soe om binammen dy forienigingen dy't dêr altyd
komme dêr sa mar wei to heljen en oer to heveljen nei de Harmony. (De heer De Leeuw: Dat heb ik he
lemaal niet gezegd; ik wil daar geen misverstanden over hebben. Ik heb het als een algemeen probleem
in het midden gelegd met de vraag of daar niet nog eens over gepraat moet worden. Ik ben de laatste
die wie dan ook zou willen dwingen tot iets anders. Maar er zijn ook binnen de Harmonie activiteiten
waarvan je kunt denken dat die misschien beter overgeheveld zouden kunnen worden. Ik vraag mij af
of er binnen een groter plan of in een ander gezichtsveld niet met mensen te praten zou zijn om een
wat soepeler spreiding te krijgen in het gebruik van beide gebouwen die natuurlijk beide op onze be
groting op indringende manier drukken. En dat is dacht ik vanuit de raad een redelijke vraag.) Ik