12 herprofilearlng bisundere, karakteristike dingen to sparjen dan soe ik der mei mefrou Visscher in waerm pleit foar fiere wolle. De heer Rijpma (weth.): Ik weet dat voor sommigen stoepen dingen zijn waar men, meer dan een aantal jaren geleden, over struikelt. Daarom ben ik zo vrij geweest om het Oranjewaltje eens te gaan opzoeken. Ik heb het gevonden ondanks het feit dat er geen enkel naambord aanwezig is. Ik heb toen gekeken waar ik de stoep zou kunnen vinden die dan eventueel nog gespaard zou kunnen worden. Ik moet u zeggen dat ik niets heb kunnen vinden. Ik heb in die straat alleen kapot gereden stenen kunnen vinden met diepe kuilen en grote plassen. Ik heb grote bewondering voor de instelling die daar zit en die zich ondanks deze slechte bestrating daar toch weet te redden. Ik zou dus niet weten welke stoep ik zou moeten sparen, hij is er niet. De grond waarop die stoep gelegen heeft is er natuurlijk wel maar op dit moment is er geen stoep aanwezig, het is enkel puin, puin en nog eens puin. (Mevr. Visscher— Bouwer: Desondanks kan toch de bestrating wel via de Commissie Openbare Werken lopen?) Dat kan, de bestrating kan in de commissie nauwgezet worden bekeken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging dat de bestrating in de Commissie Openbare Werken zal worden bekeken. Punt 11 (bijlage no. 7). De heer Ten Hoeve: Al jaren is de Hervormde Gemeente van Leeuwarden in samenwerking met rijk, provincie en gemeente bezig de Grote Kerk, één van de belangrijkste monumenten van onze stad, in oude luister te herstellen. Ook het aanpassen van de straten en pleinen om de kerk is een essentieel deel van de restauratie. Het is de laatste hand, de finishing touch, die er aan gelegd moet worden, overigens niet alleen van belang voor de kerk maar met name ook voor de omgeving, het gebied waar wij zo graag de rehabilitatie en renovatie op gang zouden zien komen. Wij zijn het met u eens dat plan 1 op een zodanige manier is opgezet dat de omgeving van de Grote Kerk beter tot haar recht komt. U vraagt ons akkoord te gaan met het verder uitwerken van plan 1 Wij kunnen daarmee akkoord gaan maar willen toch nog een aantal opmerkingen bij deze raadsbrief maken. In de eerste plaats zou ik u er op willen wijzen dat, wanneer alle subsidies afkomen, het de bedoeling is in oktober 1976 de Grote Kerk te heropenen. Het zou erg prettig zijn wanneer dan ook de omgeving klaar zou zijn en al in een veel eerdere fase begonnen zou kunnen worden met de bestrating van de straat achter de Grote Kerk. Op het plan dat wij hebben gezien is iets aangegeven van de verlichting. De verlichting van dit plein is een wat delicate zaak. Moet je daar oude kitschlampen neerzetten of moderne? Hef is een wikken en wegen. In ieder geval dacht ik niet dat wij zouden moe ten kiezen uit de catalogus van Frigas die beschikt over 6 min of meer gelijkvormige armaturen zonder veel rook of smaak. Waar ik nog wel even speciaal de aandacht voor zou willen vragen is de illumina tie van de Grote Kerk. Onze grote monumenten staan ook 's avonds in het zonnetje; dat gebeurt door van die heel grote schijnwerpers. Ik heb in andere plaatsen in Nederland gezien dat er nu ook andere mogelijkheden zijn; je kunt van dat soort armaturen inbouwen in de bestrating zodat ze niet op gebou wen of wat dan ook geplaatst hoeven te worden waardoor ook beschadiging vermeden kan worden. Mis schien zou dat bij de verlichting nog eens overwogen en bekeken kunnen worden. Als wij kiezen voor de uitwerking van plan 1 dan kiezen wij voor het plan met de meeste stenen er in en ik dacht dat dat in dit verband ook goed was. Bij zo'n echt stadsplein