vrij3 >8fljl huidige conjunctuur niet bepalend zou moeten zijn of zou mogen zijn voor het arbeidsmarktbeleid op langere termijn. Wij kunnen ons voorstellen dat je in een tijdelijke situatie van schaarste een verde ling van de arbeidsplaatsen overweegt, maar het uitgangspunt zou toch moeten blijven dat het er ook om gaat dat werken voor anderen iets moet kunnen betekenen en dat houdt dan in dat ieder die het zou kunnen in staat moet zijn een redelijke prestatie te leveren zoveel dit in zijn vermoqen ligt en dat die niet volledig moet worden gefrustreerd. Weth. Weide heeft geprobeerd toch nog wat perspectief te tekenen m.b.t. de verdere uitbouw van onze voorzieningen op het terrein van de sport. Ik mag misschien toch de een beetje ondeugende op merking maken dat wij hier als fractie zijn gaan zitten met de gedachte dat wij vandaag zouden horen van de V.V.D. hoe het beleid m.b.t. de sport er uit zou moeten zien. Deze opmerking is niet gericht aan het adres van de wethouder. Onze gedachte is ingegeven door het feit dat er bij de behandeling van de Sportnota nogal wat scherpe kritiek is gekomen van de zijde van de heer De Beer en wij hadden verwacht dat ons in de afdelingsvergadering of vandaag duidelijk gemaakt zou worden hoe het wel zou moeten. Uit het feit dat wij noch in de afdelingsvergadering noch vandaag een andere beleidslijn voor gelegd hebben gekregen mag ik, dacht ik, concluderen dat ook de V.V.D. zich uiteindelijk heeft kun nen vinden in het in de betreffende nota geschetste beleid. De heer Schaafsma: Het belangrijkste punt dat de heer Ten Hoeve heeft genoemd is de motie die hij in ons midden heeft gelegd aangaande het dubbelbaans maken van de weg van Leeuwarden naar Noord- Holland. Ik wil refereren aan wat ik 8 maanden geleden gezegd heb. De rijksweg Muiderberg-Leeuwar den houdt bij Joure op, de baanverdubbeling in Noord-Holland van de Coentunnel naar Den Oever is door zijn trage uitvoering een regelrechte belediging, om van het traject Kop Afsluitdijk naar Leeu warden nog maar te zwijgen. Ik ben erg blij met deze motie, ik zal hem met vreugde ondertekenen. (De Voorzitter: Dat hoeft niet meer want hij is er al.) (De heer Ten Hoeve: Wij stellen graag een ieder die dat wil in de gelegenheid de motie mee te ondertekenen.) Als ik hem dan niet ondertekenen mag, dan onderschrijf ik hem, maar, mijnheer de voorzitter, de heer Ten Hoeve vindt het goed dus kan ik het wel doen. U hebt als voorzitter alleen maar leiding te geven aan deze vergadering, dus als ik die motie wil ondertekenen(De Voorzitter: Maar ik heb die motie hier al; er staan twee handte keningen op, dus is het een motie.) Wij zijn het helemaal eens, waarom zullen wij er nog verder over discussiëren. Ik dacht dat het dubbelbaans maken van deze wegen een urgente zaak is voor Leeuwarden. Als wij op het ogenblik de economische positie van Leeuwarden zien - in het laatste jaar zijn er geen nieuwe vestigingen gekomen - dan is er maar één hoop en dat is dat de lange weg naar het centrum van Nederland ingekort wordt, niet in kilometers maar in tijd. In kilometers kunnen wij de afstand niet inkorten, in tijd kunnen wij de afstand wel inkorten en die tijd is geld. Dat is natuurlijk een vies woord tegenwoordig, maar voor de economie is het nog altijd het punt waar alles om draait. Er is gesproken over het behoud van de binnenstad. Ik dacht dat ons altijd aangewreven werd - ik heb dat in eerste instantie ook getracht duidelijk te maken - dat wij die radicale vernielers zijn die alles maar willen opofferen aan de vooruitgang. Het is jammer dat men ons niet begrijpt. Ik weet niet wat vooruitgang is. Als je de geschiedenis bekijkt dan is vooruitgang altijd iets dat naderhand pas ge meten kan worden. Het is nooit gegeven aan een levende generatie om te zeggen dat ze vooruit of achteruit gegaan