6
De heer De Pree: Ik geloof toch dat het zo is dat je zou moeten proberen te kiezen tussen de twee
uitersten omdat elke regeling daar tussenin bij sommige mensen in het verkeerde keelsgat schiet, pro
blemen geeft enz. enz. Ik zou graag onder voorbehoud dit punt willen bewaren voor de plenaire verga
dering.
De heer Eijgelaar (weth.): Als ik nog even iets mag vragen, bedoelt de heer De Pree als uitersten
alleen de gemeente Leeuwarden of volledig vrij laten? (De heer De Pree: Inderdaad.) Dan heb ik het
goed begrepen. Het volledig vrij laten van de woonplaatskeuze is ook geen haalbare kaart want dan
kan, zoals ik straks al zei, de verplaatsingskostenregeling niet meer van toepassing verklaard worden
omdat je die toch ergens op zult moeten baseren. Als wij met elkaar tot een andere opstelling zouden
komen zouden wij de betreffende verordening aan moeten passen.
De heer De Pree: Daarom wil ik het punt ook aanhouden onder voorbehoud. (De Voorzitter: Wij zul
len het noteren, maar ik neem aan dat wij binnenkort van u nog even horen of u het punt werkelijk in
de plenaire zitting wilt brengen.) Ja, dat zal ik u nog laten weten.
F. Geluidshinder.
De heer De Greef: Ik zou graag de vragen 17 en 20 met elkaar willen verbinden; de vragen 18 en
19 horen er eigenlijk ook een beetje bij maar ik neem de vragen 17 en 20 maar als uitgangspunt. Als
wij een vergelijking maken tussen de bronnen van geluidshinder en de effecten die die bronnen sorte
ren dan kunnen wij eenvoudig constateren - zeker ook als wij kijken naar de maatregelen die een ge
meentebestuur kan nemen - dat er sprake is van enige selectiviteit, selectiviteit omdat wij meten met
verschillende maten en selectiviteit als wij kijken naar de maatregelen die wij überhaupt kunnen ne
men om de bron van de geluidshinder óf te elimineren óf zodanig te veranderen dat er geen sprake meer
is van geluidshinder. Laat ik voorop stellen dat ik vind dat voor elke inbreuk op wat je in algemene
termen de privacy zou kunnen noemen, die in onze samenleving langzamerhand een onderwerp is ge
worden dat de grootste aandacht en zorg heeft, moet worden gewaakt en dat moet worden gezorgd dat
de privacy beschermd wordt. M.a.w., geluidshinder is een overlast die wij zullen moeten trachten in te
dammen. Als je kijkt naar de mogelijkheden die wij hebben dan kunnen wij constateren dat, als wij
naar Leeuwarden kijken, een belangrijk deel van de bevolking overlast heeft, hetzij psychologisch
hetzij emotioneel hetzij ook daadwerkelijk, van de vliegbasis, dat de omwoners van cultuurcentra,
commerciële bar-dancings of centra van de P.T.T. last hebben van hetzij voertuigen hetzij muziek en
dergelijke en dat wij daarbij verschillend optreden. Mijn vraag is eigenlijk - dat was ook de bedoeling
van de gestelde vragen Hoe stelt het gemeentebestuur zich daarbij op? Met een beetje fantasie lees
ik dat wij t.a.v. de vliegbasis nauwelijks in staat zijn om effectieve maatregelen te nemen omdat het
algemeen belang met zich mee brengt dat die vliegbasis niet zo maar verplaatst kan worden; daar zit
ten bovendien enorme financiële lasten aan. Als ik dat nu vergelijk met een jongerencentrum als Hippo
dan moet ik constateren dat je ook van een belangenafweging zou kunnen spreken. Ik denk dat dat de
vergelijking is tussen last van geluidshinder en de belangenafweging die je kunt maken. Is het bij de
vliegbasis het landsbelang, bij een jongerencentrum en ook bij een bar-dancing zou je kunnen spreken
van particulier belang van een bepaalde groep die zich inspant of vertier zoekt. Ik weet dat de over
last die b.v. een jongerencentrum als Hippo heeft veroorzaakt geleid heeft tot een aantal maatregelen
waarvan de meest vergaande was het intrekken van de muziekvergunning. Er is een tijdje door een in
gestelde commissie gesproken om te kijken wat er precies aan de hand was en ik dacht dat dat al een
tijdje aan de gang was zonder dat mij op dit moment duidelijk is op welke wijze er nu met de geluids
hinder die door dit jongerencentrum wordt veroorzaakt wordt omgegaan. Mijn vraag is dan tweeledig:
a. de afweging van de belangen die heeft plaats gevonden bij het intrekken van de muziekvergunning
van dit jongerencentrum en b. de maatregelen die het gemeentebestuur op dit moment denkt te nemen
om uit deze impasse te komen. Ik heb n.l. begrepen dat het intrekken van de muziekvergunning bete
kent dat de activiteiten van dit jongerencentrum op een vitaal punt stil worden gelegd en dat dat in
het kader van toekomstig jeugd- en jongerenbeleid in Leeuwarden wel eens effecten zou kunnen sorte
ren die minder wenselijk zouden kunnen zijn.