hoort niet een klein gazonnetje met een haagje er om zoals het nu is. Als wij zo'n plein krijgen wordt het belangrijk dat er op dat plein ook goede zitelementen aanwezig zijn. Dat hoeven voor ons beslist niet de bekende bankjes met rugleuninkjes te zijn; wij dachten dat er wel andere mogelijkheden voor waren. Ik had vanavond een pleidooi willen voeren voor het zoveel mogelijk handhaven van de bomen op het Jacobijnerkerkhof. Ik doe dat niet, ik durf dat niet te doen want bij de afgelopen storm zijn er twee omgegaan en een derde staat op omvallen. Wij hebben in het verleden al eens zo'n boom boven op een auto van een architect gehad die bij de restauratie van de kerk betrokken was; het was dan wel net niet op de gemeente te verhalen maar in ieder geval lijkt het mij dat er wel ongelukken uit voort kunnen vloeien. Ik durf het daarom niet aan om voor het handhaven van die bomen te pleiten hoewel ik wel bang ben dat, als deze grote elementen die er nu staan weggehaald worden, er in één keer een groot kaal plein zal komen. Ik zou u willen vragen of bekeken kan worden of er toch wat grotere bo men - ik bedoel geen volwassen bomen - geplaatst kunnen worden hoewel ik weet dat daar ook be zwaren aan verbonden zullen zijn. Misschien kan met jonge aanplant èn iets grotere bomen toch dat effect van een kaal en leeg plein voorkomen worden. (Stem: Geen populieren.) Het moeten geen popu lieren zijn want dat soort bomen had in de binnenstad nooit geplant moeten worden; die moeten in Ca nada blijven. Wat betreft de Julianaboom, persoonlijk heb ik de voorkeur voor het handhaven van deze boom in een vierkant perk, maar er gaan ook andere stemmen op. Voor ons is dat niet een essentieel punt. Op onze Gemeentewerf wordt nog een mooie 19e eeuwse pomp bewaard, vermoedelijk afkomstig 13 van de Oude Veemarkt. Ik zou er voor willen pleiten dat deze pomp op de een of andere manier op dit plein toegepast zou worden. Op het ogenblik wordt er gewerkt aan een plan voor de Speelmansstraat waarbij m.n. ook de wand van het Kromme Jat aan bod zal komen. Er is al gesuggereerd om op die plaats de gevel van het voor malige gebouw van hef Friesch Dagblad - die ligt, spijtig genoeg, op het ogenblik op het terrein van de Gemeentewerf te rotten - neer te zetten. Als dat nog op tijd lukt dan zou er op die plaats een mooie gave wand in aansluiting op het vroegere gebouw van de Sociale Dienst kunnen komen. Die wand zou er dan goed uit gaan zien. Ik zou er ook voor willen pleiten dat een ander deel van die wand, de wand die gevormd wordt door het Weeshuis, ook onder handen genomen wordt. Dat kan wellicht op een eenvoudige manier. Constructief is de zaak goed maar het is dringend noodzakelijk dat het ge bouw geverfd wordt en dat met name de zandstenen toegangspoort waarvan de polychromie op hef ogen blik erg afschilfert aangepakt wordt. Ik zou u willen verzoeken ook het Weeshuis, mogelijk met mo numentensubsidie of in het kader van onderhoud, in deze fase aan te pakken. Bij hef Weeshuis ligt ook nog een min of meer verborgen route. U kent op de Nieuweburen ver moedelijk het poortje dat vlak naast de huizen die aan Luilekkerland grenzen staat. Daar loopt een pad langs dat uitmondt op het Jacobi jnerkerkhofIk zou er sterk voor willen pleiten dat dit pad in het geheel van straten en voetpaden opgenomen wordt. Ik kom nog even op de stoepen; daar zijn vanavond al een paar dierbare woorden over gesproken. Stoepen liggen er achter de Grote Kerk zeker. Ik ben daar van overtuigd want ik loop daar nogal eens langs en ze zijn beslist niet verdwenen. Ik zou er prijs op stellen dat deze stoepen wel gehandhaafd blijven en dat ze