>2 /V3
-J-3 /So
u het niet al lang wist, daar op de een of andere manier niet eens aanhangig kunt maken. Ik ben in het
algemeen altijd wat bang als die twee benaderingswijzen zo verschrikkelijk ver uit elkaar worden ge
trokken, want dan krijg je een strijd die naar mijn smaak helemaal niet nodig is. Maar als er kinderen
zijn die op het Kreativiteitscentrum willen leren timmeren dan moeten zij timmeren kunnen leren en dan
moet er m.i. niet gezegd worden: Hier heb je hout en een hamer en nu moet je zelf maar ontdekken wat
timmeren is. Voor kinderen die dat zelf graag willen is dat o.k. maar het kan ook nog anders.
De heer Weide (weth.): Mij was hier inderdaad wel iets van bekend, maar niet in die mate als de
heer De Pree het nu schetst. Hij heeft het een beetje scherp gesteld maar dat is ook wel verstandig als
je een bepaalde zaak duidelijk wilt maken. Daarmee laait het vuurtje ook weer een beetje op. Wij die
nen natuurlijk wel een duidelijk onderscheid te maken tussen creativiteit en kunstzinnige vorming. Daar
is wel een wezenlijk verschil tussen. Wij kunnen daar natuurlijk verschrikkelijk lang over discussiëren.
Dat het college - de raad is ons daar gelukkig in gevolgd - een hoge prioriteit geeft aan de verdere
ontwikkeling van het Kreativiteitscentrum blijkt wel uit het feit dat wij een meer dan trendmatige stij
ging in onze begroting hebben meegenomen. Ik ben uiteraard gaarne bereid met het bestuur van het
Kreativiteitscentrum - dat moet dat ook allemaal in zijn eigen vrije tijd doen; het zit niet allemaal
even gemakkelijk met de leiding die ook nogal veel overuren maakt - overleg te plegen. Deze instel
ling verkeert nog in een beginfase en moet nog verder tot ontwikkeling komen. Wij hebben vorig jaar
de relatie met de workshop van het museum al eens aan de orde gehad; daar gaat het wel om kunstzin
nige vorming omdat daarbij meer de wetenschappelijke kant van het pottenbakken wordt bekeken. Het
is inderdaad zo dat het Kreativiteitscentrum meer een vorm kent van creativiteitsuiting; de heer De Pree
omschrijft dat met: Rotzooi maar aan. Of men daarmee op de goede weg is zet ik persoonlijk ook een
vraagteken bij gezien de vele kosten die er mee gemoeid zijn. Misschien zullen wij wel wat strengere
voorwaarden moeten gaan stellen. De heer De Pree bracht deze zaak nog even in relatie met het Muziek
instituut; ik wil daar niet verder op ingaan. Binnenkort komt er een voorstel in de raad tot ontkoppeling
van de Muziek Pedagogische Academie en de muziekschool. Wij willen het Kreativiteitscentrum en de
muziekschool wat dichter tot elkaar brengen. Dit is één van de redenen dat de muziekschool met ingang
van 1 januari tot mijn portefeuille zal gaan behoren.
De heer De Pree: Als je met muziek maar aan gaat rotzooien is het niet om aan te horen. Daar bent
u ook wel van overtuigd, denk ik.
De Voorzitter: Daarom hebben wij het niet in die portefeuille gedaan. (Gelach) Zou het niet moge
lijk zijn dat de Culturele Raad zich eens bezint op de vraag die de heer De Pree hier in ons midden
legt? Ik kijk bij het stellen van deze vraag even in de richting van de heer De Leeuw, want die is
vice-voorzitter van die raad. Het lijkt mij echt wel zinvol dat hier aandacht aan geschonken wordt.
Binnen ons bestel lijkt mij de Culturele Raad de eerst aangewezene om zich hier over te buigen. De
Culturele Raad zou ons hierover dan in kunnen lichten. (De heer De Leeuw: Ik zal dit graag in het pre
sidium aan de orde stellen.) Mooi, dan kunnen wij van dit onderwerp afstappen.
