y&i/D Het verhaal dat Ik heb gehouden over de wegverbindingen is, dacht ik, duidelijk qenoeg geweest. U hebt de door mij ingediende motie overgenomen. Ik hoop dat de hele raad dat doet. Wij hebben gesproken over de problemen die voortvloeien uit de horecasectorWij zijn er verheugd over dat wij nu een verordening op dit terrein hebben. Toen wij daar over spraken hebben wij gezeqd: Wij willen het gebied waarvoor deze verordening van toepassing zal zijn niet te groot maken om niet het gevaar te lopen de hele verordeninq afgewezen te krijgen. Nu de verordening is goedqekeurd willen wij er voor pleiten dat er zo snel mogelijk bekeken wordt of een uitbreidinq moqelijk is met m.n. het deel dat toen ook al is genoemd, het deel van de Eewal. De heer Ten Brug heeft gesproken over het G.C.O. Die kwestie moet snel tot een uitgedragen zaak komen, vooral in het belang van de kinderen maar ook om bij een aantal mensen de onzekerheden wat betreft hun toekomstige arbeidssituatie weg te nemen. De heer Rijpma heeft gesproken over de stedebouwkundige afdeling die de laatste tijd ontzettend veel werk heeft gedaan. Ik wil dit graag van harte onderstrepen, ik heb het ook in mijn verhaal al ge zegd. Er zijn veel rapporten gemaakt, er zijn veel op komst. Waar ik de nadruk op heb gelegd is dat wij heel snel moeten proberen ook deze rapporten concreet te maken door te komen met uitvoerings plannen en daar vlak achteraan de uitvoering. Wij zitten wat heel veel punten van de bestemmings plannen betreft goed op het schema, maar ook bide behandeling van dat schema voor de bestemmings plannen is heel duidelijk gezegd dat dit schema niet een eigen leven mag gaan leiden en dat wij moeten gaan inspelen op ontwikkelingen die zich voordoen. Ik heb bij de vorige begrotingsvergadering op zo'n aspect gewezen, n.l. op de Willemskaden, en ik hoop niet dat ik bij de volgende begrotings vergadering over een ander punt, b.v. de Schrans, zal moeten praten. Over de project- en contactgroepen zijn veel woorden gesproken. Eén ding wil ik nog eens duide- lijk zeggen. Een projectgroep kan en mag geen beslissing nemen voor andere groepen. Dat geldt overi gens ook voor de contactgroep en de wijkgroep. Dat kan en mag niet. Ook is inherent aan een project groep dat die een eigen verantwoordelijkheid heeft. Er mag dan ook geen beïnvloeding vanuit andere afdelingen, vanuit andere disciplines van de dienst plaats vinden. De contactgroep is er voor om de standpunten van de wijk en de projectgroep samen te brengen, te kijken waar men het eens is en te kijken waar men het oneens is. De punten waarover men het niet eens kan worden hoeven in de contact groep niet tot een uitgedragen zaak te komen. De verschilpunten kunnen aan het beleid voorgelegd worden. Op het terrein van de subsidieregelingen is veel te doen, heeft de wethouder van R.O. gezegd.. Nogmaals, wij moeten inventief zijn, alle mogelijkheden die er zijn moeten wij aangrijpen om ze te benutten. Ik vraag mij in dit verband af of het ook van belang is dat wij er eens over gaan nadenken dat wij in onze stad een coördinator voor de stadsvernieuwing krijgen, een man die zich moqelijk door zich in dat woud van subsidieregelingen dat er is goed in te werken zelf kan gaan betalen door op de goede manier gebruik te maken van die regelingen. WethRijpma heeft gezegd dat er een belangrijke vergadering is geweest op het terrein van de stadsvernieuwing, allerlei belangrijke mensen uit Den Haag zijn hier geweest. Aan de stadsvernieuwing zit ook een belangrijk welzijnsaspect. Is op die vergadering ook dat aspect m.n. door de wethouder van Welzijnszaken