niet, zoals op de plannen staat, vervangen worden door grijze betonklinkers, want die betonklinkers spreken ons niet zo sterk aan. Wel spreekt ons aan dat u van plan bent om voor het Boshuisen Gasthuis en de aangrenzende be bouwing leilinden te plaatsen, uiteraard op zo'n afstand - dat kan daar - dat ook auto's het Boshui sen Gasthuis nog kunnen bereiken. Ik zou er wel voor willen pleiten dat deze leilinden op de Brede Plaats een voortzetting krijgen zodat ze aan kunnen sluiten op de beplanting om Luilekkerland heen. Tenslotte nog dit. U weet van de plannen om een verbinding te realiseren tussen de kosterij en de Grote Kerk. Die plannen zijn in een ver gevorderd stadium. Wanneer alles goed loopt met de subsidies is het de bedoeling dat er in februari begonnen wordt met de restauratie van het gebouw van de koste rij en daarmee annex het realiseren van een verbinding tussen kerk en kosterij. Belangrijk daarvoor is dat het gemeentebestuur er aan mee werkt dat de straat afgesloten wordt; de grond die nodig is zal in erfpacht gegeven moeten worden of moeten worden overgedragen. Ik zou ook dat in uw aandacht wil len aanbevelen. De paden die in deze nieuwe opzet op het plein gerealiseerd zijn lopen volgens de oude paden; dat lijkt ons een goed idee. Dat geldt ook voor de aansluiting vanuit de Kerkstraat naar de Brede Plaats. Wij vragen echter wel om een zodanige uitvoering dat het verkeer er langs kan - dit ook i.v.m. de rusthuizen - maar dat het niet een doorgaande verbinding wordt; dat hoeft ook niet want de Groeneweg is wat dat betreft een parallei die er vlak bij ligt. Over de Grote Kerk is veel gesproken. In verschillende nota's komt die voor. Dan staat er de laatste tijd steeds bij: Na Papingastins en Oldehove is de Grote Kerk het laatste grote monument dat wij in onze stad aan zouden moeten pakken, wij kunnen nu met de kleine monumenten bezig. Het is triest dat dat nu niet meer op gaaf. Een ander belangrijk groot monument in onze stad - hier is van avond al eerder op gedoeld - moet ook aangepakt worden; dat moet beslist gebéuren. De Bonifatius- toren is zaterdag gesneuveld. Wij dachten bij de Grote Kerk een toren gewonnen te hebben, zaterdag hebben wij een toren verloren. Het silhouet van de stad is op veel plaatsen aangetast.. Bi j de inwijding in 1884 werd nog gesproken over de Bonifatiuskerk met zijn ondenkbaar heerlijke vormen; die zijn nu verdwenen. Ik had een beroep op hef college willen doen om de Stichting Bonifatiustoren alle moge lijke steun en hulp te geven om de herbouw en restauratie van de toren te realiseren. Maar die vraag hoef ik niet meer te stellen, want u, mijnheer de voorzitter, bent daar in uw nieuwjaarsrede voldoen de duidelijk over geweest. Het gezicht van Leeuwarden is op die plaats geschonden en wij moeten daar - ik realiseer mij dat ik buiten de orde ben - zo snel mogelijk wat aan doen om dat te herstellen. De Voorzitter: Van de laatste opmerkingen van de heer Ten Hoeve hebben wij met belangstelling kennis genomen; ze waren zoals hij zelf al opmerkte enigszins buiten de orde, maar ze pasten wel in dit totale kader. De heer Heidinga: In het algemeen gaat mijn fractie wel akkoord met het voorstel dat u in de raadsbrief doet. Er zijn - daar wil ik toch nog even de vinger bij leggen, misschien ten overvloede - een aantal opmerkingen gemaakt in de Commissie Openbare Werken over dit plan; in de commissie ging men er ook in grote lijnen wel mee akkoord. De wethouder heeft natuurlijk wel nota genomen van de daar gemaakte opmerkingen, maar ik zou graag willen dat, als straks de verdere uitwerking

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 7