18 Punt 21 (bijlage no. 371 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22 l(bï j lage no. 360). De heer Pronk: In de raadsbrief stelt u dat het complex van 68 woningen in de Camminghastraat dringend aan verbetering toe is. Mijn vraag is nu: Bedoelt u met dat "dringend aan verbetering toe zijn" het vernieuwen, het meer aanpassen aan de huidige wooneisen of bedoelt u hiermee de staat van onderhoud waarin de woningen verkeren? Voor deze renovatie hebt u een plan laten ontwikkelen dat voorziet in de verbetering van het totaal uitgeleefde pand Camminghastraat 60. Voor de goede orde wil ik u wel meedelen dat mijn fractie positief staat t.o.v. plannen tot verbetering. Toch zou ik nog wel enige kanttekeningen willen plaatsen. Ik zou b.v. graag willen weten hoe de inspraakproce dure voor de andere 67 woningen gaat lopen. Of houdt deze inspraak in - en nu citeer ik uit de laatste zin van de raadsbr'ref - "nadat de huurders van dit complex zijn gehoord"? Of denkt u in de ze ook duidelijk aan participatie waarbij alle betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld mee te denken over de plannen? Misschien is het ook wel mogelijk en gewenst, nu de Linnaeusstraat zijn laatste fase doormaakt, de begeleiding uit deze straat over te plaatsen naar de wijk waarin ook de Camminghastraat is gelegen. Nu ik het plan voor de proefrenovatie heb bekeken vraag ik mij wel af of de bewoners inderdaad bereid zullen zijn 72,20 per maand meer huur te betalen voor eigenlijk weinig meer woongerief. Als je het bestek doorleest dan merk je dat er veel onderhoud in zit, mis schien wel teveel. Maar ik denk dat de wethouder mij wel kan vertellen hoe het komt dat er hier veel onderhoud gepleegd moet worden. Dit onderhoud wordt nu weer doorberekend in de huurprijs. Ik meende ook te weten dat de verhuurder de plicht tot onderhoud heeft. De werkelijke woonwaarde- vermeerdering bestaat uit het samenvoegen van voor- en achterkamer tot één geheel, het vernieuwen van de keuken, het aanbrengen van een douche en het maken van een nieuwe berging. Het zou best eens kunnen zijn dat de voorzieningen die u denkt aan te brengen door veel bewoners al zelf aange bracht zijn. Ik ben van mening - en dan pik ik even een paar puntjes uit het bestek - dat het ver nieuwen van hang- en sluitwerk en het vervangen van tuindeuren omdat ze verrot zijn - zo staat dat in het bestek - geen zaken zijn die alleen bij renovatie moeten spelen, maar zaken zijn die bij het normale onderhoud horen en dus permanent in de gaten gehouden moeten worden. Ik denk wel dat al deze twijfelpunten in der minne geschikt zullen kunnen worden bij een goede inspraakprocedure. Er staan in het besluit volgens mij nog een paar kleine foutjes. In de punten I en III van het be sluit wordt gesproken over "het complex 60 woningen Camminghastraat"; volgens mij moet 60 worden gewijzigd in 68. De heer Sterk: Het gaat hier om een proefrenovatie van één woning van het complex 68 woningen Camminghastraat van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Nu schrijft u in de raadsbrief dat deze wonin gen dringend aan verbetering toe zijn, de heer Pronk heeft dat ook al genoemd. Het gaat er nu om of de raad er, in navolging van de Commissie Woningbedrijf, mee kan instemmen om één woning, die thans leeg staat, als proef te bestemmen voor algehele renovatie. Wij zitten nu wel wat met het feit dat u in het voorstel zet dat te doen zonder de bewoners van de Camminghastraat er nu bij te betrek ken. Dit is een ontwikkeling waar ik toch even de aandacht op zou willen vestigen, want de inspraak komt hier toch wel even om de hoek kijken. U schrijft echter dat na deze proefrenovatie in overleg met de huurders kan worden getreden en eventueel kan worden besloten om de overige 67 woningen op soortgelijke wijze te renoveren. Ik heb hierbij de volgende vraag: Bedoelt u te zeggen op dezelfde wijze renoveren of bedoelt u dat er variaties mogelijk zijn? Het volgende punt is dat er in een te renoveren gebied altijd bewoners zijn die reeds zelf een aantal voorzieningen hebben getroffen. Hoe wordt dat bekeken en wat is de eventuele oplossing hiervoor? In algemene zin zou ik er nog van wil len zeggen - ik bedoel dit ter ondersteuning van uw voorstel - dat wij er mee instemmen toch deze ene woning maar te gaan rehabiliteren. Als het om nieuwbouw gaat dan is het een ingeburgerd ver schijnsel dat bij het opleveren een z.g. modelwoning ingericht wordt om de adspirant huurder resp. koper in de gelegenheid te stellen alvorens tot een besluit te komen kennis te nemen en dus te aanschouwen wat men als toekomstige bewoner zou kunnen aanvaarden. Met uw raadsvoorstel geeft u de burger die hierbij betrokken is eenzelfde gelegenheid. Ik vind het op dit punt eigenlijk een heel goed voorstel. Het is over het algemeen zo dat, als men de dingen voor zich ziet - en dat geldt zeker op dit terrein - dit veel beter is dan dat men het op een tekening moet zien. Dit is visueel en daarom veel beter; het komt naar mijn mening veel beter over. Behoudens de enkele vragen die ik heb gesteld gaat