14
bepaling is nu eenmaal dat je dan 3 jaar op het strafbankje moet zitten en 3 jaar moet wachten, tenzij
de minister - dat mag hij uit zichzelf - binnen die 3 jaar de school alsnog op het scholenplan zet zoals
hij dat heeft gedaan met de bijzondere sociale academie op de Veluwe. Maar de formele reden van af
wijzing ligt in die termijn van 3 jaar. Die 3 jaar is in oktober van dit jaar om. In oktober kan de minis
ter dezelfde motivering niet meer gebruiken. In het gesprek met de betrokken afdeling van hef ministe
rie dat door mijn bemiddeling tof stand is gekomen en waarbij ook vertegenwoordigers van de A.V.E.K.
aanwezig waren is inderdaad naar voren gekomen dat nu de hele ontwikkeling in hef boger onderwijs
nieuwe stijl een probleem zou zijn. De heer De Greef noemt de nota een discussienota, ik dacht dat
het deels toch ook een beleidsnota was, maar dat doet er niet toe. Er zijn nog geen wettelijke maatre
gelen op grond van die nota genomen. Wij hebben in dat gesprek moeten horen dat men gezien de clus
tering die men in de toekomst bij het h.b.o. wil, de samenvoeging van h.b.o.-instellingen dus, toch wel
erg aarzelt om nieuwe h .b .o.-instel I ingen in hef leven te roepen. Daar heb ik duidelijk tegen geprotes
teerd; hef lijkt mij een onjuiste hantering van de nota. De mogelijkheden en ook de rechten die de wet
geeft worden buiten werking gesteld en ik meen dat wij daar ten sterkste tegen moeten protesteren. Het
is in'ieder geval de mensen op hef departement wel duidelijk geworden hoe het bestuur van de A.V.E.K.
en de wethouder van Onderwijs van Leeuwarden daarover denken. Ik moet er bij zeggen dat deze moti
vering niet alleen gegeven is aan de A.V.E.K. maar ook m.b.t. een aanvraag van de gemeente Eindho
ven die 2 jaar later dan de A.V.E.K. een aanvraag voor een academie voor expressie en communicatie
heeft ingediend. In hef overleg van de deelplanorganisaties dat omstreeks april heeft plaats gevonden
zijn hier ook van de zijde van hef C-O-G-V-O- de nodige op- en aanmerkingen bij gemaakt. Wat dit
uithaalt kan ik op dit moment niet zeggen. Ik kan u wel zeggen dat ik hier en daar al enige stappen
heb gedaan om te proberen in ieder geval politieke druk - misschien is dat een wat te zware uitdruk
king - uit te oefenen; ik geloof wel dat een aantal mensen uit het parlement zullen moeten weten dat
hier toch wel erg vreemd met een discussienota wordt omgesprongen. Maar in feite geldt er natuurlijk
een beslissing die straks in oktober wordt genomen en de adhesiebetuiging geldt voor een jaar daarna,
des te meer reden dus om adhesie te betuigen m.b.t. deze aanvraag. Ik zie hef somber in, dat mag u
best weten. Ik heb het, behalve dan hef eerste jaar toen de school eenmaal op het concept-plan heeft
gestaan maar er op een heel vreemde manier af gegaan is omdat er bezwaren waren van de toneelscho
len en van andere kunstscholen - het is blijkbaar een wat vreemde eend in de bijt en dat maakt het ex
tra moeilijk -, somber ingezien, maar waf ik er van mijn kant aan kan doen namens het gemeentebe
stuur dat zal ik doen en daar ben ik nog mee bezig. Het is voor ons een zorgenkind en ook deze school
is voor ons duidelijk een voorwerp van aanhoudende zorg.
De heer Bouma is inmiddels ter vergadering gekomen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 7 t.e.m. 11 (bijlagen nos. 221216, 243, 236 en 21 8)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 11a (bijlage no. 255).
De heer Buising: Even heel korf. In meerderheid staaf mijn fractie wel achter uw voorstel tof ver
koop van dit stukje grond aan hef Wagenplein. Er overheerst n.l. de mening dat, hoewel er dan bezwa
ren mogen kleven aan het ontwerp, er toch wel wordt voldaan aan een zeer belangrijk criterium, n.l.
de hoogte van de bebouwing m.n. aan de kant van de Willemskade. Dit argument is voor het grootste
deel van mijn fractie aanleiding om uw voorstel te steunen.
