12 volledig taboe. Zo gauw men er op wijst dat men niet alles kan behouden wil men de centrumfunctie van Leeuwarden niet in gevaar brengen dan wordt er moord en brand geschreeuwd. Amovatie is uit. Dat is de kreet van het "voorbije denken". Renovatie is in. Dat is de slogan van het "nieuwe denken". Het is moeilijk om een middenweg te bewandelen. En als je niet meedoet aan de roes van gelukzaligheid dat nu eindelijk de grote waarheid is gevonden dan heet je reactionair. Wie echter zelf als reactie op de amovatieperiode van het nabije verleden doorslaat naar de andere kant heet progressief. Een merk waardig woordgebruik. Men mag echter één ding niet vergeten. De 19e eeuw heeft de binnenstad van woonstad tot winkel stad gemaakt. De 20e eeuw geeft de opkomst van de dienstverlening te zien. Die dienstverlening wenst te zetelen in het centrum. Dat is in de eerste plaats de provinciehoofdplaats. Die dienstverlening wil zich vestigen nabij de binnenstad - dat is tussen het winkelcentrum en het openbaar vervoer -, omdat dit het verdichtingspunt is van de activiteit. Geeft men die gelegenheid niet en verwijst men met een achteloos gebaar deze dienstverlening naar de uithoeken van de stad, dan zoekt de dienstverlening in steden elders. Wij hebben de mogelijkheden. Een suggestie om de Oude Veemarkt te bebouwen is niet van november j.l. Mijn fractiegenoot De Jong en ik hebben dit via de maquette die hier boven staat ook al gesuggereerd. Die grond is waardevol. Te waardevol om alleen als grote leegte te dienen. Neem het stuk Snekerkade en de Willemskade ten noorden van de Oude Veemarkt op in een bebouwingsplan. Zorg voor voldoende parkeerruimte bij het station. Er ligt een overigens niet al te gelukkig rapport van de MAVOB voor veel centen dat die parkeernood bij het station al signaleert. Dit is een begin van de intercity naar het Westen. De potentiële treinreiziger naar het Westen is meestal vanuit zijn dorp auto mobilist. Dat velen daarvan uitgeweken Leeuwarders zijn doet hier niet ter zake. Maar bij gebrek aan faciliteiten voor die auto wordt hij automobilist naar het Westen. Wat u hier nalaat zal de druk van nieuwbouw in de omgeving van het station, waar wij dit minder graag zouden zien, vergroten. Ik her haal wat ik ook 8 maanden geleden heb gezegd. Een verbreding van de Prins Hendrikstraat door afbraak van de oostwand is geen ramp maar een verbetering van de entree naar het winkelcentrum. Het lijkt er langzamerhand op dat elk vooroorlogs pand een monument is en dat wij ons schamen voor de bouwstijl van onze eigen tijd. De AGO is lelijk, de IWGL is lelijk, De Bondsspaarbank is lelijk en zo ook de Friesland Bank en de Girotoren, maar een imitatiegeveltje van een pakhuisje aan de Willemskade- noordzijde dat werd afgebroken wordt bejubeld en men hoort klaagzangen als dat soort gebrek aan ori ginaliteit uit een nabij verleden wordt afgebroken. Waar ik overigens wel over val is dat de oude gele steentjes en de blauwe stoepranden daar ter plaatse, die waardevol kunnen zijn voor de restauraties in de oude binnenstad, op die zelfde plaats nu door parkerende auto's worden kapot gemalen. Dit voorjaar heb ik de dienst hierover telefonisch benaderd. Hef had de aandacht. Ik heb dit kennelijk verkeerd ge ïnterpreteerd. Nu overigens over de gehele lengte van dit stuk Willemskade hef stoepparkeren mode is geworden kunnen wij beter de rest van die gele steentjes verwijderen. Ik neem tenminste aan dat tegen deze vorm van overlast ook weer weinig te doen is. Ik vervolg met een derde soort afbraak. De hokken aan de Vierhuisterweg worden met de wet in de hand afgebroken. Terecht. Wat niet hoort volgens de wet gaat weg. De wet heeft gelijk, maar niet volgens het principe: Wat het oog niet ziet, deert het hart niet. Wat hier in binnentuinen aan ongeregeld is gebouwd zal niet meer zijn dan in elke andere