£6
C dan rijzen in die zin problemen dat het ene scholencomplex voor het bijzonder onderwijs dan excen
trisch zou komen te liggen t.o.v. de rest en dat heeft de keuze van de Vereniging voor Prot. Christe
lijk Basisonderwijs in samenwerking met de Stichting Katholiek Onderwijs Leeuwarden doen vallen op
het centrum. Ik dacht dat dat terecht en gemotiveerd was.
Mevr. Visscher—Bouwer: Wij hebben per interruptie, hoop ik, het misverstand uit de weg geruimd
over de reden waarom wij die school niet in het wijkpark willen hebben; dat is zuiver en alleen omdat
wij daar het wijkpark willen.
De heer De Greef spreekt over alternatief C. Daar het een alternatief is kan je niet zeggen dat
het niet kan, anders zou het niet op dit kaartje staan. Ons lijkt echter in ieder geval voor het noorde
lijk deel de plaats van alternatief A gunstig omdat het meer midden in de wijk ligt. De heer De Greef
pleit ook wat het bijzonder onderwijs betreft voor alternatief C, het sterretje onder het wijkcentrum.
Wij zijn daar niet tegen, wij kunnen alleen niet bekijken of dat de meest gunstige plaats is en of het
daar kan omdat het beneden de grens van de ophoging ligt. Wij willen die school echter in ieder geval
niet in het wijkpark. Wat het zuidelijk deel betreft lijkt ons alternatief C, daar helemaal aan de rand,
minder gunstig omdat wij denken dat dan de loopafstand voor diverse kinderen groter wordt dan wan
neer de school iets meer naar het westen komt. Ik dacht echter niet dat wij dat nu direct hoeven vast
te stellen. Waar wij wel graag zekerheid over willen hebben is het wijkpark en daarom wil ik toch
graag een uitspraak van de raad hebben en dien ik de volgende motie in:
"De raad, in vergadering bijeen op 14 december 1976, spreekt uit dat er geen scholencomplex in
het wijkpark wordt gesitueerd."
De heer P.D. van der Wal: Ik wil even reageren op wat mevr. Visscher en mijnheer Visser hebben
gezegd. Wij interpreteren het kaartje niet zo dat de rondjes, de sterretjes en de vierkantjes precies de
plaatsen van de-scholen aangeven. Wij weten ook nog niet wat de meest gunstige plaats is want verka
velingsplannen en de hele rataplan hebben wij nog niet; het moet allemaal nog ingepast worden. Om
in de schaal van dit kaartje te praten, op een centimeter komt het niet aan. De heer Visser zegt dat
bij alternatief C de bijzondere school die hij automatisch in het centrum denkt excentrisch komt te
liggen. Als je op het kaartje het vierkcntje anderhalve centimeter naar rechts verplaatst - in dit geval
dus naar rechts, mijnheer Miedema; u ziet kennelijk graag dat bijzondere scholen rechts gesitueerd
blijven - en het rondje en het sterretje twee centimeter nacr links dan zitten ze in het centrum en
uit het wijkpark. (De heer Heere: Dan hebt u alternatief B.) Nee, het gaat alleen over het centrum.
Het grote voordeel van alternatief C is dat er vooral in het zuidelijk plandeel een school voorziening
komt. In de alternatieven A en B zit het hele zuidoostelijke gedeelte op een enorme afstand van de
scholen. Of in het noordelijk plandeel alternatief A of alternatief C gerealiseerd wordt maakt ons niet
zoveel uit, het gaat ons vooral om het zuidelijk plandeel, wij vinden dat wij als raad een principiële
uitspraak moeten doen dat wij in die richting denken. Met deze interpretatie van alternatief C zouden
wij de motie graag willen handhaven om dat het college mee te geven bij de verdere onderhandelingen.
