19 foar itselde probleem to stean om op'e nij of to brekken. Sjoch, dit is in plan sunder fantasije fansels. It giet fan it stanpunt ut dat wy de hiele autobrij dy't nei de stêd ta komt offiere moatte troch bredere wegen, trochstreamingswegen oan to lizzen. Ik merk net iens dat der yn dit plan romte is foar de sêfte forkearssystemen, foar de gongelders, de kuijerders, de fytsers en de bromfytsers. Forline jier: 60 forkearsslachtoffers, 9 fytsers; in taname fan 7 by in jier earder. Der wurdt oardel side wijd oan de sêfte forkearssystemen. Ik soe it forkearsburo advisearje wolle: Lêz „Intermediair" ris, yn 1975 4 greate artikels oer dizze matearje. Punt 4. Ljouwert forwachtet 9.015 nije arbeidsplakken yn de kommende 15 jier. Dat is mear as 2 kear safolle as de P.P.D. yn it hiele dielgebiet 1 oanjowt. Dit binne oannames fan foar de resesje. Men hat doe de Hemrik al fol rekkene. Even it Ijocht opstekke by it E.T.I.F. hwat dy der fan tinkt. Ik freegje my of, is it net saek om dit sifermateriael jitris to bisjen? Ljouwert forwachtet dat fan dy 9.015 arbeidsplakken 5.060 minsken wurk fine sille yn de yndustry, 3.500 yn de tsjinstesektor en de rest yn de horeka. Dat léste wol my wol oan as ik sjoch nei al dy kiteltinten yn de stêd. Punt 5, side 7 fan it „Verkeers- en vervoersmodel". Men giet ut fan identike pendelforhaldingen. Dat bitsjut dat fan de 9.000 nije arbeidsplakken in selde persintaezje fan Ljouwerters biset wurde sil. It is nou 2/3 Ljouwerters, 1/3 ut de regio. It Ljouwerter part fan de 9.000 is dus 6.000 en dat wylst Ljouwert net groeit en dus ek gjin ekstra minsken leverje kin. (Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Wer kende vrouwen.) O, is dat it. Just, wurkjende froulju. Dochs gjin reade froulju wol? It die my wol hwat nij doe't ik de kaert fan it rekkenmodel der wer by naem. By it Drachtsterplein - ik tocht altyd al, dat is hwat to great, mar ja, ik fyn dy technokraten dat binne minsken dy moatte jo hast wol leauwe - hawwe wy nou 6 opstelstroken makke. Dy binne der al. It forkearsburo komt lykwols mar op 3. Dat is dus in stik jild weismiten soe ik sizze. It stiet hjir: 3 opstelstroken. Ik tink wol ris: Hat sa'n advys- buro net allinnich bilang by autowegen en autoplannen? Der moatte straks allegearre detailtekeningen makke wurde en dêr komt mear wurk ut fuort fansels dan by simpele fyts- en kuijerpaden. Dizze mins ken bisjogge de saek allinnich mar fan de kant fan de auto. Dit binne inkele punten dy't yn de skógingen fan de oare sprekkers noch net oan de oarder west hawwe. Ik woe dy as in positive bydrage graech by it bistjür ynleverje. De Voorzitter schorst, om 22.00 uur, de vergadering voor intern beraad. De Voorzitter heropent, om 22.25 uur, de vergadering. De heren Knol en Spoelstra hebben inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik wil beginnen met u voor te stellen enige wijzigingen aan te brengen in de verdere gang van zaken nu wij de eerste instantie van de zijde van de raad hebben gehad, enige wijzi gingen in datgene wat ik heb voorgesteld bij de aanvang van deze vergadering. Ik stel voor dat de heer Dirkzwager en weth. Rijpma nu trachten zo duidelijk en zo exact mogelijk in te gaan - en korter dan van de zijde van de raad is gebeurd - op de vele punten die door u op tafel zijn gelegd en dat wij daar dan vandaag mee volstaan. U krijgt dan vóór 1 maart - ik heb dat in het begin al gezegd - als het enigszins mogelijk is het verslag van deze vergadering; wij zullen daar ons uiterste best voor doen. Daar staat alles in wat vanavond gezegd is en zowel u als wij kunnen ons daar nader op bezinnen. Wij maken