27 alstublieft geen verkeersplan als je niet een stedebouwkundige visie hebt, als je geen sociografische visie hebt. Wel, wij hebben hier uiteraard getracht om interdisciplinair te werken, sociografisch al so wie so, want wij kunnen als verkeersmensen helemaal niet rekenen als wij niet over sociografische ge gevens beschikken, stedebouwkundig uiteraard ook, want de dienst bracht zijn stedebouwkundige ideeën ook in, ook daar is in de loop der jaren de nodige wijziging in gekomen en daar wil ik best van stellen dat wij misschien op dit moment niet met de allerlaatste uitkomsten zitten maar wel hebben wij gerekend met de uitkomsten die op het moment dat het rekenproces in gang gezet werd bekend waren en onderschreven werden door Leeuwarden en de provincie. En dat brengt mij dan op de betrouwbaarheid - en daar zou ik mee willen eindigen - van dit onderzoek. Ik ben eerlijk gezegd de heer Schaafsma bijzonder dankbaar. Hij heeft n.l. veel beter dan ik het zou kunnen de betrekkelijkheid van het rekenen met waarschijnlijkheden hier voor u uiteen gezet. Uit mijn mond had het waarschijnlijk geklonken als: Daar heb je hem, nu is hij zichzelf aan het indekken. Ik ben blij dat de heer Schaafsma dat voor mij heeft gedaan. Ik wil mij n.l. ten aan zien van deze zaak niet indekken. De heer Schaafsma heeft gelijk. Ik moet u zeggen dat de man die verantwoordelijk is voor de tabellen die op eenheden sluiten daar op kantoor al het een en ander over te horen heeft gekregen ver voordat u er iets van zei. Dit is er gewoon tussen door geschoten; dat had inderdaad nooit gemogen. Ik ben het met u eens, afronden op 10 is al mooi, maar het is vaak zelfs beter om nog maar wat ruiger te zijn. Weest u er van verzekerd dat het nooit onze bedoeling is geweest om dit plan een schijnnauwkeurigheid mee te geven. Ik dacht dat ik ten aanzien daarvan ook de verschillende keren dat ik in de raad en de commissies heb mogen verschijnen voldoende blijk heb gegeven. Ik dacht dat ik constant gehamerd heb op het aambeeld: Denk er wel aan, het blijft een be rekening met gebrekkige middelen, met gebrekkige uitgangspunten, met gebrekkige mogelijkheden en dus met gebrekkige uitgangspunten en met een betrouwbaarheid die echt niet verder gaat dan een behoorlijke indicatie van waar het naar de visie en het idee van dit moment naar toe moet, maar ook niet verder gaand dan dat. Nu is dat heel dikwijls voldoende, omdat u ook weet dat de capaciteit tussen tweemaal twee en eenmaal twee rijstroken ongeveer 20.000 bedraagt, dus hoeft die betrouw baarheid niet eens zo vreselijk groot te zijn om toch voor de consequenties van een wegennet nog redelijk betrouwbaar te blijven. Maar u kunt als u dat wilt ongeveer ieder element van die berekening zowel voor wat betreft het uitgangspunt als voor wat betreft de rekenmethodiek of wat u maar wilt aanvechten. Wij van onze kant kunnen alleen maar zeggen: Wij hebben door met zoveel deskundigen van hogere overheden - van de gemeente, van de provincie - te overleggen en dit zaakje voor elkaar te brengen zowel wat betreft de uitgangspunten als wat betreft de toegepaste rekenmethodieken getracht om in ieder geval zo safe mogelijk te spelen zonder te geloven in de betrouwbaarheid van: de ene kant op gaan er 43 autootjes en de andere kant op zijn het er 42 1/2. Ik vond het bijzonder leuk om te horen dat de heer Schaafsma met de berekeningen tot getalwisselingen is gekomen. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik daar op het ogenblik niet op in kan gaan. U zult het mij niet kwalijk nemen dat ik op een gegeven moment een tikje de draad van die getallen kwijt raakte. Ik zou het bijzonder op prijs stellen om dat in een wat rustiger sfeer nog eens met de heer Schaafsma door te nemen en eens te kijken wat daar eventueel de manco's kunnen zijn, want het blijft bij ons ook maar mensenwerk. (De heer Schaafsma: Die uitnodiging wordt bij deze geaccepteerd.) Ik zou willen besluiten met het volgende, ik dacht dat dat belangrijk was voor de besluitvor ming. Het nare voor een bureau is dat het een opdracht krijgt om een plan te ontwikkelen, terwijl dat bureau op het moment dat het die opdracht krijgt weet dat het dat plan van zijn levensdagen niet zal kunnen ontwikkelen, want op het moment dat het n.l. in een bepaalde fase met dat plan komt is dat plan eigenlijk in details al weer enigszins achterhaald. Planologie is iets dat constant in bewe ging is en dat betekent dat ook de verkeersplanologie constant in beweging is. Hoe vaak hebben wij hier nu niet al over dat wegennet moeten discussiëren in die twee jaar. Wij zijn er nog steeds over bezig en elke keer als je de notulen doorleest zie je dat zelfs in die verschillende vergaderingen in de loop van één, twee jaar er weer nieuwe gezichtspunten naar voren komen. En dat is niet vreemd, dat moet zelfs. Wij kunnen er van overtuigd zijn dat dat zo zal blijven doorgaan. Dat betekent dus gewoon dat het plan dat ik aan het voorbereiden ben ook steeds in zijn details aan veranderingen onderhevig is en ook na vaststelling niet de heilige koe zal mogen zijn, niet de dictator zal mogen zijn, maar niet meer wil zijn dan het aangeven van een richting op zo goed mogelijke basis, bekend bij alle er bij betrokken personen op het moment dat dat plan wordt vastgesteld. De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat er, na de uiteenzetting die de heer Dirkzwager heeft ge geven, niet zoveel punten zijn waar ik op dit moment op behoef in te gaan. Ik wil nog even een paar punten noemen. Er wordt op het ogenblik gestudeerd op de alternatieven Kanaal weg en De Merodestraat. Gezien de complexheid van het vraagstuk, gezien de beperktheid van de tijd die wij beschikbaar hebben om hier aan te besteden is het zeer de vraag of u over deze kwestie op 15 maart voldoende informatie kunt krijgen. Er is op het ogenblik evenzo een groep bezig die zich beraadt op de vertaling van de kwanti tatieve kantorennota in een kwalitatieve nota. Misschien is deze nota op het moment zo ver dat wij er voldoende gegevens uit kunnen verwerken, maar helemaal zeker ben ik hier niet van. Mevr. Brandenburg stelde een vraag over de woonfunctie langs de Willem Lodewijkstraat. In het rekenmodel is dit gebied niet als een duidelijk kantorengebied aangegeven. Toch heeft onze stede bouwkundige afdeling gemeend om er duidelijk de aandacht op te moeten vestigen dat, als de ver keersintensiteit op dit wegtracé toeneemt, de mogelijkheid aanwezig is dat de woonfunctie onder druk komt te staan en dat er een verandering in de richting van de dienstensector mogelijk zal zijn. Aan de andere kant moet het stedebouwkundig dan in die richting toch weer zo vertaald worden dat het niet bij voorbaat zo moet zijn dat daar een heel stuk werkgelegenheid in de vorm van grote kantoorgebouwen ontstaat. Er is eerder gedacht, ook in de verhouding met de Emmakade, aan een beperking van de mogelijkheden, maar toch ook aan een mogelijkheid van omwisseling op ongeveer gelijke schaal van woonfunctie in kantorenfunctie. De vingerwijzing dat dat wel eens zou kunnen ge beuren hebben wij in de uitgangspunten duidelijk willen stellen om later niet het verwijt te krijgen: Daar hadden jullie ons wel eens met nadruk op kunnen attenderen. Dat is ook de reden geweest dat de kleur van de woonbestemming op de kaarten die u gezien hebt lichtelijk anders is geworden. Met nadruk zeggen wij: Daar heeft het kiezen van een andere verkeersvoorziening duidelijk kwalitatieve gevolgen. Er is gesproken over dit plan als een dictator. Natuurlijk moet het niet als een dictator funge ren, het moet fungeren als een leidraad die telkens weer op zijn betekenis getoetst wordt. Toch zullen er van tijd tot tijd beslissingen genomen moeten worden en dat betekent dat bepaalde punten van tijd tot tijd toch een zekere vastlegging krijgen. Ik hoef u er maar aan te herinneren dat wij voor het oost tangent een bepaalde verkeersoplossing hebben die zowel de aansluiting van de Kanaalweg als die van de De Merodestraat mogelijk maakt. Toch hebben wij de plek aangewezen waar die verkeersoplossing in het oosttangent komt. Eenzelfde beslissing zal ook op korte termijn genomen moeten worden ten opzichte van de tweede ontsluiting van Camminghaburen, want als die beslissing daar niet valt dan betekent dat dat het halen van enige bebouwingsmogelijkheid in de jaren 1978/1979 op de tocht komt te staan. Het plan is dus geen dictator, maar wij zullen aan de hand van misschien zelfs onvolledige gegevens die wij op een bepaald moment hebben - het verkeers- en vervoersplan is nog niet in zijn compleetheid aanwezig - voorzichtig beslissingen moeten nemen. Wij zullen in de toekomst waar schijnlijk ook beslissingen moeten nemen op basis van veranderde gegevens die wij dan op dat moment moeten interpreteren. Het plan is dus geen dictator, maar het geeft wel een richting aan die ons ook de mogelijkheid moet geven tot beleidsbeslissingen. Dan is er nog een punt waar ik even op wil ingaan; de voorzitter heeft dit ook al genoemd. Er zijn gesprekken geweest zowel met de Nederlandse Spoorwegen als met het Ministerie van Ver keer en Waterstaat. Daaruit is gebleken dat voor de zeer kostbare oplossing van Leeuwarden-laag geen mogelijkheden aanwezig zijn. Op het ministerie is men nog steeds bereid om Leeuwarden-hoog te subsidiëren, maar Leeuwarden-hoog is door de raad zeer pertinent afgewezen. Er is nog een ande re beslissing die noch de spoorwegen noch het rijk wil accepteren. Dat is een gelijkvloerse kruising op welk punt van de overweg dan ook. Dat betekent dat er ongelijkvloerse kruisingen moeten komen wanneer de nieuwe verbindingen tot stand gebracht worden. Of dat kan zonder aan de spoorlijn te komen waag ik te betwijfelen. Alleen, het zal dan wel een beperkte ophoging zijn over een beperkt traject; die gaat niet zo ver als Leeuwarden-hoog die in de buurt van de Willem Lodewijkstraat terecht kwam. Dan zijn er nog een paar punten. De heer Van der Wal heeft een aantal opmerkingen gemaakt en hij zegt: Had deze nota er niet anders uit kunnen zien? De opdracht aan het verkeersbureau is ge weest om een nota op te stellen op basis van een aantal gegevens. En of wij dat willen of niet, die beleidsbeslissingen berusten niet op het terrein van het verkeersbureau. Het verkeersbureau heeft ook geen opdracht gehad om allerlei alternatieve oplossingen te geven. De raad zal op een gegeven ogen blik moeten beslissen of hij de consequenties van het rekenmodel, de rekencijfers die op bepaalde veronderstellingen gemaakt zijn, geheel of gedeeltelijk wil nemen. Of de raad zal door het invoeren van alternatieven kans moeten zien om toch tot een goed plan voor de stad te komen. De raad neemt dus de beleidsbeslissingen. Dat betekent dat het I.B.V. gedaan heeft wat wij hen hebben opgedragen. (De heer Van der Wal: Ik heb juist gezegd: Wij hebben gekregen wat wij gevraagd hebben. Dat is heel iets anders dan wat de wethouder nu interpreteert.) (De heer Ten Brug (weth.): De mooiste Sinter klaas die je je kan voorstellen.)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 14