6
gegaan. Ik doel dan op een artikel dat een week of 2 geleden - ik moet u tot mijn spijt zeggen dat ik de
juiste datum niet weet - in de Leeuwarder Courant stond; je kunt misschien veel van die krant zeggen,
maar zeker niet dat het een sensatieblad is. Daar stond iets in - dat heeft hier dan direct mee te ma
ken - van een proef die op Schiphol is gehouden op instigatie van minister Van Agt. Nu doet die minis
ter wel meer vreemde dingen maar deze zaak is nogal hoog opgenomen. Bij deze proef zijn bestanden
uit diverse computers gekoppeld en dat werd dan proefgedraaid t.a.v. passagiers die bij de marechaussee
kwamen en hun pas overhandigden. Daar zijn ook door hef tweede kamerlid van de V.V.D., de heer
Geurtsen, vragen over gesteld; hij was nogal ontsteld omdat zo iets zo maar kon gebeuren zonder dat er
noch in de Kamer noch in de betreffende commissie noch in de Commissie voor Binnenlandse Zaken van
te voren ook maar over gesproken was. Een voorbeeld van waar hef hebben van geautomatiseerde be
standen toe kan leiden als er maar één man is - en die was er in dit geval - die dat aanzwengelt. In dat
artikel staat ook nog - dan ga je je afvragen: Waarom hebben wij zo geweldig veel haast? - dat van de
kant van het Ministerie van Justitie n.a.v. deze kwestie op Schiphol gezegd wordt dat alles waf met
automatiseren in de overheidssector te maken heeft gebeurt onder - en nu citeer ik -: „een regime van
voorlopigheid. Alle thans in gebruik zijnde overheidscomputers met op personen betrekking hebbende
gegevens (een aantal gemeentesecretarieën beschikken er over) heten bij wijze van proef te worden ge
bruikt." Het is dus allemaal nog in de proefnemingsfase.
Mijn fractie gaaf akkoord met de bevindingen en de conclusies van het rapport van de commissie
die is ingesteld; die bevindingen en vooral die conclusies hebt u ook in hef raadsvoorstel overgenomen.
Wij vinden dat de commissie goed werk heeft geleverd en met goede conclusies is gekomen, al moet je
dan wel zeggen dat het resultaat van de werkzaamheden van die commissie eigenlijk is dat er t.a.v. de
privacy-aspecten niets is opgelost en dat er daarom een vaste commissie voor moet komen. Daarbij in
terpreteer ik overigens in uw voorstel in de raadsbrief - waarin halverwege onder II, 1 staaf dat er
zo'n commissie wordt ingesteld die zich bezig houdt met deze zaak, in het bijzonder m.b.t. de naleving
van bepalingen die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer beogen - de woorden „in het bijzon
der" in die zin dat hier geen limitatieve opsomming wordt gegeven en dat er dus ook nog andere dingen
zouden kunnen zijn, te maken hebbend met automatisering, waarmee de commissie zich ook bezig zou
kunnen houden. Maar als ik dat onjuist interpreteer dan hoor ik dat nog wel van u. Het is wel zo dat
wij ons moeten realiseren dat deze commissie een vacuurrxopvult zolang er landelijk geen richtlijnen
bestaan en zolang de landelijke Commissie Koopmans niet met haar eindrapport is gekomen. Nu is het
zo dat wij niet net moeten doen alsof deze automatisering van de bevolkingsadministratie de enige
automatisering is van persoonlijke gegevens in onze gemeente, want er bestaat zoiets als een automati
sering van de salarisadministratie van de gemeente en ik dacht dat de G.S.D. ook gebruik maakt van
geautomatiseerde bestanden. Ik heb alleen het gevoel dat met het instellen van deze commissie die zich
m.n. bezig houdt met de automatisering en de privacy-aspecten van de bevolkingsadministratie die be
volkingsadministratie een dermate centrumfunctie vervult, ook eventueel naar andere geautomatiseerde
systemen toe, dat je er van uit kunt gaan dat, als er wat gaat gebeuren ook met andere geautomatiseer
de bestanden - ik denk aan koppeling en zo -, je er toch nog wel dichtbij zit als commissie zoals u
zich die voorstelt, m.a.w. dat dit voor Leeuwarden wel voldoende is.
