2 gaat - dat is u bekend - om een bijzonder moeilijke materie en wij zullen ons na deze vergadering in het college opnieuw diepgaand met deze problematiek bezig houden. Ik heb gehoord en gelezen dat er reeds een vergadering is geweest van de Commissie Ruimtelijke Ordening; ook daar is al zeer uit voerig oriënterend gesproken over de voorliggende stukken. Ik zou nog een enkele informatie willen geven over de gang van zaken van vanavond. Ik stel u voor - dit na overleg in het Seniorenconvent - dat wij vanavond discussies houden in twee instanties. Ik stel mij voor dat de raad begint met het stellen van vragen, het maken van opmerkingen en wellicht het verdedigen van bepaalde standpunten. Wij zullen dat met belangstelling afwachten. Na de eerste ron de zal er van deze zijde van de tafel - nogmaals, vooral door de deskundigen - zo goed mogelijk worden ingegaan op uw opmerkingen en vragen. Daarna kan dan een tweede instantie plaats vinden. Na deze vergadering zullen wij een stuk produceren waarin duidelijk wordt aangegeven welke beslissingen binnenkort door de raad genomen zullen moeten worden. Wij zouden u willen vragen om, als er naar uw mening bepaalde punten zijn waarvan u meent dat daarover al een duidelijke uitspraak moet ko men in de binnenkort te houden vergadering over deze aangelegenheid - in die vergadering zullen be slissingen worden genomen -, die in de tweede ronde duidelijk te formuleren. Wij zullen met bepaal de punten komen, maar het kan best zijn dat ook in de raad problemen leven waarvan u zegt dat u meent dat daar beslist in de binnenkort te houden vergadering beslissingen over moeten worden ge nomen. Wij zouden dus graag zien dat de raad die punten formuleert. Wij zullen dan trachten daarop in te gaan in de raadsbrief die wij aan u zullen voorleggen. De punten die u noemt zullen genoteerd worden en het college zal trachten daarop commentaar te geven voor de vergadering die wij binnen kort zullen houden. Het ligt in de bedoeling om, gelet op de complexheid van deze materie, niet in een gewone raadsvergadering tot beslissingen te komen, maar om nogmaals een extra raadsverga dering te houden en wel op 15 maart a.s. Er is een redelijke tijd tussen vandaag en 15 maart, ook voor de fracties om zich hier nog uitvoerig op te beraden. Wij zullen dus op 15 maart wederom een extra raadsvergadering houden met één punt op de agenda, n.l. het vaststellen van het Verkeers- en Ver voersplan; die vergadering zal een heel ander karakter hebben dan de vergadering van vanavond, want wij zullen dan samen een poging moeten doen om tot beslissingen te komen. U ziet links achter ons een kaart hangen die u ook in het pakket dat u toegezonden hebt gekre gen hebt kunnen vinden. Het kan gemakkelijk zijn bij de discussies dat men ergens naar kan verwijzen. U ziet rechts achter ons een groot scherm hangen. Er ligt een serie beelden klaar; die kunnen geduren de de discussie op het scherm worden gebracht. Wij hopen dat mede door die beelden de toelichting aanzienlijk kan worden verduidelijkt. Het is dubieus of beelden kunnen worden vertoond geduren de uw opmerkingen; misschien kan dat in bepaalde gevallen. In ieder geval kunt u, als u daar behoefte aan hebt, naar de kaart verwijzen. Misschien is iemand zo duidelijk dat de heer De Vries er in samen werking met de deskundigen in slaagt om al gedurende de opmerkingen die van de zijde van de raad worden gemaakt bepaalde beelden op het scherm te brengen; wij zullen moeten afwachten of dat slaagt. Ik zou nu willen voorstellen met de discussie te beginnen en ik open daartoe de eerste instantie. De heer Eijgelaar is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Ten Hoeve: Toen ik de Prénota Verkeers- en