De heer Van der Wal: Om maar met de deur in huis te vallen, mijn fractie zal tegen dit voorstel
stemmen. Wij beoordelen het huidige Wagenplein als een welkome variatie van de straatwand van de
Lange Marktstraat en wij wil len dit zo houden; dit is ook geheel in overeenstemming met de doelstel
lingen die door de raad voor de binnenstad zijn geformuleerd. Als reden om een 160 m2 grond aan de
O-T-O-S. te verkopen wordt gegeven: „Teneinde te bereiken dat de hoogte van de nieuwe bebouwing
m.n. aan de zijde van de Willemskade tot een aanvaarbaar niveau beperkt blijft is het nodig" enz. Vol
gens ons is dit een drogreden want wie zoals ik, als lid van de Commissie R.O., de ontwerp-tekeningen
heeft gezien, heeft tekeningen gezien van een typisch standaard-kantoorgebouw op basis van de eigen
tijdse vooroordelen, grootschalig in maat, structuur en materiaalgebruik en in niets aansluitend op de
bestaande huidige bebouwing van de Willemskade die voor het grootste deel nog steeds kleinschalig is
met een heel ander materiaal gebouwd. De hoogte doet helemaal niets ter zake, als dit gebouw er komt
is dat stukje Willemskade ook verknald, ook als er een verdiepinkje bovenop staaf. Trouwens wie ga
randeert ons dat er over 5 6 1 0 jaar - wie zal het zeggen - niet weer een verdieping bovenop komt.
Wij willen niet meewerken aan de verloedering van dit stukje binnenstad, dit stukje tussen Lange
Marktstraat en Willemskade, dat ook door andere oorzaken al zo ernstig bedreigd wordt.
De heer Heidinga: Het is nog niet zo heel lang geleden dat er hier in de raad een fractievoorzitter
was die met verheffing van stem uitriep: Tengels af van de terpen. En de raad heeft toen die fractie
voorzitter gevolgd. Er is eens een wethouder geweest in deze raad - nog een beetje eerder - die op een
heel nette manier uitriep, ook met verheffing van stem: Handen af van de pleinen. Toen deed n.lhet
college dat toen achter de tafel zetelde het voorstel om een nieuw gebouw voor de bibliotheek te
stichten op het OIdehoofsterkerkhofDe raad heeft ook die wethouder toen gevolgd en gezegd: Laten
wij dat niet doen, laten wij de pleinen die wij in Leeuwarden hebben intact houden, er komt geen
openbare leeszaal en bibliotheek op het O IdehoofsterkerkhofNu zitten wij met een voorstel om een
stukje van een plein te verkopen. Ik ben het meestal niet eens met de heer Van der Wal en ik ben het
nu ook niet eens met alles wat hij gezegd heeft maar ik ga toch deze keer een heel eind met hem mee.