De Voorzitter: Eerst even een meer algemene opmerking. Ik ben het met u eens dat wij als gemeen
tebestuur mede-verantwoordelijk zijn m.b.t. geluidshinder; wij moeten trachten geluidshinder in te dam
men. Dat is een van de problemen die in een samenleving in toenemende mate zorgen geven. Het is
ook - daarom zeg ik dat wij mede-verantwoordelijk zijn - een taak van de gemeentebesturen om te
trachten reële geluidshinder zoveel als mogelijk is in te dammen. Dat is een algemeen punt. Veel moei
7
lijker wordt het als je de vraag stelt: Wat kan je doen, wat zijn je mogelijkheden? Dan moeten wij
gewoon constateren dat er bepaalde vormen van geluidshinder zijn waar wij heel weinig aan kunnen
doen als lokaal bestuur; er zijn andere vormen van geluidshinder waar wij als lokaal bestuur wel wat
aan kunnen doen met de mogelijkheden die wij hebben, o.m. in de A.P.V. Het is duidelijk dat wij, als
wij geen middelen hebben om op te treden, vrij machteloos zijn. Als wij morgen - laat ik een voor
beeld noemen dat niet in de praktijk speelt, maar het is een mooi voorbeeld - uit de Spoorstraat of de
Willem Lodewijkstraat berichten zouden krijgen dat men daar 's nachts moeilijk kan slapen omdat er
tot laat in de avond nog steeds treinen van Groningen naar Leeuwarden heen en weer rijden dan zijn
wij niet bij machte te zeggen: Die treinen moeten niet meer rijden. Die geluidshinder zal men, hoe
vervelend die ook kan zijn, moeten aanvaarden. In feite geldt natuurlijk hetzelfde voor de hinder van
de vliegbasis. Daar doen wij als lokaal bestuur direct ook niet veel aan. Dat impliceert niet dat wij dat
maar over ons heen laten gaan, want het is u net zo goed als ons bekend dat in overleg tussen het pro
vinciaal bestuur, een aantal gemeentebesturen en mensen van de vliegbasis een commissie is gevormd
die dit probleem kritisch volgt en daar het nodige aan doet. Dus als individuele gemeente kan je niet'
veel anders doen dan je inbreng leveren in die commissie; dat doen wij ook. Ik wil u ook nog wel zeg
gen - de laatste tijd gebeurt dat eigenlijk nooit meer - dat het wel eens is gebeurd dat er incidenteel
geluidshinder plaats had vanaf de vliegbasis waarbij wij de indruk hadden dat die voorkomen had kun
nen wordenWi j hebben daarover dan steeds rechtstreeks contact opgenomen met de commandant van de vlieg
basis en ik geef u de verzekering dat wij dat dan altijd op goede wijze hebben kunnen bespreken. Het
is mij bekend dat men alles doet om de hinder van vliegtuigen vooral in de meest bevolkte gebieden
van dit deel van de provincie zoveel mogelijk te kappen; er zijn duidelijke instructies in die richting.