gemeente. Maar het is aanwezig. Die stilzwijgende geaccepteerde aanwezigheid maakt het voor mensen die volgens de tekst van de wet ongelijk hebben en wel hun spulletjes neergehaald zien worden moei lijk de gang van zaken te verteren. Men moet als burger niet het gevoel hebben dat als de groep over treders maar groot genoeg is stilzwijgend recht wordt wat feitelijk krom is. Door de Wet op de Ruimte lijke Ordening ontstaat een bijverschijnsel dat ons met zorg vervult. Is een bestemmingsplan voor een bepaald gebied gereed dan bezit de bewoner en het gevestigde bedrijf een vorm van protectie. Voor de nieuwe ondernemer waarvoor binnen het plan geen plaats is blijft niets anders over dan om die wijken af te stropen waarvoor nog geen bestemmingsplan is. Het betekent voor iemand met initiatieven vaak hef genoegen moeten nemen met een plaats die een tweede keuze voor hem is. Het betekent ook voor de aanwezige vestigingen in die wijk zonder bestemmingsplan een onevenredig grote druk. Ik ben voor vrije concurrentie, maar dit is toch geen vrije concurrentie meer. De overheid die met de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft gedacht regelend te kunnen optreden heeft door het trage tempo van de uitvoering van die zelfde wet een bestaand vestigingsprincipe volledig ontregeld. Dit is niet alleen een pleidooi voor de ondernemers in die wijken die niet door een bestemmingsplan zijn beschermd, het is evenzeer een pleidooi voor de bewoners in die wijken. Alleen met de Bouwverordening in de hand bent u hoogstwaarschijnlijk niet in staat ongewenste ontwikkelingen in met name de schil te keren. Als wij met klem op spoed aandringen om bestemmingsplannen tijdig gereed te krijgen dan is dat geen verwijf aan onze dienst. Die kunnen tenslotte ook geen ijzer met handen breken. Zij kunnen ook niet voldoen aan de continue stroom van oekazes die alles wil regelen. Voor ons geldt hier het spreekwoord: Alles te regelen maakt niet gelukkig. En wat gaat er nu in feite zoveel beter dan vroeger? Als ik de half af 13 gemaakte plannen in Leeuwarden bezie en ik denk aan een gedempt Vliet ten behoeve van een verbin ding van oost met de binnenstad, de brede Groeneweg en de verbreding voor het Gerechtshof met de brede Prins Hendrikbrug dan heb ik sterk de indruk dat ook nu nog het meest geraadpleegde naslagwerk het boek van de planoloog Jan B. Fluitjes is. Die indruk wordt nog versterkt als ik de gang van zaken zie bij hef tot stand komen van een bebouwingsplan voor Camminghaburen. Het nut van een buitenoost- tangent en de besteding van de daartoe benodigde miljoenen wordt twijfelachtig wanneer deze weg niet wordt doorgetrokken tot de DrachtsterwegDe weg vanuit Bolsward stopt voorlopig in Deinum. Ordening in tijd valt buiten het kader. Hef tonnen geld gekost hebbend verkeers- en vervoersplan - het valt mij overigens mee dat wij niet nog eens een aanvullend krediet hebben moeten verlenen (De heer Heidinga: Komt nog.) - reserveert in het voorstadium al ruimte voor weet ik veel wat. Noodlokalen voor het Lien- wardcollege op het terrein Achter Tulpenburg kunnen niet worden gebouwd, omdat hier het kruispunt ligt van 2 imaginaire wegen: de Oostergoweg en - o, ironie - de basisweg. Een mooie wankele basis. Een weg met dubbele rijbanen dwars door de stad, langs de spoorbaan, de spoorbaan die iedereen, en tot voor kort ook de ontwerpers van deze nieuwe fictie, zag als een barrière. Als er ook maar één amb tenaar van Rijkswaterstaat zijn nuchter verstand gebruikt dan worden de argumenten om de spoorbaan naar Groningen in welke zin dan ook te wijzigen door u zelf teniet gedaan door dit soort "nieuwe den ken". Het lijkt meer op "dubbeldunk", het één is in lijnrechte tegenspraak met het ander. Het systeem van gesubsidieerde woningen, of dit nu woningwet of premiebouw betreft met daar boven op nu nog de individuele