26
het model zodra moet worden gebouwd, immers dan zal öf een nieuw rechtspersoonlijkheid bezittend li
chaam öf één der oude instituten namens de 3 deelnemers moeten bouwen. Wie opdrachtgever wordt
voor die bouw en welke rechtspersoonlijkheid deze opdrachtgever moet bezitten is in het rapport niet
genoemd. Het lijkt ons in dit stadium niet noodzakelijk dat dit expliciet is uitgewerkt. Het onder III,
punt 1 onder de letter f genoemde besteksklaar maken en het doen uitvoeren van bouwplannen op de
lokaties zuid en noord (pagina 14) impliceert echter wel dat de Besluitencentrale zich tijdig zal moeten
kunnen beraden over de wijze waarop deze bouw voor gezamenlijke verantwoording wördf uitgevoerd.
Het zou op zo'n moment wel eens de voorkeur kunnen verdienen de eindfase te laten ingaan. Dit is nu
echter een weinig gemotiveerd vooruit lopen. Wij zijn nu zeker niet gemotiveerd om in een gefixeerd
aantal jaren te denken. Een tijdschema voor de overgangsfase wordt niet genoemd. Op pagina 10 van de
nota wordt weliswaar gesproken over 5 6 jaar, de tijd zal het leren. De wijze waarop contacten met
vakbonden, ondernemingsraden en medische staven zal worden geregeld is nog niet vastgelegd. Ener
zijds kan men dat betreuren omdat een overgang van 3 lokaties naar uiteindelijk 2 lokaties t.a.v. perso
neel en functieverdeling een gigantische operatie zal betekenen. Anderzijds kan men zich afvragen of
een vroegtijdige vastlegging door de voorbereidingscommissie niet een overtollige ballast zou hebben
betekend voor de Besluitencentrale in de overgangsfase. In feite heeft de voorbereidingscommissie zich
niet gewaagd aan een uitwerking van datgene waarmee de gehele samenwerking valt of staat, de perso-
neelsproblematiek en de functieverdeling over de toekomstige 2 lokaties en de daarmee samenhangende
problemen voor de medische specialisten. Het ogenschijnlijk negeren van deze belangrijkste taak is
naar onze mening geen wegwuiven van de moeilijkheden, maar een erkennen van de onmogelijkheid in
dit stadium reeds meer te zeggen dan wat geruststellende nietszeggendheden over wat er gebeuren moet.
In dit stadium is immers niets te zeggen over het kernpunt van de gehele zaak. Eerst moet de staatssecre
taris een uitspraak doen over het totaal aantal bedden voor beide lokaties en het gedachte tijdstip van
realisering. Daarna kan pas de invulling geschieden.
Ik meen dat de plannen van het Diakonessenhuis die vanavond in de krant stonden daarin geen ver
andering aanbrengen; het geeft ook geen wijziging in het aantal bedden van nu, althans geen vermeer
dering maar eerder een kleine vermindering. Het onttrekt zich op dit moment volledig aan onze waar
neming welke termijn langer zal zijn, die van de toekomstige bouw of die van een harmonisch verlo
pend personeelsbeleid. Men zou ons kunnen verwijten dat wij dan met de acceptatie van dit rapport een
uiterst riskante wissel trekken op de toekomst. Niets is echter minder waar. Tijdens de fusiebesprekingen
is opgemerkt - naar ik meen te weten met volle instemming van de andere leden van de voorbereidings
commissie - dat samenwerking om wille van een verbetering van de gezondheidszorg in Leeuwarden een
lege huls is als men zich niet kan verzekeren van de medewerking van alle betrokkenen. Deze mede
werking is essentieel en alleen te verkrijgen als men koerst in een richting waarin men zijn belangen
ziet veilig gesteld. Wie dit eigen belang als onbehoorlijk ziet tegenover de belangen van de centrum
functie die Leeuwarden binnen de gezondheidszorg behoort te hebben is op een weinig realistische ma
nier bezig en legt een basis voor een eindeloze opeenvolging van moeilijkheden. Dat alle betrokkenen
zich alvorens ja of nee te zeggen eerst beraden en overleg plegen met hun organisaties of zich door die
organisaties laten vertegenwoordigen is voor ons de enige manier om te voorkomen dat geforceerd of
wellicht onbezonnen iets wordt gedaan waarop men enige tijd later weer wenst terug te komen.