F. Muziek, Zang, Toneel.
De heer Buising: Ik wil graag een nadere explicatie over vraag en antwoord 289. U citeert in het
antwoord uit het antwoord dat de wethouder heeft gegeven op een paar vragen van mij op 28 oktober
1974: "De meeropbrengst zal dus eerder een gunstige invloed hebben op de exploitatie dan een nadelige
invloed." Dat was de laatste zin uit het antwoord van de heer Weide op 28 oktober 1974. De voorlaat
ste zin hebt u niet geciteerd. Die luidde: "Ik hoop dat dit duidelijk is." Nu is mij antwoord 289 als zo
danig wel duidelijk, maar de relatie tussen wat er in uw antwoord op deze vraag staat en wat u schrijft
op blz. 188 van het beleidsplan, n.l. dat het subsidie t.b.v. het Fr/sk Orkest voor 1976 geraamd is op
1.180.000,waarbij rekening is gehouden met een aanmerkelijke stijging van de huisvestingslas
ten in verband met de verbouwing van de Harmonie, is mij, eerlijk gezegd, niet helemaal duidelijk.
Misschien dat de wethouder daar eens een nadere explicatie van zou kunnen geven.
Dan zou ik ook nog een vraagje willen stellen over punt 293. Ik heb vorig jaar tijdens afdeling VI
ook al een poging gedaan om het faseren van de subsidieregeling voor de amateuristische kunstbeoefe
ning er uit te krijgen. Het zit mij n.l. nog niet helemaal lekker. Ik zal u ook vertellen waarom. U
schrijft in uw antwoord dat het relatief gezien een flinke verhoging is van 31 .000,naar 45.000,—,
relatief gezien ben ik dat ook wel met u eens. Maar absoluut gezien is het zo dat die 45.000,— moet
worden verdeeld door 41 of 42 verenigingen op het gebied van de amateuristische kunstbeoefening. Dat
betekent dat ze de man een 1 .000,op te maken zouden hebben. Dat is natuurlijk maar een schijn
tje. Nu hebben wij nog eens, samen met de heren van Culturele Zaken, dat ontwerp-plan bekeken en
het is zo dat er de eerstkomende jaren steeds per jaar 3.000,bij zal komen en dan zijn wij als ik
fa Af
-
het goed heb in 1978 op het maximum waartoe wij besloten hebben en dat is dan 54.000, Nu vraag
ik mij dit af. Het verschil tussen 54.000,en 45.000,is uiteindelijk maar 9.000,als wij
dat eens vergelijken - ik heb het wel eens vaker gezegd en ook op deze zelfde manier, dat geef ik toe
- met wat wij aan de beroepsmatige kunstbeoefening vandaag aan de dag uitgeven - ik ben zo vrij het
Princessehof daar ook maar bij te rekenen - dan mag die 9.000,m.i. toch eigenlijk geen punt van
discussie vormen. Ik vind dat dat eigenlijk in één keer even voor elkaar zou moeten.
De heer Weide (weth.): Het gaat dus om de huurprijs van het Frysk Orkest in de Harmonie. Toen ik
destijds het betreffende antwoord gaf - dat is al een paar jaar terug - leefde ik nog met de gedachte
dat wij meer subsidie zouden krijgen voor de hele nieuwbouw van de Harmonie. Dat is allemaal heel
anders uitgepakt. (De heer Buising: Nu moet ik de wethouder toch wel even corrigeren. Hij spreekt over
een antwoord van een paar jaar terug, maar ik citeer uit een antwoord van 28 oktober 1974; dat is nog
maar één jaar geleden.) Ja, u hebt gelijk. (De Voorzitter: Hij leeft snel.) (Gelach) Ook toen leefde ik
nog met de gedachte dat wij meer subsidie zouden krijgen en waren de verwachtingen m.b.t. het Frysk
Orkest wat de huurprijs betreft wat gunstiger dan de feiten zich nu voordoen. Het Frysk Orkest gaat nu
betalen - dat is ook overlegd met de provincie - de bouwkosten minus het A.C.W.-subsidie, het gaat
dus de werkelijke kosten betalen. Dat zal in de exploitatie van het Frysk Orkest worden meegenomen,
hetgeen betekent dat het ook binnen de gemeenschappelijke regeling - eigenlijk is het niet helemaal
een gemeenschappelijke regeling - door alle subsidiënten zal worden meegenomen. (De heer De Leeuw:
Staat dat nu al vast?) Het overleg is gaande. De provincie en wij zijn het hierover eens. (De Voorzitter:
Wie kunnen er dan nog tegen zijn?) Die beide bestuursleden van het Frysk Orkest. (De Voorzitter: Maar
wij zitten hier natuurlijk namens de gemeente.) (De heer De Leeuw: Ik zeg ook niets.) (De Voorzitter: Ik
reageerde ook op wat de wethouder zei. Wij hebben er natuurlijk groot belang bij dat de subsidiënten
dit met elkaar gaan betalen en wij er niet alleen voor opdraaien; dat is het grote probleem.)