De hear Miedema: Ik wol sizze dat wy us stelle kinne efter alternatyf A; der hawwe wy gjin inkel
probleem mei
De moasje fan mefr. Visscher haldt yn dat der gjin skoal Ie yn it park komme mei. Wy hawwe der
wol hwat biswieren tsjin dat op dit momint ut to sprekken, omt wy nou net bisjen kinne hoe't it der
mei it totael fan it grien yn Camminghabuorren by stiet en hokker gefolgen dizze bislissing hawwe sil.
Wy binne it wol mei mefr. Visscher iens dat, as der in mooglikheit is om it park park to litten, dat
barre moat. Op it momint dat it kolleezje bislüt dat de skoal Ie yndied yn it park moat forwachtsje wy
dat it kolleezje by de ried werom komt en us mei sifers oertsjüget dat it moat. Mar om op dit momint
to sizzen: Wy nimme in moasje oan hweryn sunder mear fêststeld wurdt dat der net in skoalle yn it park
mei, giet us to fier. Der stimme wy tsjin.
De heer De Beer: Ik dacht dat de wethouder zopas duidelijk genoeg was geweest. Hij heeft gewoon
gezegd: Als u er geen school wilt hebben dan komt er wat anders. Die motie moet eigenlijk in tweeën
gesplitst worden: of er wordt helemaal niet gebouwd öf wij situeren alleen de school ergens anders.
(De heer P. D. van der Wal: Of wij verdelen het groen anders!) Ja, dat kan ook, maar dat kan je op dit
moment niet doen. (De heer P^D. van der Wal: Waarom niet?) Wij hebben op dit moment niet zoveel
behoefte aan de motie. Wel zou ik de wethouder willen vragen of hij in de toekomst de mogelijkheid
onder ogen wil zien om dit hele gebied groen te houden; maar dat zal natuurlijk bekeken moeten wor
den. Dat wil ik wel graag onderzocht hebben.
De heer Ten Brug (weth.): Ik wil toch wel graag op een paar punten m.b.t. de scholenkwestie in
gaan, niet uit stedebouwkundige overwegingen maar uit het oogpunt van het onderwijs. Het gaat om
de verhouding tussen de scholen. Ik heb gisteren en ook in de afdelingsvergadering al gezegd hoe onze
positie als gemeentebestuur is m.b.t. het bijzonder onderwijs; ik dacht dat ik daar niet verder over
hoef te praten, het gaat hier nu om een stedebouwkundige beslissing. Wij moeten natuurlijk wel reke
ning houden met de realiteit. Men heeft bij de opzet van het stedebouwkundige plan - dat vindt u dan
eigenlijk in alternatief C terug - gerekend met: Deze wijk zal wel zoveel kinderen opleveren en het
zou goed zijn om de scholen meteen een wijkfunctie te geven en het aantal kinderen te splitsen over
drie plukjes gebouwen in de wijk; daar zijn ook goede motieven voor, dat was op zichzelf een goed
voorstel. Maar daarbij is niet voldoende rekening gehouden met het feit dat er nu eenmaal ligt, n.l.