Een slotopmerking. Ik las - u ziet, je leest een hoop in een jaar, maar er was een jaar de tijd voor
sinds de vorige keer - dat techniek niet neutraal is, ook automatiseringstechniek niet, dat b.v. van
computers een politiek effect uit kan gaan op beleid in de richting van b.v. een neiging naar meer cen
tralistisch bestuur en beheer. Ik denk dat dat waar is, terwijl wij aan de andere kant steeds maar plei
ten voor decentralisatie. Het is ook daarom dat u in de toekomst als het over deze zaken gaat van mijn
fractie voortdurend kritische opmerkingen kunt verwachten, niet omdat wij tegen technische ontwikke
lingen zouden zijn, maar omdat wij wel graag willen weten, voor zover wij dat kunnen, waartoe die
leiden en of wij die wel willen;'om een spreekwoord te variëren: Wij vinden eigenlijk dat het beter is
met één computer goed in de hand dan met 10 ongrijpbaar ergens in de lucht.
Mevr. Smit: Bij de vaststelling van het beleidsplan 1975-1978 is reeds de beslissende eerste stap
gedaan tot het invoeren van een geautomatiseerde bevolkingsboekhouding. Daadwerkelijke invoering,
waartoe in 1975 een voorstel aan de raad werd voorgelegd in samenhang met een tijdelijke verhuizing
naar de Beurs, bleek echter een zodanig heet hangijzer, zowel voor waf betreft het technische aspect
van de automatisering als de emotionele kant van de zaak voornamelijk liggend op het terrein van de
bescherming van de burger, dat toen een commissie ad hoc is ingesteld om de zaak te bestuderen. Beide
kanten van de zaak zijn uitvoerig aan de orde geweest in de speciaal daartoe in het leven geroepen
commissie, hetgeen heeft geresulteerd in hef rapport dat thans voor ons ligt. Wij kunnen het er naar
mijn mening over eens zijn dat een aantal factoren pleiten voor de automatisering. Ik noem daarbij hef
doelmatig uitvoeren van de werkzaamheden, een tijdige beleidsbepaling, verhoging van de dienstver
7
lening en een snelle en accurate invoering van mutaties zonder dat allerlei dubbele bestanden behoe
ven te worden bijgehouden. Ook kunnen wij het er naar mijn mening over eens zijn dat aan de automa
tisering nadelen kleven. De concentratie van gegevens geeft een concentratie van de risico's die die
gegevens kunnen lopen; de beveiliging behoort dan ook optimaal te zijn. Bij velen leeft nog steeds de
zorg dat de persoonlijke vrijheid en veiligheid van het individu of zelfs van groepen van individuen
kan worden aangetast door de groeiende behoefte aan informatie waardoor steeds meer administraties
persoonsgegevens vastleggen. Met enige inventiviteit en enig geduld kan van ieder van ons een biogra
fie geschreven worden zonder dat wij zelf ook maar enig gegeven aan de schrijver verstrekt hebben. De
behoefte die gegevens te beschermen doet zich dan ook steeds meer voor. In onze fractie leeft bij som
migen die vrees zo sterk dat zij zich tegen de voorgestelde automatisering zullen verzetten. Ik ben per
soonlijk van mening dat de risico's van de huidige gemechaniseerde bevolkingsboekhouding even groot
of even klein zijn als de risico's van een geautomatiseerde bevolkingsboekhouding. Ik weet dat niet
iedereen die mening deelt. De regels betreffende de veiligheid, hef verschaffen van inlichtingen aan
betrokkenen, ambtelijke instanties en derden en de geheimhouding blijven onverminderd van kracht en
zijn wellicht in normale tijden beter gewaarborgd in een geautomatiseerde bevolkingsboekhouding om
dat het dan tot de mogelijkheden behoort van elke raadpleging, mutatie en informatieverstrekking een
verslag te maken zonder extra werkzaamheden. Dat zou nu problemen met zich mee brengen en extra
werk, terwijl een verslag van de huidige verstrekkingen en mutaties mensenwerk blijft en dus nooit vol
ledig waterdicht kan zijn.