Maar nogmaals, wij kunnen niet anders dan op een bepaald moment in incidentele gevallen met de
commandant van de vliegbasis praten als wij de indruk hebben dat men buiten de normale schema's om
gegaan is; dat doen wij dan ook. Overigens werken wij mee in de Commissie Geluidshinder. Dan de
concrete vragen van de heer De Greef en dan komen wij bij de punten ten aanzien waarvan wij wel bij
machte zijn iets te doen. Ik kan u de verzekering geven dat dat bij ons altijd een kwestie is van het
afwegen van belangen tegen eikaar. Dat is bijna altijd zo, want het komt zelden voor dat er geluids
hinder is die je gewoon kunt stoppen zonder één enkel belang te schaden. Dat gebeurt slechts een heel
enkele keer en in zo'n geval treedt de politie ook op. Er is wel eens ergens plotseling geluidshinder
door het een of andere feestje dat zonder vergunning wordt gehouden en in zo'n geval treedt de politie
op als er over wordt geklaagd. Er zijn andere problemen - en dan kom ik wat dichter bij datgene wat
de heer De Greef ter sprake bracht - die optreden bij een jongerencentrum als Hippo en ook bij zaken
in de Grote Hoogstraat en een aantal andere straten; gelukkig hebben wij niet veel van dergelijke
straten in Leeuwarden. Hierbij is het gewoon een kwestie van het afwegen van belangen, de belangen
van de mensen die hun beroep uitoefenen en de mensen die graag uitgaan aan de ene kant en de belan
gen van de mensen die er hinder van hebben aan de andere kant. Hetzelfde gebeurt bij Hippo; er zijn
omwonenden die hinder hebben van dit centrum, maar het is een van de jongerencentra waaraan ken
nelijk duidelijk behoefte is. Wij wikken en wegen in zo'n geval en trachten in zulke gevallen eigen
lijk nimmer rigoureus naar een van beide kanten op te treden. Ik geef toe dat het zoeken van een com
promis zelden een oplossing oplevert die voor een ieder bevredigend is; erkend moet worden dat dat ge
woon zo is. Wij trachten echter toch in de meeste gevallen met de belangen van beide partijen zoveel
als mogelijk is rekening te houden en richten daar ook onze maatregelen op. Dat is een aantal keren
gebeurd in het gebied rondom de Grote Hoogstraat en dat is ook bij Hippo gebeurd. Een stukje duide
lijkheid is daar wel, niemand hoeft daar in het onzekere te verkeren. Er is daar een regeling voor ge
troffen en ik heb de indruk dat het redelijk loopt, hoewel ik niet graag zou willen beweren dat Hippo
tevreden is en ik ook niet wil beweren dat de omwonenden tevreden zijn want dat is niet zo. Wij heb
ben echter wel de indruk dat met de belangen van beide partijen rekening is gehouden. Ik wil u ook
wel zeggen dat wij niet van plan zijn om het beleid dat op dit moment wordt gevoerd te wijzigen, ten
zij er toch zodanige klachten van omwonenden komen dat die ons dwingen om verdergaande maatrege
len te nemen, of het omgekeerde; dat sluit ik ook niet uit. Op het ogenblik overwegen wij echter geen
wijzigingen. Dat is mijn heel concrete antwoord m.b.t. Hippo en omgeving.
De heer De Greef: Ik zou nog twee opmerkingen willen maken. In de eerste plaats is het zo dat
Hippo een gesubsidieerde welzijnsinstelling is waarbij ook bij de start het element geluidshinder aan
de orde is geweest. (De Voorzitter: U weet dat wij geen tweede instantie hebben in de afdelingsverga
deringen.) Ik dacht toch dat het gebruikelijk was nog even te reageren. (De Voorzitter: Nee, dat is
niet zo, maar maakt u het kort.) Bij de start van het centrum is ook sprake geweest van eventuele
maatregelen die men toentertijd al had kunnen nemen om deze situatie te vermijden. Mijn vraag is:
Bestaat op dit moment nog de mogelijkheid om zodanige voorzieningen aan te brengen dat de geluids
overlast beperkt wordt?