benadrukt? Weth. Rijpma heeft gezegd niet afwijzend te staan tegenover het afstoten van panden in rehabilitatiegebieden of, laaf ik het zo zeggen, tegenover het uitvoeren van rehabili tatie door particulieren. Ik meen dat er op het ogenblik een standpunt ingenomen wordt door de dienst - dat is ook doorgespeeld naar het Woningbedrijf - dat in rehabilitatiegebieden gemeentelijk woning- bezit per se niet verkocht mag worden. Ik zou dat betreuren. Ik kan mij heel goed voorstellen dat er m.b.t. een gebied als de Speelmansstraat, wanneer particulieren daar bezig willen en de gemeente daar eigendommen heeft - die heeft de gemeente in de Grote Hoogstraat o.a. -, gezegd wordt: Wij willen tot verkoop overgaan maar aan die verkoop worden heel duidelijk rehabilitafievoorwaarden verbonden. Op dit moment is er een stuurgroep voor de binnenstad; die werkt goed, heb ik begrepen. Er zitten veel of alleen winkeliers in; de samenstelling is in de afdeling al besproken, wij waren daar niet zo geluk kig mee. Ik ving nog een geluid op en ik zou graag willen weten of dat klopt, n.l. dat er op het mo ment in discussie is om voor deze gemeentelijke stuurgroep een architect die niet bij de gemeente in dienst is aan te trekken als adviseur. Over het welstandstoezicht heeft weth. Rijpma niet gesproken. De heer Singelsma heeft een opmer king gemaakt dat het wenselijk zou zijn om een monumentenbureau te krijgen in Friesland. Ik zou dat wel graag willen ondersteunen maar ik zou hef liever in een wat groter verband willen zien. Ik heb vanmiddag de stichting Het Oversfichf genoemd. Daarin werkt Monumentenzorg, maar ook hef wel standstoezicht en hef landschapstoezicht; gebleken is dat deze samenwerkende organisaties daar op een heel goede manier allerlei plannen kunnen begeleiden. Wat betreft de sportieve recreatie zal onderzocht worden of er een coördinator kan komen. Ik heb net begrepen dat bij het aantrekken van een dergelijke functionaris ook 90% subsidie verkregen kan worden. Wat dat betreft zou die post van 25.000,ruim voldoende zijn. Natuurlijk is het zo - ik wil dat van harte onderstrepen - dat de georganiseerde sport ook op het terrein van de sportieve re creatie een belangrijke taak vervult. Maar een aantal andere taken kunnen en mogen misschien ook niet door de georganiseerde sport vervuld worden. Daarom lijkt mij een coördinator van belang. De heer Van der Wal van Axies heeft gereageerd op een aantal opmerkingen die ik in eerste instan tie maakte over de overlast die een aantal bars veroorzaakt; daarna heb ik een opmerking van meer persoonlijke aard gemaakt, maar die heeft hij niet begrepen en dat spijt mij. De heer Schaafsma heeft gesproken over het nieuwe denken en het oude denken. Uit zijn woorden was te beluisteren dat het laatste hem het meeste aansprak. Hij bevindt zich waf dat betreft in het ge zelschap van Ollie B. Bommel, maar dat is ook zo'n man die wel eens een beetje brommend en qrom- mend en een beetje verongelijkt rond loopt. Dienstverlening moet, zegt de heer Schaafsma, als die in hef centrum wenst te zitten, in dat centrum een plaats krijgen. Wij zeggen dat a priori niet. In dit ver band wil ik de Kantorennofa noemen die wij hebben gekregen. Wij vinden dat een goede aanzet, maar wij zijn er nog niet tevreden mee. In deze nota is sprake van de kwantiteit, maar wij willen ook heel duidelijk aanstonds een vervolg op die nota zien in die zin dat er gezeqd wordt: Waf wij nodig hebben waar kan dat zitten? Dat kan dan nog eens goed bekeken worden. Volgens de heer Schaafsma is de brede Prins Hendrikstraat nog niet breed genoeg, die kan nog groter worden, die kan een nog