Als wij nu de Lange Marktstraat in ogenschouw nemen en wij zien daar het gebouw van het Coöp. Ver
zekeringsfonds en dat van de F-B-T-O en wij nemen ook in onze gedachten de uitbreiding die de
F-B-T-O en de Kamer van Koophandel op het ogenblik bezig zijn te plegen, dan is het allemaal het
zelfde genre. Zo wordt zo zachtjes aan - dat zullen wij misschien nog wel beleven - de Lange Markt
straat een grote gesloten wand van 15 meter hoog. En daar zit één gat tussen, om hef maar platweg te
zeggen, één gat van ongeveer 30, misschien 35 meter, en daar loopt de bebouwing rond een leuk
pleintje. Nu zullen wij dus, als wij uw voorstel volgen, van dat pleintje 7 meter weg doen en daar ook
die bebouwing toestaan. In de eerste plaats maken wij er dan een kreupel pleintje van. De doorgang
naar de Willemskade blijft bestaan, het zaakje wordt asymmetrisch. Aan de ene kant is hef een heel
klein pleintje, dan een straatje en aan de kant van de F-B-T-O - is het pleintje wat groter; wij bederven
dat hele spul zoals het er nu ligt, dat is voor mij duidelijk. Dan is de vraag: Is hef bederven van dat
pleintje het waard om te verkrijgen wat ons wordt voorgeschoteld en dat is dan dat het aan de kant van
de Willemskade 3 meter lager blijft. Nu heb ik nog nooit iemand gehoord hier in de stad - misschien
mevr. Brandenburg, maar ik geloof die ook niet - die tegen mij zei dat, als je de bebouwing van de
F.B.T.O. of het marmeren paleis van het Coöp- Verzekeringsfonds - die zijn tot hef maximum gegaan
dat de Bouwverordening toestaat, dus 15 meter - dagelijks ziet en beleeft, dat iets is dat onverteerbaar
is. Integendeel, dat komt niet voor, de mensen wennen daar heel gauw aan want die bebouwing is maar
heel weinig hoger dan de oude bebouwing die er gestaan heeft. Dat is een kwestie van enige meters,
meer niet, het scheelt zelfs niet een hele verdieping. Zo is hef op de Willemskade ook. De panden die
aan de Willemskade staan hebben een dermate hoge verdiepinghoogte dat ze zeker op 1 2 6 1 3 meter de
nokhoogfe hebben, sommige zijn nog hoger. En nu wordt hef door sommigen van onze raad als een be
zwaar gevoeld dat die nieuwe bebouwing tot 15 meter gaaf, maar dat kan het bezwaar niet zijn. Ik zou
het best kunnen begrijpen - ik kan hef ook begrijpen van de heer Van der Wal - als er gezegd wordt:
Die moderne bouwstijl die men tegenwoordig toepast is afschuwelijk. Wel, dat is een kwestie van smaak
en het staat iedereen vrij dat te menen. Maar die hoogte doet het per se niet, naar mijn mening althans
niet. Ik zie op de gronden die u genoemd hebt dus geen reden om uw voorstel te volgen. U zegt in de
raadsbrief: „Teneinde te bereiken dat de hoogte van de nieuwe bebouwing, m.n. aan de zijde van de
Willemskade, tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijft" enz. Maar wie maakt uit waf een aanvaard
baar niveau is, wie maakt uit of dat 13 meter, 14 meter of 15 meter is? Dat zou ik wel eens willen we
ten. Hef lijkt mij bijzonder moeilijk voor u om aan te tonen dat de 13 14 meter die er staaf wel een
aanvaardbaar niveau is en dat, als men nu tot 15 meter gaat, dat niet meer een aanvaardbaar niveau is.
Dat lijkt mij gladweg onmogelijk.
Nog één ding. Ik heb gehoord - ik wil daar graag een categorisch antwoord op hebben - dat de
F.B.T.O. die daar op het ogenblik met een nieuw gebouw bezig is voordat men met dat nieuwe gebouw
begon ook gevraagd heeft of men een stukje van dat pleintje kon kopen; volgens mijn inlichtingen is
dat aan de F.B.T.O. geweigerd. Als dat zo is dan vind ik eigenlijk toch wel dat wij hier gaan meten
met twee maten. Daar wil ik dus echt graag een categorisch antwoord op hebben. Is dit zo?
De hear Singelsma: Ik kin it folslein iens wêze mei hwat de hear Heidinga hjir nei foaren brochf haf
en ek mei hwat de hear Van der Wal sein hat. Ik bin yn it foarste plak ek stroffele oer de wurden „aan
vaardbare hoogte". Ik freegje my óf: Hwat is dat, hwa kin yn'e fredesnamme de hichte fan in beam
skatte? Ik stie fan'e wike noch by Nienoord yn'e Like foar in greafe boekebeam, de iene skatte him op
20 meter, de oare op 30 meter. It is unmooglik om in hichte to skaften op 1 3, 14 of 15 meter. Dus dy
„aanvaardbare hoogte" fyn ik eins in term sunder ienige wêzentlike ynhald. Om dêrfoar in lytsskalich
plein op to offerjen giet my fier genoch. Wy binne hjir yn Ljouwerf alfifen wiis mei de pleinen dy'f