vw missie van de regioraad wordt op het ogenblik onderzocht in hoeverre het mogelijk is om de gemeenten rondom Leeuwarden tot samenwerking te brengen op dit stuk van zaken. Of dit zal slagen weet ik niet, want er zijn nog enkele gemeenten die vinden dat ze het zelf wel kunnen. Het is ons ook bekend dat er gemeenten zijn die alsnog graag onderzocht willen zien in hoeverre men eventueel gebruik zou kunnen maken van de deskundigen die in deze onafhankelijke commissie kunnen optreden. Wij wachten af wat er straks vanuit die commissie aan het dagelijks bestuur en aan de regioraad over dit onderwerp gerap porteerd zal worden. De heer Bijkersma heeft nog even de vinger gelegd bij de jeugdwerkloosheid en er op geattendeerd dat het mogelijk moet zijn om in de sector van de dienstverlening wellicht meer plaatsingen te realise ren. Ik dacht dat wij met enige tevredenheid kunnen vaststellen dat wij in Leeuwarden van de Interim regeling Jeugdige Werklozen een vrij intensief gebruik hebben gemaakt, zelfs in die mate dat het provin ciaal bestuur op een gegeven moment zei: "Laat Leeuwarden nu maar even wat kalmer aan doen, want die haalt toch wel het gros van het bedrag dat hiervoor beschikbaar is in onze provincie naar zich toe." In totaal zijn er in Leeuwarden 52 projecten in de afgelopen tijd geopend en daarvan loopt een groot aantal nog. U weet dat het om een plaatsingsduur van 6 maanden gaat en in sommige gevallen, onder bepaalde voorwaarden, om een plaatsingsduur van een jaar. Desalniettemin zijn wij op het ogenblik bezig na te gaan of wij deze zaak nog wat extra kunnen coördineren teneinde ook de gelegenheid te vinden de instellingen die op sociaal-cultureel terrein werkzaam zijn - de jeugdwerkinstellingen - nadrukkelijk te betrekken bij de activiteiten die in dit kader t.b.v. jonge werklozen gedaan moeten worden. Daarvoor wordt op 22 december een werkgroep ingesteld. Wij hebben tot nu toe met een com missie ad hoe gewerkt samengesteld uit vertegenwoordigers van de Raad voor Maatschappelijke Dienst verlening en de Jeugdraad. Deze commissie ad hoe beëindigt zijn werk en wordt omgezet in een defini tieve werkgroep die de bundeling tot stand zal brengen en waarin wij een centraal overleg zullen ope nen tussen 17 instellingen die zich op de een of andere manier in onze stad met het fenomeen jeugd werkloosheid bezig houden. Wij zullen proberen om vanuit dit "brandpunt" gezamenlijk tot een goede keuze van objecten te komen. Wij zullen de suggesties van de heer Bijkersma graag meenemen naar die commissie Ik dacht dat college Ten Brug aan het adres van de heer De Greef al enkele opmerkingen heeft ge maakt. U, mijnheer de voorzitter, hebt gesproken over de zaak van de tijdelijke commissie welzijns- aangelegenheden en ik dacht dan ook dat ik hiermee in eerste aanleg kan volstaan. De heer Eijgelaar (weth.): De heer Buising heeft ons het advies gegeven om achter alles aan te ja gen - zo noemt hij het - om hier werkgelegenheid te krijgen, zowel wat rijksdiensten betreft als wat het bedrijfsleven betreft, want werkloosheid is een pest. Dat laatste ben ik natuurlijk volledig met de heer Buising eens en hij kan er op rekenen dat wij alles doen om hier nieuwe werkgelegenheid te krij gen. Daar wordt bijzonder veel tijd en energie aan besteed door het college. Wij maken ons niet alleen druk om werkgelegenheid te krijgen maar ook om werkgelegenheid te behouden. Als het laatste n.lniet gebeurt zal het eerste nog veel moeilijker worden. De heer Bijkersma heeft gewezen op de off shore-activiteiten die zich afspelen. Ook dat heeft - hoe kan het ook anders - al geruime tijd onze aandacht. Of en in hoeverre de vliegbasis daarbij een rol kan spelen kan ik op dit moment niet zeggen, maar ook dat heeft de aandacht; het is m.n. in de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt uitvoerig aan de orde geweest. De heer Bijkersma zegt dat er m.n. in de Frieslandhal wel meer activiteiten zouden kunnen plaats vinden en meer evenementen gehouden zouden kunnen worden. Ik ben dat helemaal met hem eens, maar ik geloof wel dat het dan nodig is dat een deel van de Frieslandhal aangepast wordt zodat die als eve nementenhal gebruikt kan worden. Zoals al in de afdelingsvergadering is gezegd, wij komen hier in het komende jaar wel op terug. De heer Knol heeft een aantal cijfertjes genoemd, ook m.b.t. de onderlinge verhouding tot Gronin gen en Zwolle. De heer Knol heeft gewezen op wat er zich bij de nutsbedrijven zoal afspeelt wat in komsten betreft. Uit het antwoord van collega Ten Brug is wel gebleken dat je natuurlijk wel voorzich tig moet zijn om daar meteen conclusies uit te trekken, ook als je zegt dat wij misschien wat te vroeg geweest zijn met het afstoten van ons gasbedrijf. Afijn, ik geloof niet dat ik daar verder op in hoef te gaan. Wat het trekken van conclusies betreft geldt hetzelfde voor de reiniging, m.n. voor de ophaal dienst daarvan, want het is erg moeilijk om te zeggen wat in Groningen aan deze dienst toegerekend wordt en wat in Leeuwarden. Dat zou je dan eerst toch nader moeten bestuderen. Het hoort natuurlijk wel leuk om het zo te zeggen, maar het zegt in feite bijzonder weinig. Overigens ben ik wel van me ning dat het de moeite waard is om dit eens nader te bekijken. De heer Schaafsma (weth.): Er zijn geen expliciete vragen gesteld. Toch wil ik op twee punten even ingaan. In de eerste plaats wil ik ingaan op het punt van de restauratie van de Grote Kerk en de restauratie var. de Synagoge. Deze punten zijn door de heer Bijkersma gesignaleerd i.v.m. mogelijke fi nanciële repercussies. Uiteraard zal het in gebruik nemen van dit soort ruimten financiële repercussies kunnen hebben. In welke mate en in hoeverre die ter verantwoording van de gemeentebegroting komen kunnen wij op dit moment niet overzien. Aan de andere kant is het zo dat m.n. de Grote Kerk voor de restauratie altijd een functie heeft gehad in het culturele patroon van de gemeente Leeuwarden. Het lijkt mij zonder meer dat wij er van uit moeten gaan dat de Grote Kerk weer voor dat zelfde doel zal worden gebruikt. In hoeverre de besprekingen die op het ogenblik gaande zijn tussen de Stichting Cultu rele Centra en de Kerkvoogdij van de Grote Kerk tot een bundeling van krachten zal leiden is nog niet bekend. Hopelijk kan er een werkwijze uit voortkomen die tot een financiële beperking van hef verlies kan leiden. Anderzijds moeten wij er wel rekening mee houden dat dit soort bouwwerken en het in ge bruik nemen er van financiële repercussies zal hebben. Dat geldt in een zelfde mate voor de Synagoge. Ik dacht dat er voor de Synagoge een heel ander punt gaat spelen. De druk die m.n. de amateuristische kunst uitoefent op de zaalbezetting van Zalen Schaaf rechtvaardigt toch op zijn minst een uitbreiding van de zaalruimte voor die zelfde amateuristische kunst. Ik dacht ook dat in dat licht bezien de Syna goge een welkome aanvulling zou zijn voor de amateuristische kunstbeoefening. Wij zullen daarvoor de financiële lasten in 1 977 wel op ons toe zien komen. Hoe groot die zullen zijn in de sfeer van de ex ploitatie is op dit moment nog niet te overzien. T.a.v. de Openbare Bibliotheek heeft de heer Visser een opmerking gemaakt. Ik meen dat hij zei dat de Openbare Bibliotheek in 1976 een overschrijding had gemaakt van 27%, als ik het percentage goed heb onthouden. (De heer Visser: Ja.) (De heer Buising: 27^%?) Het mag ook 27;?