mijn fractie akkoord met dit voorstel. Wel willen wij er van onze kant op aandringen dat er een snelle aanpak komt omdat dat naar onze mening gewenst is. 19 De heer Eijgelaar (weth.): Voordat dit voorstel aan de raad is aangeboden is er een gesprek geweest met vertegenwoordigers van de Camminghastraat. Deze mensen hebben het plan zoals dat door het Woningbedrijf is ontwikkeld en door de Commissie Woningbedrijf later is goedgekeurd kunnen bekij ken. Er is dus overleg geweest met deze mensen voordat wij deze zaak aan de raad hebben aangebo den. De heer Pronk vraagt wat de bedoeling is, is het de bedoeling de woningen te vernieuwen of is het de bedoeling het achterstallig onderhoud te doen. Wel, wij willen zowel het een als het ander. Er is een stuk achterstallig onderhoud dat meegenomen wordt in deze renovatie. Deze renovatie heeft dus de bedoeling om het achterstallig onderhoud dat er is te doen en de aanpassing aan de huidige wooneisen beide te laten plaats vinden. Hoe gaat het nu verder met de inspraak? Het is de bedoeling dat deze woning klaar gemaakt wordt en dat de mensen dan kunnen zien wat er is gebeurd; zij kunnen zich dan voorstellen - de heer Sterk heeft daar ook op gewezen - wat zij kunnen krijgen voor het bedrag dat in de raadsbrief is genoemd of daaromtrent, want achteraf, als wij precies weten wat al les gekost heeft, kan dat bedrag pas definitief worden vastgesteld. Ook daarvoor is het goed dat deze proef genomen wordt; dan kunnen wij veel beter vaststellen wat de financiële consequenties zijn, want het is vaak zo dat een renovatie nog wel eens iets tegenvalt, soms zelfs erg tegenvalt. Als je in oude woningen gaat breken dan is het soms moeilijk precies vooraf na te gaan wat de gevolgen zul len zijn; dat vind je dan terug in de meerhuur. Voor deze woning is de meerhuur begroot op 72,20. De heer Pronk vraagt zich af of dat niet teveel is, omdat hier een stuk achterstallig onderhoud in zit dat je eigenlijk apart zou moeten berekenen; dat achterstallig onderhoud zou niet tot uitdrukking moeten komen in de huur. Bij aparte berekening zou het renovatiebedrag lager zijn en de huurverho ging ook kleiner. Ik moet zeggen dat het verschil minimaal zou zijn; het zou een kwestie zijn van enkele centen tot enkele dubbeltjes per week, meer verschilt het niet. Daarom is het juist zo voor delig om in een renovatieplan eventueel achterstallig onderhoud mee te nemen; dat mag ook. Het heeft alleen maar voordelen, zowel voor het'Woningbedrijf als voor de gemeenschap; het gaat dus hooguit om enkele dubbeltjes per week. Als de heer Pronk het zou willen zien, het lijstje ligt hier. Bij een verschil van 10.000,is het verschil in huur tussen wel of niet meenemen van het achter stallig onderhoud in de renovatie nog geen 2 kwartjes; hij kan dat nog wel even nakijken. Vandaar dat het achterstallig onderhoud wordt meegenomen in de renovatie. In overleg met de buurt zullen de verdere plannen worden ontwikkeld. Dit plan wordt zo uitgevoerd, de mensen kunnen komen kijken, zij kunnen hun zegje zeggen, zij worden er allemaal bij betrokken als zij dat willen. Er zal onge twijfeld een vergadering worden belegd waarbij de mensen aanwezig kunnen zijn. Dan zal in over leg met de bewoners van deze woningen tot een definitief plan gekomen worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de door de heer Pronk genoemde wijziging in de punten I en III van het besluit. Punt 23 (bijlage no. 352). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 24 (bijlage no. 373). De heer'Ten Hoeve: Het spreekt mijn fractie aan dat er geprobeerd wordt de Leeuwarder kermis terug te krijgen naar het Wilhelminaplein. Over het wel of niet plaats doen vinden van kermissen wordt verschillend gedacht, maar besluit je tot instandhouding dan ben je ook verantwoordelijk voor het zo goed mogelijk functioneren. Op de Oude Veemarkt is de kermis verpieterd. Dat lag overigens niet alleen aan de plaats. Hoe het ook zij, markten, circussen en kermissen horen in de binnenstad een plaats te kunnen vinden. Daarom zullen wij ook graag akkoord gaan met dit voorstel dat een aan zet is tot verplaatsing van de kermis. Overigens hebben wij ook geen enkel bezwaar tegen de vrijdag markt op de Nieuwestad. Bij de behandeling van het binnenstadsplan hebben wij uitvoerig gesproken over erffuncties enz. Ik dacht dat door het halen van deze kermis naar deze plaats en mogelijk ook het in die dagen verplaatsen van de vrijdagmarkt naar de Nieuwestad al iets van die erffunctie waar gemaakt kan worden. De heer C. de Jong: Ik stel voorop dat ik geen bezwaren heb tegen het ontwikkelen van activitei ten in de binnenstad en ook dat ik een ieder de ruimte wil geven om de kermis te bezoeken als hij dat zou willen. Ik neem echter toch de vrijheid een paar opmerkingen te maken. Ik neem aan dat de raad toentertijd heeft besloten om de kermis te verplaatsen om de kermis meer allure te geven op het veemarktterrein. Nu dat niet lukt, door welke oorzaak dan ook - waarschijnlijk is het daar te ruim

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 10