zijn. Het is altijd een achterom kijken geweest. Wij moeten, ons wel realiseren dat in de 1 9e eeuw met liefde de 3 bastions aan de zuidwestkant van de stad zijn afgebroken ter wille van de vooruitgang die men toen zag. Dat waren de spoorwegen, dat was de nieuwe stijl, dat was de nieuwe industriële ontwikkeling van de 19e eeuw. Wij kunnen dat betreuren, maar men heeft het uit goeder best gedaan. Ik ben er van overtuigd dat niemand in deze zaal op het ogenblik de toekomst zo duide lijk ziet dat hij duidelijk kan zeggen wat die toekomst kan bieden. Maar als ik op dit moment zie dat de dienstverlening in opmars is, net zo goed als in de 19e eeuw het winkelbestand in de binnenstad in opmars was, en ik zie dat men vraagt om een vestiging van die dienstverlening bij de binnenstad dan kunnen wij daar niet aan voorbij gaan, dan zullen wij een keuze moeten maken waar die zaak moet zitten. U hebt mij nooit horen zeggen dat ik alles maar opofferen wil ten behoeve van die dienstver lening, maar ik wil een duidelijke uitspraak waar wel en waar niet. Als ik dan - het is maar één van de weinige keren dat ik werkelijk de pest in heb - hoor dat de heer Van der Wal vanmiddag hier een oud-wethouder van de ra laat lopen dan zeg ik: Dat vind ik een pesterige rotstreek want uiteindelijk heeft deze wethouder zijn bijdrage t.a.v. het Stationskwartier ook geleverd. Ik heb vanmiddag nog het MAVOB-plan genoemd. Dat was een duidelijke aanzet bedoeld om ordening te brengen in het Stations kwartier. Dat het niet geworden is waarvoor het bedoeld was is een andere zaak, maar er is althans een poging gewaagd. Ik vind dan dat als men, als er 4 jaar geleden een poging is gewaagd, met voor bij gaan aan zo'n poging, terwijl men het dezelfde middag in deze zaal heeft horen noemen, dit soort nare suggesties gaat wekken zonder dat de betrokkene zich ter plaatse kan verdedigen dat beneden de maat is van een raad die een provinciale hoofdstad vertegenwoordigt. Dat wilde ik daar in ieder geval van zeggen. Dat de heer Tiekstra op het ogenblik een misschien voor de heer Van der Wal niet sym pathieke mening verkondigt is een andere zaak. Voor mij is hij wel sympathiek omdat hij volledig aan sluit bij wat wij enkele jaren geleden ook gezegd hebben, n.l. Je zult op een gegeven ogenblik de druk van de dienstverlening moeten verlichten, dus zal je reëel en positief een plaats moeten bepalen voor die dienstverlening. Het is niet waar dat die dienstverlening overal maar wil zitten waar de raad van de gemeente Leeuwarden die wil hebben, het is alleen maar zo dat die dienstverlening wil zitten waar zij wil zitten. En dan kan je uiteindelijk enkele goede punten van Leeuwarden trachten te be schermen, maar enkele rotte punten in deze stad waar men melodramatisch over doet zal je moeten op offeren. Wie geen agrarische substantie in zijn ogen heeft kan het allemaal zien; als je op de Willems kade-noordzijde gaat staan en tussen de Beursbrug en de Prins Hendrikstraat kijkt zie je een volkomen gave wand en dan zeg ik: Laten wij hopen dat wij dat kunnen behouden. Maar als de bewoners er uit trekken gaat het ogenblikkelijk dezelfde kant uit als met de andere zijde gebeurd is. Want vanaf de kant van de Sophialaan zijn de kantoren al in opmars. Na de kantoren komen dan de pakhuizen. U hebt het aan de andere kant precies zo gezien, b.v. tussen de Prins Hendrikstraat en de Snekerkade. Toen ik een kleine jongen was en de oude brug er nog lag was dat een florerende kade met bewoning. Het is in 1 0 15 jaar kapot gegaan. Waarom? Daar kan je verder niets aan doen. Nu kan je wel melo dramatisch doen en denken dat je dat op kunt heffen maar dat is niet waar. En dan zeg ik: Als op een gegeven moment de D.S.O. komt met een reëel plan öf die rotte kies handhaven öf trachten er iets van te maken, maak er dan iets van, want