4
Ordening geweest als een formele afhandeling van datgene waartoe de Commissie R.O. in wezen al ge
adviseerd had. Het is niet juist dat het in april in de Commissie Ruimtelijke Ordening is geweest; dat
was n.l. de afronding van de hele ontwikkelingsgang. Op basis van de uitspraak van de commissie en de
daarop volgende beslissing van b. en w. is de procedure eind april met advertentie en voorbereidings-
besluit gevolgd. Het is niet zo dat er voor het oostelijke gedeelte van de schil een contactgroep is. Er
is een contactgroep voor de hele schil en in die contactgroep is gezocht naar vertegenwoordigers voor
het gedeelte waar het hier om gaat. In het begin waren er - ik citeer dit uit mijn geheugen, want ik
word hier op dit moment mee geconfronteerd - geen vertegenwoordigers uit deze groep aanwezig om
dat in deze buurt de bewoners nog niet georganiseerd waren. Die zijn in de loop van de tijd tot een
organisatievorm gekomen en die zijn, voor zover ik weet, in de contactgroep opgenomen. Ik heb op
mijn bureau een verslag liggen van de laatste bespreking van de contactgroep - het kan ook de pro
jectgroep zijn - waarin dit punt aan de orde is gesteld. Het is dus een afronding van een procedure in
een gebied waar het wonen weer centraal is gesteld. Ik geloof niet dat het juist is dat er op het ogen
blik alleen maar door de contactgroep uitgangspunten voor het beleid in dat gebied geformuleerd wor
den en dat daarna pas per wijk vastgesteld wordt wat de uitwerking hiervan moet zijn. Ik geloof ook
niet dat het in dit geval juist is, gezien het feit dat wij het met zijn allen aangedurfd hebben om hier
woningbouw te plegen, om op dit moment te zeggen: Wij stellen het nog maar weer uit. Ik geloof niet
dat dat een goede procedure zou zijn.
Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Het is juist wat de wethouder zegt. Ik begrijp ook wel dat je, zo
lang je met het inventariseren in zo'n groot gebied bezig bent, niet alles stil kunt leggen. Dat kan
natuurlijk niet. Wij hadden toch graag gezien dat deze zaak wel in de contactgroep, of die nu voor
de hele schil of alleen voor het oostelijke gedeelte is - de schil is eigenlijk het oostelijke gedeelte -,
bekend gemaakt was. is het nu ook mogelijk dat de advertentie opnieuw geplaatst wordt, zodat de
mensen hun bezwaren nog kunnen indienen?
De heer Rijpma (weth.): Dat lijkt mij een heel vreemde procedure. Wanneer er een procedure in
gang gezet wordt die verder zijn normale behandeling gehad heeft dan is het vreemd om er weer op
terug te komen. Ik heb net even op mijn bureau gekeken - ik heb er een paar dagen niet achter geze
ten - en ik heb gezien dat deze zaak bekend is in deze club - ik heb zo gauw niet gezien of het
bovenschrift projectgroep of contactgroep is - en dat een en ander in deze club is besproken. Ik ge
loof niet dat het op dit moment goed is dat de procedure teruggeschakeld wordt want die is al een jaar
op weg. Op dat moment was er een contactgroep, een inventarisatie-contactgroep; deze buurt was
toen niet vertegenwoordigd omdat die op dat moment niet georganiseerd was en ik geloof dat het niet
juist is om op dit moment de zaak terug te draaien. Daarvoor is de ontwikkeling te ver. Ik geloof ook
niet dat het schadelijk is voor de wijk, want dit voorziet in ieder geval in een herstel van de woon
functie voor het totale gebied.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 11a en 12 (bijlagen nos. 185 en 179).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 13 (bijlage no. 161
De Voorzitter: Dit punt wordt ingetrokken. Ik geef weth. Rijpma het woord om te verklaren waarom.
De heer Rijpma (weth.): Er is inmiddels een Beschikking geldelijke steun bewoners bij verbetering
en krotontruiming 1975. Die procedure duurt iets langer, maar de bewoner heeft er mee ingestemd om
zijn uitbetaling te krijgen volgens die procedure. Dat betekent voor de gemeente dat 80% van de
3.000,subsidiabel is. Wij zouden het dus liever via een voor de gemeente iets voordeliger proce
dure wil len doen.
Punt 14 (bijlage no. 173).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
5
Punt 15 (bijlage no. 178).
De heer Ten Hoeve: Even iets over de laatste bladzijde van de raadsbrief. Het tweede punt op deze
lijst is het aanleggen van de kademuur langs het Nieuwe Kanaal en het verbeteren van de Kanaalweg.
Dit punt hebben wij al verschillende malen op een lijst zien staan. Nu is het zo dat wij er nog steeds
niet uit zijn op welke manier Camminghaburen ontsloten moet worden, langs de De Merodestraat of
langs de Kanaalweg. Wij dachten dat de keuze van één van beide tracé's wel eens consequenties voor
deze plannen zou kunnen hebben. Is het daarom wel verstandig om op dit moment, nu deze uitspraak
nog niet is gevallen, deze post op die plaats op deze lijst op te voeren?
