M3-&
zich ten doel om voor de zomervakantie van 1976 een eindrapport te doen samenstellen. Zoals de heer
Ten Hoeve al heeft gesteld is het nadrukkelijk geen commissie die zich ten doel stelt om een en ander
te gaan saneren. Het is geen saneringscommissie, het is een commissie die de activiteiten, de program
ma's e.d. gaat toetsen aan de doelstellingen van de desbetreffende instellingen. Het gaat om een onder
zoek naar kwaliteit en kwantiteit, het is ook een onderzoek naar het functioneren van het beroepsma-
tig jeugd- en jongerenwerk, een onderzoek dat zich in zijn totaliteit ook zal richten op de Stichting
Coó'rdinatie en Dienstverlening op basis van de vraag in hoeverre de jeugd- en jongerenwerkinstellin
gen hierop in kunnen spelen. Ik dacht dat deze commissie op het juiste moment is ingesteld i.v.m. de
maatregelen die de staatssecretaris van C.R.M., de heer Meijer, heeft afgekondigd m.b.t. de decentra
lisatie van het beleid t.a.v. het jeugd- en jongerenwerk in de 63 gemeenten met 2 of meer jeugdwerk
instellingen.
De heer Ten Hoeve heeft gevraagd wanneer de sporthal in het Kalverdijkje gerealiseerd zal kunnen
worden. Ik weet dat niet. Ik weet wel dat deze sporthal op de lijst van de R.C.O.W. zeer hoog staat.
Ik heb goede hoop dat de sporthal bij de eerstvolgende verdeling van rijksgelden zal worden toegewe
zen. Maar wanneer dat zal zijn is mij niet bekend.
De heren Ten Hoeve en De Leeuw hebben beiden gewezen op de kwestie van het brengen van sport-
voorzieningen naar de wijken; zij hebben ook gevraagd hoe het is gesteld met de sportvoorzieningen
als totaliteit. In wezen zijn wij al bezig met het brengen van sportvoorzieningen naar de wijken; ik
heb in de afdelingsvergadering al gezegd dat wij ook vinden dat dat moet gebeuren. In verschillende
wijken zijn al sportvoorzieningen. Ik denk daarbij aan Nijlan, De Magere Weide, Cambuur, De
Greuns, Marnixveld, Fonteinland en straks het Kalverdijkje, Aldlan en de Hemrik. (De heer Ten Hoeve:
Allemaal, behalve Fonteinland, buiten de wijken gelegen.) Dat is niet helemaal waar. Het zijn alle
maal voorzieningen die al in de wijken zijn aangebracht. Ons beleid is er terdege op gericht dat er in
de oudere wijken - je kan daar niet zo gemakkelijk een sportveld aanleggen - meer speel- en trap
velden komen. De achterstand waar de heer De Leeuw op heeft gedoeld wordt geleidelijk ingelopen.
Ik wil er op wijzen dat in de komende jaren het Aldlan met 3 sportvelden in gebruik zal worden geno
men; ook Goutum en Lekkum zijn bijna klaar. Wij zijn bijzonder gelukkig met het feit dat nu ook het
complex Kalverdijkje is vrij gegeven; daar kunnen wij straks beginnen. Dat wordt een sportcomplex
met een groot aantal accommodaties gelegen tussen de wijken Heechterp, Schieringen en straks Cam-
minghaburen.
De heer Ten Hoeve heeft nog even gewezen op het fenomeen van de sportieve recreatie. Dat is een
zaak die steeds meer op ons af komt. Wij zijn ons daar terdege van bewust. Wij hebben hiervoor
25.000, in het beleidsplan opgenomen voor het jaar 1976; ik ben er verheugd over dat de raad
daarmee akkoord gaat, ik heb daar tenminste geen reacties op vernomen. Wij zullen ons samen met de
Sportraad moeten gaan beraden over de wijze waarop wij deze 25.000,zullen gaan besteden. De
suggestie die de heer Ten Hoeve heeft gedaan m.b.t. een aan te stellen coördinator zal stellig in de
overwegingen worden betrokken. Ik blijf er echter bij dat de georganiseerde sport en in dit geval de
Stichting Sportcentrum Leeuwarden hierin een belangrijke taak heeft te vervullen.