dan een voorstel, een raadsbrief voor de vergadering van 15 maart; die krijgt u ook vóór 1 maart. Dat wordt niet een volgende prénota, die krijgt althans niet de omvang die de vorige nota's hadden. Wij hopen echter wel dat dat een heel duidelijke nota wordt waarin wij aan u concreet zullen voorstellen - uit deze discussie is toch echt wel gebleken wat de kernpunten zijn - waarover wij menen dat u een uitspraak moet doen, met daarbij dan een zo goed mogelijke motivering. Dan is het aan de raad om dat straks al dan niet gewijzigd aan te nemen en hebben wij een werkbasis voor later. Dit lijkt ons de meest praktische gang van zaken. Op deze manier komen wij er vanavond ook uit. U krijgt zwart op wit iets thuis waarover u zich in de fracties of in welk ander verband ook kunt beraden. Kan de raad instemmen met deze procedure? Ja, dan handelen wij aldus. Ik geef dan nu de heer Dirkzwager het woord en ik hoop dat zijn toelichting zal kunnen wor den verduidelijkt door bepaalde beelden. De heer Dirkzwager: Ik ben in het gelukkige bezit van 7 kantjes vragen en opmerkingen. Gezien de manier waarop ik nu moet antwoorden zal ik niet in staat zijn om die vragen in volgorde, zoals ik eerst van plan was, door te werken. Ik zal mij dus moeten beperken tot liet bijeen vegen van een aantal vragen. Dat zal betekenen dat ik waarschijnlijk niet iedereen even zeel recht zal doen weder varen. Helaas, het is in dit kader niet anders. Fasering en flexibiliteit van het plan is iets dat eigenlijk door alle vragen toch wel heen loopt. Ik kan u wat dat aangaat geruststellen, een verkeersplan - ieder plan trouwens - dat niet gefaseerd uitgevoerd kan worden of dat in zichzelf niet de nodige flexibiliteit heeft om te reageren op veran deringen in beleid, veranderingen in ideeën, soms zelfs andersoortige veranderingen is helemaal geen plan. Wij hebben er wel degelijk naar gestreefd om ook in dit plan een stuk flexibiliteit neer te leg gen, een groot stuk flexibiliteit zelfs, omdat wij ons er natuurlijk pijnlijk van bewust zijn dat dit plan 1990 niet ongeschonden zal halen. Wij hebben allemaal de laatste 10 jaar de verkeersproblematiek meegemaakt. Wij hebben allemaal gezien wat er terecht is gekomen van de langs de lineaal getrokken tangenten dwars door iedere stad heen - niet alleen in Leeuwarden maar overal - en waar wij nu te recht gekomen zijn, een serieuze poging om bepaalde wegen te beschermen tegen verdere aantasting en dan het zoeken in concentratie, verdeling op andere wegen teneinde tot een zo milieu-vriende lijk mogelijk verkeersplan te komen. Dit plan zal ook weer het bezwaar hebben van ieder ander plan, het zal de een te milieu-vriendelijk zijn, het zal de ander niet milieu-vriendelijk genoeg zijn. Daar is niet aan te ontkomen. U moet zich ook goed realiseren dat steun aan de ene kant - ik denk nu even aan de rondweg - automatisch betekent dat het verkeer ergens anders moet blijven; dat betekent dus in ons verhaal nu een basisweg, niet - ik heb dat al eerder gezegd - omdat ik jubelend van enthousi asme deze basisweg begroet, maar wel omdat ik vanuit mijn deskundigheid - dat woord is vanavond een aantal keren gevallen, ik heb er een hekel aan - weet dat ik het verkeer van buiten Leeuwarden en van de buitenwijken van Leeuwarden naar dat centrum moet brengen, want daar wil het nu eenmaal zij"- Dan komen wij meteen bij een andere vraag, n.l. in hoeverre het dan vanuit de techniek - met de nadruk op het woord techniek - doenlijk is om te denken in een heel andere techniek van planning. En dan wordt er zo vaak gedacht: Kunnen ze dan niet op de fiets en kunnen ze dan niet met het