Dan de fasering van de subsidiëring van de amateuristische kunstbeoefening; daar is al verschillende
keren over gesproken. Persoonlijk zou ik ook graag zien dat deze regeling in één keer zou kunnen wor
den doorgevoerd op het niveau van die 54.000, Maar ja, de middelen. De wethouder van Finan
ciën steekt zijn vinger al op. Er zijn nog veel meer zaken die aangepakt moeten worden. Als u binnen
de begroting 9.000,kunt vinden dan zouden wij er over kunnen gaan discussiëren of wij die hier
voor aan zouden willen wenden.
De Voorzitter: Hef zou niet eerlijk zijn weth. Ten Brug de schuld te geven van deze fasering. Hij is
wel de eerst verantwoordelijke voor de financiën, maar hij is natuurlijk niet de man die de amateuristi
sche kunstbeoefening de grond inboort, want daar zijn wij met zijn zessen, met inbegrip van weth.
Weide, verantwoordelijk voor; die was er ook voor dat dit getemporiseerd werd. Dit is een beslissing
die genomen is in het kader van de verdeling van de gelden die beschikbaar zijn. Zoals weth. Weide
het nu zei zou hef de schijn kunnen wekken dat de zaak voor elkaar zou zijn als weth. Ten Brug zijn
vinger omlaag zou doen, maar zo simpel ligt de zaak natuurlijk niet.
De heer Buising: Als u uit mijn opmerkingen van zonet hebt opgemaakt dat ik denk dat hef college
de amateuristische kunstbeoefening de grond inboort dan hebt u een verkeerde indruk gekregen van
mijn woorden. Ik heb nu de opdracht gekregen ergens 9.000,vandaan te halen; dat heeft de wet
houder gezegd. Ik wil daarom graag dit puntje claimen voor de plenaire zitting en dan zal ik intussen
eens heel hard gaan studeren; of het lukt weet ik niet maar dat merkt u dan wel. (De Voorzitter: Dat is
prima, dat zullen wij noteren.)
PAR. 14. BELEIDSSECTOR SPORT, RECREATIE EN TOERISME.
A. Algemeen.
De heer Pronk: Op vraag 296 antwoordt u dat het nu nog niet mogelijk is om de sportvoorzieningen
een meer open karakter te geven. U denkt dat dat wel mogelijk zal zijn als het Kalverdijkje en de
Hemrik gerealiseerd zullen zijn. De eerste vraag is dan: Wanneer denkt u dat die plannen gerealiseerd
zullen zijn? De tweede vraag is natuurlijk: Als u verwacht op een bepaalde termijn tot openstelling
van deze sportvelden te kunnen komen zult u ten aanzien hiervan ook wel een visie hebben en die zou
ik dan graag willen weten.
Vraag 301 gaat over het zwemstimuleringstarief. Ik ben blij dat u dit hebt uitgebreid tot alle va
kanties. Het college is zo slagvaardig dat het er misschien wel aan gedacht heeft maar gaat dit tarief
al in in de komende kerstvakantie?
De hear Klomp: Punt 302 is foar my eins de kapstok dêr't ik it folgjende even oan ophingje wol. Yn
it Frysk Deiblêd fan hjoed stiet in ynstjurd stik öt namme fan de minsken dy't les krije yn it hynsteriden