De heer Ten Hoeve heeft nog even de recreatieve watersport gememoreerd. Ik dacht dat het een
duidelijke zaak was dat, al ligt Leeuwarden niet in het centrum van het watersportgebied van Fries
land, Leeuwarden in zijn totaliteit een duidelijke plaats inneemt m.b.t. die'watersport. Ik denk hier
bij speciaal aan de toeristische vaarroute Dokkum en Leeuwarden visa versa. Wij hebben voor de wa
tersport een aantal aanlegplaatsen aangelegd. De raad heeft destijds een motie van de heer Buising
aangenomen waarin is bepaald dat de bruggen beweegbaar zullen moeten blijven. Ik dacht dat dit een
bewijs te meer is dat de toeristische vaarroute in Leeuwarden gehandhaafd zal dienen te blijven. Ik
denk in dit verband ook nog even aan het recreatiegebied de Groene Ster, waarin ten noorden van de
Groningerstraatweg een aantal aanlegplaatsen zullen komen om zodoende de toeristen te water de no
dige mogelijkheden te kunnen geven.
Dan kom ik nu bij de opmerkingen van de heer Ten Hoeve over de musea. De coördinatiecommissie
is er mede op verzoek van C.R.M. en de provincie Friesland gekomen; het is een commissie die de sa
menwerking tussen Fries Museum en Princessehof zal moeten bevorderen. De leden van de commissie
zijn inmiddels aangewezen. Ik heb goede hoop en verwachting dat g.s. deze commissie binnenkort bij
een zullen roepen. Met de heer Ten Hoeve ben ik van mening dat daar waar samenwerking mogelijk is
samenwerking absoluut noodzakelijk zal zijn. Ik denk daarbij speciaal aan de administratie, de educa
tieve dienst, de exposities en zo zijn er nog wel een aantal zaken te bedenken. De suggestie van de
heer Ten Hoeve m.b.t. de Leeuwarder oudheden kan stellig een onderdeel van de discussie in deze com
missie uitmaken. Ik ben het met de heer Ten Hoeve eens dat dit meer een taak is van het Fries Museum
dan van het Princessehof.
Het verheugt mij dat praktisch alle fractievoorzitters hun algemene beschouwingen hebben beëin
digd met het memoreren van het feest dat ons over anderhalve dag te wachten staat, n.l. de heropening
van de Harmonie. Na morgen zal de Harmonie absoluut het culturele centrum van Friesland zijn. Al
mogen verschillende fractievoorzitters twijfelen aan de voorgevel en de toneeltoren zoals die er nu
uitzien, ik ben er toch van overtuigd dat, wanneer zij a.s. woensdag de Harmonie zullen betreden en
de schouwburgzaal, het toneel, de foyer en de oefenruimte van het Frysk Orkest bekijken, zij ver
baasd zullen zijn over al hetgeen daar is gerealiseerd. Er kan niet gezegd worden dat dit alleen een
cultureel centrum is van Friesland(De heer Ten Hoeve: Het wordt een nationaal cultuurcen
trum, begrijp ik.) Wij mogen rustig stellen dat dit een cultureel centrum is voor het gehele Noorden.
(Gelach) Ik wil het niet verder uit de doeken doen, maar het college is laatst in het Zuiden des lands
geweest en ons werd verteld door de directie van de daar nieuw te bouwen schouwburg - het was in
Den Bosch - dat zij nu de grootste, de nieuwste en de modernste accommodatie van Nederland kregen.
Maar toen wij vroegen hoe groot het podium werd, hoe groot de toren werd, hoeveel trekken zij zou
den krijgen, hoe groot de zaalaccommodatie werd e.d. moest ik uit de antwoorden toch wel opmaken
dat wij best de vergelijking met hen kunnen doorstaan. Ik heb vanmorgen nog gesproken met de leve
rancier van de toneelaccommodatie, de heer Bosman uit Rotterdam, en ik zeg met enige trots - ik loop
elke dag met zeer veel genoegen door de Harmonie(De Voorzitter: Elke dag?) Ja, elke dag.
