22 Punt 16 (bijlage no. 376). De Voorzitter: Bij dit punt is tevens in discussie een brief van het presidium van het Oude Stads- wijkenoverleg Leeuwarden die u ter kennis is gebracht. Mevr. Visscher—Bouwer:Wij hebben thans voor ons het voorstel van b. en w. betreffende de Kamp te Wirdum; dat voorstel houdt in het verzoek om de Kamp te Wirdum aan te wijzen als rehabilitatie- gebied af te wijzen. Over dit gebied is in de loop der jaren al heel wat af gepraat. Toen indertijd een bestemmingsplan voor Wirdum werd vastgesteld was men het er over eens dat de Kamp moest verdwijnen en in het bestemmingsplan werden dan ook op deze plaats een paar rijtjes nieuwe woningen gepland waarvan wij het er nu al met elkaar over eens zijn dat die er in ieder geval zo niet uit moeten gaan zien ook al zouden wij de Kamp niet rehabiliteren. Er werd van het rijk toestemming verkregen om dit gebiedje te saneren. Een bewoond gebied is echter niet af te breken zolang er nog bewoners zijn en het proces om zo'n heel gebied te saneren duurt lang. Ook t.a.v. de Kamp was dit het geval en een deel van de Kamp staat er nog steeds. De ideeën over het afbreken van oude woonbuurten zijn inmid dels totaal veranderd en men ontdekte ook in Wirdum dat dit oude stukje Wirdum toch wel sfeer had en door welke nieuwbouw dan ook niet te vervangen zou zijn. Zodoende werd het verzoek gedaan het saneringsbesluit terug te draaien. Inderdaad werd hiervoor door het rijk uitstel verleend. Het dorp riep een commissie tot behoud van de Kamp in het leven, waarna het boekje "Saneren of rehabiliteren van de Kamp te Wirdum" werd samengesteld. Ook door de gemeente werd onderzoek gedaan. Alles bleek ook financieel niet zo eenvoudig te zijn. Uit de raadsbrief blijkt dat behoud van de Kamp geen stede- bouwkundige bezwaren ontmoet en dat men er in het dorp zeer aan hecht dit stukje Wirdum te bewaren. Ook wij zijn van mening dat wij zeer voorzichtig moeten zijn met het afbreken van zulke oude buurtjes. Het afbreken van de Kamp zal zeker ook een uitholling betekenen van de Greate Buorren. Wij vragen ons af of de 57.000,kosten reden mag zijn om de rehabilitatie van de Kamp af te wijzen. Wij vragen ons ook af of er geen andere oplossingen zijn dan de door u voorgestelde om panden door de gemeente te verwerven en te herstellen wat zeer duur zou zijn. Wij willen hierover vandaag dan ook geen beslissing nemen en het rapport van de h.t.s-werkgroep afwachten; die werkgroep bereidt n.l. thans een alternatief werkprogramma voor. Wij komen daarom nu met de volgende motie. In deze motie hebben wij geen termijn gesteld, maar wij vinden wel dat het rapport van de werkgroep ons binnen 8 maanden zal moeten bereiken. De motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, bijeen op 25 oktober 1976, besluit vandaag alleen een be slissing te nemen over punt 4 van bijlage no. 376, n.l. het aanleggen van riolering in de Kamp te Wirdum, en de beslissing over de verdere gang van zaken uit te stellen totdat de exacte tekst van de door u voorgestelde instandhoudingsregeling bekend is en het alternatieve plan waar in Wirdum mo menteel aan wordt gewerkt in ons bezit is." Deze motie is behalve door mij ook ondertekend door de heer Piet van der Wal. De heer Heidinga: De Kamp in Wirdum is een aardig oud stukje Wirdum. Het is begrijpelijk dat zeer veel Wirdumers vooral gevoelsmatig aan dit stukje dorp gehecht zijn en er prijs op stellen dat het behouden blijft. Dat deze liefde echter zo ver zou gaan dat ook veel Wirdumers graag in de Kamp zou den willen wonen en.ook veel tijd en geld zouden willen besteden aan renovatie