16 gadering om niet die groep jonge architecten in te schakelen was dat je geen garanties zou hebben dat de uitwerking van het bestek zou voldoen aan de geldende curveprijzen die het Ministerie van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening hanteert. Ik heb dat in de commissievergadering betwijfeld, maar toen er een voorstel werd gedaan om een bepaald bureau in te schakelen dat bekend staat als een jong architectenbureau werd gezegd dat dat bureau waarschijnlijk niet zou kunnen voldoen aan de eisen. Ik was er verbaasd over dat dat bureau dat niet zou kunnen en ik heb dat nog eens nagevraagd. Mij is ge bleken dat dat bureau best in staat zou zijn om aan een opdracht tot het maken van een schetsplan voor dit gebied te voldoen. (De Voorzitter: Volgens wie, volgens dat bureau zelf?) Volgens de informaties die ik heb gekregen. Ik heb zelf niet de naam van dat bureau genoemd in de commissievergadering, die is genoemd door een lid van de P.v.d.A. Ook in die partij was men kennelijk van oordeel dat het wel zou kunnen en dat het inschakelen van een jonge architect zou kunnen bijdragen tot een aardig scala van plannen. Omdat ik er erg voor geporteerd ben dat er nog een naam wordt toegevoegd heb ik een voorstelletje gemaakt dat ik graag aan de raad voor wil leggen. Het luidt: "De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 13 september 1976, besluit de Commissie Woningbe drijf te verzoeken aan de gemeenteraad een voordracht te doen van een jong architectenbureau dat mede verzocht wordt een ontwerp-plan voor de nieuwbouw van woningen in het gebied Linnaeusstraat in te dienen." Dit voorstel is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot Van der Wal. De heer Heidinga: Mijn fractie is er wel goed over te spreken dat j nu met dit voorstel komt, dat u het niet heeft laten wachten tot de volgende raadsvergadering en dat u het tussentijds aan de agenda van deze vergadering heeft toegevoegd. Wij zijn n.l. van mening dat er wel de nodige haast geboden is. Wij hebben wel eerder uiteen gezet hoe wij daarover denken, ook in verband met de voortgang van de woningbouw in onze stad. Gezien wat er allemaal op stapel staat en waar in de heel nabije toe komst kan worden gebouwd is het o.i. van bijzonder groot belang dat dit plan zo snel mogelijk in pro cedure komt omdat het mogelijk straks kan helpen een gat op te vullen. Een andere vraag is of deze procedure nu werkelijk wel zo'n geweldige procedure is. Wij zijn van mening van niet, maar wij zullen ons er natuurlijk helemaal niet tegen verzetten; wij zien wel wat daar uit komt. Als de Commissie Woningbedrijf, b. en w. en weet ik wie allemaal het graag eens op deze manier willen proberen, laten wij het dan maar doen. Dan zullen wij wel eens zien wat de moei lijkheden zijn en wat daarbij allemaal overwonnen moet worden. Ik wil mij wel graag aansluiten bij hetgeen de heer Knol gezegd heeft: Laten wij alsjeblieft de uiterste zorg besteden aan de opstelling van zowel de opdracht als van wat moet worden uitgevoerd en hoe het moet worden gedaan, zodat men concrete dingen heeft en niet iedereen er onderuit kan. Want ja, onder de architecten zijn natuurlijk ook gladjanussen, dat weten wij allemaal wel. (De Voorzitter: Wat betekent dat woordje "ook", mijn heer Heidinga?) Dat die in het leven meer voorkomen, mijnheer de voorzitter. (Gelach) (De heer Rijpma (weth.): U hebt geen groep op het oog?) Bij welke categorie laat ik graag in het midden. Maar in alle ernst, wij menen wel dat wij ons volledig aan kunnen sluiten bij hetgeen de heer Knol heeft gezegd, want dat is van bijzonder groot belang