Vervoersplan doorlas was mijn eerste reactie een zekere schrik. Zal of moet onze stad er in 1990 zo uitzien, zullen zich in dat jaar zulke verkeersstromen een weg banen door het stadsgebied van Leeuwarden? Ik geloof dat het wel eens goed is dat je schrikt van de resultaten van een onderzoek, maar niet dat je er voor terugschrikt. Als bestuurder kan je niet als een struisvogel de kop in het zand steken en de dingen op je aflaten komen. Je moet besturen; dat betekent ook sturen, zeggen welke kant het wel en welke kant het niet uit moet. Wij kunnen niet de kreet aanheffen: Wij hoeven geen plannen te maken, het komt toch allemaal an ders. Dan gaan wij de jungle in en daar heerst het recht van de sterkste. U weet dat wij daar niet van houden. Wij zijn wel redelijk tevreden over de informatie die de rekenmodellen ons geven. Ik onder streep de woorden „informatie" en „rekenmodellen". Uitdrukkelijk moet nog eens - wellicht ten over vloede - worden gesteld dat het hier gaat om rekenmodellen en niet om een plan. De informatie die nu voor handen is zal ons samen met beleidsuitgangspunten op het terrein van de veiligheid, het milieu, de bereikbaarheid, de oriëntatie en de bewegingsvrijheid voor alle verkeerssoorten in staat moe ten stellen een verkeersplan voor Leeuwarden te maken. Uitdrukkelijk moet hierbij ook betrokken worden hoe wij staan ten opzichte van de groei van het particuliere autoverkeer. Het standpunt van mijn fractie is dat wij als plaatselijk bestuur moeten zoeken naar middelen om die groei te beperken. Het verkeersplan dat wij over enige tijd moeten vaststellen zou er op grond van net genoemde aspec ten wel eens heel anders uit kunnen zien dan het voorstel dat nu de voorkeur heeft van de verkeers- 3 deskundigen. Wij hebben veel informatie gekregen. Die informatie heeft veel vragen opgeroepen. In onze frac tie hebben wij de vragen verdeeld. Na mij zouden mijn fractiegenoten Geerts en Brandenburg ook graag een aantal vragen op het college af willen vuren en ik zou u willen verzoeken om, omdat de vra gen aansluitend zijn geformuleerd, hen in die volgorde het woord te geven. Voordat ik begin met het stellen van mijn vragen heb ik nog een paar opmerkingen. Wanneer door ons over bepaalde verkeersoplossingen vragen worden gesteld wil dat nog geenszins zeggen dat wij akkoord gaan met die oplossingen. Het tweede punt is dat ik u wil verzoeken om zo snel mogelijk, vóór 1 maart liefst, het verslag van deze vergadering aan ons toe te zenden. U hebt al uitvoerig gezegd dat het hier vanavond gaat om een informatieve raadsvergadering. Dit is een beetje in tegenspraak met de raadsbrief die er is gekomen, maar dat kwam ook omdat wij later de bespreking in het Seniorencon vent hebben gehad. De standpuntbepaling zal dus uitdrukkelijk plaats moeten vinden op 15 maart. Ik zou u willen verzoeken - u hebt het eigenlijk al toegezegd - dat wij dan een lijst krijgen met beslissings- punten waarin ook het commentaar van het college staat. Ik wil dit nog even preciseren. Ik zou graag willen dat wij die lijst vóór 1 maart in ons bezit krijgen. Dan kom ik nu bij mijn eerste vraag. De vraag die het eerst bij mij opkwam was of wij bij de hele verkeersstructuur niet meer het accent op het zuiden moeten leggen, te meer nu de provincie gekozen heeft voor een verbinding naar Groningen via Drachten. In het verkeersmodel dat nu voor ons ligt gaat het doorgaand verkeer om de noord. Is het niet wenselijker dat wij zoeken naar mogelijkheden om dat verkeer om de zuid te leggen? In dat verband - het leggen van het accent van de verkeersstro men op het zuiden - lijkt mij ook een verbinding vanaf het Van Harinxmakanaal naar Werpsterhoek belangrijk. Ik zou u ook