(Gelach) Mijnheer de voorzitter, u weet nog niet half wat uw wethouders allemaal doen. (Gelach)
(De Voorzitter: Ik heb er wel eens meer aan getwijfeld. Wij gaan verder, maar nu serieus.) (De heer
Ten Hoeve: Moet ik hieruit de conclusie trekken dat de portefeuille onderbezet is?) (De Voorzitter: Wij
zijn allemaal buiten de orde; de wethouder maakt nu zijn verhaal af.) Nee, dit is echt niet buiten de
orde. Wij kunnen rustig stellen dat onze goede Harmonie in de komende jaren het culturele centrum
van Friesland, het culturele centrum van het Noorden des lands zal zijn. Ik sluit mij aan bij de wens
die vele raadsleden naar voren hebben gebracht, n.l. dat de Harmonie zo zal functioneren dat het
Leeuwarder publiek en het totale Friese publiek de weg naar de Harmonie zullen vinden. Ik ben wat
dat betreft optimistisch gestemd gezien de voorverkoop van kaarten voor het programma dat tot juni/
juli in de Harmonie zal worden gebracht; daaruit blijkt een overweldigende belangstelling van het
publiek. De heer Ten Hoeve heeft nog even gesproken over de financiële medewerking van de provin
cie. Daarover zijn een aantal berichten verschenen in de krant. Officieel bericht hebben wij hier niet
over ontvangen. (De heer Ten Hoeve: Ook niet over de piano?) Ook niet over de piano. (De Voorzitter:
Dat is buiten de discussie.) Ik kan u echter wel zeggen dat het college er zich terdege van bewust is
dat het alle mogelijke pogingen zal moeten ondernemen om het college van g.s. te overtuigen van het
grote culturele belang dat de Harmonie niet alleen voor Leeuwarden maar voor heel Friesland heeft.
De heer Ten Hoeve: Ik zou u willen vragen om, nu wij met de tweede ronde beginnen, eerst de heer
Knol even het woord te geven. (De Voorzitter: Akkoord.)
De heer Knol: De heer Ten Hoeve heeft vanmiddag al gezegd dat wij al een aantal jaren hebben
aangedrongen op een wat betere cijfermatige presentatie van de begroting; ook de reden daarvoor
heeft hij genoemd. Ik heb nu een poging, ik mag wel zeggen een moedige poging gedaan om hier wat
aan te doen omdat er, althans binnen onze fractie, duidelijk behoefte aan bestond. Omdat het hier
eenmanswerk betreft zal er ongetwijfeld nog wel wat aan geschaafd moeten en kunnen worden. Ik stel
u daarom voor dit huisvli jtprodukt eerst eens kritisch door de mensen van de afdeling Financiën te laten
bekijken en het daarna in de Financiële Commissie verder te behandelen en na te gaan of er inderdaad
aan deze vorm en deze presentatie ook bij de andere fracties'behoefte leeft voor volgende jaren.
Ik wil u bij deze dit werkstuk overhandigen.
De heer Ten Hoeve: U zult hebben begrepen dat wij bezwaren hebben tegen een rijstebrij van cij
fers; ook een rijstebrij van woorden spreekt ons niet aan, wat dat betreft zal ik het kort houden.
U, mijnheer de voorzitter, hebt gesproken over de reorganisatie binnenlands bestuur. Er ligt een
standpunt van de V.N.G. Ik hoop dat er geluisterd zal worden naar de standpunten die in dit rapport
naar voren komen en dat de regering hier goed akte van zal nemen en ook zal bewijzen dat ze luis
tert naar wat er bij de mensen in het land leeft. U hebt gezegd dat regio's de taken aan moeten kun
nen, dat ze voldoende sterk moeten zijn. Ik ben dat van harte met u eens, maar ik wil nog eens onder
strepen dat het hierbij wel moet qaan om gemeenschappelijke taken en belangen.
Ik heb gesproken over een fractienota die er van onze kant komt op het terrein van de functionele
raden. Daarvoor zal het nodig zijn dat wij over een aantal geqevens beschikken. Ik wil noqmaals vra
gen of wij er van de kant van het college medewerking voor kunnen krijgen.
Wat betreft de Giro en het aantal arbeidsplaatsen bent u erg duidelijk geweest. Hierbij moet noq
gezegd worden dat het niet alleen om het aantal gaat, maar vooral ook om de aard van de arbeids
plaatsen.
-
IP,-