30 De Voorzitter: Dan komt er nu een motie aan de orde die is ingediend door de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg. Deze motie die ook een algemene strekking heeft luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 maart 1976, is van oordeel dat het Verkeers- en Vervoersplan in moet houden een relatieschema voor maatregelen en aanpassings- werken op het gebied van het verkeer, uitgaande van de door de raad genomen besluiten over de bin nenstad." De heer Heidinga: Ik vind deze motie volledig overbodig, want het Ls logisch dat het zo gebeurt. De raad heeft nu eenmaal de besluiten over de binnenstad genomen en het is zo logisch als wat dat de maatregelen en aanpassingswerken daarop worden afgestemd. De heer Ten Heeve: Het is ook wel logisch. Als het college de motie overneemt dan is het voor elkaar. (De heer Heidinga: Het is het intrappen van een open deur.) De Voorzitter: Ik dacht dat het voor ons geen probleem was. Natuurlijk stemmen wij de plannen op elkaar af, want er is een relatie tussen dit plan en de structuurplannen voor de binnenstad en de gehe le gemeente. In de discussie is zopas opgemerkt dat wij wel af en toe zullen moeten bijsturen, maar dat die relatie er is en dat wij daar steeds rekening mee moeten houden is voor ons geen probleem. Als de raad er geen bezwaar tegen heeft dan kan het college deze motie wel overnemen; als er een grote stroming in de raad is die het niet met deze motie eens is zou het niet juist zijn dat het college de motie overneemt. De raad gaat er mee akkoord dat de motie van de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg door het college wordt overgenomen. De Voorzitter: Dan zijn wij nu gekomen bij de laatste motie van deze serie. Dat is eveneens een motie van de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg. De motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 maart 1976, besluit: dat de ge wenste ontwikkelingen langs de oost-westverbinding dienen te worden geregeld in bestemmingsplannen. De Voorzitter: Voor deze motie geldt hetzelfde als voor de vorige. Wij kunnen deze motie wel overnemen als de raad daar geen bezwaar tegen heeft. Wij doen wel eens iets zonder dat er een be stemmingsplan is, maar ons streven is wel alles in bestemmingsplannen te regelen. De raad gaat er mee akkoord dat de motie van de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg door het college wordt overgenomen. Moties over de basisweg betrekking hebbende op het centrum. De Voorzitter: Allereerst is er een motie van Axies. Het is een gedeelte van een door de heer Van der Wal ingediende motie die betrekking heeft op twee verschillende zaken. Wij hebben deze motie gesplitst, het andere deel dat betrekking heeft op de invalsweg uit het westen komt straks aan de orde. Deze motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 maart 1976, overwegende de ernstige bezwaren die zijn ingediend tegen de aanleg van de z.g. basisweg, besluit: dat het concept van de basisweg als ruggegraat van het Verkeers- en Vervoersplan wordt afgewezen en dat dientenge volge de voorgestelde doorbraak door het Stationskwartier in het verlengde van de Lange Marktstraat naar het gebied Tulpenburg wordt afgewezen." De heer Ten Hoeve: Ik heb in mijn toelichting al gezegd dat wij van mening zijn dat het verkeer voorlopig voor het Station langs moet, maar wij willen niet uitsluiten dat het, om het gebied voor het Station verkeersluw te maken, toch een goede oplossing zou zijn door de Baljeestraat te gaan. Daar om zijn wij tegen deze motie. De heer Van der Wal: Ik heb in de pauze met de heer Singelsma afgesproken dat deze motie nog zal worden uitgebreid met een punt c dat luidt: "de reconstructie van de rondweg opnieuw onderzocht zal moeten worden." Wij hadden eigenlijk de motie van de heer Singelsma die al aan de orde is ge weest aan deze motie van ons willen koppelen. De stemming over de motie van de heer Singelsma kwam voor ons wat onverwacht. 