voor de voortgang van deze zaak. De heer Knol heeft er een beetje irriterend - voor mij dan - over gesproken dat het voorstel de vorige keer is aangehouden op aandrang van sommige belangengroepen. Dat is natuurlijk niet waar. Als dit voorstel is aangehouden dan is dat gebeurd omdat er aangaande deze zaak moeilijkheden waren opgesloten in de manier waarop dat voorstel was geredigeerd. Als wij die moeilijkheden op tijd kunnen voorkomen dan moeten wij dat doen. Gelukkig hebben wij een verstandig college, gelukkig had het college op tijd in de gaten dat de manier waarop de zaak voorgesteld werd vrij zeker moeilijkheden zou geven en daarom hebben zij het voorstel aangehouden. Maar dat is niet gebeurd onder de druk van enige belangengroep. Dat is absoluut niet waar. Dat de heer Knol meent dat van de Commissie Openbare Werken een grote steun uitgaat voor b. en w. om een bepaald voorstel te doen, nou, als leden van de Commissie Openbare Werken zijn wij daar natuurlijk bijzonder mee ingenomen, hoewel ik de waarheid er van in twijfel trek. Ik zou graag willen dat men er bij het Woningbedrijf over nadenkt of het mogelijk is - ik weet niet of het kan, maar ik wil dat graag weten - dat de opdracht aan alle 5 architecten gegeven wordt. Er moeten ongeveer 200 woningen gebouwd worden; dat zou dan 40 a 50 woningen per architect wor den. Dan zouden wij een aardig gedifferentieerd plan kunnen krijgen. Ik weet eigenlijk niet of het kan, maar als het wel zou kunnen, als daar een modus voor zou zijn te vinden, dan zou het wel eens zeer tijdbesparend kunnen werken. Ik wil dit alleen maar in overweging geven, denk er eens over. De heer Eijgelaar (weth.): Ik geloof dat ik kan constateren dat twee van de drie sprekers het er mee eens zijn dat de zaak zo in procedure gebracht wordt als wij nu hebben voorgesteld. 17 De heer Knol is begonnen met te zeggen dat het eigenlijk van belang is dat er nu een strak tijd schema wordt aangehouden, ik ben dat met hem eens. Het is de bedoeling om - daar wordt in ieder ge val naar gestreefd - deze opdracht aan de architecten binnen een halfjaar rond te krijgen, dat wil zeggen de hele daaraan verbonden beoordeling daarna ook. Dat er een nauwkeurige opdracht geformu leerd moet worden, een program van eisen, ben ik ook met hem eens. Wij hebben dat ook geprobeerd. Ik neem aan dat die bij de stukken ter inzage heeft gelegen. Wij menen dat dat een voldoende basis is en een voldoende garantie biedt om tot een verantwoord schetsplan te komen, zodanig dat de verschil lende plannen ook in onderling verband te vergelijken zijn. De heer Knol heeft zich er over verbaasd - hij vond het merkwaardig - dat er in de raadsbrief niet gesproken is over de inbreng die het huurderscomité in de gevarenzone heeft geleverd en dat er ook niets in staat over de wijze waarop dit verder zal worden geregeld. Het is voor mij een vanzelf sprekendheid - ik heb dat, dacht ik, in het verleden ook bij herhaling gezegd - dat de bewoners er bij betrokken worden. Zij zijn er tot nu toe bij betrokken en zij blijven er bij betrokken. Ik denk - ik weet niet precies hoe dat allemaal gestructureerd moet worden - aan een contactgroep, maar dan niet een contactgroep waarin alleen bewoners van de betreffende wijk zitten maar ook bewoners van de om liggende wijken omdat ook zij er duidelijk belang bij en belangstelling voor hebben wat in het betref fende gebied wordt gerealiseerd. Wij moeten daarbij wel oppassen dat wij niet de verwachting wekken dat de woningen die daar gebouwd zuilen worden ook allemaal in de eerste plaats voor deze mensen bestemd zijn; dat is nog zeer