% zijn, mijnheer Buising, ik geloof niet dat dat veel uitmaakt. Ik dacht dat de heer Visser dat baseerde op het feit dat wij een gemeentelijk subsidie hebben gegeven van 730.000, terwijl op de begroting een bedrag stond van 573.000, Inderdaad komt u dan op een verschil van 157.000,in het nadeel van de gemeentebegroting. U moet echter wel begrijpen - ik dacht dat daar misschien het verschil van mening in zou kunnen zitten - dat het m.b.t. het bedrag van 730.000,duidelijk is dat wij eenmalig aan de Bibliotheek een verruiming van hun boekenbestand van 122.000,hebben toegestaan die wij ge haald hebben uit de stelpost Nog functioneel toe te rekenen uitgaven; dat is de stelpost voor de biblio theek in de wijk Schieringen. Voor die bibliotheek wordt op het ogenblik geen geld gebruikt, dus is het in feite over en zo kan het uiteindelijk nuttig gebruikt worden. Ik heb in de afdelingsvergadering al gezegd dat het gemiddelde boekenbestand dat de Openbare Bibliotheek heeft schrijnend laag is voor een bibliotheek van een provinciehoofdstad als Leeuwarden. Wij vonden dat de eenmalige uitgave van 122.000,gerechtvaardigd was. U kunt zeggen dat er dan nog een overschrijding is van 35.000, Ook dat wens ik te bestrijden, want wij hebben gezegd dat wij aan de automatisering van het biblio theekwezen - het "photocharging systeem - mee willen doen voor een bedrag van 48.300, Ook dat komt uit die stelpost, dat kunt u dus in feite ook beschouwen als een eenmalige uitgave. In de raads- brief hebben wij duidelijk gesteld dat, als C.R.M. in de toekomst t.a.v. het personeelsbestand van de bibliotheek of t.a.v. een personeelsuitbreiding uitgaande boven de personeelstop van 1 juli niet wenst mee te gaan, de repercussies van deze uitgave uiteindelijk zullen moeten worden gevonden in het te rugdraaien van het personeelsbestand, omdat wij dan de automatisering zullen beschouwen als een per soneelsuitbreiding. Ik dacht dat u daarmee de overschrijding van 157.000,t.a.v. de Openbare Bi bliotheek volledig terug had gevonden. Ik wens op dit moment nog te stellen dat de begroting zoals die in 1976 door de Openbare Bibliotheek is gesteld op het bedrag van 573.000,in feite niet is over schreden, omdat wij zelf een eenmalig bedrag hebben toegestaan van 122.000,voor de boeken en 48.300,voor de automatisering. De Voorzitter: Wij zijn nu toe aan de tweede instantie van de algemene en financiële beschouwin gen. De heer Buising: Ik zal mijn opmerkingen in tweede instantie zo kort mogelijk houden. Met wat u, mijnheer de voorzitter, hebt gezegd in antwoord op de eerste instantie van de diverse woordvoerders kan ik het in het algemeen wel eens zijn, ook wel met wat u hebt voorgesteld t.a.v. de verdere proce dure m.b.t. de behandeling van de dingen die wij hier nog aan de orde moeten hebben. U hebt mij op één suggestie nog niet geantwoord, n.l. de suggestie om het rapport "Een goede raad" van de Commissie Merkx tot onderwerp van studie te maken van een daartoe in te stellen ad hoc-raads- commissie die, zoals ik zei, dan eventueel gesteund zou kunnen worden door deskundigen, Ik heb daar voor ook een termijn genoemd, ik ben niet van plan om wie dan ook aan die termijn op te hangen,maar ik zou er wel graag nog een antwoord op willen hebben.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 23