De Voorzitter: Dit is een heel oude post, hij staat al 7 jaar op de lijst; het is onvoorstelbaar. Eco
nomische Zaken zegt dan wel: Het zal er wel uit komen, maar dan komt het er weer net niet uit. (De
heer Ten Hoeve: Juist omdat het een oude post is en daar nieuwe ontwikkelingen zijn vraag ik mij af of
het wel verstandig is deze post er op te zetten.) Misschien kan weth. Rijpma ons vertellen of dit met
elkaar in strijd kan komen, want dat weet ik niet.
De heer Rijpma (weth.): Deze kwestie is herhaalde malen bij diverse instanties ter sprake gebracht.
Ik heb met nadruk - ik dacht dat ik er ook wel verslag van had gedaan in sommige commissies - bij
de D.S.O. gevraagd of dit consequenties kan hebben voor de ontsluiting van Camminghaburen. Men
heeft mij bij herhaling verzekerd dat dit niet het geval is. Langs deze wal moet een kademuur komen,
dat is al jaren aan de orde. De vereniging Schuttevaer dringt er voortdurend op aan dat dit hier zal
moeten gebeuren. Ik dacht dat wij dit los zouden kunnen zien van de ontsluiting van Camminghaburen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage no. 174).
De heer Ten Hoeve: Raadsbrieven zijn in verschillende categorieën in te delen. De raadsbrief be
treffende de woningbouw tot 1985 in de Regio Leeuwarden is te plaatsen in de categorie vriendelijk,
voorzichtig en behoedzaam, mijn fractie vindt te vriendelijk, te voorzichtig en te behoedzaam. Uiter
aard vinden wij het belangrijk dat er in de Regio een beleid t.a.v. de woningbouw tot stand komt,
maar bij het opzetten van dit beleid mag niet om de kern van de zaak heen gegaan worden. Die kern
is de suburbanisatie. In de raadsbrief schrijft u dat voorkomen moet worden dat de suburbanisatie rond
Leeuwarden zich in versterkte mate voortzet. Ik vind dit een onjuiste stellingname, die houdt n.l. in
dat voortzetting van de suburbanisatie wel geaccepteerd wordt. Mijn fractie is het daar uitdrukkelijk
niet mee eens. Wij vinden dat de suburbanisatie teruggedrongen moet worden vanwege de kwalijke ge
volgen er van. Bij de behandeling van de Nota Wonen heb ik een aantal effecten van de suburbanisa
tie opgenoemd; ik wil die nog eens herhalen. De suburbanisatie is de oorzaak van een eenzijdige be
volkingsstructuur zowel naar leeftijd als naar sociale gelaagdheid; door de suburbanisatie worden land
schappen en dorpen aangetast; de suburbanisatie houdt de concentratie van wonen ten behoeve van de
ontwikkeling van de werkgelegenheid tegen; de groei van de arbeidsplaatsen loopt niet parallel aan de
woningbouwproduktie; de suburbanisatie tast de verzorgingsstructuur aan; de suburbanisatie bevordert
het autoverkeer; uitbreidingen t.b.v. verkeer en parkeren moeten ten koste van veel geld en ook van
waarden getroffen worden; er treedt verstening van het buitengebied op; door de suburbanisatie wordt
een deel van de lasten van de wegtrekkers gedragen door de blijvers en dat zijn voor een groot deel de
maatschappelijk zwakkeren in onze stad. Als raad hebben wij verschillende malen stelling genomen
tegen het verschijnsel van de suburbanisatie, o.a. bij de behandeling van het Integraal Structuurplan
voor het Noorden des lands. Ook in de Verstedelijkingsnota wordt gewaarschuwd voor de suburbanisa
tie en wordt t.a.v. Leeuwarden en de regio gepleit voor concentratie en versterking van Leeuwarden
als stedelijk centrum. In de recent verschenen antwoordnota van de P.P.D. wordt ook gekozen voor de
versterking van Leeuwarden. Naar de mening van mijn fractie moeten wij een beleid voeren dat er op
gericht is dat Leeuwarden verder wordt uitgebouwd als provinciaal stedelijk centrum, dit in het belang
van provincie, regio en stad. Hiervoor zal het ook nodig zijn de suburbanisatie terug te dringen. Een
belangrijk, nee, het belangrijkste instrument om de suburbanisatie tegen te gaan is het opzetten van
een woningbouwbeleid, een beleid dat niet onder een evenwichtige ontwikkeling verstaat het bieden
van reële groeikansen aan alle gemeenten, zoals de opstellers van de nota stellen. Dat wordt een be
leid met eên Januskop. Wij zijn het niet oneens met de kritiek van het college op de nota, maar wel
vinden wi j die kritiek - ik zei het al eerder - te voorzichtig en te behoedzaam verpakt. De Raad
voor de Volkshuisvesting heeft wat dat betreft naar ons gevoel duidelijker en ook fundamenteler gerea
geerd.