14
Punt 13 (bijlage no. 49).
De hear Miedema: Der is in tal biwenners fan üs stêd dy't miene dat harren tokoart dien wurdt en
ik leau dat dat wol in punt is dat wy earnstich nimme moatte. Hja hawwe ds in pear kear skreaun en
hja binne it net iens mei it préadvies fan it kolleezje. Ik tocht dat wy dan as ried dochs wol de taek
hiene ds hjir yn to fordjipjen en to sjen hoe't de saek nou wier leit. As ik dan de brieven les en ik les
de sti kken fan it kolleezje dan kin ik net untkomme oan de yndruk dat hjir earne misforstannen binne
en dat it allegearre dteinliks miskien noch wol hwat tafalt. Hwat is de saek. Efter de bisteande strjitte
komt nijbou en as ofskieding tusken de aide en de nije strjitte is in biplanting tocht. De biwenners fan
de aide strjitte sizze: Ja, mar wy moatte op de dyk dy't efter de biplanting leit. Ik kin my dat forsyk
oan de iene kant foarstelle. Opperflakkich bisjoen sizze jo: Dat is folslein reéel, der hawwe wy oan
tomjitte to kommen. Ik nim oan dat de biwenners dy't dit freegje net mei de situaesje opi'e hichte bin
ne dat de dyk hwer't hja in dtgong op freegje net in dyk is foar it gewoane forkear mar dat it in kuijer-
paed is by de wenningen fan minsken op jierren fan Werkmanslust. It probleem docht him dus foar dat,
as wy it forsyk fan dizze biwenners honorearje soene, wy brommers en fytsers dy't nei de efterdtgong
fan de wenningen fan de Papaverstrjitte.geane op it kuijerpaed tusken dy wenningen en Werkmanslust
krije. En ik leau dat dat in forkearde saek wêze soe. De minsken skriuwe mei rjocht yn harren brief:
Der wurdt oer rehabilitaesje praet, dat binne allegearre moaije forhalen, mar wy hawwe net iens in
efterom en wy moatte mei de brommer troch de gong. Dan siz ik: As dat allegearre sa is dan is it yn-
died slim. Mar ik tocht dat ek dit punt miskien wol hwat meifoel hwant ik haw ien fan de keapakten
fan de huzen fan de Papaverstrjitte ris opdükele en der stiet yn - it is in keapakte ut 1952 -: "Het erf
ten zuiden van het gebouw tussen schutting en heg is bezwaard met pad ten behoeve van de 4 ten oos
ten gelegen percelen, terwijl het verkochte daarmede bevoorrecht is over het erf ten zuiden der 3 per
celen en door de steeg ten westen van de woning no. 18 naar en van de Papaverstraat. Het verkochte
is belast met onderhoud van pad en steeg." Nou, dat is foar my mar foar ien étliz fatber, dizze wen
ningen hawwe allegearre in efterom sunder dat oan de fraech dy't de biwenners hjoed stelle, in troch-
braek troch de grienbiplanting nei Werkmanslust, foldien wurdt. Hja hawwe allegearre in efterom, der
hawwe hja rjocht op. Nou sil de situaesje wol wêze sa't hja dy biskriuwe, mar dat efterom hat der
yndertiid west. Yn de oarloch is it skut omwipt, Ietter hat de gemeente Werkmanslust ofbrutsen en diz
ze minsken koene jierrenlang oer de bougroun fan Werkmanslust mei de auto by harren hus komme.
Dizze situaesje is nou forline tiid, mar in efterom hawwe dizze minsken, dat hawwe hja altiten hawn,
it is forfallen, it moat opknapt wurde, nou, de eigners binne bilêste mei it underhald fan paed en
steech, ik soe sizze: Litte hja harren gong gean.
De heer Van der Wal: Ik heb mij bepaald tot de argumenten die b. en w. in de raadsbrief hebben
genoemd om niet over te gaan tot de doorbraakjes door de groenstrook. Volgens b. en w. kan dat niet
want het beoogde afscheidende effect van de groenstrook zal daardoor grotendeels teloor gaan. Ik vraag
mij werkelijk af welk afscheidend effect er teloor zal gaan. En voor wie zou het teloor gaan? Ik kan
mij dat werkelijk niet voorstellen; misschien de man achter de tekentafel wel, die kan gemakkelijker
afscheidende lijntjes in één rechte lijn tekenen dan er allemaal inhammetjes in te maken. Voor de rest
kan ik mij werkelijk niet voorstellen wat voor afscheidend effect hier teloor zou gaan. De achteruit
gangen zouden uitkomen op een voetpad, maar dat is op veel meer plaatsen het geval. Dat is het ge
val in Huizum en ook in de andere wijken die tussen de wereldoorlogen gebouwd zijn; daar zijn alle
maal stegen en voetpaden en dat gaat altijd goed. Ik kan mij niet herinneren dat wij daar ooit klach
ten over hebben gehad. Dit is natuurlijk een heel nieuwe situatie in een rehabilitatiewijk en ik vind
dat in deze nieuwe situatie nu het nog gemakkelijk kan deze zeer duidelijke verbetering aangebracht
moet worden, ook bij de bestaande bebouwing. Ik zou b. en w. dan ook willen verzoeken hun stand
punt te herzien. Ik heb eventueel een voorstel maar ik wacht even het antwoord van het college af. Ik
kan mij niet voorstellen dat er bezwaar zou zijn tegen deze wijziging.
