28
gen juist wel in dit gebied woonachtig zijn. U noemt in de raadsbrief de bewoners van dit gebied ge
dupeerden. Welnu, sommigen van hen zijn dat zelfs in dubbel opzicht, omdat zij meenden er op te mo
gen rekenen een nieuwbouwwoning aan de Nieuweburen te kunnen betrekken en in die mening waren
zij gebracht, eventueel gesterkt. Mijn fractie is het met u eens wanneer u in de raadsbrief meedeelt
deze gang van zaken te betreuren. Mijn fractie is het ook met u eens wanneer u schrijft sommige van de
gemaakte afspraken niet terug te kunnen draaien. Voor sommige van die afspraken geldt dat inderdaad
naar de mening van mijn fractie, n.l. in die gevallen waarin deze afspraken schriftelijk zijn bevestigd.
Als ik goed ben ingelicht betreft dat 2 van de 6 woningen. Wat de overige 4 woningen betreft is mijn
fractie het dus niet met u eens en ik zou u dringend willen vragen die toezeggingen gestand te doen
die zijn gedaan aan bewoners uit het te saneren gebied Vijzelstraat en die vermoedelijk eerder zijn
gedaan. Juist omdat er in de toekomst in dit deel van de binnenstad nog meer op stapel staat is een
verantwoord en tactvol optreden een eerste vereiste.
De heer Sterk: Ik heb een paar vragen n.a.v. het preadvies. In de eerste plaats zou ik willen op
merken dat er voor dit kleine gebied 70 aanvragen zijn binnengekomen. Dat getuigt er wel van dat wij
op de goede weg zijn met het renoveren van de binnenstad, want er is een geweldige vraag naar de
gerenoveerde woningen. In de raadsbrief staat in de 8e en 9e regel van onderen: "Inmiddels zijn ech
ter voor een aantal woningen van de onderhavige zes woningen aan de Nieuweburen bindende afspra
ken gemaakt." De heer Buising heeft er al het een en ander over gezegd, maar ik heb daar ook nog
een paar vragen over. Gaat het om schriftelijke of om mondelinge toezeggingen? Hoeveel waarde moet
in dit verband toegekend worden aan de mondelinge toezeggingen die zijn gedaan in de vergadering
van de bewoners en de projectgroepen? Welke toezegging kunt u doen t.a.v. de mensen die u gedu
peerden noemt? Wat kunt u op dit moment nog voor deze mensen doen?
De heer Eijgelaar (weth.): Zoals ook uit de raadsbrief blijkt betreuren wij deze gang van zaken
bij de verhuur van de panden aan de Nieuweburen. Ik geloof niet dat het erg zinvol is om de hele
voorgeschiedenis nog eens de revue te laten passeren. Ik heb twee weken geleden een aantal bewoners
op het spreekuur gehad; wij hebben toen de zaak vrij uitvoerig besproken. Er is na die tijd nog een ge
sprek geweest van een paar ambtenaren met enkele mensen van de wijk. Wij zullen proberen deze zaak
zo goed mogelijk tot een oplossing te brengen met de betrokkenen. Er zijn inderdaad een paar bindende
toezeggingen gedaan. De vraag is wat als bindend beschouwd moet worden; is alleen een schriftelijke
toezegging bindend of moet ook een mondelinge toezegging als bindend worden beschouwd? Op dit mo
ment is het zo dat er in ieder geval 4 gegadigden in dat gebied zijn waarvoor nog 3 woningen beschik
baar zijn. Er komen ongeveer binnen een jaar nog 3 panden in dit gebied gereed die ook beschikbaar
kunnen zijn voor de bewoners uit dat gebied. Wij zullen in onderling overleg, ook met de betrokkenen,
gewoon moeten proberen tot een zo goed mogelijke oplossing te komen. Ik geloof dat het juist is dat
deze zaak van de verhuur van deze panden volgende week in de Commissie Woningbedrijf aan de orde
komt en dat wij regelingen treffen èn met de D.S.O. èn met het Woningbedrijf opdat dit soort storingen
in de toekomst niet meer kan voorkomen. Nogmaals, wat concreet dit geval betreft zullen wij proberen
op heel korte termijn - als het kan in overleg met betrokkenen - tot een toch wel goede oplossing te
komen. Ik hoop dat dat zal lukken, is het niet op heel korte termijn dan toch wel op iets langere ter
mijn. Wij zullen daar ons uiterste best voor doen. Wij zullen proberen de kortsluiting die er is ont
staan in de toekomst te voorkomen en voor wat dit moment betreft de last en de teleurstelling tot een
minimum te beperken.
De heer Buising: Ik vraag mij even af of ik uit de woorden van de wethouder op mag maken dat hij
mijn vraag wat de 4 van de 6 woningen betreft bevestigend beantwoordt of niet. (De heer Eijgelaar
(weth.): Ja, 4 van de 6 en niet 6 van de 6. Er zijn 2 schriftelijke en 2 mondelinge toezeggingen ge
daan.) Dan weet ik voldoende.
De heer Sterk: Ik zit toch een beetje moeilijk met die mondelinge toezeggingen. In de eerste ver
gadering van de bewoners en de projectgroep zijn er ook mondelinge toezeggingen gedaan, meen ik.
Bedoelt de wethouder nu die zelfde toezeggingen of heeft hij het over andere mondelinge toezeggin
gen? Dat wil ik nog graag even weten.