de vraag. Maar het is juist goed dat deze mensen er wel bij betrokken worden omdat zij dan weten wat de mogelijkheden maar ook wat de moeilijkheden zijn. Daarom heb ik er geen moeite mee toe te zeggen dat deze mensen er bij zullen worden betrokken; dat is vanzelfspre kend. Ik heb dat trouwens in de vergadering van de Commissie Openbare Werken en de Commissie Wo ningbedrijf al gezegd; daar heeft de heer De Greef terecht op gewezen. De heer Heidinga heeft nog eens benadrukt wat de heer Knol heeft gezegd m.b.t. de zorgvuldig heid die betracht moet worden t.a.v. het program van eisen. Misschien heeft de heer Heidinga kennis genomen van hetgeen daarover ter inzage lag. Als hij daar een aanvulling op heeft dan willen wij dat natuurlijk graag nader bekijken. Of het zinvol is om nog eens na te gaan of alle vijf architecten de opdracht kunnen krijgen weet ik niet. Toen ik dat in de gezamenlijke commissievergadering heb genoemd werd dat daar niet als een zinvolle zaak gezien omdat men dan toch wel grote moeilijkheden vreesde en het zeer de vraag is of het een snellere realisering tot gevolg zal hebben. Dan nog iets over het voorstel van de heer De Greef. Ik geloof dat wij daar niet op in moeten gaan. Wij hebben nu een vijftal architecten genoemd en wij menen dat deze vijf allen ervaring hebben op het gebied van het realiseren van woningwetwoningen. Wanneer daar nu een ander bureau bij ingeschakeld zou worden acht ik het niet onwaarschijnlijk dat dat vertragend zou kunnen werken. In ieder geval zou er een uitbreiding met nog een architect komen en ik geloof dat wij aan vijf ervaren architecten die hun sporen hebben verdiend - je moet ergens een grens stellen - toch wel genoeg hebben. Je zou dit natuurlijk eindeloos uit kunnen breiden, zoals op een bepaalde plaats ook wel is gebeurd. Als wij snel willen werken moeten wij m.i. op deze wijze proberen tot een afronding te komen; wij zullen deze mensen moeten vragen of zij een schetsplan willen indienen onder de voorwaarden zoals die in het raadsvoorstel zijn genoemd. De heer De Greef: Ik zou nogmaals mijn voorstel toe willen lichten, want ik geloof niet dat het door de wethouder helemaal goed is begrepen. Tijdens de discussie in de commissievergadering was het argument voor afwijzing dat er geen garanties konden worden gegeven door een jong architectenbureau vanwege de kans op kredietoverschrijding. Nu, dat is een vrij gebruikelijke zaak als je kijkt bij de uitvoering van plannen, dat is niet het voorrecht van jonge architectenbureaus. In de tweede plaats dit. Het ging er om een zo breed mogelijk aanbod te krijgen van plannen teneinde de nodige variëteit in de uitvoering te kunnen garanderen. Ik heb zelfs voorgesteld om een bepaalde architect die vrij dominant het beeld in onze stad heeft bepaald eens een keer over te slaan. Daarom vraag ik nu ook om toevoeging van een jong architectenbureau waarvan ik verwacht dat het weer wat nieuw bloed in zal brengen. Het is ook geen nieuw voorstel, het is uitvoerig in de commissievergadering besproken. Een ander argument van de wethouder lijkt mij een onnodig argument, n.l. dat het vertragend zou kunnen werken. Dat hoeft niet, u kunt de architecten nu aan het werk laten gaan als de raad beslist en over 3 weken het andere architectenbureau de opdracht daartoe verlenen. Die 3 weken levert geen onein dige vertraging op, dat strijkt zich als het ware wel glad. Ik had gehoopt dat ik dit voorstel dat al in de commissie is besproken in de raadsbrief terug zou vinden. Dat is niet gebeurd en daarom vraag ik er nu om

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 9