De in te stellen Besluitencentrale telt slechts een klein aantal leden. Hieraan wordt toegevoegd
een directorium. Deze constructie garandeert dat het geheel moet steunen op de bestaande huisbesturen.
Die huisbesturen zullen er zich wel voor hoeden uitverkoop te houden ter wille van de gewenste samen
werking. Speciaal voor de bestuurscommissie van Triotel geldt dat vragen uit de gemeenteraad sneller
gesteld zijn dan dat de overdracht van bevoegdheden naar de Besluitencentrale zal zijn gerealiseerd.
Wij prefereren daarom een kleine Besluitencentrale gevoed vanuit de deelnemende huizen boven een
wel eens gesuggereerde uitbreiding met meer deskundigheid. Die uitbreiding zou weliswaar meer stuur-
kracht kunnen geven aan de Besluitencentrale maar wij zien dat nu niet als voordeel. Voor ons over
heerst bij zo'n toevoeging van specifieke deskundigheid het nadeel dat men vanuit de Besluitencentrale
- en misschien wel terecht soms - aandrang kan uitoefenen op de huisbesturen. Wij houden het voorals
nog op de waarschijnlijk tragere maar voor ons toch zekerder lijkende weg van samenwerking tussen de
afzonderlijke huizen wat dan resulteert in een overdracht van bevoegdheden aan de Besluitencentrale.
Op deze wijze kan ieder der betrokkenen in rustig overleg met de anderen en de organisaties ongefor
ceerd beslissen. Onvrede met de ingeslagen weg, onzekerheid over de eigen toekomst zou ogenblikke
lijk onrust geven binnen de bestaande huizen. Dat is niet in ons belang en breekt eerder de centrum
functie van Leeuwarden af dan die te verstevigen. Een arbitrage moet mogelijk zijn. Veelvuldig gebruik
van die mogelijkheid schaadt echter het onderling vertrouwen en maakt voor een buitenstaander een
weinig betrouwbare indruk. Als u het accent bij deze fusie legt daar waar dat naar onze mening behoort
te liggen, n.l. bij de zekerheid van ieder der betrokkenen dat slechts zijn of haar medewerking een sa
27
menwerking tof gevolg kan hebben, en niet bij het levensgevaarlijke omgekeerde dat de samenwerking
zijn of haar medewerking tot gevolg moet hebben, dan gaan wij akkoord met de in hef rapport gedane
voorstellen. Wij realiseren ons daarbij wel dat een ordenen in de tijd meer dan eens doorkruist zal wor
den door omstandigheden die niet zijn te voorzien. Een nu gewenste uitbreiding van de Stichting Kan
kercentrum Friesland van de behandelmogelijkheid voor kanker komt op een misschien wel niet voor een
start van de samenwerking meest gelegen moment, maar dat kan niet betekenen dat zo'n belangrijk on
derdeel van de gezondheidszorg ondergeschikt moet worden aan de fusie. Welke beslissing er ook door
de S.K-F. wordt genomen t.a.v. de vestiging, als ieder der deelnemenden akkoord gaat met de voorstel
len in dit rapport betekent dat hef gezamenlijk dragen van de verantwoordelijkheid. Dit impliceert dat
van enige vrijblijvendheid t.o.v. elkaar geen sprake meer kan zijn. Wanneer wij vanavond accepteren
dat wij gaan samenwerken op basis van dit rapport dan is er geen weg terug meer. Eens temeer geldt dan
de zorg voor een tijdig gereed hebben van een overzicht waarin ieder zijn plaats kan vinden.
Rest ons nog te noemen de keuze voor de overheidsstichting in de eindfase. Hef verheugt ons dat de
Vereniging het Diakonessenhuis en de Stichting Bonifatiushospifaal hebben ingestemd met de constructie
van overheidsstichting. Zonder deze instemming zou het moeilijk zo niet onmogelijk geweest zijn de
gemeentelijke tak van dienst in te brengen. Bovendien zal door de overheidsstichting een ongelijkheid
van rechtspositie tussen de personeelsleden in dienstverband vermeden kunnen worden.
Met de door u voorgestelde voorzitter voor de Commissie Samenwerking stemmen wij gaarne in. De
motie van de heer Jansma heb ik mede-ondertekend omdat de inhoud in volledige overeenstemming is
met de grondtoon van wat ik heb gezegd.