De heer EijgelaarI(weth.): Waar de heer Sterk op doelt heeft betrekking op de vergadering die
belegd was door de D.S.O. Waar ik over praat zijn toezeggingen die gedaan zijn door het Woningbe
drijf. Daar zit dus wel enig verschil tussen en daar zit ook de kortsluiting. Wij moeten dat in de toe
komst voorkomen. Wij kunnen er nu alleen maar voor zorgen dat de pijn voor de gedupeerden tot een
29
minimum wordt beperkt. Wij moeten hier zien uit te komen in overleg met betrokkenen; wij zullen daar
ons best voor doen.
De Voorzitter: Het is allemaal een beetje onbevredigend, maar het lijkt mij het beste nu de discus
sie over dit punt te sluiten.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 23.05 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.25 uur, de vergadering.
Punt 22 (bijlage no. 375).
De heer De Greef: Wij snappen niet zoveel van deze financiële transactie, maar met hetgeen wij
er van snappen gaan wij in ieder geval niet akkoord. Het komt er op neer dat een aantal mensen vrij
dags last heeft van auto's. U kent ons standpunt daaromtrent. In de raadsbrief staat aangegeven dat de
overlast ontstaat doordat een aantal mensen niet bereid is parkeergeld te betalen en daarom hun auto
maar in een aantal zijstraten parkeert, zeer tot ongerief van de bewoners van die straten. Ik denk dat
wij dit niet moeten tolereren. Ik wil graag weten hoeveel mensen het betreft en welke straten. Ik heb
daar helemaal niets over kunnen vinden in de raadsbrief en de toelichtende stukken. De Verkeerscom-
missie heeft zich gebogen over deze zaak, maar die heeft ook geen oplossing kunnen vinden. En dan
gaat de wal het schip keren, want wat gaan wij doen, wij gaan zeggen: Dan maar gratis parkeren op
het parkeerterrein ten oosten van de Heliconweg. Ik ben daar op zich niet op tegen, maar als ik dan
zie waar dat allemaal toe leidt dan wordt het mij toch wel te gortig. Wat doen wij? Wij komen plotse
ling tot de ontdekking dat het een nadelig saldo oplevert voor het Markt-, Haven- en Slachthuisbe-
drijf en wij brengen dat parkeerterrein over naar de algemene dienst. Dat betekent dat wij dan in feite
een auto-subsidieregel ing hebben ontworpen, want wij moeten 51.000,uit de algemene middelen
neer tellen om op die manier de parkeergelden die wij niet innen terug te verdienen. Dat vinden wij
ronduit belachelijk. Ook is het voor ons nog de vraag of op deze wijze de handicaps die de veemarkt
op vrijdag met zich mee brengt wat betreft het parkeren van auto's in de omgeving wel opgelost zullen
worden. Ik heb niet begrepen dat er geprobeerd is op deze wijze te experimenteren met vrij parkeren
en te kijken of daarmee ook inderdaad de overlast over is. Ik denk dat het beter is dat eerst maar eens
uit te vinden om tot een goede maatregel te kunnen komen. Daarna zou je dan eventueel kunnen be
kijken of je het geld dat je mist door het niet innen van parkeergelden gewoon niet uit het Egalisatie
fonds zou moeten plukken. Ik zou graag iets meer achtergronden van deze financiële koehandel willen
horen, want daar komt het in feite op neer. (De heer De Vries (weth.): Dat gebeurt aan de andere kant
van de weg.) (De Voorzitter: U bedoelt de algehele situatie.) Ik drukte uit wat wij verstaan onder "de
auto, de heilige koe van onze tijd"; daarom gebruikte ik deze toespeling.
De heer Rijpma (weth.): Het is uiteraard jammer dat mensen voor een betrekkelijke kleinigheid
niet doen wat van hen verwacht wordt. De aangrenzende gebieden, zowel het gebied tussen de Vee
markt en het Europaplein als het gebied aan weerszijden van de P.C. Hooftstraat, ondervinden hier de
hinder van. De afdeling Verkeer van de politie is er herhaaldelijk mee geconfronteerd dat het op hoog
tijdagen in de betreffende straten een wanorde is en dat er overlast is. Verschillende keren hebben wij
brieven ontvangen van bewoners of van groepen bewoners. In dit gebied is geen uitgebalanceerd par-
keerregime en dat is ook moeilijk in te stellen. Alle parkeerplaatsen in de diverse straten zijn parkeer
plaatsen die in eerste instantie bestemd zijn om de bewoners ter plaatse stallingsmogelijkheid voor hun
auto te geven. Daarom kan je er geen betaald parkeren invoeren waardoor het voordeel van de ene
parkeermogelijkheid t.o.v. de andere teniet gedaan zou worden. Wij zijn daarom tot de conclusie ge
komen dat een effectief parkeerregime in de omgeving van de Frieslandhal niet mogelijk is en dat
daarom de enige oplossing is dit parkeerterrein ten oosten van de Heliconweg voor parkeren vrij te ge
ven, niet alleen op vrijdag maar ook op alle hoogtijdagen. De consequentie hiervan is wel - dat zul
len wij met zijn allen af moeten wegen - dat er een andere wijze van boeken plaats vindt. En als het
nu maar een louter administratieve boeking was dan zou je zeggen: Waar maken wij ons druk om. Dat
is echter niet helemaal het gevalWat ten laste van de algemene middelen gebracht wordt is een last
minder voor het veemarktterrein. Als nu de overschotten maar op dezelfde hoogte blijven en bij wijze
van spreken in een reservefonds terecht komen waaruit straks weer een voorziening gecreëerd zou kun
nen worden waarvoor anders een deel uit de algemene middelen beschikbaar gesteld moest worden dan
Q .•-O'flNpvT