huursubsidie, heeft in een tekortsituatie nauwelijks of geen repercussies. Daar waar de woningmarkt tekenen van verzadiging vertoont worden de gaten in het kunstmatige bouwwerk van overheidsingrijpen zichtbaar. De reële vraag naar een bepaald soort woning is door de mist van overheidsingrijpen niet meer te meten. Het nieuwe surrogaat voor een ontregeld marktmechanisme wordt geboren. De woningbouwnotaHet komt mij zo langzamerhand voor dat, als de knoop niet meer is te ontwarren, of een nota óf een commissie - liefst ad hoe - de Janboel dan maar in de tijd vooruit moet schuiven. Misschien dat ik wat allergisch raak voor nota's, maar ik heb de indruk dat de meeste nota's slechts als voordeel hebben dat ze maar aan één kant zijn bedrukt zodat je de andere kant dan nog kunt ge bruiken als kladpapier. Voor de rest is het een gewichtige aanvulling van de oud papieracties van di verse verenigingen. Eén nota heb ik echter symbolisch meegegeven met de Dienst Reiniging en Brand weer, n.l. de nota vuilverwerking in Friesland. De prognoses over m.n. het te verbranden vuil in Leeu warden zijn hier dermate naast geschoten dat het jammer is dat alleen de nota wordt verbrand en niet ook de stoelpoten onder de stevig gezeten zitvlakken van de samenstellers. Naar wij hopen komt er binnenkort een werkbaar uitgangspunt tot stand tussen Diakonessenhuis, Bonifatiushospitaal en Triotel inzake een integratie. Wij mogen aannemen dat, wanneer de staatssecre taris van Volksgezondheid Friesland aanwijst als "proeftuin", hij behulpzaam zal zijn met het verplaat sen van de planten, zodat de tuin een beter aanzien krijgt. In afwachting van de toestemming om loka- tie zuid te mogen bouwen is een behandelhuis niet alleen voor het Diakonessenhuis van belang. Een nieuwbouw op zuid zal immers niet alleen een uitbouw van het bestaande complex betekenen, maar hoogstwaarschijnlijk een gedeeltelijke herinrichting van de bestaande bebouwing. Het kan dan wel eens zo zijn dat het deels wegvallen van ruimte in Triotel door verbouwing juist daarom het Diakonessenhuis tot hef gereed zijn van een lokatie zuid tesamen met het Bonifatiushospitaal extra zal belasten. Voor het behandelhuis is daarna, naar wij aannemen, zeer zeker weer een geschikte bestemming binnen de gezondheidszorg te vinden. Wij kunnen daarbij denken aan huisvesting voor een toekomstige districts- geneeskundige dienst. Als immers de G.G.D. met de bedrijfsgeneeskundige dienst gaat uitgroeien en bovendien de Schooladviesdienst binnen het Gemeenschappelijk Centrum Onderwijsbegeleiding in Friesland tot een regionale dienst wordt gemaakt, dan is er in het gebouw aan de JelIingastraat voor dat alles geen plaats. Het is ons overigens onbegrijpelijk waarop wordt gewacht om het duidelijke te kort aan psycho-geriatrische bedden op te heffen. Wordt inderdaad de optelsom van „verpleeghuisbed den te veel en psycho-geriatrische bedden te weinig, geeft uitkomst nul" gemaakt dan moet ik proteste ren tegen het verkeerd toepassen van rekenregels en de uitkomst verwerpen als staaltje van onhygiënisch denken. Ik heb zojuist de Schooladviesdienst genoemd. Vanaf 10 maart is deze dienst deel gaan uitmaken van het Gemeenschappelijk Centrum Onderwijsbegeleiding. Het creëren van wildgroei door het G.C.O. in de vorm van stuurgroepen om Leeuwarden heen is niet onze zaak. Onze zaak is wel de angstvalligheid waarmee tot nu toe Leeuwarden als een soort leprakolonie door dit G.C.O. wordt gemeden. Dat heeft consequenties voor het personeel van de Schooladviesdienst. Heeft men bij het G.C.O. geen oog voor het zeker stellen van de positie van het personeel van de Schooladviesdienst dan zullen wij dat G .C.O. op die taak moeten wijzen. Overmorgen openen wij met veel vertoon de verbouwde Harmonie. Voor velen van de 70 a 80 man

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 7