van het gebied is mij niet gebleken. Het wordt wei zo gesteld in het dorp. Er wordt in het dorp ook gesteld dat de gemeente te voortvarend is en nu het voorliggende besluit over de Kamp er zogenaamd door wil drukken. Dat is naar mijn mening niet zo. Er is een overleg van jaren geweest met de Wirdumers. Dat heeft geleid tot plannen en suggesties en dat alles is in onze dienst en op het stadhuis uitvoerig bekeken en overwogen. Uiteindelijk komt het college nu met een voorstel. Ik acht dit alles volstrekt normaal, er is geen door drukkerij of opjutterij bij. Het voorstel op zichzelf vind ik ook helemaal niet slecht, maar het is bij de Wirdumers niet in goede aarde gevallen. Men zegt nu: Er is immers volstrekt geen haast bij. Bij de Wirdumers is bovendien slecht gevallen dat men niet weet of er na sanering nog weer bebouwing zal komen en hoe die dan zal zijn. Men is n.l. in Wirdum zelf nogal actief betreffende de Kamp. Er zijn momenteel een aantal h.t.s.-ers bezig een plan te maken voor het renoveren van de Kamp en het be stuur van Dorpsbelang meent zeker te weten dat er voldoende belangstelling bestaat voor bewonen en opknappen door de bewoners. Er zou dan, dacht ik, ook reden kunnen zijn dat de raad vanavond de gevraagde beslissing t.a.v» de Kamp niet neemt doch de Wirdumers de tijd gunt om hun stellingen te bewijzen of waar te maken. Dat zou dus neer komen op hetzelfde als mevr. Visscher-Bouwer ook al beredeneerd heeft. Maar er zit meer aan vast, er is echt een "maar" bij. Er ligt een goedgekeurd be stemmingsplan op dat gebied. Het is vrij zeker dat dat nooit uitgevoerd wordt, maar het is er en het heeft rechtskracht. Als wij dus het besluit dat b. en w. op het ogenblik voorstellen te nemen vanavond 23 uitstellen dan kunnen wij met de riolering niet vooruit, dan kunnen wij wel riolering aanleggen op grond van het bestemmingsplan, maar dat willen wij niet; ik wil dat tenminste niet, ik wil daar niet een riolering hebben die eigenlijk geënt zou zijn op het bestemmingsplan waarin de doortrekking van de Jacob Algerasingel is voorzien, dat moeten wij niet hebben. De riolering die wij in de Kamp zou den willen aanleggen past te enen male niet in het bestemmingsplan en dat zal onherroepelijk tot ge volg hebben dat er dan weer helemaal niets gebeurt. De gemeente kan natuurlijk niet aan het overwe gen blijven. Er moet zo nu en dan ook eens iets worden beslist; dat doen wij toch al niet zo vaak. Hier is dat het geval t.a.v. de riolering. Er moet, hoe dan ook, riolering komen in de Kamp. Naar mijn mening is het zo dat wij er, als wij besluiten er riolering aan te leggen, eigenlijk ook rekening mee houden dat er altijd woonbebouwing zal blijven of opnieuw zal komen. Ik vraag mij dan ook af of een oplossing in deze geest mogelijk is - in feite een oplossing om de kool en de geit te sparen - dat wij vanavond wel de beslissing nemen die b. en w. voorstellen; wij kunnen dan met de riolering begin nen. Wij moeten er echter dan wel direct bij beslissen dat de Wirdumers de gelegenheid krijgen - wat mij betreft tot 1 mei of 1 juni 1 977 - om aan te tonen dat het kan op de manier zoals zij het graag willen. Vóór die tijd gaat dan alleen het rioleringsplan van start op grond van de instandhoudingsrege ling; dan kunnen wij buiten het bestemmingsplan om. Voor het overige kan er dan het nodige overleg worden gevoerd m.b.t. het plan, aanpassing financiële mogelijkheden enz. Ik ben van plan in deze geest een voorstel in te dienen. Ik wil wel graag de reactie van de wethouder daarop horen. Als u het op prijs stelt wil ik het voorstel wel vast voorlezen. Het luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 oktober 1976, besluit: het voor stel van b. en w. betreffende de instandhoudingsregeling voor de Kamp te Wirdum te aanvaarden, ech ter met de volgende beperkende bepalingen: De uitvoering van dit besluit wordt opgeschort tot 1 mei 1 977 om de dorpsgemeenschap Wirdum gele genheid te geven tot het definitief uitwerken van hun werkplan betreffende: 1. de bereidheid van de huidige bewoners tot woningverbetering en/of verhuizing; 2. de mogelijkheid tot vervangende en aanvullende aangepaste nieuwbouw; 3. schetsontwerpen voor het gebied en de woonomgeving en de financiële aspecten daarvan; 4. tijdplanning voor bovengenoemde werken. Toelichting: Als het besluit nu wel wordt genomen geeft dit de gemeente de gelegenheid met de aan leg van de riolering te beginnen en ook de nodige voorbereidingen te treffen. Bovendien is het een aansporing voor Wirdum om aan te tonen dat hun verwachtingen en planvoorbereidingen goede grond hebben." Dit voorstel draagt behalve mijn handtekening ook die van de heer Jansma. De heer Van der Wal: Uit het feit dat ik de motie van mevr. Visscher mee-ondertekend heb blijkt al dat wij niet mee kunnen gaan met het voorstel van b. en w. dat ter tafel ligt. Het is misschien wel goed de mogelijkheden van de Kamp op te noemen. Afgezien van de riolering waar wij het eigenlijk allemaal wel over eens zijn dat die aangelegd moet worden - ik begrijp overigens niet wat een riole ringsplan met het bestemmingsplan te maken heeft, maar dat kan de wethouder misschien duidelijk ma ken - zijn er voor de Kamp 4 mogelijkheden: 1 De gemeente doet niets en laat de ontwikkeling op zijn beloop, terwijl de overgangsregelingen van het bestemmingsplan van toepassing zijn; dat geeft een kans op herstel maar ook een kans op verdere verkrotting; 2. De gemeenteraad kan verklaren dat het gebied nog 25 jaar als woongebied blijft bestaan; dan is de individuele woningverbeteringsregeling van toepassing die per 1 januari a.s. ingaat; 3. De gemeente kan daadwerkelijk rehabiliteren; dat is dan ook het voorstel zoals dat in het advies van de D.S.O. naar voren komt en dat de gemeente dan m.b.t. de woonomgeving 57.000,kost; 4. Saneren of - een beetje verzacht - op termijn van 10 jaar saneren en in de tussentijd een andere instandhoudingsregeling hanteren dan de regeling die op het ogenblik geldt, n.1al leen een instandhoudingsregeling met tot doel op termijn saneren; dat heb ik althans in de commissievergadering van de wethouder begrepen. Afgezien van het feit dat ik mij niet bevoegd voel om een beslissing tot sanering over 10 jaar te nemen - wie weet hebben wij dan het tienvoudige over voor handhaving van dit soort dorpsachtige woongebiedjes; dat zou kunnen ge zien de ontwikkelingen van de laatste jaren - zal het u waarschijnlijk wel duidelijk zijn dat wij voorstander zijn van rehabiliteren van dit gebied. Mevr. Visscher heeft daarvoor een aantal argumen ten opgenoemd die ook de onze zijn; ik zal ze niet herhalen. B. en w. komen in de raadsbrief tot de conclusie dat er op termijn gesaneerd moet worden. Daar liggen financiële motiveringen aan ten grond slag. Er wordt gesteld - ik lees nu even voor uit de nota die praktisch integraal in de raadsbrief is overgenomen -: "Het tekort van 57.000,-- is relatief erg hoog. Het komt evenwel nagenoeg over een met de raming van het tekort voor dit gebied zoals dit is opgenomen in het totaal-overzicht voor de ramingen van de tekorten van alle rehabilitatieplannen binnen de gemeente gedurende de eerst-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 12