- 12 -
werkgebieden aanwezig zijn, ook al omdat het plan Hemrik in de buurt
ligt en eventueel gebruikt zou kunnen worden om vestigingen die nodig
zijn, ook voor deze wijk, te situeren.
Tenslotte nog een opmerking over het organisatieschema. In de di
verse projectgroepen en ook bij de dagelijkse leiding bij de uitwer
king en uitvoering van de deelgebieden zien wij steeds naast de direc
teur van de stedebouwkundige afdeling de naam van een architect van
buiten onze dienst. Wij willen graag van u weten waarom dit is gebeurd.
Zou het in dit verband niet logischer zijn om de leiding van dit tota
le project daar te leggen waar" die behoort, n.l. bij de directeur van
onze dienst, te meer ook omdat u zelf in de raadsbrief stelt dat al
leen voor de uitwerking gebruik moet worden gemaakt van krachten van
buiten onze dienst?
De heer P.P. van der Wal; Ik wil onze bijdrage beginnen met te spre
ken over de organisatie. Wij hebben bij de stukken een organisatiesche
ma Camminghaburen gekregen, ik neem aan opgesteld door de D.S.O. Wij
hebben gemeend daar een organisatieschema tegenover te moeten stellen
omdat wij een paar essentiële dingen, zaken en procedures missen in
het schema zoals dat gepresenteerd is door de D.S.O. Bij het vaststel
len van het globale bestemmingsplan - dat was op 24 juni 1974 - is er
een vrij uitvoerige discussie geweest over de vraag in hoeverre de
raad betrokken zal worden bij de uitwerking van de deelplannen. Uit
eindelijk is er met een vrij grote meerderheid een motie aangenomen
die koos voor variant C en de essentie daarvan is: "Aan de raad wordt
voorgelegd het ontwerp voor een uitwerkingsplan en bezwaarschriften
welke daartegen zijn ingebracht. Burgemeester en wethouders stellen
het uitwerkingsplan vast niet anders dan overeenkomstig de uitspraak
van de raad." Dat is een soort compromis i.v.m. het feit dat de uit
werkingsbevoegdheid van de raad juridisch niet kon. Er was nogal wat
twijfel over of deze constructie door g.s. goedgekeurd zou worden. On
dertussen is het globale bestemmingsplan goedgekeurd op enkele onder
delen na, maar dit onderdeel is wel goedgekeurd. M.a.w.: de uitspraak
van de raad is gesanctioneerd door g.s. en dat is dus de formele werk
wijze waarbinnen de raad opereert. De hele fasering van waar en wanneer
de raad wordt ingeschakeld missen wij in het organisatieschema van de
D.S.O. Wij hebben dat wel ingevoerd in ons schema, dat begint n.l. bij
de gemeenteraad. Nadat de projectgroep met een deelplan is gekomen -
zo'n uitwerkingsplan dan - zou toetsing en goedkeuring door de gemeen
teraad plaats moeten vinden. Zo'n deelplan bestrijkt een 300 woningen,
dus zeg dat er in de eerste fase zo'n 4 deelplannen zijn. Die deelplan
nen zouden afzonderlijk in de raad aan de orde moeten worden gesteld,
waarna bij goedkeuring het gedetailleerde bestemmingsplan zou kunnen
worden uitgewerkt. Als de raad daarmee akkoord gaat stellen b. en w.
het bestemmingsplan vast. Ook onduidelijk is waar exact de grondover-
dracht plaats vindt. Wij hebben dat gedacht nadat de tekeningen en het
bestek goedgekeurd zijn. Dan weten wij n.l. exact: dat gaat er gebeu
ren door die opdrachtgever, dat is het ontwerp. Dan kan volgens ons de
gemeenteraad pas zijn verantwoordelijkheid goed waar maken en de grond
overdragen, want dat is uiteindelijk ons machtigste wapen, de gemeente
heeft alle grond in bezit. Met dat wapen moeten wij erg voorzichtig
omspringen. Een ander algemeen, hoewel niet zo zwaarwegend bezwaar te
gen het schema is de terminologie die gehanteerd wordt. Op het schema
van de D.S.O. staat onder de stuurgroep "bouwteam" en onder het bouw
team staat "projectgroep". Nou, als wij met dit soort termen werken
dan is een bouwteam een duidelijk kleiner en concreter op de uitvoering
gericht team dan een projectgroep. Vandaar ook dat wij het bouwteam
hebben samengesteld uit de projectleider - die blijft het hele proces
mee volgen -, de opdrachtgevers, de architecten en de aannemers. Een
- 13 -
andere belangrijke groep die wij missen in het schema van de D.S.O.