betere toegang worden tot de binnenstad. Ik ben bang dat hef dan geen toegang meer is maar eerder een gaf naar de binnenstad. Ik heb begrepen dat de heer Schaafsma geen nota's leest. Nou, dat is ons wel eens opgevallen. Ik zou het col lege wil I en aanraden ze hem dan ook niet meer te sturen, want dan zijn wij tegel i jk ook bezig met een stuk bezuiniging waar de heer Schaafsma zo voor gepleit heeft. De heer De Leeuw: Wij hebben altijd nog de illusie dat wij vanavond klaar zullen komen. Ik zal ook proberen om het kort te houden. Ik wil mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop u, mijnheer de voorzitter, gereageerd hebt op een aantal opmerkingen die ik aan uw adres heb gemaakt. De sportieve wijze waarop u dat hebt ge daan maakt mij alleen al daarom tot uw mindere. Wij zullen het document m.b.t. de positie van de Nederlandse gemeente waar u over gesproken hebt met belangstelling tegemoet zien. Het is te hopen dat de gemeenten in Noord-Oost Friesland die nog geen deel uitmaken van ons samenwerkingsverband inderdaad overtuigd kunnen worden van de be langen die er ook voor hun kunnen liggen tot onze Regio toe te treden. Wij wachten de discussie m.b.t. de raden en commissies met belangstelling af. Wij zouden onze waardering willen uitspreken voor uw initiatief tot overleg met Economische Za ken en voor de bemiddelingspogingen die u aanwendt t.b.v. de bedrijven om verbetering te brengen in de werkgelegenheidssituatie in onze gemeente. Over de Giro is net al een opmerking gemaakt. Wij zouden van onze kant willen zeggen dat er geen twijfel aan bestaat dat uwerzijds maximale inspannin gen kunnen worden verwacht. Wij zullen m.b.t. de verkeerssituatie moeten voorkomen dat wij geraken in een situatie dat wij el kander waf schreiend om de schouder vallen, hoe bevrijdend dat op zich ook zou kunnen zijn. Wij wensen u alle moed toe die daarvoor nodig is. Wij vertrouwen er op dat uw zorgvuldig overleg met de politie, teneinde een zo goed mogelijke be scherming van onze bevolking in materiële en immateriële zin te verkrijgen, tot succes zal leiden. Wij hebben begrepen uit de uiteenzetting van weth. Ten Brug dat hij het op zich niet helemaal on eens is met ons uitgangspunt dat de onroerend qoedbelasfing niet uitsluitend als een bron van inkomsten moet worden gezien. Ik geef hem toe dat een uitgediepte discussie over de vraag wat nu de reële ver houding moet zijn beter kan worden gevoerd op hef moment dat wij met elkaar moeten praten over con crete voorstellen over de tarieven zodat wij het ook in die context wat zinvoller kunnen presenteren. Weth. Rijpma heeft in zijn uitvoerige uiteenzetting een deel van onze filosofie ook wel verwoord. Wij hopen dat m.b.t. de terreinen voor bijzondere doeleinden die versnelde procedure, hoe moeilijk die dingen ook kunnen liggen, toch tot resultaten zal leiden. In ieder geval stemt het tot voldoening dat er inmiddels duidelijk mensen aangewezen zijn om met dit toch wel urgente probleem bezig te zijn. Hetzelfde geldt t.a.v. de gesprekken die thans kennelijk plaats vinden om hef probleem van de ver schillen in kosten m.b.t. de mogelijke bebouwing van de Landbuurt op te lossen. Wij zijn erkentelijk jegens weth. De Vries dat hij - wij hadden niet anders verwacht - diligent zal blijven op de rijksbijdrage m.b.t. de 3 formatieplaatsen in het algemeen maatschappelijk werk. Wij vragen ons wel af of wij het helemaal eens zouden moeten zijn met zijn uiteenzetting over de huidige arbeidsplaatsen waarvan wij - maar ik moet dat nu wat improviserend zeggen - wel vinden dat onze

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 21