31 De Voorzitter: Ik heb nu voor mij de nieuwe versie van de motie. De nieuwe motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 maart 1976, overwegende de ernstige bezwaren die zijn ingediend tegen de aanleg van de z.g. basisweg, besluit: dat het concept van de basisweg als ruggegraat van het Verkeers- en Vervoersplan wordt afgewezen en dat dientenge volge de voorgestelde doorbraak door het Stationskwartier in het verlengde van de Lange Marktstraat naar het gebied Tulpenburg wordt afgewezen, waarbij de consequenties voor de rondweg moeten wor den nagegaan." De motie van de heren Van der Wal en De Greef wordt verworpen met 33 tegen 4 stemmen. De Voorzitter: Dan komt er nu aan de orde een deel van een motie ingediend door de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg. De heer Ten Hoeve: Deze motie is door ons gecorrigeerd en luidt nu: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 maart 1976, besluit: dat bij het opstellen van het Verkeers- en Vervoersplan in plaats van de gedachte basisweg uitgegaan moet wor den van een verbinding vanuit het oosten, vanaf Camminghaburenmet gebruikmaking van het be staande profiel van de Willem Lodewi jkstraat en een verbinding vanuit het westen gebruik makend van het bestaande profiel van de Tesselschadestraat en de Lange Marktstraat en voorshands zijn ver volg vindend langs Sophialaan en Stationsweg." Over het deel dat uit de oorspronkelijke motie is geschrapt wil ik straks bij een ander punt nog graag iets zeggen. De Voorzitter: De heer Ten Hoeve heeft het eerste deel van zijn motie voorgelezen. De overige twee delen luiden: "dat voorts nader moet worden bestudeerd of de Van Swietenstraat met zijn huidige profiel en een doorbraak door de Baljeestraat een bijdrage kunnen leveren aan het verkeersluw maken van de omge ving van het Station; dat voor het gebied liggend tussen de genoemde wegen (Stationsweg en Willem Lodewi jkstraat) een oplossing moet worden gezocht die voorkomt dat deze 2 wegen een stroomfunctie krijgen." De heer Schaafsma: Onze motie t.a.v. de doorbraak van de Van Swietenstraat naar het Zuider plein gaat verder dan het tweede deel van de motie van de P.v.d.A. Ik moet u daarom voorstellen eerst onze motie in stemming te brengen alvorens u de totale motie van de P.v.d.A. in stemming brengt. Ik heb er echter ook bezwaar tegen dat de motie van de P.v.d.A. in zijn geheel in stemming wordt gebracht, Wij gaan n.l. wel akkoord met de eerste twee onderdelen van die motie maar wij zijn tegen het derde deelAls u de motie in zijn geheel in stemming brengt zullen wij tegen moeten stem men i.v.m. dat derde deel. De Voorzitter: Ik heb er geen bezwaar tegen die motie in drieën te splitsen. Ik had op de motie van de V.V.D. al gezet dat, als de motie van de P.v.d.A. zou worden aangenomen, die zou kunnen vervallen. Daar bent u het toch wel mee eens. (De heer Schaafsma: Nee.) Goed, dan splitsen wij de motie van de P.v.d.A. in drieën. Het eerste deel van de motie van de heer Ten Hoeve en mevr. Brandenburg wordt aangenomen met 36 tegen 1 stemmen. De Voorzitter: In stemming komt nu eerst een motie ingediend door de heren Schaafsma en De Beer. De motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, op 15 maart 1976 in vergadering bijeen, draagt het college op de doorbraak van de Van Swietenstraat naar het Zuiderplein uit te voeren in de maat van de be staande Van Swietenstraat." De heer Heidinga: Op zichzelf lijkt dit helemaal niet onredelijk, maar wij krijgen hierna de mo tie van de P.v.d.A. die deze zaak graag onderzocht wil hebben. Dat lijkt mij veel logischer. Laten wij het daar eerst eens bekijken voordat wij zeggen: Het moet zq. (De Voorzitter: Zo had ik ook gere deneerd.) Wij zijn misschien in ons hart wel voor deze motie van de V.V.D. maar wij zullen tegen stemmen omdat wij het onderzoek dat de P.v.d.A. vraagt redelijk achten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 16