dat is in ieder geval voor de economie van de stad belangrijk. Zet daar de dienstverlening opdat het andere stuk gered kan worden. Als dat niet gebeurt dan krijg je de dienstverlening als een lappendeken over de stad en dan gaat de hele stad naar de verdommenis. Als u dat niet zien wilt, akkoord, de tijd zal het leren. Ik heb de wijsheid ook niet in pacht, maar ik heb soms de indruk dat sommigen hier in de raad de wijsheid wel in pacht hebben en dan krijg ik lang zamerhand goed de smoor in. T.a.v. het onderwijs is het precies hetzelfde. Het hervormen van het onderwijs vanuit de nieuwe maatschappelijke visie, wat is dat? Je kan het ook omdraaien. Dit soort kreten stellen natuurlijk in feite geen donder voor. Ik vind het schitterend dat men nota's schrijft waarbij iedereen het zijne heeft te zeggen over de komende 25 tot 30 jaar. Maar wie weet het, wie heeft de toekomst in pacht? Wat is onderwijs uiteindelijk? Er is hier vandaag gezegd dat de school te weinig rekening blijkt te houden met de sociale verschillen. Ik vind het gewoon een schande dat men denkt dat mensen die in het onder wijs zitten op een gegeven ogenblik die verschillen niet zouden zien. Maar die mensen staan ook machteloos. Er schijnen kennelijk alleen maar rapporten gelezen te worden waarbij dit benadrukt wordt, maar men leest blijkbaar geen rapporten waaruit blijkt dat er zo verschrikkelijk weinig te doen is aan die sociale verschillen, dat je binnen dat onderwijs ook machteloos staat t.o.v. die sociale verschillen. Als een moeder haar 2-jarig kind in de box niet leert spelen en geen verhaaltjes vertelt wat moet je dan met dat kind als het 4 jaar is, dan heeft het al een achterstand. Als de welzijnswerker niet binnen de deur gehaald wordt omdat wel het slot gerepareerd mag worden maar het kind niet mag worden be geleid wat wilt u dan? Hier is precies dezelfde symplificatie die de heer Singelsma ook genoemd heeft. Symplificeer het maar genoeg, dan kan je er enkele slogans over los laten en dan is de zaak weer ge regeld. Dat is precies hetzelfde in de tijd vooruit schuiven als ik in eerste instantie heb beweerd. Sym plificeer het maar genoeg en de oplossing ligt klaar. Maar zo is het toevallig niet. De maatschappij is iets complexer dan de simpele ziel van de heer Van der Wal meent hier in dit geval te moeten stellen. Verder is het triest dat gezien de financiële verhouding tussen rijk en gemeente de vierde bestuurs laag weliswaar weg is maar dat wij in feite gedwongen worden als gemeenten onze krachten te bunde len en dat wij tot een semi vierde bestuurslaag moeten komen om uiteindelijk ons recht te zoeken waar het rijk ons dat niet gunt. Dat is een zeer trieste ontwikkeling. Deze centralistische tendens stuit mij erg tegen de borst, want ik heb in de 4, 5 jaar dat ik in deze raad zit begrepen dat juist de kleine bestuurlijke eenheid waardevol genoeg is om te worden behouden. Ik wil het hierbij laten om des tijds wille. Ik ben de agressie die ik deze middag heb opgebouwd kwijt geraakt. De puntjes die ik nog op mijn papier heb staan bewaar ik voor een volgende keer. De heer Van der Wal: Ik loop maar even langs bij wat er tot nu toe gezegd is. Ik ben zelf binnen stadsbewoner en ik kan het in zoverre met de heer Brandsma eens wezen dat de enige mishandelingen die in de binnenstad hebben plaats gehad niet maatgevend kunnen zijn voor de binnenstad. Ik loop da gelijks en vooral ook 's avonds door de binnenstad en heb van een constante onveiligheid in de binnen stad nooit iets gemerkt. Ik zie natuurlijk wel eens wat en je moet ook een redelijke dosis tolerantie opbrengen, vooral als je achter de Grote Hoogstraat woont, maar om van een totale onveiligheid in de binnenstad te spreken gaat mij als binnenstadsbewoner veel te ver.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 22