willen vragen of u kennis genomen hebt van het rapport van de werkgroep Huizum-Bornia en wat uw oordeel is over het standpunt dat deze groep heeft ingenomen. Positief lijkt ons in ieder geval dat al op een afstand voor Leeuwarden een keuze gedaan wordt, dat men kiest welke kant men uit wil en dat deze keuze niet pas bij de Van Harinxmabrug gedaan wordt. In het verkeersplan zit het zuidtangent. De verkeersdeskundigen zeggen dat dat er moet komen, net als het noordtangent. Ook staat er in het rapport dat de Aldlansdyk en het Drachtsterplein een overcapaciteit hebben. Mijn vraag is: Zou het niet wenselijk zijn om eens te bekijken of het stuk zuid tangent vanaf de Van Harinxmabrug tot aan de Drachtsterweg vervangen kan worden door het stuk rondweg Aldlansdyk/Drachtsterplein dat, zoals het rapport zegt, een zekere overcapaciteit heeft? De Oostergoweg heeft een zware belasting en die moet volgens de plannen behoorlijk breed worden. Uit de cijfers blijkt ook dat op de Oostergoweg en de basisweg veel verkeer zal zitten dat eigenlijk niet op die weg hoeft te zitten, dat eigenlijk wel eerder zou kunnen afslaan maar dat vanwege de snelle verbinding deze weg gaat kiezen. Is daar met verkeersmaatregelen wat aan te doen? Ik zou mij voor kunnen stellen dat er aan gedacht kan worden de Oostergoweg smaller te maken door bepaalde ver- keersbelemmeringen te maken, de Zwetteweg over het industrieterrrein breder te maken en, nogmaals, gebruik te maken van de grotere capaciteit van de Aldlansdyk en het Drachtsterplein. Als gemeentelijke overheid kunnen wij heel veel zaken het verkeer betreffende niet beïnvloeden. Een voorbeeld daarvan - het staat ook uitvoerig in het rapport - is de mobiliteitsgroei. Wel kunnen wij heel duidelijk de keuze van de vervoersmiddelen beïnvloeden. Dat kan door het rijden naar een bepaald doel voor bepaalde verkeerssoorten moeilijker te maken en door het b.v. gemakkelijker te maken voor het openbaar vervoer en de fiets. In de nota is hier weinig over gezegd, wij vinden te weinig. Het fietsplan en het openbaar vervoerplan komen er een beetje bekaaid af. Het zijn juist ook deze plannen die de plannen voor de andere wegen kunnen beïnvloeden. Dan het punt van de weg door het Kalverdijkje. Wij hebben destijds nogal uitvoerig gediscus sieerd over het verkeer dat op het centrum af gaat. Er waren twee mogelijkheden. Het verkeer dat uit de richting Groningen en Hardegarijp komt kan men rechtstreeks aan laten sluiten op het Vrijheids plein en daarmee op de Groningerstraatweg. In de conceptie die ons voor ogen stond was dat niet goed. Wij wilden een afbuiging - in ieder geval wilden wij graag berekend zien wat voor effect die zou hebben - waardoor men niet rechtstreeks naar het centrum ging; men zou van te voren een be paalde richting uit moeten en men zou dan uitdrukkelijk voor het centrum moeten kiezen. Uit het rekenmodel dat nu voor ons ligt blijkt dat dit bezwaar wel is opgeheven maar dat er een ander be zwaar voor in de plaats is gekomen, n.l. dat Camminghaburen, waar aanstonds grote verkeersstromen vandaan zullen komen, nu wel rechtstreeks op het centrum aansluit. Daar ligt een keuze. Voor mij staat wat de verkeersstromen betreft de weegschaal in het midden. Een ander belangrijk punt is in dit verband wel dat wij met het afbuigen van deze weg door het plan Kalverdijkje gaan. Wij willen ook graag dat dat plan snel uitgevoerd kan worden. Zoals ik al gezegd heb, voor mij staat de weeg schaal in het midden en rijst de vraag of het niet verstandig is om de rijksweg toch, zoals oorspronke lijk gedacht was, rechtstreeks aan te sluiten op het Vrijheidsplein, waarbij dan nog wel opgemerkt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 2