De heer De Vries (weth.): Het is een bijzonder plezierige zaak dat alle woordvoerders van de res
pectievelijke fracties zich t.o.v. de zaak die hier vanavond aan de orde is positief hebben opgesteld.
Het zijn vanavond in feite herhalingsoefeningen, wij hebben al enige keren eerderde ziekenhuispro-
blematiek in den brede hier aan de orde gehad, maar desalniettemin is het vanavond, dacht ik, toch
wel het belangrijkste moment omdat wij beslissen over te gaan tof het sluiten van de overeenkomst zoals
die in concept aan de raad is voorgelegd. Hef is u allen duidelijk dat het een lange weg van overleg is
geweest die wij met elkaar zijn gegaan. Ik wil mij dan ook graag aansluiten bij de woorden van waar
dering die van de kant van de raad zijn uitgesproken aan het adres van de geneeskundig inspecteur, de
heer Kijlstra, die hef afgelopen jaar op zo'n vasthoudende wijze leiding heeft gegeven aan het werk
van de voorbereidingscommissie. Het is geen gemakkelijke en ook geen dankbare taak geweest, maar
hij heeft er zich uitstekend van gekweten. In die dank zou ik toch ook wel graag willen betrekken het
hoofd van de afdeling K.A.Z. van de secretarie die uiteindelijk degene is geweest die de juridische
vorm heeft gegeven aan het rapport en de concept-overeenkomst. Ik dacht dat de opmerking van mevr.
Smit dat wij vanavond met het nemen van deze beslissing t.a.v. de overeenkomst toch wel een defini
tieve stap gaan doen op de weg naar verdere integratie een benadering van de situatie is die naar mijn
gevoel volkomen past; dat is de kern van deze zaak. Wanneer de 3 partners, hef Bonifatiushospitaal,
het Diakonessenhuis en de gemeenteraad, beslissen tot wat hef college hier aan u voorstelt zijn wij in
derdaad daarmee hef punt dat wij nog terug kunnen definitief gepasseerd. Het ligt natuurlijk voor de
hand dat dat een zaak is die talrijke gevoelens oproept. De heer De Leeuw heeft ze op een voortreffe
lijke wijze verwoord; hij heeft gewezen op de oude tradities, op het enorme stuk particulier initiatief
dat hier vorm heeft gehad in de ziekenverpleging. Natuurlijk zit daar voor elk van de 3 instituten een
rijke historie aan verbonden. Maar wij zien toch ook allemaal dat in deze tijd van schaalvergroting ook
op hef terrein van het ziekenhuiswezen de integratie die wij nu nastreven een onmisbare zaak is. Om
voor Leeuwarden de centrumfunctie die hij op het terrein van de gezondheidszorg kan vervullen niet
kwijt te raken is hef gewoon een absolute voorwaarde dat deze 3 instituten de handen ineen slaan en
gezamenlijk proberen de weg naar de toekomst verder te zoeken. Deze overeenkomst is daarvoor het
opstapje. Mevr. Brandenburg heeft er op gewezen toen zij zei: Er zijn mensen die menen dat men in
deze overeenkomst veel meer terug had moeten vinden van wat men gezamenlijk wilWelnu, dat zit
er niet in. Wanneer wij nagaan hoe de overlegsituatie zich de laatste jaren heeft ontwikkeld - degene
die de moeite heeft genomen om hef hele dossier verslagen van het overleg en de rapportering nog eens
door te nemen zal dat kunnen bevestigen - dan zijn wij op dit moment verder dan ooit te voren het ge
val is geweest. Gelukkig zijn wij verder want zonder dat zouden wij eenvoudig klem zijn gelopen en
zou de zaak zijn afgesprongen. Wij hebben er vertrouwen in dat ook de beide andere partners deze
concept-overeenkomst zullen accepteren.
Mevr. Brandenburg heeft nog eens even op een rijtje gezet waf er nu verder moet gebeuren. Er
wordt hier een benoeming van een voorzitter voorgesteld. Ik geloof dat wij er in geslaagd zijn een be
kwame voorzitter te vinden; de 3 afzonderlijke besturen, de besturen van Diakonessenhuis en Bonifa
tiushospitaal en de beheerscommissie van Triotel, zijn nu gehouden om een delegatie aan te wijzen die