De heer Rijpma (weth.): Het is inderdaad zo dat de bewoners de plicht hebben elkaar op hun ei
gendom toe te laten en elkaar uitgang te verschaffen. Zij hebben de gemeente verzocht om de ruimte
achter hun huis te vergroten en de gemeente is in staat om zonder de belangen van anderen te schaden
aan ieder van de bewoners een stuk grond over te dragen. Dat betekent dat zij in staat zullen zijn om
het recht van overpad dat zij elkaar moeten geven als zij dat willen op een grotere afstand van hun
woning opnieuw te verlenen. Zij kunnen dus via steeg en over eigen tegelpad of grindpad of hoe zij
dat ook willen aanleggen per fiets en per brommer hun eigen erf bereiken. Ik dacht dus dat het met het
15
oog op de bejaarden niet juist was om op het pad dat t.b.v. de bejaardenwoningen is aangelegd - die
mensen zijn over het algemeen niet zo goed meer ter been - fietsers en bromfietsers toe te laten om
zich via dat pad te begeven naar de achtererven van de woningen aan de Papaverstraat. U en ik gelo
ven er niet in dat men met fiets en bromfiets aan de hand lopend over dat pad zal gaan. Ik dacht daar
om dat het een goede zaak zou zijn om dat voetpad ook inderdaad te reserveren voor degenen waarvoor
dit voetpad gedacht is.
In de tweede plaats is het zo dat er één lange strook heesters wordt geprojecteerd en ik dacht dat
dat t.b.v. de privacy van zowel de ene als de andere groep een goede zaak was. Als deze groenstrook
voortdurend onderbroken wordt dan betekent dat niet alleen dat hij niet groeit op de plaatsen waar
onderbrekingen zijn maar ook dat de groeikanten van de aangrenzende struiken bij de doorbraken aan
beperkingen onderhevig zijn. Vandaar dat het college graag zijn standpunt handhaaft om aan betrokke
nen wel de grond over te dragen en hen wel in de gelegenheid te stellen een nieuw pad aan te leggen
t.b.v. henzelf, maar niet de bejaardenwoningen te belasten met een dienstbaarheid die de bewoners
van de Papaverstraat zelf op moeten brengen.
De heer Van der Wal: Het argument dat de bejaarden eventueel gestoord zouden kunnen worden
door rijdende fietsen en brommers is nieuw; dat heeft de wethouder dankbaar overgenomen. Ik vind dat
dat argument er een beetje bij de haren bij gesleept wordt; het staat niet genoemd in de raadsbrief en
ook niet in de ter inzage gelegde stukken. Dat het beoogde afsluitend effect doorbroken wordt is waar,
maar dan moeten wij ook de winter afschaffen want daardoor wordt ook het afscheidend effect door
broken. Wij kunnen op een zeer eenvoudige manier in een rehabilitatiewijk - wij hebben die wijk
enkele maanden geleden met algemene stemmen voor rehabilitatie aangewezen - een verbetering aan
brengen waardoor de mensen niet bij elkaar over het erf hoeven. Ik vind dat wij dat moeten doen, ik
zie daar geen enkel bezwaar tegen. Ik heb een voorstelletje gemaakt en dat zal ik nu indienen. Het
luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 16 februari 1976, draagt het college op een zodanige
regeling met de bewoners van de Papaverstraat nrs. 2 tot en met 32 op te stellen dat het mogelijk wordt
per twee woningen één achteruitgang op het nieuw aan te leggen pad uit te laten komen."
Dit voorstel is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot De Greef.
De heer Ten Hoeve: Even heel kort. Ik snap er niet zoveel meer van. Ik dacht dat de heer Van der
Wal in de raad uit den treure had gesproken over het scheiden van de verschillende verkeerssoorten,
autoverkeer, fietsverkeer en voetgangersverkeer. Daar is op deze plaats uitdrukkelijk sprake van. Wij
hebben geen enkel bezwaar tegen de verkoop van de betreffende hoekjes grond, maar wij vinden wel
uitdrukkelijk dat er een scheiding tussen het voetpad bij de bejaardenwoningen en de woningen aan de
Papaverstraat moet komen. Er is de gelukkige omstandigheid dat er een recht van overpad is en daarom
gaan wij akkoord met het voorstel van b. en w. en zullen wij tegen de motie stemmen.
De Voorzitter: Handhaven de indieners de motie? Ja? Dan gaan wij er over stemmen. Laten wij
maar bij handopsteken stemmen.
De motie van de heren Van der Wal en De Greef wordt bij handopsteken verworpen met 33 tegen
2 stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .25 uur, de vergadering.
Punt 14 (bijlage no. 63).
De heer Buising: Ik heb met grote teleurstelling kennis genomen van het nadere preadvies n.a.v.
de gewijzigde routes van de Stadsautobusdienst. De brief van de Fram van 21 januari j.1is voor het
college aanleiding om het nadere preadvies negatief te laten uitvallen voor wat betreft het verlengen
van de keerlus aan het einde van lijn 4. Sterker gezegd, u maakt het standpunt van de Fram in deze
zonder meer tot het college-standpunt, zonder dat u daarbij het oordeel van de Commissie voor de
Stadsautobusdienst gevraagd hebt, iets waarvan ik dacht dat het een normaal onderdeel zou zijn van
het onderzoek dat u op 6 januari aan de raad in uitzicht hebt gesteld. Bovendien zou ik m.n. in dit