dat ongeveer 50% van de kinderen naar een openbare school gaat, ongeveer 40% naar een prot. chris
telijke school en ongeveer 10% naar een rooms katholieke school. Het aantal kinderen moet dus niet
alleen over die drie plukjes scholen verdeeld worden, dat moet ook nog een keer over de drie school
soorten verdeeld worden. Fn dan kom je duidelijk in moeilijkheden. De aanvankelijke gedachte was
dat er zes scholen zouden komen; zo zijn ook de onderhandelingen geopend. Achteraf is het wel ple
zierig dat er via de motie van Axies steun komt voor het standpunt dat het gemeentebestuur m.b.t. de
ze affaire van meet af aan heeft ingenomen(De heer P.D. van der Wal: Achteraf?) Ja, eerder
kon u het niet doen; op zichzelf is het plezierig te merken dat u het eens bent met de wijze waarop
het gemeentebestuur heeft gehandeld. Over het effect praten wij nog wel even. Men dacht de situatie
zo: Drie openbare scholen kan je over de drie lokaties verdelen, twee prot. christelijke scholen kan
je op twee van die drie lokaties situeren - een er van zou dan niet te ver van het centrum moeten zit
ten - en de ene r.k:-school op de derde lokatie; je kreeg dan op twee lokaties een openbare school
plus een prot. christelijke school en op de derde lokatie een openbare school plus een r.k.-school. Dan
moest je er echter wel van uitgaan dat op de maatstaven die wij nu hebben die zes scholen inderdaad
kloppen. Wel, dat is het probleem. Ik ben er voor het openbaar onderwijs niet helemaal zeker van dat
wij er op deze manier uit komen en ook het bijzonder onderwijs is er niet zeker van. Het bijzonder on
derwijs is nu wel een combinatie aangegaan - prot. christelijk en r.k.-onderwijs -, omdat men het
idee heeft dat men het samen misschien wel kan brengen tot een duidelijke vestiging die een beetje
boven de maat komt die in het ontwerp van de nieuwe wet op het basisonderwijs wordt aangegeven;
men denkt dan misschien op ruim 200 leerlingen te komen. Maar bij die combinatie blijven het twee
soorten scholen. Als men niet tot twee volledige scholen zou kunnen komen dan zouden het een volle
dige en een halve school worden en dan is een verdeling over verschillende lokaties geen plezierige
situatie. De enige mogelijkheid is nu om te zeggen - die keuze heeft men dan ook gedaan; ik heb
daar even hard tegen geprotesteerd als men nu in de raad doet maar ik ben bereid mijn hoofd te buigen
voor de werkelijkheid -: Wel op drie plaatsen, maar daarbij moet aanvaard worden dat de schoolver
eniging die maar één school in deze wijk kan gaan bouwen ongeveer bij het centrum komt - dat kan
niet anders als je maar op één plaats komt - en dat het openbaar onderwijs dan nog op twee plaatsen
kan komen. Ik geloof dat alternatief A in feite meer in de richting van alternatief C komt dan alterna
tief B, want bij alternatief B heb je alle drie scholen in de buurt van het centrum en kan van enige
functie van de scholen t.o.v. de wijk helemaal geen sprake meer zijn en dat is met alternatief A naar
mijn gevoel nog wel enigszins mogelijk, hoewel wij ons daar ook weer niet al te grote voorstellingen
van moeten maken want de wijk wordt nu niet meer in drieën maar in tweeën gesplitst. Ik geef toe dat
het op zichzelf bijzonder plezierig is dat wij aan de scholen ook een duidelijke wijkfunctie in multi
functioneel opzicht zouden kunnen geven, maar er moeten in de wijk ook maar zoveel kinderen zijn
dat dat kan; dat is gewoon een hard gegeven. Zoiets hadden wij ook graag in het Westeinde vertoond
maar in het Westeinde is de situatie zodanig dat er helemaal geen school kan komen. Met dat soort
dingen moeten wij duidelijk rekening houden. Nu de kaarten zo liggen en nu de zaak ook zo ingezet
is als de heer De Greef in zijn voorstel bepleit - dat is tot het bittere einde besproken; ik had het
graag anders gehad maar ik zie op dit moment ook geen andere mogelijkheid - dacht ik dat deze mo
tie wel een onderlijning van onze politiek is maar dat deze op dit moment niet meer nodig is, hoewel
ik er wel waardering voor heb dat hij is ingediend.
De heer Van der Veen is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Rijpma (weth.): Ik zou tegen Axies willen zeggen: Op zichzelf hoeft, als ik de drie situ
aties bekijk, dat niet in strijd te zijn met het stichten van twee openbare scholen en één bijzondere
school, want dan zou je nog eens moeten gaan discussiëren over de vlek, het vierkantje dat in het
midden staat, of het daar goed staat of dat het nog enige verschuiving behoeft. Het maakt u, dacht ik,
in wezen niets uii of het aan de linkerkant of aan de rechterkant van het winkelcentrum staat, hoewel