openbaar vervoer? Dan zeg ik: Natuurlijk kunnen ze dat. Ik ben alleen zo bang dat ze het niet doen en vanuit de techniek moet ik er voorlopig totdat mij andere dingen zijn aangereikt gewoon van uit gaan dat ze het niet doen. Dat betekent niet dat ik bezig ben een autoplan te maken, integendeel. Laat ik er ook duidelijkheid over laten bestaan dat ik een voorstander van de auto ben, maar ik ben wel zo ver in mijn ontwikkeling dat ik weet dat die heilige koe niet onbeperkt elke stad en elk cen trum kan binnen dringen. Dat betekent dus ook dat ik duidelijk niet gestreefd heb naar een autoplan. Als u in dit plan te weinig hebt gevonden over de fiets en over het openbaar vervoer dan was dat ei genlijk van te voren aangekondigd, niet alleen in het rode boek, maar ook al bij de opzet van dat rode boek. Waar was n.l. die prénota voor, hoe ging dat vroeger. Vroeger was het heel simpel: een verkeersbureau kreeg de opdracht voor een stad een verkeersstructuurplan te ontwikkelen op basis van een onderzoek. Dan zei dat verkeersbureau: Dank u wel, en dat ging naar huis en maakte een plan, compleet, helemaal, daar ging een mooi kaftje om en op een gegeven moment werd het, na verloop van laten wij zeggen een jaar of anderhalf jaar, bij b. en w. op tafel gedeponeerd met het vriendelijke verzoek of de raad dat maar even wilde goedkeuren. Zo ging dat nog niet zo lang geleden. Wij zijn nu inmiddels 5 jaar bezig waarvan een aantal jaren eenvoudig vanwege de inspraak die ieder een gelukkig in dit plan heeft. Wij hebben het zien gebeuren in deze paar jaar - ik kan u dat met een paar plaatjes duidelijk maken - hoe dit wegennet zich in 4 jaar tijd eigenlijk heeft ontwikkeld van waar het vandaan kwam tot wat het nu geworden is. Ik zou graag willen dat plaatje 14 geprojecteerd werd. Daarop ziet u de bestaande structuur, uiteraard niet in detail maar in grote lijnen. Het is nog niet zo lang geleden dat er in Leeuwarden gedacht werd aan het afwikkelen van het verkeer over een rond weg en vanuit die rondweg werd er op verschillende plaatsen de stad in geprikt, het verkeer kwam dan bij het centrum terecht en in dat centrum mocht er dan alleen maar gezorgd worden voor wat parkeermogelijkheden en dan liep dat allemaal feilloos. Dat was bestaand, of het zo feilloos loopt valt nog te bezien, ik denk maar even aan de verkeerssituatie op de Schrans, aan de verkeerssituatie op de rondweg vooral op de verschillende pleinen en aan de druk die op wat wij tegenwoordig de binnenstadstangenten noemen ontstaat. Maar goed, het gaat nog. Toen werd er plotseling gedacht aan een erg groot Leeuwarden. Iedereen weet dat die stad net als heel Nederland uit de kluiten moest groeien; Nederland moest van zijn 13 miljoen naar die 20 miljoen toe en daar zou Leeuwarden ook zijn deel van mee krijgen. Wat daarvan het resultaat zou zijn ziet u op plaatje 15. Wij schrijven dan 1971, dat is net 4 jaar geleden. U ziet hier overigens een aantal elementen, waar wij dan nu op het ogenblik nog iets mee trachten te doen, al duidelijk verschijnen. U ziet een Schrans die het niet meer aan kan waardoor een Oostergoweg ontstaat, u ziet ook een oosttangent ontstaan in een zwaarde re rol dan die hij nu uiteindelijk krijgt, want de stadsdelen aan de oostzijde waren niet alleen Cam- minghaburen en Hemrik, maar er was ook nog iets als een Bullepolder. U ziet ook dat de rijksweg, het verlengde van de Groningerstraatweg, een totaal andere functie zou gaan krijgen, omdat wij die zware omgelegde autosnelweg, rijksweg 9, nog hadden. Wel, dit alles moest in feite worden terug

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 10