Ik onderken de problemen die zich kunnen voordoen als de bestanden worden beheerd door een re
gime dat niet als normaal gekwalificeerd kan worden. Maar elke administratie in elk bedrijf of werk
brengt onbekende factoren en risico's met zich mee zonder welke risico's normaal leven niet mogelijk
is. Uitsluiting van alle risico's zou haast de onmogelijkheid impliceren een bevolkingsboekhouding te
voeren op zodanige wijze dat die bevolkingsboekhouding voor verkiezingen, dienstplicht, onderwijs,
woningbouw en andere beleidsbepaling ten nutte kan worden gemaakt. Uitsluiting van alle risico's zou
zelfs een ondermijning van de democratie kunnen betekenen.
Het is, dunkt mij, onjuist aan de automatisering en de daarbij benodigde en gebezigde computer
apparatuur ongekende en onbekende gaven en mogelijkheden toe te dichten, al komen onbekenden in
het land van deze materie wellicht in die verleiding. Wij moeten ons realiseren dat de computer niet
meer, maar ook niet minder kan dan de mensen die het apparaat bedienen. Een eigen leven gaat de
computer nooit leiden, hij kan slechts door mensenhand bediend worden; dat is zijn beste èn zijn
slechtste eigenschap.
Bescherming van de belangen en de privacy van de bevolking, de beveiliging en het toezicht op
die beveiliging is dan ook de hoofdmoot van de besprekingen van de commissie ad hoe geweest. Ik meen
dat dit duidelijk tot uitdrukking komt in het voor ons liggende rapport. Hef Besluit bevolkingsboekhou
ding behelst zodanige regelingen dat de huidige gemechaniseerde bevolkingsboekhouding een behoor
lijke bescherming van de persoonlijke levenssfeer waarborgt. Deze regelingen blijven uiteraard van
kracht na invoering van de automatisering en daarnaast zijn er extra beveiligingsregelingen voor ge
automatiseerde bestanden die het oneigenlijk gebruik moeten tegen gaan. Naar mijn mening heeft het
CEVAN die maatregelen getroffen die menselijkerwijze mogelijk zijn in een behoorlijke taakuitoefe
ning om hef onbevoegd hanteren van de aan hef CEVAN toevertrouwde gegevens tegen te gaan. Elke
extra zekerheid is echter welkom. De door u voorgestelde commissie van advies en bijstand kan naar
mijn mening hieraan een extra dimensie verlenen. De gehele automatisering en zeker die van de bevol
kingsboekhouding is echter een zaak die nauwlettend in hef oog gehouden moet worden. Ondanks het
vertrouwen in het college en in hef CEVAN zijn en blijven de garanties om misbruik tegen te gaan in
normale tijden al twijfelachtig, in tijden van nood vervallen die garanties zeker. Wij hoeven niet ver in
de geschiedenis terug te gaan om hiervan een bevestiging te krijgen. Concentratie van persoonsgege
vens vergt van alle betrokkenen extra verantwoordelijkheden tegenover de burgerij, die recht heeft op
een adequate bescherming en beveiliging.
De heer De Leeuw Automatisering is van het begin af aan een begrip geweest dat vaak grote ver
schillen van mening opriep. Bij de technische automatisering in de produktiesfeer voelt een deel van
ons volk dat als een bedreiging buiten spel gezet te worden. Bij de automatisering van systemen waarbij
persoonlijke gegevens betrokken zijn roept dat een gevoel van bedreiging en van een verdere inbreuk
op persoonlijk leven en vrijheid op- Als u spreekt over een nieuwe dimensie in de administratie dan kan
dat ook als een nieuwe dimensie van gevaar worden ondergaan. Ondanks uw tegemoetkoming aan de
wensen van de commissie ad hoe blijft een deel van mijn fractie van oordeel dat iedere medewerking
aan verdere automatisering in de sector waarover wij nu spreken onjuist is en een voortgaande verslech
tering van privacy van de individuele burger kan betekenen. Zij vragen zich tegelijkertijd af of het de