is de ontwerpgroep. De ontwerpgroep bepaalt uiteindelijk het gezicht
en het leefklimaat van de verschillende wijken. Wij willen met zijn
allen dat Camminghaburen een wervend karakter krijgt. Ik heb trouwens
de indruk dat die term "wervend" steeds meer devalueert. Als ik de
uitspraak van de heer Miedema hoor dat wij altijd al wervend gebouwd
hebben maar dat nooit zo genoemd hebben en als dat de interpretatie
van het C.D.A. is dan moeten wij maar een ander woord, een andere kwa
lificatie voor "wervend" zien te vinden, want ik kan Heechterp en Bil-
gaard niet bepaald als wervend zien; ik heb althans altijd een heel
andere inhoud aan dat woord gegeven. (De hear SingelsmaJosels for-
keapje.) Bij gebrek aan beter, zou ik het dan in dat geval eerder noe
men. (De hear Miedema: Op it momint dat it Bilgaerd boud waerd miende
men dat it sa moast en miende men ek dat it "wervend" wie.) (De heer
Heidinga: Maar ik heb er altijd tegen gestemd.) (Gelach) Op de manier
waarop en hoe wij willen bouwen kom ik straks nog terug, want dat hoort
niet bij het organisatieschema. Zoals ik al zei, een ontwerpgroep be
paalt uiteindelijk het gezicht en het leefklimaat van de wijk. Daarom
zal die groep, weliswaar in samenwerking met de gegadigden - dat zijn
de projectontwikkelaars, de financiers, de bouwbedrijven, de woning
bouwverenigingen -, toch in eerste instantie aan de gemeentelijke pro
jectgroep verantwoording schuldig zijn, omdat wij een stadsdeel willen
maken met een wervend karakter. In eerste instantie is het de opdracht
gevers - dat is hun niet kwalijk te nemen en dat zal ik ook niet doen -
te doen om werk en winst, zo is deze maatschappij ingericht. Wij zijn
er om de kwaliteit te bewaken. Daarom vind ik ook dat de ontwerpgroep
die m.n. de kwaliteit maakt onafhankelijker moet werken dan uit het
schema van de D.S.O. blijkt. Bovendien hebben wij bij de samenstelling
van de ontwerpgroep een beeldend kunstenaar opgenomen. Wij vinden dat
deze mensen er meestal veel te laat als een soort randversiering bij
gehaald worden en dan verschijnen er dingen als "blauwe golven" en hier
en daar een object, terwijl het totaal niet geïntegreerd is in het wijk-
gebeuren. Je moet dat vroegtijdig doen, dus zal je dat in de ontwerp
groep moeten doen. Een ander punt dat ontbreekt in het organisatiesche
ma van de D.S.O. - het ontbreekt totaal - is de inspraak en de parti
cipatie van de bevolking. Wij hebben in ons schema aangegeven waar dat
naar ons idee plaats zou moeten vinden; er is alleen een foutje in ge
slopen. In ons schema staat "participatie bewoners" aangegeven nadat
bestek en tekeningen al zijn vastgesteld, maar dan heeft het natuurlijk
weinig zin. Die participatie moet dus boven het bouwteam staan, dat was
een "slip of the pen". Daarna zou dan nog een evaluatie moeten plaats
vinden, een waardebepaling hoe het in de praktijk uitgewerkt is, wat
wij zouden kunnen leren van dit project voor de volgende fase. De sa
menstelling van de groepen komt vrijwel overeen met de groepen die in
het andere schema staan. Ik wil graag uw commentaar op de aspecten die
genoemd zijn in ons schema, waar het fout zit en waar het verbetering
behoeft e.d. Het gaat ook met name om de rol van de gemeenteraad, de
commissies, de functionele raden en de contactgroepen. Hoe worden die
ingeschakeld? Daar wordt ook een idee voor gegeven dat ter discussie
staat. Wij geven ons idee graag voor een beter.
Dan kom ik nu bij de hoofdstructuur van het plan. Ik heb zopas bij
interruptie al even gezegd dat Camminghaburen niet zo maar een wijk
wordt, maar dat het een stadsdeel wordt. Wij vinden dan ook dat dat
stadsdeel de kenmerken moet hebben van een stad, een stad die zowel een
binnenstedelijk karakter moet hebben als, naar de randen toe, een lan
delijk karakter. Wij vinden dat in de hoofdstructuur zoals die nu ge
presenteerd is terug, m.n. waar een onderscheid gemaakt wordt tussen
landelijk en stedelijk groen en bij de stedelijke bebouwing. Er is in
het verleden altijd - wij zijn daarbij ook altijd mee van de grootste