18 Punt 9 (bijlage no. 424). Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Even iets over het pand Zuiderplein 27 en 27boven. Ik heb eigen lijk wat bezwaren tegen het verkopen van dit pand. Het ligt aan de buitenkant van de stadsgracht. Wij hebben voor het betreffende gebied geen bestemmingsplan. Wanneer zich daar ontwikkelingen voor doen dan hebben wij daar weinig vat op. Het enige dat wij daar bezitten is een klein eigendom waar mee wij nog op de een of andere manier zouden kunnen manoeuvreren, al valt dat soms ook tegen, maar iets is in ieder geval beter dan niets. Ik zou dus graag willen weten of u weet wat voor ontwikke lingen daar aan de gang zijn, wie het wil kopen. Wilt u voorwaarden stellen bij de verkoop? Als ik dat weet kan ik altijd nog zeggen of ik voor of tegen ben. De heer Van der Wal: Ik ben het wel met mevr. Brandenburg eens. Ik heb ook bij deze verkoop van een door de gemeente schromelijk verwaarloosd pand - het is zo erg dat wij het nu maar moeten ver kopen - de voorwaarde gemist dat het pand in ieder geval uiterlijk in de oorspronkelijke staat her steld moet worden. Ik dacht ook dat dat altijd de bedoeling geweest was, maar het staat niet in dit raadsstuk. Als die voorwaarde er niet bij komt dan is mijn fractie tegen de verkoop van dit pand dat op een erg strategisch punt binnen het beschermd stadsgezicht ligt. Ik denk dat wij aan ons eigen beleid neergelegd in het structuurplan voor de binnenstad wel verplicht zijn hier voorwaarden te stellen nu wij dat kunnen doen. De heer Eijgelaar (weth.): Wij kunnen natuurlijk betreffende dit pand wel voorwaarden stellen voor de rehabilitatie, maar het zal moeilijk zijn om voorwaarden te stellen wat een bestemmingswijzi ging betreft. Het betekent dus wel dat er niets aan de buitenkant kan gaan gebeuren bij de verbouwing van dit pand dat niet onze toestemming heeft. Het hoeft echter niet per definitie een nieuwe woon ruimte te worden, het zou bij wijze van spreken ook als kantoorpand of iets van dien aard gebruikt kunnen worden. Wat er dan verder mee gaat gebeuren is moeilijk te zeggen. Het ligt in de bedoeling dat het in een publieke verkoping komt. Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Kan er dan ook bepaald worden dat het niet mag worden gesloopt? Ik bedoel dit. Wij verkopen het pand op de vrije markt en misschien wordt het 10 dagen later weer aan een ander verkocht. (De heer Rijpma (weth.): Er is een sloopverbod.) De heer Van der Wal: De wethouder zei: Wij kunnen voorwaarden stellen. Mijn vraag is: Doen wij dat ook? Daar gaat het om. Willen wij akkoord gaan met deze verkoop dan moeten wij inderdaad de voorwaarde stellen dat het uiterlijk van het pand in de oorspronkelijke staat hersteld dient te worden. Dan praat ik nog niet eens over de bestemming. Dat is dus al het minste dat volgens mijn fractie als voorwaarde gesteld moet worden. Wordt deze voorwaarde gesteld? De heer Knol: Ik dacht dat in het advies van de Commissie voor het Woningbedrijf ook stond dat t.a.v. de verkoop voorwaarden gesteld moesten worden. Ik begrijp eerlijk gezegd de aarzeling van de wethouder niet helemaal. De heer Eijgelaar (weth.): Ik weet niet of ik enige aarzeling tentoon gespreid heb. Het is, dacht ik, zo dat er een sloopverbod is - er mag dus niet gesloopt worden - en dat er aan het uiterlijk van het pand ook niets veranderd mag worden. Dat is gewoon zo, want je mag maar niet zo gaan verbou wen zonder een bouwvergunning. Als dat niet waterdicht is, als dat niet volgens de Bouwverordening geregeld kan worden, dan zijn wij bereid - zo is het ook in de Commissie voor het Woningbedrijf besproken; de heer Knol merkte dat terecht op - de voorwaarde te stellen dat het uiterlijk van dit pand blijft zoals het is maar dan in een verbeterde staat. De Voorzitter: De voorwaarden die eventueel gesteld moeten worden zullen nog in de Commissie voor het Woningbedrijf besproken worden. (De heer Van der Wal: Maar het staat er niet in.) Met deze mededeling breng ik dit voorstel in stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de voorzitter. Punten 10 t.e.m. 18 (bijlagen nos. 427 418 417 429, 423 415 450 443 en 446). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. ~Y'IW. 19 Punt 19 (bijlage no. 430). De heer Sterk: Mijn fractie is ingenomen met dit voorstel. Het i$ bekend dat Leeuwarden vele stadswallen heeft en dat deze er niet zo best voor staan. Uit een oogpunt van veiligheid zou het ge deelte waar het hier om gaat een zeer laag cijfer toegewezen krijgen, een reden te meer om er zo snel mogelijk mee te beginnen. Wat het wegprofiel betreft wil mijn fractie uw amendement volgen, ook ten gunste van de levenskansen van de nieuw te planten bomen en voor het behoud van de nieuwe wal- muren. Ons lijkt wel dat bij een breedte van de rijweg van 5 meter aan één kant van de weg een par keerverbod nodig zal zijn, maar ik neem aan dat dit punt t.z.t. in de Verkeerscommissie aan de orde zal komen. Dan nog even een vraag over de raming van het krediet. Is het niet mogelijk om van de overheid het totale subsidiebedrag op basis van 50% nu al vast toegezegd te krijgen of denkt u in tweede ter mijn meer gelden beschikbaar te krijgen dan nu het geval is? Dan nog even over de aanleg van steigers voor 16 bootjes en een eventuele uitbreiding daarvan. U weet dat daar waar mensen samen komen een aantal voorzieningen moeten zijn zoals toiletten enz. De bekende krul zal er wel komen, maar gelukkig bestaat de maatschappij niet enkel en alleen uit heren. Graag hoor ik straks uw reactie op genoemde voorzieningen. Ik zou ook nog graag van u willen weten waar het eerst begonnen gaat worden. De heer Rijpma (weth.): De heer Sterk heeft meer opmerkingen gemaakt dan vragen gesteld. Wij hebben bij de rijksoverheid een programma voor walmuren voor meer dan 10 miljoen - ik weet het be drag niet uit het hoofd, het is, meen ik, zo'n 14 miljoen maar het kan ook nog meer zijn - ingediend. Er bestaat een gelegenheid voor bijzondere werken een subsidie te krijgen, als regel een subsidie van 50%. Wij hebben het hele programma - dat is een keer in de raad geweest - voor subsidiëring aange meld en wij hebben de indruk - ik druk mij dan zo voorzichtig mogelijk uit - dat de overheid bereid is om successievelijk van jaar tot jaar ons een subsidie te doen toekomen. Wij hebben er ook belang bij dat het een subsidie is van jaar tot jaar want wij hebben een beperkt bedrag beschikbaar voor civiel technische werken. Zou de overheid ons in één keer teveel toewijzen dan zou onze post voor civiel technische werken voor één of twee jaar volledig op gebruikt zijn en dan zouden alle andere voorzie ningen die op ons af komen op dat terrein moeten blijven liggen. Wij hebben er dus ook zelf belang bij dat het een programma is dat enkele jaren duurt. Zoals in het stuk staat verwachten wij op korte ter mijn een eerste toezegging gebaseerd op een capaciteit die wat onze programmering betreft voor twee jaar is. Ik kan niet uit het hoofd zeggen waar alle wal voorzieningen zijn gesitueerd. Ik weet wel dat in de Prinsentuin zekere voorzieningen zijn getroffen. Wat de watervoorziening betreft zijn of worden hier en daar enkele aanvullende voorzieningen op de kaden aangebracht. Ik herinner mij geen program ma waarbij toiletgelegenheden en dergelijke nog op andere plaatsen aangebracht zullen worden dan in de Prinsentuin. Het liggen in de stad zal de mensen bereicf moeten doen maken om zekere inconveniën- ties voor hun eigen rekening te nemen. Hiermee wilde ik maar volstaan. (De heer Sterk: Ik heb nog gevraagd waar zal worden begonnen.) Ik dacht dat zou worden begonnen tussen de beide bruggen en dan aan de buitenkant. (Gelach) (De Voorzitter: Het staat in ieder geval vast dat er tussen twee bruggen begonnen zal worden.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 20 en 21 (bijlagen nos. 436 en 434). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 435). De heer Janssen: Als eerste zou ik in willen gaan op de klachten van de bewoners van de Wassen- berghstraat en de Leeuwarderstraat. Van tijd tot tijd worden deze mensen geconfronteerd met de in hun straat geplaatste containers van de firma Postma. Er staan nu nog wel eens containers vooraan in de Wassenberghstraat maar de hoge containers die er eerst stonden schijnen de laatste tijd verplaatst te zijn naar het spoorwegemplacement; misschien dat die firma daar nu een terrein gehuurd heeft. Daar door is de hinder dus wel enigszins verminderd, dacht ik. Wel staan er praktisch de hele dag vracht-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 10